Een paar dagen geleden vond ik een mooie druk van de boeken Alice adventure's in wonderland en Through the looking-glass and what Alice found there van Lewis Carroll. Ik heb wel een zwak voor deze boeken, vooral voor de eerste. Ik weet niet meer hoe vaak ik deze boeken al heb gelezen, ik ben de tel kwijt, en toch blijven beide boeken me trekken. Iedere keer begin ik er weer opnieuw in. Afgelopen weekend had ik weer een goede reden om voor de zoveelste maal vooraan te beginnen, de schitterende druk uit 1946, uitgegeven door Random house.
Toen in september 2001 Dylan's "Love and theft" uitkwam, dwaalde de gedachten dan ook - bij het zien van tracklist - af naar Through the looking-glas. Het vierde hoofdstuk in dit boek heeft de titel Tweedledum and Tweedledee en begint met: They were standing under a tree, each with an arm round the other's neck, and Alice knew which was which in a moment, because one of them had "DUM" embroidered on his collar, and the other "DEE". I suppose they've each got "TWEEDLE" round at the back of the collar, " she said to herself.
Doordat het boek en de eerste song van "Love and theft" in mijn kop gelijk aan elkaar gelinkt werden, realiseerde ik me pas véél later dat Dylan niet alleen de namen heeft omgedraaid, maar ook anders spelt: Tweedle Dee & Tweedle Dum.
Natuurlijk zijn er legio voorbeelden van 'connecties' tussen songteksten van Dylan en boeken. Het zal geen moeite kosten om uit mijn hoofd een voorbeeld of tien, twintig te geven en wie de Dylanliteratuur erop naslaat, zal nog veel meer connecties vinden. Het gaat me er vandaag niet zozeer om welke 'connecties' er al dan niet zijn en de vraag of Dylan plagiaat pleegt laat ik vandaag ook even voor wat het is. Het boeit me niet.
Veel interessanter vind ik de vraag of het vinden van 'connecties' tussen songteksten van Dylan en boeken al dan niet van invloed is op het luisteren naar Dylan's muziek. En als het dan van invloed is, of dit een positieve of een negatieve invloed is.
Als voorbeeld: wanneer ik Tweedle Dee & Tweedle Dum hoor, zie ik als vanzelf bovenstaande tekening van Tenniel van Tweedledum en Tweedledee voor me. Ik ervaar dat eerder als een belemmering dan als een toevoeging tijdens het luisteren naar dit nummer. In dit geval voegt de connectie niks toe voor mij.
Maar, om nog een ander voorbeeld te noemen, tijdens het luisteren naar Desolation row ervaar ik het als een meerwaarde dat ik enig idee heb van wie T.S. Eliot en Ezra Pound zijn. Om naar Tomstone blues te kunnen luisteren, is het volgens mij essentieel dat de luisteraar (een beetje) weet wie Ma Rainy, Beethoven, Cecil B. DeMille en John the Baptist zijn.
Misschien zit in die twee woorden tussen haakjes - een beetje - wel de essentie. Een beetje kennis van komt het luistergenot vaak ten goede, geen of te veel kennis stompt het luistergenot weer af.
Als je kijkt naar met welke namen van bekende mensen Dylan in songteksten op de proppen komt, zijn het vaak namen die deel uit maken van het collectieve geheugen. Namen waar veel mensen een beetje van gehoord hebben. Denk maar aan Darwin, de eerder genoemde Beethoven, James Joyce, enz. Hetzelfde geldt eigenlijk voor verwijzingen naar of citaten uit boeken / songteksten van anderen. A streetcar named Desire, Mexico city blues, Paradise lost, Divine comedy, Dust my broom, enz. enz. zijn allemaal titels die bij een boel mensen wel een vaag belletje doen rinkelen.
Natuurlijk is het allemaal 'getheoretiseer' van de koude grond en valt er ook genoeg tegen in te brengen, maar ergens denk ik wel dat er een kern van waarheid zit in mijn veronderstelling dat Dylan veelvuldig verwijst naar namen, citaten en titels die deel uit maken van het collectieve bewustzijn.
Reageren omdat je het er totaal niet of juist wel mee eens bent? Dat kan door op 'reactie' te klikken of door een e-mail te sturen naar tom_dylan@hotmail.com.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten