Door het verlopen van copyrights zijn er in de laatste paar maanden twee opmerkelijke bewegingen te bespeuren. De eerste is de uitgave van The 50th Anniversary collection om de copyrights op Dylans opnamen uit 1962 te kunnen behouden. De tweede is het in grote getale opduiken van cd's en elpees met daarop opnamen van Bob Dylan uit de jaren 1961 en 1962. Er is in de laatste weken een ware wildgroei ontstaan aan uitgaven van Dylans debuutalbum Bob Dylan - al dan niet met bonustracks - door allerhande platenlabels. Allemaal legaal, maar daarom nog niet aantrekkelijk voor de Dylanverzamelaar. De wildgroei aan cd's en elpees is al groot, maar wie een blik werpt in de iTunes Store, zal zonder lang te zoeken Dylans debuutalbum vele malen aangeboden zien worden met allerhande 'hoezen' en bonustracks. (Die hoezen: de een is nog afzichtelijker dan de andere!)
Ik heb al die in mijn ogen discutabele uitgaven van Bob Dylan in de afgelopen paar weken aan mij voorbij laten gaan.
Maar in de afgelopen weken heb ik ook veel e-mail ontvangen van lezers van deze blog die mij attendeerden op een of meerdere van deze uitgaven.
Gisteren stond ik in een platenzaak waar drie van dit soort releases werden aangeboden:
Folk singer-humdinger; just about as good as it gets! (Smith & Co.)
House of the risin' sun (Cargo records)
Bob Dylan (Not Now Music)
Van deze drie titels werden de laatste twee in bewuste platenzaak, naast op cd, ook op elpee aangeboden.
Na lang twijfelen heb ik besloten om twee titels aan te schaffen. Twee redenen: 1. een beeld krijgen van wat nou daadwerkelijk wordt uitgebracht, en 2. zodat ik de lezers van deze blog kan informeren over in ieder geval twee van de enorme vloedgolf aan heruitgaven van Bob Dylans debuutalbum.
Bob Dylan (Not Now Music) is een dubbel-cd met op de eerste cd de mono-mix van Bob Dylan en op de tweede cd de stereo-mix van dit album. Daarnaast zijn er aan het eind van cd 2 twee bonustracks te vinden: 'Mixed-up confusion' en 'Corrina, Corrina'. Volgens de informatie achterop het hoesje van de cd gaat het hier om de nummers die in december 1962 in Amerika op single werden uitgebracht.
Uiteraard had ik verwachtingen voor ik aan het beluisteren van deze cd begon. Zo verwachte ik dat de eerste cd - de mono-mix - een kopie zou zijn van de cd die te vinden is in The Original mono recordings. Verder verwachtte ik dat de stereo-versie op de tweede cd een kopie zou zijn van de geremasterde cd van dit album uit 2005 en dat 'Mixed-up confusion' en 'Corrina, Corrina' zogenaamde needledrops, digitale kopieën van vinyl (van de single dus), zouden zijn.
Bij beluistering kwam ik er achter dat mijn verwachtingen niet verder van de waarheid verwijderd hadden kunnen zijn.
De mono-mix op deze cd is abominabel slecht van geluid. Het klinkt - en ik vermoed dat het dit ook is - als een 'needle drop' van een originele mono-elpee waaraan met allerlei programma's flink geknoeid is om het geluid nog wat op te poetsen. Door dat geknoei klinkt het alsof de muziek uit een conservenblik komt. Halverwege het tweede nummer zet ik de cd uit. Dit wil ik niet horen.
Dan de stereo-mix: dit is een rechtstreekse kopie van de originele en zeer matige (dus niet de geremasterde) cd-uitgave.
Tot slot de twee nummers afkomstig van die single uit december 1962. Surprise, surprise: beide opnamen komen helemaal niet van die single. "Mixed up confusion' is de alternatieve take die te vinden is op de originele uitgave van Biograph en 'Corrina, Corrina' is (denk ik) wel dezelfde take als de take die op single verscheen, maar een langere versie, waarschijnlijk van een of andere bootleg of het internet geplukt.
Om kort te zijn: de Not Now Music-cd Bob Dylan heeft niks, maar dan niks te bieden.
Folk singer-humdinger (Smith & Co) is ook een dubbel-cd. Pas bij thuiskomst bestudeer ik de tracklist zorgvuldig en zakt de moed mij al in de schoenen. Deze dubbel-cd bevat de opnamen die op Dylans debuut-album te vinden zijn, aangevuld met opnamen van radio-shows en concerten uit 1961 en 1962. Al die opnamen zijn - zo lijkt het - in een grote doos gestopt, flink geschud en in willekeurige volgorde over de 2 cd's verdeeld. De nummers van cd 1 (met bron) laat aardig zien wat ik bedoel (ik neem de informatie maar over zoals het op het hoesje staat):
1. Gospel plow (Bob Dylan)
2. Hard times in New York town (WBAI radio, 11/3/62)
3. Baby let me follow you down (Bob Dylan)
4. Highway 51 blues (Bob Dylan)
5. Talking New York (Bob Dylan)
6. Roll on John (WBAI radio 11/3/62)
7. Hard travellin' (WBAI radio 11/3/62)
8. In my time of dyin' (Bob Dylan)
9. You're no good (Bob Dylan)
10. Smokestack lightning (WBAI radio 11/3/62)
11. Man on the street (Carnegie Chapter Hall, 4/11/61)
12. 1913 Massacre (Carnegie Chapter Hall, 4/11/61)
13. Talking bear mountain picnic massacre blues (Carnegie Chapter Hall, 4/11/61)
14. Fixin to die (Bob Dylan)
15. Stealin' stealin' (WBAI radio 11/3/62)
16. Baby please don't go (WBAI radio 11/3/62)
17. A Hard rain's gonna fall [sic] (Gaslight café sept 61 - okt 62)
18. Song to Woody (Bob Dylan)
19. Don't think twice, it's alright [sic] (Gaslight café sept 61 - okt 62)
20. Handsome Molly (Gaslight café sept 61 - okt 62)
21. Kind heated woman blues (Gaslight café sept 61 - okt 62)
22. See that my grave is kept clean (Bob Dylan)
23. House of the risin' sun (Bob Dylan)
24. Acne (Riverside church, 29/7/61)
25. Freight train blues (Bob Dylan)
Wie goed telt, merkt dat op deze eerste cd alle nummers van Bob Dylan staan, minus twee. Die laatste twee nummers staan ergens op de tweede cd. Kortom: een zooitje is er van de tracklist gemaakt.
Natuurlijk heb ik geluisterd, maar nog voor ik halverwege de eerste cd was, ben ik er mee gestopt. Reden: onnodige storing in één van de nummers, matige geluidskwaliteit en de absurde volgorde waarin de nummers staan.
Om kort te zijn: Folk singer-humdinger heeft nog meer van hetzelfde te bieden als de boven beschreven Not Now Music-release, namelijk: ergernis.
Ik zal hier wel geen vrienden mee maken, maar als ik een tip mag geven: koop deze rotzooi niet, koop de originele, door Dylans platenmaatschappij uitgebrachte versie(s) van Bob Dylan. Op die releases vind je de muziek wel in een goede geluidskwaliteit.
Dylan (ultra-)kort #1010
Hugues Aufray en Bob Dylan: Op Ochtendhumeur met brede opklaringen, zie hier.
Threads & grooves: Eerder schreef ik hier over twee nieuwe heruitgaven van Bob Dylan in de serie Threads & grooves. Bert attendeerde mij er op dat één van die twee hier te koop is [waarvoor dank]. Op 12 maart komt nog een derde heruitgave in de serie Threads & grooves uit: Highway 61 revisited. Zie hier.
Threads & grooves: Eerder schreef ik hier over twee nieuwe heruitgaven van Bob Dylan in de serie Threads & grooves. Bert attendeerde mij er op dat één van die twee hier te koop is [waarvoor dank]. Op 12 maart komt nog een derde heruitgave in de serie Threads & grooves uit: Highway 61 revisited. Zie hier.
Mit Musik Leben
In de kringloopwinkel stuit ik - tussen platen van André van Duin en Thijs van Leer - op een poster die bij een elpee (maar welke dan?) moet hebben gezeten. De poster is twee keer dubbelgevouwen zodat het ding precies in een elpeehoes past. Bij het openklappen blijkt de poster reclame te bevatten voor een platenspeler van Braun (de Braun cockpit 250, om precies te zijn). De reclame doet heerlijk knullig aan, maar reclame uit vervlogen tijden voor een Braun platenspeler zegt met niks.
Bij het omdraaien van de poster zie ik bovenaan in grote, witte letter 'MIT MUSIK LEBEN' staan. Rechts van het woord 'leben' het logo van platenmaatschappij CBS.
Onder die grote, witte letters staan de hoezen van 45 door CBS uitgebrachte albums. Een van de op deze poster afgebeelde albums is New morning van Bob Dylan. Bij het zien van de hoes van New morning weet ik al dat ik die kringloopwinkel niet ga verlaten zonder deze poster.
Onder iedere albumhoes op deze poster staan de naam van de artiest, de titel van het album en de titels van enkele nummers van het bewuste album. Daaronder het catalogusnummer van de bewuste release en de prijs - in DMark - van de plaat.
Het is dus wel duidelijk dat de poster bij een door CBS Duitsland geperste plaat heeft gezeten. (Maar welke plaat?)
Wanneer heeft die poster bij een elpee gezeten? Afgaande op het CBS-logo moet dat in de jaren zeventig geweest zijn. New morning verscheen in 1970, dus dat zal kloppen.
Na wat zoeken ontdek ik dat de Braun cockpit 250 - de platenspeler waar op deze poster reclame voor wordt gemaakt - in 1970 in productie is genomen. De meest logische conclusie lijkt dus dat de poster uit 1970 stamt. Maar er is meer. In de kleine lettertjes wordt ook reclame gemaakt voor de Braun audio 310 en na wat zoeken blijkt dat apparaat tussen 1971 en 1973 in de handel te zijn geweest.
Van de 45 op de poster afgebeelde albums zoek ik er een stuk of tien op internet op. De opgezochte albums komen allemaal uit of 1970 of 1971.
Voorlopig ga ik er maar van uit dat de poster uit 1971 komt.
Na wat kletsen met de man van de kringloopwinkel, mag ik de poster zo meenemen. Ik hoef er niet voor te betalen. Ik dank 'm vriendelijk en rijd fluitend naar huis.
Bij het omdraaien van de poster zie ik bovenaan in grote, witte letter 'MIT MUSIK LEBEN' staan. Rechts van het woord 'leben' het logo van platenmaatschappij CBS.
Onder die grote, witte letters staan de hoezen van 45 door CBS uitgebrachte albums. Een van de op deze poster afgebeelde albums is New morning van Bob Dylan. Bij het zien van de hoes van New morning weet ik al dat ik die kringloopwinkel niet ga verlaten zonder deze poster.
Onder iedere albumhoes op deze poster staan de naam van de artiest, de titel van het album en de titels van enkele nummers van het bewuste album. Daaronder het catalogusnummer van de bewuste release en de prijs - in DMark - van de plaat.
Het is dus wel duidelijk dat de poster bij een door CBS Duitsland geperste plaat heeft gezeten. (Maar welke plaat?)
Wanneer heeft die poster bij een elpee gezeten? Afgaande op het CBS-logo moet dat in de jaren zeventig geweest zijn. New morning verscheen in 1970, dus dat zal kloppen.
Na wat zoeken ontdek ik dat de Braun cockpit 250 - de platenspeler waar op deze poster reclame voor wordt gemaakt - in 1970 in productie is genomen. De meest logische conclusie lijkt dus dat de poster uit 1970 stamt. Maar er is meer. In de kleine lettertjes wordt ook reclame gemaakt voor de Braun audio 310 en na wat zoeken blijkt dat apparaat tussen 1971 en 1973 in de handel te zijn geweest.
Van de 45 op de poster afgebeelde albums zoek ik er een stuk of tien op internet op. De opgezochte albums komen allemaal uit of 1970 of 1971.
Voorlopig ga ik er maar van uit dat de poster uit 1971 komt.
Na wat kletsen met de man van de kringloopwinkel, mag ik de poster zo meenemen. Ik hoef er niet voor te betalen. Ik dank 'm vriendelijk en rijd fluitend naar huis.
Dylan kort #1009
Threads & Grooves
Onder de titel Threads & Grooves komen er op 12 februari twee nieuwe heruitgaven van Dylans muziek uit.
De eerste is de cd Playlist: the very best of Bob Dylan '60s inclusief t-shirt. Dit t-shirt (althans de voorzijde) lijkt identiek te zijn aan de t-shirts die rond de release van Tempest werden weggegeven door een winkel in Duitsland (zie hier onder Tempest Talk).
De tweede release draagt de titel Threads & Grooves - Like a rolling stone. Deze uitgave bestaat uit een kartonnen doosje met daarin een heruitgave van de single 'Like a rolling stone' / 'Gates of eden' en - zoals het zich laat aanzien - hetzelfde t-shirt als bij bovenstaande release.
Die single oogt precies hetzelfde als de heruitgave van deze single die in het kader van Record Store Day eerst in Amerika en later in Europa werd uitgebracht in het boxje Can you please crawl out your window met daarin vier singles.
Deze tweede uitgave - Threads & Grooves - Like a rolling stone - heb ik een tijdje geleden al aangeboden zien worden op ebay door Amerikaanse handelaren. Hierdoor vraag ik me af of Amazon Duitsland dit (Amerikaanse?) boxje pas nu importeert, of dat de nu door Amazon Duitsland aangeboden versie van Threads & Grooves - Like a rolling stone een Europese persing is (terwijl een Amerikaanse persing al een tijdje op de markt is).
De eerste is de cd Playlist: the very best of Bob Dylan '60s inclusief t-shirt. Dit t-shirt (althans de voorzijde) lijkt identiek te zijn aan de t-shirts die rond de release van Tempest werden weggegeven door een winkel in Duitsland (zie hier onder Tempest Talk).
De tweede release draagt de titel Threads & Grooves - Like a rolling stone. Deze uitgave bestaat uit een kartonnen doosje met daarin een heruitgave van de single 'Like a rolling stone' / 'Gates of eden' en - zoals het zich laat aanzien - hetzelfde t-shirt als bij bovenstaande release.
Die single oogt precies hetzelfde als de heruitgave van deze single die in het kader van Record Store Day eerst in Amerika en later in Europa werd uitgebracht in het boxje Can you please crawl out your window met daarin vier singles.
Deze tweede uitgave - Threads & Grooves - Like a rolling stone - heb ik een tijdje geleden al aangeboden zien worden op ebay door Amerikaanse handelaren. Hierdoor vraag ik me af of Amazon Duitsland dit (Amerikaanse?) boxje pas nu importeert, of dat de nu door Amazon Duitsland aangeboden versie van Threads & Grooves - Like a rolling stone een Europese persing is (terwijl een Amerikaanse persing al een tijdje op de markt is).
Dylan kort #1008
Het is aan het dooien, goddank. Als ik ergens wel een hartgrondige bloedhekel aan heb, dan is het wel een winter met sneeuw, ijzel en kou. Om het inzetten van de dooi te vieren, draai ik Bob Dylan.
Muziekfilms in de uitverkoop: Mocht je de film Festival van Murray Lerner - over het Newport Folk Festival - nog niet hebben, de dvd ligt bij Fame voor slechts €5,- [met dank aan Hilda voor de tip]
De box met 5 dvd's Muziek & film van NRC Lux is afgeprijsd naar €20,-. Een van de vijf films in deze box is I'm not there, zie hier.
Ernst-Jan Pfauth (kort) over de nieuwe film van de gebroeders Coen, zie hier.
Platenblad: Gisteren viel Platenblad no. 193 met daarin - onder de titel 'Beste albums, reissues en meer van 2012' - lijsten met onder andere de beste albums van 2012, samengesteld door lezers van het blad. Wie denkt Tempest in die lijsten tegen te komen, moet ik gelijk geven, maar alleen onder de kop 'meest overschatte album'. Wie denkt dat ik daarvan ondersteboven ben, moet ik teleurstellen. Ik ben in een veel te goede bui om me druk te maken over de wansmaak van de lezers van het platenblad. Waar die goede bui vandaan komt? Het dooit.
Muziekfilms in de uitverkoop: Mocht je de film Festival van Murray Lerner - over het Newport Folk Festival - nog niet hebben, de dvd ligt bij Fame voor slechts €5,- [met dank aan Hilda voor de tip]
De box met 5 dvd's Muziek & film van NRC Lux is afgeprijsd naar €20,-. Een van de vijf films in deze box is I'm not there, zie hier.
Ernst-Jan Pfauth (kort) over de nieuwe film van de gebroeders Coen, zie hier.
Platenblad: Gisteren viel Platenblad no. 193 met daarin - onder de titel 'Beste albums, reissues en meer van 2012' - lijsten met onder andere de beste albums van 2012, samengesteld door lezers van het blad. Wie denkt Tempest in die lijsten tegen te komen, moet ik gelijk geven, maar alleen onder de kop 'meest overschatte album'. Wie denkt dat ik daarvan ondersteboven ben, moet ik teleurstellen. Ik ben in een veel te goede bui om me druk te maken over de wansmaak van de lezers van het platenblad. Waar die goede bui vandaan komt? Het dooit.
Subterranean homesick blues
Mijn ogen bleven vanochtend haken aan een door Michiel Hordijk geschreven stuk over 'Subterranean homesick blues'. Het staat sinds gisteren op de weblog In sterkers gezaaid. Hordijk noemt in zijn stuk Bob Dylan een 'dichter / profeet' en onderwerpt 'Subterranean homesick blues' - volgens eigen zeggen - aan een tekstanalyse. Hordijks tekstanalyse bestaat voornamelijk uit het stellen van vragen, zoals 'Wat is Johnny voor medicijn aan het maken, in die kelder van hem?' na het citeren van de regels
Johnny's in the basement
Mixing up the medicine
uit 'Subterranean homesick blues'. Ik houd wel van dat vragen stellen, maar waar zijn de antwoorden? Misschien is niet op iedere vraag een antwoord te geven, maar een poging wagen levert vaak toch al meer op dan de vraag in de lucht te laten hangen. Misschien zijn er nog niet genoeg vragen om antwoorden te kunnen vinden.
Is 'medicine' wel te vertalen als 'medicijn' zoals Hordijk in zijn vraag doet?
Well, yeah, but you know... I mean, we all have our own definitions of all those words...
(Bob Dylan tijdens een persconferentie in Londen op 26 april 1965)
Bij het woord 'medicine' denk ik aan twee andere citaten van Bob Dylan, de eerste uit 'Stuck inside of Mobile with the Memphis blues again':
Now the rainman gave me two cures
Then he said, “Jump right in”
The one was Texas medicine
The other was just railroad gin
An’ like a fool I mixed them
An’ it strangled up my mind
An’ now people just get uglier
An’ I have no sense of time
Het tweede citaat komt uit het interview met Nat Henthoff (maart 1966) voor Playboy:
I wouldn’t advise anybody to use drugs – certainly not the hard drugs. Drugs are medicine. But opium and hash and pot – now, those things aren’t drugs. They just bend your mind a little. I think everybody’s mind should be bent once in a while. Not by LSD, though. LSD is a medicine – a different kind of medicine. It makes you aware of the universe so to speak. You realize how foolish objects are. But LSD is not for groovy people. It’s for mad, hateful people who want revenge. It’s for people who usually have heart attacks. They ought to use it at the Geneva convention.
Het lijkt er op dat Bob Dylan - ten tijde van het schrijven van 'Subterranean homesick blues' - een heel andere definitie van het woord 'medicine' heeft dan Michiel Hordijk tijdens het schrijven van zijn stuk over 'Subterranean homesick blues'.
De vraag is of dat erg is, of een verschil in definitie van bepaalde woorden (tussen de schrijver en de luisteraar) een tekstanalyse in de weg staat. Het antwoord is 'nee', zolang degene die de interpretatie geeft zich maar realiseert dat hij zijn interpretatie geeft en dat deze interpretatie al dan niet kan samenvallen met de intenties van de schrijver. Uiteindelijk doet het er weinig toe of een interpretatie, een tekstanalyse samenvalt met de intenties van de schrijver. Bij een tekstanalyse gaat het er om wat de lezer / luisteraar ervaart.
Dat brengt mij bij het gegeven dat Michiel Hordijk Bob Dylan een 'dichter / profeet' noemt. Het 'dichter'-deel laat ik nu even varen, het gaat me om het stempel 'profeet'.
Ik realiseer me terdege - met bovenstaande in het achterhoofd - dat Hordijk mogelijk een andere definitie heeft van het woord 'profeet' dan ik, maar voor mij is een profeet iemand die (goddelijke) openbaringen ontvangt en deze mededeelt aan anderen.
Met deze definitie in het achterhoofd, ben ik er van overtuigd dat Bob Dylan helemaal geen profeet is.
Het stempel 'profeet' dat Bob Dylan zo vaak opgelegd wordt, zegt meer over degene die Bob Dylan dit stempel opdrukt, dan over Dylans profetische kwaliteiten (of het gebrek daar aan).
Luisteraars interpreteren een songtekst en zien daar achteraf een profetie in van de tijden waarin ze leven. De crux zit 'm in het woord 'interpreteren'. De luisteraar bepaalt door zijn eigen interpretatie dat een songtekst - achteraf bezien - voorspellende waarde heeft. Die voorspellende waarde is niet door Bob Dylan in de songtekst gestopt, maar is door de interpretatie van de luisteraar aan de tekst opgelegd.
Om bij dezelfde regels uit 'Subterranean homesick blues' (1965) te blijven: de regel
Johnny's in the basement
is een profetie van het opnemen van enkele nummers van Johnny Cash - door Bob Dylan en leden van de latere band - tijdens de sessies in de kelder van Big Pink in 1967 (The Basement tapes).
Natuurlijk is dit onzin, maar met dit onzinnige voorbeeld probeer ik te illustreren hoezeer interpretatie achteraf bepalend is voor de profetische 'kwaliteiten' van Dylans songteksten.
Hoe kan dat nou? Hoe is het mogelijk dat Bob Dylans songteksten voor zoveel luisteraars achteraf bezien voorspellende waarden lijken te hebben?
Daar is niet één antwoord op te geven. Een deel van het antwoord is - denk ik - te vinden in de oren van de luisteraar. Een luisteraar hoort wat hij wil horen. Een ander deel van het antwoord ligt in Dylans songteksten die vaak 'open' genoeg zijn ze op meer dan één manier te interpreteren.
Een derde belangrijke factor is de mythe dat Dylans teksten profetisch zijn. Wanneer je dit maar vaak genoeg leest / hoort, ga je als vanzelf de profetische kwaliteiten van Dylans songteksten zien / horen.
Tot slot: ik heb Michiel Hordijks stuk over 'Subterranean homesick blues' met plezier gelezen. Niet alleen zette het stuk me weer eens aan het denken over het interpreteren van Bob Dylans songteksten, maar ook wil ik vandaag (en eigenlijk wel nu meteen) 'Subterranean homesick blues' weer eens door de kamer laten knallen, op vol volume.
Bovendien is mijn hoofd na lezing van Hordijks stuk gaan het tollen. Tollen over de tientallen dingen die er nog over 'Subterranean homesick blues' te vertellen zijn. Zoals over het feit dat dit nummer de allereerste single van Bob Dylan was die ooit in Nederland is uitgebracht, of dat verzamelalbum van Bob Dylan waarop de titel van dit nummer fout geschreven is. De mogelijke connectie tussen dit nummer en Jack Kerouacs boek The Subterraneans en Chuck Berry's 'Too much monkey business'.
De vele parodieën op de openingsscène van Dont look back waarin Bob Dylan papieren met woorden toont en een voor een op de grond laat vallen terwijl 'Subterranean homesick blues' klinkt.
Zo kan ik nog wel even doorgaan. Het is genoeg voor nu.
Tijd om 'Subterranean homesick blues' op de platenspeler te leggen, want uiteindelijk draait het niet om het schrijven over de muziek om het beluisteren van diezelfde muziek.
Johnny's in the basement
Mixing up the medicine
uit 'Subterranean homesick blues'. Ik houd wel van dat vragen stellen, maar waar zijn de antwoorden? Misschien is niet op iedere vraag een antwoord te geven, maar een poging wagen levert vaak toch al meer op dan de vraag in de lucht te laten hangen. Misschien zijn er nog niet genoeg vragen om antwoorden te kunnen vinden.
Is 'medicine' wel te vertalen als 'medicijn' zoals Hordijk in zijn vraag doet?
Well, yeah, but you know... I mean, we all have our own definitions of all those words...
(Bob Dylan tijdens een persconferentie in Londen op 26 april 1965)
Bij het woord 'medicine' denk ik aan twee andere citaten van Bob Dylan, de eerste uit 'Stuck inside of Mobile with the Memphis blues again':
Now the rainman gave me two cures
Then he said, “Jump right in”
The one was Texas medicine
The other was just railroad gin
An’ like a fool I mixed them
An’ it strangled up my mind
An’ now people just get uglier
An’ I have no sense of time
Het tweede citaat komt uit het interview met Nat Henthoff (maart 1966) voor Playboy:
I wouldn’t advise anybody to use drugs – certainly not the hard drugs. Drugs are medicine. But opium and hash and pot – now, those things aren’t drugs. They just bend your mind a little. I think everybody’s mind should be bent once in a while. Not by LSD, though. LSD is a medicine – a different kind of medicine. It makes you aware of the universe so to speak. You realize how foolish objects are. But LSD is not for groovy people. It’s for mad, hateful people who want revenge. It’s for people who usually have heart attacks. They ought to use it at the Geneva convention.
Het lijkt er op dat Bob Dylan - ten tijde van het schrijven van 'Subterranean homesick blues' - een heel andere definitie van het woord 'medicine' heeft dan Michiel Hordijk tijdens het schrijven van zijn stuk over 'Subterranean homesick blues'.
De vraag is of dat erg is, of een verschil in definitie van bepaalde woorden (tussen de schrijver en de luisteraar) een tekstanalyse in de weg staat. Het antwoord is 'nee', zolang degene die de interpretatie geeft zich maar realiseert dat hij zijn interpretatie geeft en dat deze interpretatie al dan niet kan samenvallen met de intenties van de schrijver. Uiteindelijk doet het er weinig toe of een interpretatie, een tekstanalyse samenvalt met de intenties van de schrijver. Bij een tekstanalyse gaat het er om wat de lezer / luisteraar ervaart.
Dat brengt mij bij het gegeven dat Michiel Hordijk Bob Dylan een 'dichter / profeet' noemt. Het 'dichter'-deel laat ik nu even varen, het gaat me om het stempel 'profeet'.
Ik realiseer me terdege - met bovenstaande in het achterhoofd - dat Hordijk mogelijk een andere definitie heeft van het woord 'profeet' dan ik, maar voor mij is een profeet iemand die (goddelijke) openbaringen ontvangt en deze mededeelt aan anderen.
Met deze definitie in het achterhoofd, ben ik er van overtuigd dat Bob Dylan helemaal geen profeet is.
