Deze avond is geschikt voor het op de plaats vallen van zaken. Terwijl My wife's home town uit de iPod in mijn oren knalt, lees ik de laatste bladzijdes van Bob Dylan in America - ja, het boek is uit, een langer stuk komt er aan. De twee lijken haast samen te vallen, een gelukkig toeval.
April 2009, Frits Spits van radio-faam, plaatst tracks van Together through life op de website van radio 2 & bij de eerste keer luisteren schrik ik van Dylans stem in My wife's home town. Ik schrik niet omdat zijn stem aan gort zou zijn gezongen, klinkt als het kermen van een hond met zijn poot vast in het prikkeldraad of als schuurpapier, om een tweetal platitudes te parafraseren. Ik schrik van tempogymnastiek, het duivelse lachje, het kauwen van de woorden.
Ik schrik van het bloeden van de accordeon en die stem die er als een doekje tegen het bloeden omheen draait. [wederom parafraseren, 'doekje tegen het bloeden' = Giacomo Leopardi, de pessimist met de schone tongval]
En ik denk aan die ene keer dat Dylan zelf de accordeon bespeelde, was het op Under the red sky?
Hoeveel instrumenten speelt de man?
Al blijft het toch vooral die stem.
There ain't no way you can put me down
I just want to say that Hell's my wife's home town
Ik moet nog een stuk schrijven over Bob Dylan in America, één van de beste boeken ooit over Dylan geschreven, maar vandaag niet meer. Vandaag zijn de gedachten, de woorden op mijn tong, meer betrokken bij My wife's home town, bij de pessimisten, bij een doekje tegen het bloeden.
I lost my reason long ago
Het duivelse lachje in My wife's home town. Luister naar dat duivelse lachje, het is om van wakker te liggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten