een laatste bericht

 Dit is het 4778ste bericht op deze weblog sinds 14 februari 2008. Het is ook het laatste bericht. Het is tijd om Bob Dylan in (het) Nederland(s) op te doeken.

Twaalf jaar geleden ben ik met deze blog begonnen omdat ik vond dat er te weinig over Bob Dylan in het Nederlands werd geschreven. De Nederlandstalige Dylanbibliotheek bevatte toen twee boeken - Bob Dylan bij benadering en de biografie van Sjoerd de Jong - plus een handvol vertaalde boeken. Daar is in die twaalf jaar flink verandering in gekomen, zowel online als op papier wordt er meer dan ooit over Bob Dylans muziek in het Nederlands geschreven.

Doel bereikt.

Toch is dat niet de voornaamste reden om een punt achter ruim twaalf jaar bloggen te zetten. Het bijhouden van Bob Dylan in (het) Nederland(s) is een zeer tijdrovende aangelegenheid. Ik merk dat de laatste tijd het bloggen mij te veel tijd kost waardoor ik niet of te weinig toekom aan andere zaken, zoals luisteren naar Bob Dylans muziek of schrijven aan mijn boeken.

Bob Dylan in (het) Nederland(s) zal nog een korte tijd online staan. Voor het eind van 2020 verwijder ik de blog definitief van het internet. Bij deze wil ik alle mannen en vrouwen die hebben bijgedragen aan deze blog danken. Het ga jullie goed.


aantekening #7570


Terwijl ik dit schrijf, luister ik naar Theme Time Radio Hour, aflevering 102 - "whiskey". Dat is een van de mooie dingen van deze tijd: net in Amerika uitgezonden en nu al schalt het door mijn woonkamer duizenden kilometers verderop.

En natuurlijk is deze uitzending een uitstekende manier voor Dylan om reclame te maken voor Heaven's Door, zijn eigen gestookte whiskey. Het aardige is dat Dylan daar ook geen geheim van maakt. Gelijk aan het begin van deze aflevering van Theme Time Radio Hour maakt hij duidelijk dat er een direct verband is tussen Heaven's Door en het wederom tot leven roepen van de radioshow.

Ondanks dat er vele jaren verstreken zijn sinds een aflevering van Theme Time Radio Hour is uitgezonden, is het programma in essentie hetzelfde gebleven: Bob Dylan die met praatjes, opmerkelijke feitjes en rare gedachtesprongen vergeten songs waarvan je het gevoel hebt dat je ze al eerder gehoord hebt aan elkaar kletst in een aangenaam ritme.

Wie had gedacht Bob Dylan ooit "Lady Gaga told me that joke" te horen zeggen? In Theme Time Radio Hour kan het.

Het is jammer dat de heropleving van Dylans radioshow bij deze ene aflevering blijft. Ik merk nu hoezeer ik het gemist heb, iedere week een nieuwe aflevering van de show. De eerste serie afleveringen van Theme Time Radio Hour moet ik vele malen beluisterd hebben. Vooral tijdens een autorit luister ik graag naar aflevering van de show. Het gaat nooit vervelen.

Nou heb ik in mijn leven al heel wat muziek gehoord, maar tijdens het beluisteren van Theme Time Radio Hour voel ik me toch iedere keer weer een muzikaal broekie. 95% van de in deze show gedraaide muziek heb ik nog nooit gehoord en - dit is mede de kracht van de show - toch heb ik bij het overgrote deel van die gedraaide muziek het gevoel dat ik het niet alleen al eerder heb gehoord, maar vooral het de moeite van het beluisteren meer dat waard is. Vreemd.

Waar moet ik wezen als ik Bob Dylan wil overtuigen in deze tijd van thuiszitten nog een vijftigtal afleveringen van de show te maken? Er zijn onderwerpen genoeg te bedenken voor die uitzendingen. 

Genoeg van mij vandaag. Tijd om de laatste punt van de dag te zetten. Ik stop met woorden zoeken en luister verder naar Theme Time Radio Hour, aflevering 102 - "Whiskey".

Yeah.

Dylan kort #3658

 Recensie van de Jimi Hendrix-biografie, met een beetje Dylan, zie hier. [met dank aan Alja]

Normaals Benedict Wells, zie hier. [Anita]

Cover: "Girl From The North Country" door het Britse Royal Philharmonic Orchestra op een Cash-gerelateerde plaat, zie hier.

Matthijs van Nieuwkerk in een bespreking van Op het eerste gezicht van Nick Hornby in de Volkskrant van 19 september: "de kans dat je op een zomeravond gezellig met Bob Dylan een duik in het IJsselmeer neemt, is groter dan dat je naam ooit in dit begeerde journalistieke colofon [The New Yorker] al stralen." [met dank aan Hans] Zie ook hier.

De Telegraaf, 18 september 2020 [met dank aan Arie]:



Theme Time Radio Hour - Whiskey - trailer, zie hier. [met dank aan Rob]

Theme Time Radio Hour - Whiskey - trailer 2 bevat een fragment uit het oeuvre van Toots Thielemans, lees en luister hier. [met dank aan Dirk]

"Hij is – zeg maar – de Bob Dylan van de politieke filosofie." Nieuwsgierig om wie het gaat? Zie hier. [met dank aan John]

Recensie Rough and Rowdy Ways op Analog Planet, zie hier. [met dank aan Hans]

BOBCast aflevering 8 met Iris Koppe begint met een speeldoosje. Hans stuurde mij een foto van een speeldoosje dat "Blowin' In The Wind" speelt. [met dank aan Hans] Er is in ieder geval nog een versie van dit speeldoosje, in een saaier, doorzichtig doosje.

Sinds vandaag staan in de kolom rechts op deze blog alle afleveringen van de BOBCast op een rijtje, inclusief link naar de uitzending.



Tommy Ebben speelt Bob Dylan, zie hier en hier.

Dylan in de kerk, zie hier.

Cover: Paul van Huet speelt "Blowin' In The Wind", zie hier.




aantekening #7568


 Het hoofd bonkt, op de achtergrond hoor ik kippen jammeren. De achterdeur staat open, een staartje zomer waait naar binnen. Na het beluisteren van de achtste Bobcast en het eerste deel van een nieuw opgedoken opname van Dylans concert van 10 juni 1988, is er de behoefte om de rust van eerst "I Was Young When I Left Home" en daarna de alternatieve take van "The Times They Are A-Changin'" op te zoeken. De bonus-cd bij de eerste uitgave van "Love And Theft".

Op de stapel ongelezen boeken links naast mij ligt bovenop een boek met transcripties van tweeënvijftig radio-uitzendingen. Een van die uitzendingen ging over Bob Dylan. Bovenop de stapel rechts ligt een boek van een schaker. Volgens het namenregister achterin het boek is Dylan te vinden op vier pagina's: 26, 119, 148, 181.

Als ik me omdraai zie ik andere stapels boeken. Een van die stapels bevat boeken die ik al wel gelezen heb, maar waar ik nog iets mee moet. Zes boeken waarin Dylan te vinden is liggen er op die stapel. Een boek over een boekenhandelaar, een boeken van Theodor Holman en Peter Buwalda, een klein boekje met de titel Pop, een dichtbundel van Erik Bindervoet en een boek waarin het verhaal staat van een man die er zo'n twintig jaar over deed om de Dylan-biografie Bob Spitz te kopen.

Dat laatste verhaal vertelt niet wat de man van die biografie vindt. Jammer, dat had ik nou wel eens willen weten.

Theme Time Radio Hour is terug

 


Ik heb vanmiddag geluisterd naar een opname van Bob Dylans concert van 2 december 2019, Beacon Theatre, New York. Goed concert, vooral "Lenny Bruce" en "Not Dark Yet" springen er uit. "Soon After Midnight" eigenlijk ook wel. Het is een van de laatste concerten die Dylan gegeven heeft. In april zou Dylan door Japan touren, in juni en juli door Amerika. Die concerten zijn gecanceld door corona. Bob Dylan laatste concert was op 8 december 2019. Hij zit inmiddels negen maanden thuis. De laatste keer dat hij zo lang thuis zat, is ruim dertig jaar geleden. Tussen 7 augustus 1986 en 4 juli 1987 gaf Bob Dylan geen concerten.

Met dank aan een e-mail van Rob van een aantal weken geleden ben ik me gaan afvragen wat Dylan doet in de maanden dat hij gedwongen thuiszit. Mijn eerste gedachte was misschien een vreemde: na het succes van Rough And Rowdy Ways is hij bezig geweest met het schrijven van nieuwe songs zodat er eind dit kalenderjaar nog een nieuw Dylan-albums in de winkel ligt. Wishful thinking, vrees ik.

Ik kan me voorstellen dat hij de tijd gebruikt om te werken aan zijn beeldende kunst. Ik stel me voor dat hij deze maanden dagelijks in zijn atelier is om te schilderen of te beeldhouwen. Misschien werkt hij wel aan Chronicles, volume 2

Een andere mogelijkheid die in de afgelopen tijd een aantal malen door mijn kop is geschoten is deze: het thuiszitten, het niks doen bevalt hem zo goed, dat hij nooit meer - ook niet wanneer het weer kan - zal touren. Ik hoop dat ik het fout heb. De concerten van december vorig jaar laten horen dat Dylan nog steeds schitterende concerten kan geven.

Ik zat er naast. Dylan deed / doet andere dingen.

Gisteren kwam het bericht naar buiten dat Dylan nog één maal een aflevering van Theme Time Radio Hour heeft gemaakt (of gaat maken). Dat is een mogelijkheid waaraan ik nog niet had gedacht. En dat terwijl het eigenlijk heel logisch is om juist het maken van die oude radioshow weer op te pakken. 

Tussen mei 2006 en april 2009 werden er 100 afleveringen van Theme Time Radio Hour uitgezonden. In februari 2015 werd nog één aflevering uitgezonden op de Duitse zender Radio Eins. Het onderwerp: "Kiss". En nu is er dus de aankondiging van aflevering 102. De twee uur durende aflevering wordt, net als "Kiss", uitgezonden op Radio Eins. Het onderwerp, hoe kan het ook anders, is "Whiskey". Dylan brengt immers sinds kort Heaven's Door op de markt, zijn eigen whiskey. De uitzending is op 24 september.

Dat was het nieuws gisteren.

Vandaag kondigde Sirius XM aan vanaf 21 september niet alleen de nieuwe aflevering van Theme Time Radio Hour online te zetten, maar ook de eerste 100 afleveringen van Dylans radioshow die eerder op deze zender werden uitgezonden.

Ik kan bijna niet wachten.


Mississippi - door Jochen Markhorst

 

Mississippi 

door Jochen Markhorst 

Zoals eerder "Desolation Row" en "Where Are You Tonight?", kan "Mississippi" niet echt in één artikel worden behandeld. Te groots, te majestueus, te monumentaal. En zo'n buitengewoon meesterwerk verdient natuurlijk ook meer dan een schamel artikel. Zoals de meester zegt (niet over "Mississippi", maar over bluegrass, in het New York Times interview van juni 2020): "It's mysterious and deep rooted and you almost have to be born playing it. [...] It's harmonic and meditative, but it's out for blood."

Kortom: het is een boek geworden (verkrijgbaar via Amazon). Hier is hoofdstuk 1:    


 

I              Sexy Afro-polyritmiek 

 

"Things got contentious once in the parking lot. He tried to convince me that the song had to be "sexy, sexy and more sexy." I know about sexy, too. He reminded me of Sam Phillips, who had once said the same thing to John Prine about a song, but the circumstances were not similar." 

(David Fricke interview for Rolling Stone, 2001)) 

In de A&E Series Biography wordt in 2000 de schitterende documentaire van Peter Guralnick over Sam Phillips uitgezonden: Sam Phillips – The Man Who Invented Rock 'n' Roll. De film duurt 90 fascinerende minuten, en tegen het eind komen de zoons van Phillips, Jerry en Knox, te spreken over de bemoeienis van hun vader met John Prine. 

John Prine neemt begin 1979 een bijzonder atypische plaat op, Pink Cadillac. Na vijf albums vol alom bewonderde luisterliedjes, songs waarvoor ook Dylan zijn hoed afneemt, wil Prine met zijn zesde plaat zijn liefde voor good old rock 'n' roll belijden. Voor de eerste en enige keer in zijn carrière zijn de teksten van ondergeschikt belang. Good, honest music moest het zijn, aldus Prine in de liner notes van het album.  

Poëtischer zegt hij het in de liner notes van het onovertroffen verzamelalbum Great Days, ook al opgeschreven door David Fricke in 1993: 

"I wanted to do something noisy, something like if you had a buddy with a band and you walked into his house and you could hear 'em practicing in the basement."    

Die plaat wil hij graag opnemen in de studio van de legendarische Sun Records producer Sam Phillips in Memphis, geleid door zoons Jerry en Knox Phillips, die ook Prine's plaat zullen produceren. Tot verrukking van Prine komt pa echter ook even langs – en die bemoeit zich meteen met de productie. Vandaag staan "Saigon" en "How Lucky" op de rol. De oude Phillips kwam eigenlijk alleen maar gedag zeggen, maar hoort hoofdschuddend toe hoe Prine - in zijn oren – niets ervan bakt. Pa besluit zich te laten gelden. Eerst dondert hij zijn ongenoegen met Prine's slappe zang via de intercom vanuit de controleruimte de studio in. "En dan zette hij ook extra nagalm, de slap-back echo, op zijn stem," vertelt Prine. "Je voelde je als Mozes die door de brandende braamstruik wordt toegesproken." 

Als het dan nog steeds niet voldoet, schuift Phillips op zijn keukenstoeltje Prine's comfortzone in en snauwt, op millimeters van Prine's gezicht, met maniakaal opengesperde ogen: "And John, can you put some sex in it?"
In de documentaire doet zoon Knox, die ook wel aardig op zijn vader lijkt, het op angstaanjagende wijze na, inclusief de woest-krankzinnige blik.  

De volgende opname van "Saigon" bevredigt Sam, maar enige vraagtekens bij zijn oordeel mogen wel worden geplaatst – Prine's zang klinkt op deze definitieve opname erg afgeknepen, onnatuurlijk en weinig spontaan. De hoofdrolspeler blikt desondanks met trots en genegenheid terug, in dezelfde documentaire. "Ik was in de studio met Sam Phillips, weet je. Als Sam me had gezegd dat ik op m'n kop moest staan en dan zingen, zou ik dat ook hebben gedaan." 

 

Dat Phillips seks in "Saigon" wil horen is nog wel te volgen: 

You got everything that a girl should grow
I'm so afraid to kiss you I might lose control
You can hold me tighter but turn loose of my gun
It's a sentimental present all the way from Saigon 

 

Maar waarom Daniel Lanois vindt dat "Mississippi" "sexy, sexy and more sexy" moet klinken, is minder navolgbaar. Dylan heeft inderdaad wel een punt als hij zegt: "The circumstances were not similar." 

 


Dylans volgende verklaring, nog steeds in dezelfde alinea van dat interview met David Fricke voor Rolling Stone is echter weer ouderwets raadselachtig: 

"I tried to explain that the song had more to do with the Declaration of Independence, the Constitution and the Bill of Rights than witch doctors, and just couldn't be thought of as some kind of ideological voodoo thing." 

Pôh pôh. De Onafhankelijkheidsverklaring, de Grondwet en de eerste Tien Amendementen en daarvoor wijst Dylan ook al op een verborgen expressieve bedoeling achter de woorden (the expressive meaning behind the lyrics). Arme Daniel Lanois; dat vergt inderdaad wel enige uitleg. Het gemak waarmee Dylan complete coupletten heen en weer verschuift en hele versregels doorstreept (de derde outtake opent bijvoorbeeld met I'm standing in the shadows with an aching heart / I'm looking at the world tear itself apart) pleit ook niet erg voor de stelling dat Dylan zelf erg scherp ziet wat hij met de tekst wil verwoorden.  

Nog raadselachtiger is Dylans analyse iets eerder in het interview: 

"Lanois didn't see it. Thought it was pedestrian. Took it down the Afro-polyrhythm route — multirhythm drumming, that sort of thing. Polyrhythm has its place, but it doesn't work for knifelike lyrics trying to convey majesty and heroism." 

 

"Multi-ritmisch drumwerk" en "Afro-polyritmiek" klinkt wat al te hysterisch. Op de door Dylan afgekeurde, adembenemend mooie opnamen, de drie versies die later op The Bootleg Series Vol. 8: Tell Tale Signs: Rare and Unreleased 1989–2006 (2008) staan, is daarvan geen sprake. Lanois geeft een J.J.Cale-achtige sfeer eraan mee, inclusief meetikkende voet – veel heftiger is het niet. Het lijkt erop dat Dylan in de war is met de eveneens afgekeurde opnames van "Series Of Dreams", een song die weliswaar niet onder de noemer "majesty and heroism" valt te plaatsen, maar waarvan het arrangement inderdaad wordt volgestort met een cascade van woest, overdonderend getrommel, met "multi-ritmisch drumwerk" en "Afro-polyritmiek".   

Sexy is het wel.   


Hard Rain, een herwaardering

 Gisteren werd ik zo rond het ontbijt, met dank aan een link op Expecting Rain, geconfronteerd met het artikel "Why Hard Rain is Bob Dylan’s worst ever album" op Far Out. Aanvankelijk dacht ik nog dat ik te maken had met een cynische grap en dan nog een slechte ook, maar toen ik het artikel verder las merkte ik dat de schrijver het wel degelijk meende. Nou ben ik er helemaal voorstander van dat iedereen zijn eigen mening mag hebben en zo. Dat je over smaak niet kunt twisten en nog meer van dat soort open deuren help ik graag intrappen, maar in dit geval trap ik even niks in. Ik twijfel ernstig aan het gezonde verstand van de schrijver van bovengenoemd artikel. De man (of vrouw) moet wel haast doof zijn, of niet bij zinnen om dit soort onzin de wereld in te slingeren. 

Wat schiet de wereld op met een reactie op dat stuk waarbij ik steeds weer in nieuwe bewoordingen ter berde brengt dat de schrijver van het artikel een oeleflapper is? Niks. Beter is het, zo denk ik, duidelijk te maken waarom Hard Rain wel de moeite van het beluisteren waard is.

Het is tijd om het schuim van de lippen te vegen en een lans voor Hard Rain te breken.


Ik zie mezelf nog de trap af stuiteren. Vijftien jaar oud, één brok hormonen, de openingsklanken van "Maggie's Farm" voor me uit fluitend. Een paar weken daarvoor kocht ik Hard Rain, mijn tweede Dylan-plaat. Terwijl mijn generatiegenoten luisterden naar U2, The Cure, Madonna en Prince, sloot ik me in mijn puberkamer op met Jimi Hendrix, The Doors en sinds kort ook Bob Dylan.

Acht gulden betaalde ik voor een grijsgedraaid exemplaar van Hard Rain. Weken heeft er niks anders op mijn draaitafel gelegen. De pick up-naald moest zich door veel vuil ploegen om de muziek prijs te kunnen geven. Dat verstofte exemplaar is inmiddels vervangen door een schone schijf. Toch hoor ik nog steeds als ik Hard Rain draai dat knapperende haardvuur op de achtergrond. 

Hard Rain luisteren begint bij de hoes, bij die zwartomrande ogen die je vanaf de voorzijde aankijken. Die ogen staren mij nu ruim dertig jaar aan en nog steeds kan ik er niet één, maar een veelvoud aan emoties in zien. Hard Rain is het album van een man die op zijn tandvlees loopt en dat is op die hoes al te zien.

Wie de naald op de plaat laat zakken hoort als eerste die zoekende noten aan het begin van Hard Rain. Ik hoor in de muziek op dit album een man die zoekt, die in die zoektocht zichzelf kwijt raakt en opnieuw opstaat. Zoiets. Hard Rain is een reis naar dat glorieuze moment, de tien minuten durende herrijzenis van de vogel feniks die Dylan is. Naar "Idiot Wind".

Dacht je dat Bob Dylan in 1966 tijdens zijn tour met The Band hard speelde? Vergeet het, luister maar naar deze "Idiot Wind".

Dat is het eind, terug naar het begin. 

"Maggie's Farm": het rammelt, het schudt. Muziektechnisch klopt er geen reet van en toch werkt het. Dat is Dylan: met chaos schoonheid creëren. Of energie. laten we wel wezen, Hard Rain is één brok testosteron. Energie. ik kan niet stilzitten als ik dit hoor. Vingers tikken mee op tafel. De strot haalt af en toe uit, brult mee.

Hoeveel gitaren jengelen hier door elkaar? Ze jengelen echt, maar het werkt. ik zei het al: chaos, en dat dan tot schoonheid kneden. En dan is er nog Dylans stem, een stem die op breken staat, zo lijkt het, maar tegelijkertijd krachtiger wordt.

"One Too Many Mornings" en dan het moment waarop je je realiseert dat je een viool hoort. Kippenvel, iedere keer weer. 

"One Too Many Mornings", de song die op Times zo bedachtzaam, zo kalm klinkt, knalt je hier tegemoet om je te raken, ergens achter de ogen. Luister naar hoe Dylan het derde couplet zingt, dat begint met: 

It’s a restless hungry feeling

That don’t mean no one no good

En dan is het even stil, maar tijd om op adem te komen krijgt de luisteraar niet. "Stuck Inside Of Mobile With The Memphis Blues Again" begint redelijk rustig, bijna tam in vergelijk tot de rest van de songs. Maar bij het eerste refrein komt daar al verandering in. Uithalen, de stem als instrument. Woorden zijn slechts woorden tenzij je die woorden met klank, met adem, met lengte, met volume meer dan één betekenis geeft. Dan zijn woorden ineens werelden. "Mobile" is een woorden-wereld, een nieuwe planeet. 

Het basloopje zo ergens rond drieënhalve minuut...

Hoeveel muzikanten knippen uit de concertopnamen het gepiel op een gitaar tussendoor terwijl het publiek verzoeknummers richting podium roept? Dylan niet. Dat gepingel, dat roepen om "Lay, Lady, Lay", dat is Hard Rain. Het hoort er allemaal bij. Perfectie bestaat niet, goddank.

"Oh Sister", weer die viool. De song blijft aanvankelijk redelijk dicht bij de studio-versie. Een uitzondering op Hard Rain. Al die andere songs worden opengescheurd en opnieuw uitgevonden op dit album, "Oh Sister" niet, of minder. Het vormt daardoor een rustpunt op dit album.

En dan toch "Lay, Lady, Lay", het nummer waar men om riep. Niks is er over van de nette country-versie van Nashville Skyline. Deze "Lay, Lady, Lay" is geil. Het druipt er af, niet alleen van de woorden die nooit eerder in deze song klonken, maar vooral in hoe die gezongen wordt. 

Stay, lady, staaaaaaaaay

stay with your man awhiiiiiiiiiiiile

En na een laatste uithaal is het tijd om de plaat om te draaien.

Kant 2 begint, net als kant 1, met gerommel. Dylan heeft de witte gitaar genaamd Rimbaud omgehangen en speelt slide. Magistrale vocalen. Luister naar hoe Dylan zingt, luister naar:

Try imagining a place where it’s always safe and warm

Het ritme van de woorden sleept de muziek voort. Het dendert, knettert. Dylan zingt hoorbaar op de toppen van zijn kunnen, Als hij nog iets meer geeft, breekt zijn stem.

En dan volgt, na wederom een korte stilte, "You're A Big Girl Now". De muziek is klein, soms nauwelijks aanwezig. Daaroverheen knalt die machtige stem. Pijn, verdriet, spijt. De wonden zijn vers, je hoort het. De song, nog jong - het verscheen voor het eerst op Blood On The Tracks (1975) - is volledig aan gort gescheurd en uit de restanten verrijst een nieuwe song.

Het spel tussen Rivera's viool en Dylans stem intrigeert, iedere keer weer. De song laat de luisteraar, deze luisteraar als een emotioneel wrak achter. 

Een tweede song van Nashville Skyline: "I Threw It All Away". Eigenlijk is dat een onzinnige opmerking. Wat ik op Hard Rain hoor heeft helemaal niks meer met Nashville Skyline te maken. Een slepende versie, een versie die mij lief is. Maar ook een versie die een brug is tussen "Big Girl" en "Idiot Wind". 

En dan scheurt niet de song, maar de wereld open, "Idiot Wind". Dit is de woede, de pijn, de ontluistering van een gebroken man. Deze man staat naakt, schaamteloos geeft hij zichzelf bloot. Dit beluister je niet voor je plezier, dit luister je om je mens te voelen. Medemens. Dit is het muzikale equivalent van lijden, van ten onder gaan. Dit zijn de krassen op de ziel. 

Dit is de pijn die nodig is om beter te worden.

What’s good is bad, what’s bad is good, you’ll find out when you reach the top

You’re on the bottom

Dit is ten onder gaan en weer opstaan. 

Woede. Luister naar de regel over hoe de ik niet langer haar boeken kan aanraken. Pijnlijk om te horen. En toch moet ik het horen, keer op keer.

Op keer. 

En als het dan stil wordt in de kamer, als de naald wappert door de uitloopgroef van de plaat blijf ik verslagen achter. Hard Rain is geen triomf. De emoties knallen door mijn lijf. Woede, pijn, verdriet. Hard Rain is geen plaat om eens "lekker" voor te gaan zitten met een glaasje wijn en een blokje kaas. Het is een plaat die de luisteraar door elkaar rammelt. Het is muziek die laat horen wat het is om mens te zijn, inclusief alle scherpe randjes en oneffenheden. Hard Rain beluisteren is confronterend en hard werken, maar wie de investering doet, zal beloond worden met misschien wel het beste live-album ooit.


~ * ~ * ~


Hard Rain is niet alleen een album, maar ook een film. Soms lees je dat het album de soundtrack is van die film, maar dat is niet accuraat. Hoewel de muziek in de film en op de plaat deels overlappen, zijn er ook vele verschillen. Het gaat mij in dit stuk niet om de film, maar om de plaat. En toch kan ik niet om de film heen.

Wanneer het precies geweest is, weet ik niet meer, maar lang na het horen van de elpee Hard Rain zag ik voor het eerst de gelijknamige film. Misschien wel 10, 15 jaar later. Ineens was er beeld bij de muziek die ik koesterde. Ik schrok van de blik in Dylans ogen. En tegelijkertijd herkende ik die blik als passend bij de muziek die mij zo dierbaar is. Ergens in de begindagen van deze blog probeerde ik die blik te vangen door een still uit die film te vangen. Die door mij gemaakte foto van Dylan uit Hard Rain plaatste ik op deze blog, permanent ergens bovenaan. Daar heeft 'ie jaren gestaan.

Een aantal jaar geleden heb ik die foto van de blog gehaald, maar verdwenen is 'ie nooit. Regelmatig kom ik die foto op internet tegen.[1] Blijkbaar ben ik niet de enige die in deze still de muziek van Hard Rain in het algemeen en "Idiot Wind" in het bijzonder herken.


Ik ben geen vijftien meer, maar Hard Rain beluister ik nog steeds met overgave. Wanneer ik de plaat nu draai, krijg ik de beelden uit de gelijknamige film voor ogen. Vooral die ene blik.

Ik voel die blik.

Wanneer ik Hard Rain nu draai zie ik mijn puberale zelf de trap af stuiteren, een brok hormonen en geldingsdrang. Klaar om de wereld op haar knieën te dwingen. 

Ik moet er nu vooral om lachen. Om mezelf. Om het "mannetje" dat ik was. Ik ben niet meer wie ik was. Er zijn meer dan dertig jaar verstreken. Jaren waarin meer dan één Tom de bovenhand had. En al die tijd, tijdens al die verschillende fasen in mijn leven is Hard Rain bij mij geweest.

Als ik even de weg kwijt ben, draai ik Hard Rain. Het album laat me zien wat het is om mens te zijn. 




[1] Inmiddels staat die foto ook weer op de blog, rechts.

Dylan vinden waar hij niet of nauwelijks is #188

 In het boek Knitted Icons staat het patroon om Bob Dylan te breien (jawel...) Het idee om een Dylan-poppetje te breien is al wat vreemd, wat er verder in dit boekje staat is nog bevreemdender. Zo wordt er gesuggereerd dat Bob Dylan ooit gezegd heeft: "I'm the spokesman of a generation" en is hij volgens de schrijvers van Knitted Icons geboren op 19 januari 1946. Ergens zit een steekje los...



Dylan vinden waar hij niet of nauwelijks is #187

 

Dylan in een boek over Inca's, Dit komt uit het hoofdstuk over het Quechua in Atahuallpa's vergissing door Wim Kamerbeek. [met dank aan Frans]

Dylan kort #3657

Base Design & Bob Dylan Center, net online, zie hier. [met dank aan Jan]

de Volkskrant 11 september [met dank aan Hans]:


(Soms denk ik dat ik de enige ben die de cd vol Dylan-covers van Bettye Lavette niet te pruimen vind...)

Dagblad van het Noorden 11 september [met dank aan Hans]:


Bob Dylan dubbelganger vinden in Afghanistan: het programma Afghanistan: The Wounded Land, aflevering 2 "Jihad" (8 september NPO 2) vanaf 24:10, kijk hier. [met dank aan Hans]
de Volkskrant 12 september [met dank aan Hans en Herman]:

"Mijn eigen vertolking van jou" door Rob Velthuis, zie hier. [met dank aan Rob]
Neil Youngs nieuwste bevat een cover van "The Times They Are A-Changin'", zie hier. [met dank aan Peter]

de Volkskrant 11 september


 [met dank aan Herman, Hans en Rob]

Met Bob Dylan naar Santiago - door Peter van der Doef

Een half jaar na zijn pensionering liep Peter van der Doef in 2015 de Camino Francés. Het was het begin van een nieuwe levensfase, een rite de passage, die hem deed denken aan de overgang van de puberteit naar de jongvolwassenheid. Waar hij toen aan begon eindigde nu met zijn pensioen: een werkzaam leven, waarin zaken die hij voordien naar de achtergrond waren verdwenen en die nu weer meer op de voorgrond traden.

In mijn jeugd speelde muziek een belangrijke rol. Ik ben geboren in 1949. In de jaren vijftig luisterden we op een transistor radio naar Radio Luxembourg. Daar was muziek te horen van muzikale helden als Paul Anka, Conny Francis, Elvis Presley, Cliff Richard en The Everly Brothers. Deze muziek werd ook gedraaid in het zwembad, onze vaste stek waar wij onder een luidspreker de wondere wereld van de popmuziek in ons opnamen. Als wij dan later deze muziek nabootsten op het speelterrein van de straat waar we woonden, voelden we een diepe verwantschap met de muziekgoden die we vereerden. Deze verering ging diep, misschien wel dieper dan de godsverering die gepropageerd werd door de Rooms-Katholieke kerk waarbinnen wij opgroeiden.


Op de middelbare school ontdekte ik andere muziekvormen als jazz, blues en klassieke muziek. De popmuziek bleek toen evenwel een grote verrassing in petto te hebben in de persoon van Bob Dylan, die ik in de derde klas bij een vriendje ontdekte en die sindsdien mijn idool is gebleven. Ik besloot zijn muziek te gaan naspelen en kocht van het geld dat ik verdiende met een krantenwijk een gitaar en mondharmonica. In Dylan herkende ik veel en ervoer bij hem tevens zoveel nieuwe ervaringen dat ik daarmee mijn hele leven bezig ben geweest. Hij maakte mij bewust van dwingende patronen die het leven van jonge mensen kunnen bepalen en waaraan ze zich moeilijk kunnen ontworstelen. ’I was so much older then, I’m younger than that now’, zingt hij bijvoorbeeld in het lied My back pages. Door Dylan kon ik oude veren afschudden en als een feniks met hernieuwde energie door het leven gaan.

In mijn werkzame leven verdween de belangstelling voor en deelname aan muziek meer naar de achtergrond. In de loop van mijn carrière hernieuwde deze belangstelling zich echter weer en werden zaadjes ingeplant voor een verdere muzikale en spirituele ontwikkeling. Op jubilea van collega’s en vieringen van vrienden en familieleden zong ik regelmatig zelf geschreven feestliedjes op de wijs van een lied van Dylan, meestal Blowin’ in the wind. Op de camino trad, tot mijn verrassing, muziek nog meer op de voorgrond.

 

Muziek op de Camino

Op de camino had ik geen gitaar meegenomen, zoals ik vroeger wel had gedaan op mijn liftvakantie naar Ibiza aan het begin van mijn studententijd. Hoogtepunt toen was het zingen van het lied The house of the rising sun, op een romantisch-nachtelijke bootreis naar Noord-Afrika. De volgende ochtend kreeg ik veel ontroerende en positieve reacties. Ik voelde me toen een jonge hobo die in de voetsporen van Dylan trad. Ook op de camino had ik het gevoel in de voetsporen te treden van Dylan en beleefde ik een nieuw muzikaal hoogtepunt door het schrijven van de Song to Santiago op de melodie weer van Blowin’ in the wind.

In een albergue zag ik op een avond een gitaar liggen en begon daar op te spelen. Ik kende enkele liedjes van Dylan nog een beetje uit mijn hoofd. Het zingen van Dylan-liedjes sloeg aan bij mijn mede-caminogangers en het idee ontstond om een camino-lied te maken. Dit lied zong ik voor de eerste keer ongeveer halverwege de camino in de albergue van Mansilla de las Mulas. Zoals te zien is op de You Tube-video (zoekterm ‘Song to Santiago Rambling Pete’) ontstond door het zingen een speciale sfeer, een soort verbroedering. Het lied maakte dat ik mij definitief toegelaten voelde tot de camino-gemeenschap die zich al vanaf dag 1 van het lopen van de camino was gaan vormen onder deelnemers die elkaar onderweg steeds weer tegenkwamen.

 

SONG TO SANTIAGO

 

How many steps are needed to reach

The city of Santiago?

How many friends will support us and teach

On our way to Santiago?

How many blessings are given to each

On our way to Santiago?

 

The answer my friend is blowin’ in the wind

The answer is blowin’ in the wind.

 

How many churches are we passing by

On our way to Santiago?

How many birds hear we singing in the sky

On our way to Santiago?

How many tears are we gonna cry

On our way to Santiago?

 

How many times are we reaching a goal

On our way to Santiago?

How many times are we stepping in a hole

On our way to Santiago?

How many times are we saving our soul

On our way to Santiago?

 

Op de camino was overal muziek te horen. Vogels zongen in de lucht, water maakte in kleine beekjes langs de weg murmelende geluiden, als je onderweg een café binnen stapte werd je door radiomuziek begroet en klonken de gesprekken tussen de mensen je als muziek in de oren na de lange periode van stilte die je tijdens het wandelen had ervaren. Eén dag lang werd ik ondergedompeld in gestaag neervallende, kletterende, ruisende regen en werden mijn stappen begeleid door heftige donderslagen. Dankzij mijn uitstekende regenkleding bleef ik droog en kon ik intens genieten van de sublieme natuurgeluiden om me heen.


Op andere tijden waren het weer cultuurgeluiden die op me inwerkten. ’s Ochtends werd ons ontwaken in de albergue begeleid door zacht klinkende, aangename religieuze muziek, die lichtjes door de gangen leek te zweven. Buiten als we weer op weg gingen werden we uitgeluid door kerkklokken en dezelfde kerkklokken verwelkomden ons weer op een andere plaats als we daar aankwamen. In de albergue van Carrion de los Condes werd ik bij aankomst verrast door de hartverwarmende zang van Augustijner nonnen. ‘s Avonds werd ook weer met zangbegeleiding een groepsritueel uitgevoerd dat ons camino-groepsgevoel aanmerkelijk versterkte. In het klooster van Samos heb ik genoten van prachtige Gregoriaanse muziek die de kerk vulde en mijn hart vol maakte. Weer heel anders waren de sprookjesachtige klanken die mij een keer tegemoet kwamen in de bossen onderweg en die afkomstig waren van de accordeon van een jongeman wiens liefje de caminogangers koffie en zoetigheden voorschotelde. Ook herinner ik me levendig het concert van klassieke muziek op het plein voor de kathedraal van Santiago, waar ik aan het einde van de camino naar luisterde met mijn vrouw die naar Santiago was overgekomen om me te begroeten. Samen ervoeren we een bijzondere verbintenis met alle andere mensen op dat plein die naar deze muziek luisterden.

 

Tao en Dylan

De camino heeft een Rooms-Katholieke oorsprong, maar ik heb hem gelopen als een taoïst en navolger van Dylan. Mijn Rooms-Katholieke opvoeding heb ik in de loop van mijn leven ingeruild voor een taoïstisch wereldbeeld. Eén van mijn frustraties over mijn Rooms-Katholieke opvoeding was de negatieve houding van de kerk ten aanzien van seksualiteit. Het taoïsme heeft juist seksualiteit als grondslag en biedt talrijke oefeningen om seksuele kracht bij mensen te ontwikkelen. Het taoïsme heeft drie schatten ofwel juwelen: het cultiveren van seksuele kracht (jing), het ontwikkelen van bewustzijn van emoties en de balans daartussen (chi) met als hoofddoel het mediteren in en over stilte (shen).

De camino heb ik niet zozeer gelopen in de voetsporen van Christus of Jacobus, maar in de voetsporen van mijn jeugdidool Bob Dylan. Reeds in mijn jonge jaren hadden pophelden een soort van goddelijke status. Ik heb vaak aan de beide heiligen uit de Rooms-Katholieke kerk gedacht. Ik weet ook zeker dat de heilige Jacobus mij hielp toen ik in de winter na de camino door het ijs was gezakt (in ondiep water gelukkig) en hulp nodig had om mijn schaatsen los te maken. Ik kwam toen twee vriendinnen tegen van vroeger die mij deze hulp acuut hebben geboden. Christus was altijd aanwezig in de kerken onderweg, waar ik als een taoïst oefeningen deed om mijn lichaam en geest te versterken.

Christus en Jacobus wilde ik best volgen, maar in gedachten was ik vaker bij Dylan. Past Dylan echter wel in een rijtje heiligen, is het geen heiligschennis om Dylan kwaliteiten toe te kennen van een heilige? Op deze vraag gaf later, toen ik al weer was teruggekeerd van de camino, de benedictijnse monnik Thomas Quartier een antwoord door Dylan in een lezing af te schilderen als een Saint Outlaw. Een heilige zwerver, die de zekerheden van talloze thuisblijvers op de proef stelt. Voor de camino, zo bezien, een waardig voorbeeld dat navolging verdient en als Jesus en Jacobus daar dan nog een handje bij helpen, is dat mooi meegenomen. De camino veranderde wel het beeld dat ik van Dylan had. Vóór de camino was Dylan voor mij een lonesome hobo die rondtrekt door America. Na de camino werd Dylan een spirituele figuur, een Saint Outlaw, vergelijkbaar met spirituele leiders als Augustinus of de Paulus.


I DREAMED I SAW ST. AUGUSTINE by Bob Dylan


I dreamed I saw St. Augustine

Alive as you or me

Tearing through these quarters

In the utmost misery

With a blanket underneath his arm

And a coat of solid gold

Searching for the very souls

Whom already have been sold


Arise, arise, he cried so loud

In a voice without restraint

Come out, ye gifted kings and queens

And hear my sad complaint

No martyr is among ye now

Whom you can call your own

So go on your way accordingly

But know you're not alone


I dreamed I saw St. Augustine

Alive with fiery breath

And I dreamed I was amongst the ones

That put him out to death

Oh, I awoke in anger

So alone and terrified

I put my fingers against the glass

And bowed my head and cried


Ruimte tussen geluiden

Stilte is belangrijk in het taoïsme en speelt ook een belangrijke rol in de muziek van Dylan. Op de hoes van Blood on the Tracks (1975) schrijft Pete Hamill dat het echte wonder van de muziek van Bob Dylan gelegen is in de ruimtes die hij open laat en die we zelf kunnen invullen tijdens het luisteren naar deze muziek.

Stilte kan worden gezien als de ruimte tussen geluiden. Ik hoorde stilte in kerkklokken, in barmuziek, in gesprekken, in kloostergezang. Overdag tijdens het wandelen was er relatief veel stilte, de avonden in de albergues was er relatief weinig stilte, zo weinig dat je weer verlangde naar de stilte overdag tijdens de wandeling. Taoïsten zien de mens als een schakel tussen hemel en aarde. De hemel als inspiratiebron is verbonden met het hoofd, de aarde als voedingsbron is verbonden met de buik en de seksuele organen. Het hart ligt tussen hoofd en buik. De camino opende mijn hart.


Artikel verschenen in Jacobsstaf 121, Nederlands Genootschap van Sint Jacob, maart 2019.

Dylan kort #3656

De nieuwste nieuwe Bob Dylan, zie hier.

Gerbrand Bakker - Jasper en zijn knecht [met dank aan Alja]:



De dingen zijn veranderd [met dank aan Alja], zie hier.

"Jarenlang zaten we op scherp als in Stockholm de winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur bekend werd gemaakt, vurig hopend dat zo'n Zweedse juryvoorzitter zou struikelen over de naam 'Arnon Grunberg', 'A.F.Th. van der Heijden' of, vooruit, 'Cees Nooteboom', maar steeds werd het toch weer een Rus of een Pool of Bob Dylan." (Wilma de Rek in de Volkskrant van 29 augustus) [met dank aan Hans]

Nu Bob Dylan de Nobelprijs al op zak heeft, doemt bij mij de vraag op welke schrijver de prijs moet krijgen volgens Dylan-liefhebbers. Mijn voorkeur staat wel vast: dit jaar Lawrence Ferlinghetti en dan volgend jaar Jeroen Brouwers. Ik ben wel nieuwsgierig voor welke schrijvers andere Dylan-liefhebbers kiezen. Laat het weten, dat mag in de reacties bij dit bericht of via e-mail (dan zet ik je mail bij de reacties).

18 september een Dylan-tribute in Hengelo (OV), zie hier. [met dank aan Simon]

cover: Hugo Franks zingt "I'll Be Your Baby Tonight", luister hier. (voor de liefhebbers ;-))

Muzikale opvoeding (10), zie hier.

Boek: in "aantekening #7552" had ik het over een boek vol Dylan. Het gaat om dit boek:


bladzijde 43: "Vreemd, hij was niet in de werkkamer en ook de woonkamer was leeg. Er lagen alleen een paar cd's op het televisietafeltje. Die moest Rauli hebben gepakt. Allemaal van Bob Dylan. Uitgerekend Dylan, dacht Beck. Hij haatte die ouwe zak met zijn neuzelende zenuwenliedjes."
Aardig boek, Becks laatste zomer. Een boek waarin de muziek van Bob Dylan niet alleen gehaat wordt door hoofdpersoon Beck, maar waarin de hoofdstukken een Dylan-song als titel hebben en de man zelf nog even voorbij komt. 


Dylan vinden waar hij niet of nauwelijks is #186

 



In de e-mail behorende bij bovenstaande afbeeldingen schrijft Jan Jaap onder andere:

Op de foto originele tekst van Frank Boeijen. Het nummer "Zimmerman".
Op de onderste een Collage gemaakt door Boudewijn de Groot.
Ik heb ooit beiden gekocht op een veiling voor War Child een aantal jaren geleden.