Het stempel 'profeet' dat Bob Dylan zo vaak opgelegd wordt, zegt meer over degene die Bob Dylan dit stempel opdrukt, dan over Dylans profetische kwaliteiten (of het gebrek daar aan).
Luisteraars interpreteren een songtekst en zien daar achteraf een profetie in van de tijden waarin ze leven. De crux zit 'm in het woord 'interpreteren'. De luisteraar bepaalt door zijn eigen interpretatie dat een songtekst - achteraf bezien - voorspellende waarde heeft. Die voorspellende waarde is niet door Bob Dylan in de songtekst gestopt, maar is door de interpretatie van de luisteraar aan de tekst opgelegd.
Om bij dezelfde regels uit 'Subterranean homesick blues' (1965) te blijven: de regel
Johnny's in the basement
is een profetie van het opnemen van enkele nummers van Johnny Cash - door Bob Dylan en leden van de latere band - tijdens de sessies in de kelder van Big Pink in 1967 (The Basement tapes).
Natuurlijk is dit onzin, maar met dit onzinnige voorbeeld probeer ik te illustreren hoezeer interpretatie achteraf bepalend is voor de profetische 'kwaliteiten' van Dylans songteksten.
Hoe kan dat nou? Hoe is het mogelijk dat Bob Dylans songteksten voor zoveel luisteraars achteraf bezien voorspellende waarden lijken te hebben?
Daar is niet één antwoord op te geven. Een deel van het antwoord is - denk ik - te vinden in de oren van de luisteraar. Een luisteraar hoort wat hij wil horen. Een ander deel van het antwoord ligt in Dylans songteksten die vaak 'open' genoeg zijn ze op meer dan één manier te interpreteren.
Een derde belangrijke factor is de mythe dat Dylans teksten profetisch zijn. Wanneer je dit maar vaak genoeg leest / hoort, ga je als vanzelf de profetische kwaliteiten van Dylans songteksten zien / horen.
Tot slot: ik heb Michiel Hordijks stuk over 'Subterranean homesick blues' met plezier gelezen. Niet alleen zette het stuk me weer eens aan het denken over het interpreteren van Bob Dylans songteksten, maar ook wil ik vandaag (en eigenlijk wel nu meteen) 'Subterranean homesick blues' weer eens door de kamer laten knallen, op vol volume.
Bovendien is mijn hoofd na lezing van Hordijks stuk gaan het tollen. Tollen over de tientallen dingen die er nog over 'Subterranean homesick blues' te vertellen zijn. Zoals over het feit dat dit nummer de allereerste single van Bob Dylan was die ooit in Nederland is uitgebracht, of dat verzamelalbum van Bob Dylan waarop de titel van dit nummer fout geschreven is. De mogelijke connectie tussen dit nummer en Jack Kerouacs boek The Subterraneans en Chuck Berry's 'Too much monkey business'.
De vele parodieën op de openingsscène van Dont look back waarin Bob Dylan papieren met woorden toont en een voor een op de grond laat vallen terwijl 'Subterranean homesick blues' klinkt.
Zo kan ik nog wel even doorgaan. Het is genoeg voor nu.
Tijd om 'Subterranean homesick blues' op de platenspeler te leggen, want uiteindelijk draait het niet om het schrijven over de muziek om het beluisteren van diezelfde muziek.
Dylan kort #1007
Twee films: Op Expecting rain twee links naar artikelen over films die ik absoluut t.z.t wil zien. Inside Llewyn Davis van de gebroeders Coen ( zie hier) en de documentaire Greenwich Village: music that defined a generation (zie hier). Vergeet niet van beide films de trailer te bekijken. Meer over de film van de gebroeders Coen, hier.
Jan Rot heeft een Bob Dylan-week (zie hier). De laatste keer dat ik aan een Bob Dylan-week begon, is zo'n 25 jaar geleden (& die week is nog steeds niet afgelopen).
Gerrit en de Krekels: 'Hurricane', zie hier.
Boek: Simon tipte mij (waarvoor dank) over het boek In his footsteps - bekende vaders en bekende kinderen waarin twee pagina's met tekst en foto's over Dylan gaan. Ik heb het boek zelf (nog) niet gezien. Het boek is te koop bij Selexyz voor een tientje.
Jan Rot heeft een Bob Dylan-week (zie hier). De laatste keer dat ik aan een Bob Dylan-week begon, is zo'n 25 jaar geleden (& die week is nog steeds niet afgelopen).
Gerrit en de Krekels: 'Hurricane', zie hier.
Boek: Simon tipte mij (waarvoor dank) over het boek In his footsteps - bekende vaders en bekende kinderen waarin twee pagina's met tekst en foto's over Dylan gaan. Ik heb het boek zelf (nog) niet gezien. Het boek is te koop bij Selexyz voor een tientje.
Dylan kort #1006
Voor ik er aan begin, vraag ik me af of het wel genoeg is voor een nieuwe aflevering van 'Dylan kort': twee citaten, iets over mijn laatste boek en een terugblik op een theaterstuk dat vorig jaar geheel langs mij heen is gegaan. Na een kwartiertje twijfelen besluit ik er toch een 'Dylan kort' van te maken, misschien nog met een beetje extra sju...
Enfin, genoeg ter inleiding, tijd om te beginnen:
Theaterstuk: Een terugblik op het theaterstuk 'R.A. Zimmerman against the establishment' is hier te bekijken. Ik moet bekennen dat dit theaterstuk volledig langs mij heen is gegaan, ik had er voor vandaag (helaas) nog niets over gehoord of gelezen.
Twee citaten (met dank aan Alja): “Women of pop – if you want to get no Number One, you will, at some point, have to make your booty touch the ground.” Caitlin Moran in Moranthology, chapter MTV Hoes – “You never see the boys doing it –despite them having legs that are anatomically identical to women’s, and rocking the considerable advantage of not being in six-inch heels. I have never seen Bob Dylan make his booty touch the floor.”
En uit Met Haar Had Hij Wel Seks van Corine Koole: hoofdstuk Op Zoek, 1e interview (Sacha)”Ik wil leven, blij zijn, en soms ben ik dat ook. Het meest onbekommerd ben ik in de trein. Met een ouderwetse discman op schoot kijk ik naar de weilanden, luister naar Bob Dylan. ‘It’s allright ma, i’m only bleeding’. Dat zijn de momenten dat ik vergeet dat ik er ben, of nee, dat ik samenval met wie ik ben. Op die momenten, op weg naar een willekeurige bestemming, ben ik gelukkig.” En verderop “Ooit gaat het mij lukken, neem ik mij voor, de moeiteloze liefde. Vanzelf zal het zeker niet gaan. Maar dat hoeft ook niet. Geen punt. De moeilijkste weg is altijd interessanter dan de makkelijke. Ja, het komt goed. Zolang ik mijn muziek heb. ‘But it’s allright, Ma, “ zingt Dylan, “it’s life and life only.”
