Nieuwe Dylan-schrijver
Deze week kocht ik in een 'alternatieve' muziekwinkel de 4LP 'Tell tale signs' (TTS), nummer 8 van Dylans bootleg series. Ik had dit deel al, op cd. Mijn zusje was mee, en ik mocht haar uitleggen waarom de lp mooier en beter is dan de cd. Het verhaal dat de hoes altijd mooier is, vanwege de grootte. Dat de kwaliteit beter is dan de cd. Een bekend verhaal.
TTS kent een aantal schitterende liedjes en uitvoeringen. Voor mij is bijvoorbeeld 'Red River Shore' een liedje van de buitencategorie, kippenvel krijg ik ervan als ik naar dat lied luister. Iets vergelijkbaars heb ik als ik luister naar bijvoorbeeld 'Blind Willie McTell'.
Een ander lied op TTS is 'Tell Ol' Bill'. Mooi liedje, maar vooral onder mijn aandacht gekomen door Martin Bril. De columnist/schrijver zaliger had van een vriend een aantal outtakes van dit lied gekregen. En zoals Bril schrijft, schrijf niemand. Dit lied begon voor mij te leven, ik begon het een mooi lied te vinden – hoewel ik het zelf niet eens heel mooi vond, toen ik 'Tell Ol' Bill' voor het eerst luisterde.
Martin Bril. Zijn columns en korte verhalen zijn bijna ongenaakbaar. “Niemand schreef mooier over een rotonde in een bepaald dorpje daar en daar,” schrijft Nico Dijkshoorn bij Brils overlijden. “Niet veel mensen kunnen het eten van een uitsmijter beschrijven. Martin kon dat wel. Ik kreeg, door Martin, zin in een uitsmijter. Snapte door hem wat een volmaakte uitsmijter was. En ik walg van eieren. Als je dat kunt, ben je een groot schrijver.”
Zo is het. Martin Bril was een soort Bob Dylan – maar dan net weer anders, zo zonder muziek, als columnist, en in het Nederlands.
Maar na Bril is het stil. Er is nauwelijks meer een groot Nederlands columnist die zo mooi en ontroerend kan schrijven. Zeker niet over Bob Dylan. Wat mis ik daarom Bril. Ik begreep hem, zijn manier van praten. Als een vader, een oudere broer, een schoolmeester, zo beschreef hij zijn liefde voor wat hem gebeurde.
Deze gave is weinig mensen gegund. Hoe lang moeten we wachten op de volgende Martin Bril? Wie neemt zijn taak als beschrijver van het kleine van hem over? Op welke columnist kunnen wij als Dylanologen onze hoop vestigen? Of moeten wij de erfenis van Bril verdelen onder de armen? En wie zijn die armen dan? Is dat Tom Dylan? Misschien Alja Spaan? Ik misschien? Of toch Ernst Jansz? Gijsbert Kramer misschien?
Nee, op dit gebied zijn we voorlopig wees. Voor zolang het duurt. Hopelijk niet te lang.
2 opmerkingen:
een verweesde staat is natuurlijk weer goed voor inspiratie...
Dat zeker. Je zou zelfs kunnen zeggen dat élke verandering, bij voorkeur een negatieve, altijd inspiratie oplevert voor verhalen. Tsjah...
Een reactie posten