[met dank aan Jan Jaap]


Dylan / Milton Glaser vinden waar hij niet of nauwelijks is #185

 


[met dank aan Hans]

Dylan vinden waar hij niet of nauwelijks is #184

 


[met dank aan Mark]

Dylan vinden waar hij niet of nauwelijks is #183

 


[met dank aan Frans]

lome zondagmiddag

"Hé, met mij. Alles oké?"

"Mag niet mopperen. Met jou?"

"Hetzelfde. Zeg, waarvoor ik bel."

"Ja...?"

"Ik heb de manier gevonden om zo'n lome zondagmiddag door te komen."

"Nou?"

"'Murder Most Foul' draaien terwijl je gedachteloos op de bank hangt."

"Je doet net of je iets revolutionairs hebt bedacht terwijl je niets meer doet dan een open deur intrappen."

"Jij deed dat al?"

"Al weken. Bijna iedere zondag."

"En waarom heb je mij die tip dan niet gegeven?"

"Ik dacht niet dat je dat nodig had."

"Oh."

"Ben je toch dommer dan wij beiden dachten..."

"..."

"Hallo?"

"...."

"Ben je nou boos?"

"Nee, ik denk na."

"Over wat ik net zei?"

"Ja."

"Dat was toch een geintje."

"Misschien, maar mogelijk heb je toch gelijk."

Dylan vinden waar hij niet of nauwelijks is #182

 


De Standaard, 5 september [met dank aan Jan]

aantekening #7552

 Uit het pak met ruim honderd cd's pik ik er eentje uit omdat de hoes mij aanspreekt. Het is een cd van Jessica's Brother, een bandje waar ik nog nooit van gehoord heb. Ik draai de cd om om naar de tracklist te kijken. Mijn oog valt gelijk op de vierde track. Dat nummer heet "Dylan".

Het zal toch niet?



~ * ~ * ~

Op de voorzijde van het boek zit een sticker en die sticker vertelt mij dat er al 100.000 exemplaren van het boek verkocht zijn. Het verscheen in juli 2018. Vorige week kreeg ik via What's App een foto waarop dit boek te zien is en daaronder de tekst: "moet je lezen, zit vol Dylan. Ieder hoofdstuk is vernoemt naar een Dylan-song." Ik heb geluisterd. Ik heb het boek gekocht en ik lees. Ik ben over de helft. Het zit vol Dylan. Ik wil de naam van de schrijver of de titel nog niet verklappen. Dat doe ik als ik het uit heb.

~ * ~ * ~

In juni 1985 noemde Hitkrant na aanleiding van toen net verschenen album Empire Burlesque Bob Dylan "fris en verjongd". Diezelfde maand noemde VARA Gids hem een van "de oudjes in de popmuziek". Bob Dylan was op dat moment 44 jaar.

Dylan vinden waar hij niet of nauwelijks is #181

 




Foto's van 2 verschillende artikelen in Platenblad 252 van juli / augustus 2020. De eerste is een artikel van Roland Verschave over Johnny Lejeune van de  Blues Corporation. Het tweede artikel is van Marcel Koopman en gaat over het platenlabel Regal Zonophone.
[met dank aan John]

Aanvulling: zelfde editie van Platenblad, artikel over de favoriete John Prine-albums  van lezers:


[wederom met dank aan John]


Dylan vinden waar hij niet of nauwelijks is #180

 




Een strandtent bij Katwijk aan Zee. [met dank aan Ed]

Shelter From The Storm

 Een dag of vijf geleden draaide ik tijdens een autorit een album met enkele covers van Dylan-songs. Niet iets wat ik regelmatig doe. Wie mij kent weet dat covers niet mijn ding zijn. Ik ben van het slag Nobody sings Dylan like Dylan. Ook de covers op dit album maakten geen indruk. Geen uitzonderingen. Het horen van de covers deed mij vooral verlangen naar de versies van Bob Dylan zelf. En zoals het dan vaak gaat, speelt ergens in mijn achterhoofd Dylans versie van de gehoorde song dwars door de coverversie heen.

Ik vond mezelf ergens tussen de landerijen, de lodderige ogen van de koeien aan de kant van de weg op mij gericht. "Shelter From The Storm", een song die ik al honderden keren gehoord moet hebben, kwam ineens echt binnen. Ik drukte de autoradio uit zodat de coverversie niet langer stoorde bij het overvallen worden door de schoonheid van Dylans song.

De overval was heftig. Ik heb "Shelter From The Storm" altijd begrepen, sterk gevonden, maar dit keer ging het dieper. Het was haast alsof het mij lukte om in de song te kruipen.

Klinkt dit allemaal nog een beetje logisch? Ik geef toe, het klinkt allemaal wat vreemd. Het was dan ook een rare gewaarwording. Nu ik het achteraf probeer op te schrijven, kan ik me zelf nauwelijks voorstellen dat het zo is gegaan.

Maar zo ging het wel. Ik zat in de song die in mijn hoofd speelde. Ik zag de "creature void of form", ik wist hoe het voelt de schuilplaats aangeboden te krijgen. 

Ik kon die avond maar moeilijk de slaap vatten. Die stem spookte door mijn hoofd. Dylans stem. Ik heb het nooit begrepen wanneer er iets onaardigs over die stem werd gezegd. Het is een stem waar een mens achter schuil gaat. Een stem die niet is afgevlakt door zangopleiding of verwachtingspatroon. Een stem van een persoon. Ee grandioze stem.

Drie dagen later had ik Blood On The Tracks nog niet uit de kast gepakt om "Shelter From The Storm" te beluisteren. Ik kon het niet. Het hoefde ook niet. De song speelde in mijn hoofd. Soms zakte het even weg, maar altijd kwam het weer terug. Die ene song.

De vierde dag, vandaag lukte het mij om wel te luisteren. Niet over de boxen, maar via de intimiteit van de koptelefoon. Afgesloten van het gegiechel van de buurvrouw in haar achtertuin en de blaffende hond op straat. Twee keer draaide ik de song, ogen gesloten. Dat deed ik niet bewust, dat gebeurde. Ook dat is afsluiten, niet gestoord kunnen worden door de beelden om me heen.

Ik snap de song nu beter dan ooit. Niet dat ik "Shelter From The Storm" voorheen niet begreep. Het is meer alsof ik een stuk doorzichtig plastic van de song heb getrokken. Dat ik de song net iets helderder zie. 

Ik twijfel of ik helder ben, of ik dit moet opschrijven. 

Aan de andere kant: waarom zou ik het verbergen?

Terwijl ik daar stond, ogen gesloten, koptelefoon op mijn oren, Bob Dylans stem die in mijn kop kroop, gitaar, bas, was het alsof iemand met zijn vingers drukte op de plek in mijn hersens waar de emoties worden aangestuurd. Pijn, verdriet, ontroering, liefde, het gierde allemaal door mijn lijf. Ik hoorde het niet alleen, ik onderging het.

Hoeveel kan een mens hebben? Waar ligt de grens? 

Voor vandaag is het genoeg. Ik stop de cd-speler, haal de cd uit de lade en ruim deze op. Ik rol het snoer van de koptelefoon op en hang het ding aan de haak waar hij hangt op de momenten dat ik 'm niet nodig heb. Ik doe de cd-speler en versterker uit.