Luister je nou alweer naar Bobby is sinds kort ook te koop als ebook.
Het artikel bij deze 'Dylan kort' komt uit Rolling Stone 480 (14 augustus 1986). Inderdaad, een 'serieus' muziektijdschrift als Rolling Stone waarin uitvoerig geschreven wordt over de aankopen van Bob Dylan. Moet ik nog zeggen dat ik er jeuk van krijg, of had je dat vermoeden al?
Lawrence Ferlinghetti: In het gedicht 'A Buddha in the Woodpile' van Ferlinghetti kwam ik de volgende regels tegen:
If there had somehow been
just one Gandhian spinner
with Brian Wilson at the gates of the White House
at the Gates of Eden
then it wouldn't have been
Vietnam once again
and its "One two three four
What're we waitin' for?"
En ik vraag af of het hier gaat om Bob Dylans 'Gates of Eden'. Eerder schreef ik hier al over de bundel A Coney Island of the mind van Lawrence Ferlinghetti en het citaat bovenaan dat bericht doet me er weer aan denken dat het hoog tijd wordt dat ik Gasoline van Gregory Corso weer eens lees.
In de geheel over Dylan handelende bloemlezing The Captain's tower staat het gedicht 'The Jack of Hearts' van Ferlinghetti.
Nu ik het toch over de schrijvers van The Beat Generation (Ferlinghetti, Corso) heb: in The Captain's tower staan ook gedichten van Allen Ginsberg en Michael McClure over Dylan. Meer over de connecties tussen Allen Ginsberg en Bob Dylan staat in Luister je nou alweer naar Bobby (dat overigens sinds kort ook als ebook te krijgen is.... De cirkel is rond).
Bob Dylan noemt Allen Ginsberg in de linernotes van maar liefst drie van zijn albums, weet jij welke albums?
Lang geleden heb ik me ooit voorgenomen om nog eens uitvoerig te schrijven over de connectie tussen Bob Dylan en de schrijvers van The Beat Generation. Ik twijfel inmiddels wel of ik dat nog moet doen. Het onderwerp is zo groot, dat ik er haast niet aan durf te beginnen.
Misschien ooit, vandaag in ieder geval niet meer.
Enfin, genoeg ter inleiding, tijd om te beginnen:
Theaterstuk: Een terugblik op het theaterstuk 'R.A. Zimmerman against the establishment' is hier te bekijken. Ik moet bekennen dat dit theaterstuk volledig langs mij heen is gegaan, ik had er voor vandaag (helaas) nog niets over gehoord of gelezen.
Twee citaten (met dank aan Alja): “Women of pop – if you want to get no Number One, you will, at some point, have to make your booty touch the ground.” Caitlin Moran in Moranthology, chapter MTV Hoes – “You never see the boys doing it –despite them having legs that are anatomically identical to women’s, and rocking the considerable advantage of not being in six-inch heels. I have never seen Bob Dylan make his booty touch the floor.”
En uit Met Haar Had Hij Wel Seks van Corine Koole: hoofdstuk Op Zoek, 1e interview (Sacha)”Ik wil leven, blij zijn, en soms ben ik dat ook. Het meest onbekommerd ben ik in de trein. Met een ouderwetse discman op schoot kijk ik naar de weilanden, luister naar Bob Dylan. ‘It’s allright ma, i’m only bleeding’. Dat zijn de momenten dat ik vergeet dat ik er ben, of nee, dat ik samenval met wie ik ben. Op die momenten, op weg naar een willekeurige bestemming, ben ik gelukkig.” En verderop “Ooit gaat het mij lukken, neem ik mij voor, de moeiteloze liefde. Vanzelf zal het zeker niet gaan. Maar dat hoeft ook niet. Geen punt. De moeilijkste weg is altijd interessanter dan de makkelijke. Ja, het komt goed. Zolang ik mijn muziek heb. ‘But it’s allright, Ma, “ zingt Dylan, “it’s life and life only.”
Luister je nou alweer naar Bobby is sinds kort ook te koop als ebook.
Het artikel bij deze 'Dylan kort' komt uit Rolling Stone 480 (14 augustus 1986). Inderdaad, een 'serieus' muziektijdschrift als Rolling Stone waarin uitvoerig geschreven wordt over de aankopen van Bob Dylan. Moet ik nog zeggen dat ik er jeuk van krijg, of had je dat vermoeden al?
~~~ na wat nadenken, moet ik het volgende nog melden ~~~
If there had somehow been
just one Gandhian spinner
with Brian Wilson at the gates of the White House
at the Gates of Eden
then it wouldn't have been
Vietnam once again
and its "One two three four
What're we waitin' for?"
En ik vraag af of het hier gaat om Bob Dylans 'Gates of Eden'. Eerder schreef ik hier al over de bundel A Coney Island of the mind van Lawrence Ferlinghetti en het citaat bovenaan dat bericht doet me er weer aan denken dat het hoog tijd wordt dat ik Gasoline van Gregory Corso weer eens lees.
In de geheel over Dylan handelende bloemlezing The Captain's tower staat het gedicht 'The Jack of Hearts' van Ferlinghetti.
Nu ik het toch over de schrijvers van The Beat Generation (Ferlinghetti, Corso) heb: in The Captain's tower staan ook gedichten van Allen Ginsberg en Michael McClure over Dylan. Meer over de connecties tussen Allen Ginsberg en Bob Dylan staat in Luister je nou alweer naar Bobby (dat overigens sinds kort ook als ebook te krijgen is.... De cirkel is rond).
Bob Dylan noemt Allen Ginsberg in de linernotes van maar liefst drie van zijn albums, weet jij welke albums?
Lang geleden heb ik me ooit voorgenomen om nog eens uitvoerig te schrijven over de connectie tussen Bob Dylan en de schrijvers van The Beat Generation. Ik twijfel inmiddels wel of ik dat nog moet doen. Het onderwerp is zo groot, dat ik er haast niet aan durf te beginnen.
Misschien ooit, vandaag in ieder geval niet meer.
Dylan kort #1005
I'm not there: De film I'm not there is donderdag 24 januari te zien in de bibliotheek te Nijkerk, zie hier.
tumblr: Iedere keer wanneer ik het internet af struin, op zoek naar Bob Dylan, kom ik wel enkele tumblr-pagina's tegen. Meestal sla ik ze over, maar deze pagina over The Traveling Wilburys is wel aardig, vooral The Simpsons-versie van The Traveling Wilburys...
Modern times: Knocked out loaded, zie hier.
Afbeelding: De afbeelding bij dit bericht is een advertentie uit Rolling Stone (issue 477, 3 juli 1986). De advertentie is een aankondiging van de uitzending van de concertfilm die later werd uitgegeven op video onder de titel Hard to handle. De film werd door HBO op zaterdag 21 juni, aldus de advertentie, uitgezonden.
De tekst: 'Journey from the '60s to the '80s in an unforgettable concert by the man whose music influenced an entire generation.
The legendary Dylan performing on his 1986 Australian Tour, backed by Tom Petty and the Heartbreakers. A historic concert performance, only on HBO.'
tumblr: Iedere keer wanneer ik het internet af struin, op zoek naar Bob Dylan, kom ik wel enkele tumblr-pagina's tegen. Meestal sla ik ze over, maar deze pagina over The Traveling Wilburys is wel aardig, vooral The Simpsons-versie van The Traveling Wilburys...
Modern times: Knocked out loaded, zie hier.
Afbeelding: De afbeelding bij dit bericht is een advertentie uit Rolling Stone (issue 477, 3 juli 1986). De advertentie is een aankondiging van de uitzending van de concertfilm die later werd uitgegeven op video onder de titel Hard to handle. De film werd door HBO op zaterdag 21 juni, aldus de advertentie, uitgezonden.
De tekst: 'Journey from the '60s to the '80s in an unforgettable concert by the man whose music influenced an entire generation.
The legendary Dylan performing on his 1986 Australian Tour, backed by Tom Petty and the Heartbreakers. A historic concert performance, only on HBO.'
'Kennismaking met de tijden die veranderen' door Hans Altena
KENNISMAKING MET DE TIJDEN DIE VERANDERDEN
Zeven jaren telde ik, in de lente van 1965. Vanuit de met hout omlijste radio die bij het op de tuin uitkijkende raam van de kamer stond klonk iets ongehoords. Hoe vaak had ik al niet in mijn eentje oorlog gespeeld aan de voet van het hoekmeubel waarop dit gevaarte rustte en met gewijde of onschuldig populaire muziek de anders loden stilte doorbrak zonder dat ik er acht op sloeg. Ooit, in de tijd dat ik in mijn dwarsheid steeds wegliep van de kleuterschool en door mijn ouders maar werd thuisgehouden, had ik vanaf die plek in een vreemde opwelling van woede vermengd met angst een zo ik nu weet ‘Confederate’ sluipschutter uit de Amerikaanse Burgeroorlog, waarmee ik net in navolging van mijn vreeswekkende vader een Wehrmacht soldaat had uitgeschakeld, naar mijn moeder gegooid. Zij had zich weer eens, na lange tijd zittend roerloos voor zich uit te staren, op het afstoffen geworpen en de radio zweeg. Later zou een nummer van de Stones, Mother’s Little Helper, mij enigszins wijzer maken omtrent haar gedrag, maar de wereld was nog niet opengegaan voor me middels dat ongehoorde geluid waarover ik het wil hebben en dat tot nummers als Mother’s Little Helper zou inspireren. Opgesloten nog was ik ondanks mijn vlucht weg van de voor mij rare groep kinderen in de klas, die terwijl ze elkaar aanstootten en knepen in het gareel ging staan, in mijn oren stomme liedjes zong, en dan aan het kliederen sloeg, vechtend om de aandacht van de juf die mij en twee Amboneesjes steeds apart en achter de potkachel zette om ‘onze luiheid en slechtheid er uit te zweten’. Uit mijn ooghoek had ik gezien hoe mijn moeders blik werd verduisterd door een donkere wolk, die me deed denken aan die waarvan ik had gehoord in de kerk, dat hij vuistgroot langs de hemel boven de woestijn reisde overdag, en waar achteraan het volk van Israël naar het beloofde land was getrokken, maar haar leidde hij naar het dressoir. Daarop stond, met gouden slot en vergulde dundruk pagina’s, een dik in zwartzijden omslag gehulde bundel van psalmen en het Nieuwe Testament, groot als de palm van een hand als je die daarvoor wilde openen. Ernaast een even hoge foto in zilveren lijst. Zo vaak had ik er naar gekeken, het portret van een jongen, geretoucheerd tot een buste, zijn fijn belijnde gezicht en schouders daagden op uit een schimmig wit. Dat was ik en toch niet. Hetzelfde blonde vlashaar, ietwat scheve mond, twijfelend tussen glimlach en triestheid, en ogen, waarvan de doordringende helderheid werd ondermijnd door de wat ik noemde geknakte oogleden, en ik begreep dat ik dat beter tegen niemand kon zeggen. Hij was in ieder geval ouder dan ik en hij droeg een bril, zoals ik ooit zou gaan dragen. De spencer die hij aan had zou ik ook nog eens moeten aantrekken, toen ik zo oud werd als hij, dertien, een leeftijd die hij nooit passeerde en waarop hij vastgelegd was op die foto, mijn broertje. Overleden aan de Engelse ziekte, opgelopen toen dat land het onze bevrijdde. Zijn ingevallen ribbenkast, dat was al heel lang duidelijk, zou zijn zwakke hart zo gaan beknellen dat het hem het leven ging kosten. Daar was mijn benauwdheid niets bij. Al heeft het me meermalen de adem benomen wanneer ik bedacht dat toen ik werd geboren die doem al over mijn moeder lag. Negen maanden nadat ik op de wereld kwam stierf hij en tot lang daarna kon mijn moeder mij amper aanraken, of ze het daarvoor had gedaan is onzeker, wat ik weet is dat mijn zus mij van begin af aan heeft verzorgd. Lag het daaraan dat toen ik mijn moeder zo bedrukt met de stofdoek naar het dressoir zag lopen en de foto vastpakken om die op te poetsen, het speelgoed soldaatje tegen haar rug smeet? Ze merkte het niet eens. Anders had het al ingesleten ritueel zich herhaald, bij het thuiskomen van mijn vader zou ze met hem hebben gesmoesd en dan... Maar daar wou ik het niet over hebben. Dit alles zou immers uiteindelijk in het niet zinken bij het omverwerpende dat uit die radio schalde toen voor het eerst ik als zevenjarige echt tot luisteren werd gedwongen. Het was tegen het eind van de middag, een paar broers en ik stonden rond de tafel waar we juist een kop thee hadden gedronken, mijn moeder ruimde af. Een artiest werd licht smalend als zanger die niet kon zingen aangekondigd, komend uit de VS, een land met een speciale klank voor mij sinds ik mijn moeder nog meer terneergeslagen dan normaal had aangetroffen op een stoel naast de radio waar een ernstige stem beverig sprak over onze machtige bondgenoot, geschoktheid en diepe rouw, en zij meedeelde, alsof de Apocalyps eindelijk was aangebroken, dat president Kennedy was vermoord. In plaats van zoals gebruikelijk met violen of een hele band vulde de ether zich met de naakte regen van aangeslagen snaren van een enkele gitaar, dit kende ik niet, het had iets strijdvaardigs, dreigends ook, en tegelijk werd ik er van binnen warm van, maar het kon me niet voldoende voorbereiden op de stem die vervolgens door me heen sneed en intense, geheimzinnige gevoelens opriep, toen nog naamloos, en waar ik mijn verdere leven de vinger op heb proberen te leggen, maar die onvervreemdbaar van mij waren, terwijl ze toch werden