Ik doe vandaag niks meer.

Oké, bijna niks. Ik denk aan de regels die door mijn geheugen aan mij opgedrongen worden. Zoals die ene regel. Die regel die zo pijnlijk waar blijkt te zijn:

Beauty walks a razor’s edge

Ben ik een freak? Zo vraag ik me soms af. Ben ik de enige die tijdens het luisteren de muziek instapt in plaats van aan de zijlijn blijft staan? Vast niet. 

En toch zie ik niet vaak mensen die hun auto aan de kant van de weg moeten zetten simpelweg omdat ze door de muziek zo door emoties overmand zijn dat ze niet verder kunnen. Het overkomt mij, soms. Ik zie niet vaak mensen die tijdens het luisteren naar muziek ieder contact met de buitenwereld kwijtraken, niet meer aanspreekbaar zijn, omdat ze opgaan in de muziek. Het overkomt mij, regelmatig.

Ben ik de uitzondering, of weten anderen het goed voor mij te verbergen? Ik weet het niet. Het maakt eigenlijk ook niet uit wat het antwoord is. Het is wat het is. Dylan raakt mij. Ik kan alleen maar voor anderen hopen dat hen hetzelfde overkomt wanneer die stem klinkt.


De Hoezen #25 - door Patrick Roefflaer

27 - Down in the Groove

Uitgebracht: 13 mei 1988

Fotograaf: Peter Carni     

Art-director: Rick Griffin

 


In juli 1987 staat Bob Dylan, begeleid door Tom Petty and the Heartbreakers voor enkele concerten geprogrammeerd op een double bill met Gratefull Dead. Omdat de Dead nogal wat nummers van Dylan covert, is die zelfs bereid om enkele songs mee te spelen als gast tijden hun optredens.

“We hielden altijd al van zijn muziek,” verklaart Jerry Garcia later, “en nog steeds. Dat was iets wat we altijd al wilden doen: Bob Dylan en The Grateful Dead. Dus toen we hem tegenkwamen [in ‘86] en we over [een gezamenlijke tournee] begonnen, zei hij oké.” 

Die tournee komt er de volgende zomer. Vooraf repeteren ze in Club Front, San Rafael, California. Dylan heeft zelfs geen gitaar meegebracht. Hij mag er één kiezen uit de collectie van Bob Weir. Bob gaat voor een roze exemplaar.  “Hij kwam langs voor een week of twee, drie,” gaat Garcia verder. “We repeteerden en probeerden wat uit. We speelden wat dingen en hadden plezier en trokken met elkaar op.”

Dylan maakt van de gelegenheid gebruik om voor twee nummers samen te werken met de tekstschrijver van de band: Robert Hunter. Wanneer hij die songs op 16 juni opneemt, komen drie leden van de groep (Jerry Garcia, Bob Weir en Brent Mydland) meezingen.

Tussen 4 en 26 juli 1987, speelt Dylan dan zes shows met Grateful Dead: eerst speelt de Dead een set van zo’n twee uur, waarna de band optreedt als backing band voor Bob.  Achteraan op het podium staat een groot olieverfschilderij van de legendarische ontwerper van posters, Rick Griffin.  Griffin heeft met zijn hoesontwerpen voor de band, grotendeels het imago van Grateful Dead bepaald.

Het geheel bestaat uit vijf multiplex panelen, elk 1,20 m op 2,40 m.

Centraal staat een stoomlocomotief, refererend aan Dylans Slow Train Coming. Aan de linkerzijde: een doodshoofd, met mondharmonica en rozen, beelden die samen verwijzen naar het imago van de begeleidingsband. Aan de andere zijde prijkt het hoofd van Dylan, ten tijde van Bringing It All Back Home, met een bliksemstaaf weerspiegeld in de glazen van zijn zonnebril. Bovenaan een groot logo "Dylan & the Dead". Het geheel wordt omgeven door stralen die uit de centrale scène komen. 

Griffin had eerder al een ontwerp gemaakt voor Dylans vorige elpee, Knocked Out Loaded, maar dat werd uiteindelijk niet gebruikt.

Ook dit keer krijgt hij, via Dylans management de opdracht om een ontwerp te maken voor de hoes. De wat vage omschrijving is een “psychedelisch ontwerp”.  Dat zou een kolfje naar de hand moeten zijn voor de man die beroemd is geworden door zijn legendarische posters in de San Francisco scene van de jaren zestig.

 

De kunstenaar is echter inmiddels geëvolueerd en komt met een heel ander ontwerp: een acrylschilderij van een ruiter in een canyon, met een vrouwenfiguur zichtbaar in de wolken (in de sfeer van Griffins bekende poster ‘Pacific Vibrations’). Opvallend is dat de man achterstevoren op zijn paard zit. Griffin verwijst hiermee naar de heyokha, een figuur uit de cultuur van de Lakota Indianen. De heyoka is een tegendraadse nar en satiricus. Om de duistere krachten af te wenden, spreekt hij achterstevoren en beweegt op een tegengestelde manier dan de mensen om hen heen.

 

De platenmaatschappij vreest echter dat de afbeelding zonder duiding onbegrijpelijk zal zijn en de  samenwerking met Griffrin wordt stopgezet. Het oorspronkelijke schilderij gaat verloren in een brand, maar een aantal schetsen en voorstudies zijn bewaard gebleven.

 

In plaats daarvan wordt gekozen voor een meer conventionele foto. Peter Carni, een commercieel fotograaf uit Playa del Rey, is aanwezig wanneer Dave Stewart van Eurythmics een video clipje draait voor ‘Emotionally Yours’ van Empire Burlesque. De opnamen vinden plaats in oktober 1986 in een kerk in Hollywood. Carni portretteert Dylan in het halfduister. Het is haast een clichébeeld van de zanger, gezeten voor een piano, spelend op een akoestische gitaar.

 

Achterop staat nog een afbeelding van Dylan. Dit keert staat de zanger op een laag podium, ergens buiten opgesteld. Op de achtergrond is een ‘No parking’ teken zichtbaar. Het podium is opgesteld tussen een (school ?)bus en een auto. Er staat een drumkit opgesteld en er zijn vlaggen en een overhangende doek die de muzikanten moet beschermen tegen de weersomstandigheden. Vlak voor Dylans voeten hangt een doek, mogelijk met de naam van de sponsor of de gelegenheid van het optreden - dat verder onbekend blijft.


Hij is in gesprek met een vrouw die op de stoep voor hem staat. Waarschijnlijk is het een van de Queens of Rhythm - wellicht zijn vrouw Carolyn Dennis.

 

 28 - Dylan & the Dead

Uitgebracht: 6 februari 1989

Tekening: Rick Griffin

Fotograaf binnenhoes: Herb Greene

Art-director: Allen Weinberg

 


Wanneer twee jaar na de feiten alsnog een live-elpee verschijnt van de tournee van Dylan en de Grateful Dead, wordt ervoor gekozen om het olieverfschilderij van Griffin dat als achtergrond diende, weer te geven op de hoes.  Derde keer, goede keer voor de kunstenaar, zullen we maar denken.


Ook de foto op de binnenhoes, waarop Dylan staat afgebeeld omringd door zijn gelegenheidsbegeleiders, is recyclage. De foto van Herb Greene werd oorspronkelijk gebruikt voor posters van de optredens.