opgeroepen door een ander. Deze leek dichter bij mij te staan dan ik zelf had kunnen komen tot dan. Hij zong voorbij aan wat mooi was, in dat gebied achter de gevel van wat men mij had geleerd dat aangenaam of goed was maar op mij overkwam als de blinde muur van een gevangenis, al zou ik er destijds niet die woorden voor gebruiken. Degene die zijn lied, waarvan ik de tekst nog had te ontcijferen, daar op me af slingerde, werd de man die mij de route wees naar de bron in mij waaruit dergelijke omschrijvingen opwelden buiten mijn bewuste zoeken om, vanuit een gevoel dat daar was al voor ik er deel van werd. Het was waarschijnlijk een van de eerste keren dat de plaat werd gedraaid voor de Nederlandse radio en allicht gekozen omdat het zogenaamd makkelijker verteerbaar was dan de rockende A-kant die mij zou wegblazen enige dagen later, toen mijn eigenzinnige opa en vijand van mijn vader het stiekem voor me aanschafte, die single met zijn absurde chaos waarin alles op zijn plaats viel en die Subterranean Homesick Blues heette. Nee, dit was de B-kant, The Times They Are A-Changin’, van Bob Dylan. Ik zou kennismaken met songs van hem die ik zelfs beter vond, maar geen verdedigde ik ooit feller, toen twee van mijn broers riepen: ‘wat afschuwelijk’, en mijn moeder op de radio afstoof met meer emotie dan doorgaans af te lezen op haar gesloten gelaat. Ik wierp me voor haar, greep naar haar arm zonder te denken aan de straf die daarop zou volgen van de hand van mijn vader, en plotseling deinsde zij verschrikt terug. Haar wanhopige vraag, of ik niet bang was voor de hel, want dat ik daar hard naar op weg was, beantwoordde ik slechts met een ‘stil!’. Verbleekt werd ik aangegaapt door zowel haar als mijn drie broers. Maar ik was niet meer daar in dezelfde ruimte met hen, ze konden me niet meer raken. De wat hese, holle en penetrerende stem die geen adem leek nodig te hebben in zijn lange uithalen, voerde me naar een oord waarvan de beelden op dat moment een wandeling in herinnering brachten waar mijn pas ontwikkelde geheugen amper vat op kreeg. Men had mij verteld dat ik niet alleen steeds de benen nam op de kleuterschool, regelmatig was ik zoek. Een keer hadden zij mij na lang speuren gevonden, vele straten verderop, langs het spoor, vlakbij het station en de overgang, zo dromerig dat ze mij pas na kwaad heen en weer schudden een reactie hadden ontlokt, ‘wat is er?’ Ik zag weer de rails voor me die in de verte ineen vloeiden en iets zichtbaar maakten dat er niet hoorde te zijn, daar wilde ik naar toe. Het naderende ratelen van wielen over die stalen oneindigheid dat nog voor de trein duidelijk verscheen gedempt opklonk uit de aarde waarop ik uitgestrekt lag in de berm, vermengde zich in mijn hoofd met het gitaarspel van deze grote onbekende uit dat land waarin presidenten vermoord werden en mijn tragische helden, de indianen, aan de horizon verdwenen. Het langszij razen van de wagons, het klagende signaal waarmee de reizigers op het perron gewaarschuwd werden, zong het niet zo als dat lied waarvan de uithaal ‘times’ zich nog zonder zijn betekenis te onthullen in mij vastbeet en deed verlangen naar waar mijn lichaam nog niet klaar voor was, laat staan dat mijn geest het bevatte?
Zeven jaren telde ik, in de lente van 1965. Vanuit de met hout omlijste radio die bij het op de tuin uitkijkende raam van de kamer stond klonk iets ongehoords. Hoe vaak had ik al niet in mijn eentje oorlog gespeeld aan de voet van het hoekmeubel waarop dit gevaarte rustte en met gewijde of onschuldig populaire muziek de anders loden stilte doorbrak zonder dat ik er acht op sloeg. Ooit, in de tijd dat ik in mijn dwarsheid steeds wegliep van de kleuterschool en door mijn ouders maar werd thuisgehouden, had ik vanaf die plek in een vreemde opwelling van woede vermengd met angst een zo ik nu weet ‘Confederate’ sluipschutter uit de Amerikaanse Burgeroorlog, waarmee ik net in navolging van mijn vreeswekkende vader een Wehrmacht soldaat had uitgeschakeld, naar mijn moeder gegooid. Zij had zich weer eens, na lange tijd zittend roerloos voor zich uit te staren, op het afstoffen geworpen en de radio zweeg. Later zou een nummer van de Stones, Mother’s Little Helper, mij enigszins wijzer maken omtrent haar gedrag, maar de wereld was nog niet opengegaan voor me middels dat ongehoorde geluid waarover ik het wil hebben en dat tot nummers als Mother’s Little Helper zou inspireren. Opgesloten nog was ik ondanks mijn vlucht weg van de voor mij rare groep kinderen in de klas, die terwijl ze elkaar aanstootten en knepen in het gareel ging staan, in mijn oren stomme liedjes zong, en dan aan het kliederen sloeg, vechtend om de aandacht van de juf die mij en twee Amboneesjes steeds apart en achter de potkachel zette om ‘onze luiheid en slechtheid er uit te zweten’. Uit mijn ooghoek had ik gezien hoe mijn moeders blik werd verduisterd door een donkere wolk, die me deed denken aan die waarvan ik had gehoord in de kerk, dat hij vuistgroot langs de hemel boven de woestijn reisde overdag, en waar achteraan het volk van Israël naar het beloofde land was getrokken, maar haar leidde hij naar het dressoir. Daarop stond, met gouden slot en vergulde dundruk pagina’s, een dik in zwartzijden omslag gehulde bundel van psalmen en het Nieuwe Testament, groot als de palm van een hand als je die daarvoor wilde openen. Ernaast een even hoge foto in zilveren lijst. Zo vaak had ik er naar gekeken, het portret van een jongen, geretoucheerd tot een buste, zijn fijn belijnde gezicht en schouders daagden op uit een schimmig wit. Dat was ik en toch niet. Hetzelfde blonde vlashaar, ietwat scheve mond, twijfelend tussen glimlach en triestheid, en ogen, waarvan de doordringende helderheid werd ondermijnd door de wat ik noemde geknakte oogleden, en ik begreep dat ik dat beter tegen niemand kon zeggen. Hij was in ieder geval ouder dan ik en hij droeg een bril, zoals ik ooit zou gaan dragen. De spencer die hij aan had zou ik ook nog eens moeten aantrekken, toen ik zo oud werd als hij, dertien, een leeftijd die hij nooit passeerde en waarop hij vastgelegd was op die foto, mijn broertje. Overleden aan de Engelse ziekte, opgelopen toen dat land het onze bevrijdde. Zijn ingevallen ribbenkast, dat was al heel lang duidelijk, zou zijn zwakke hart zo gaan beknellen dat het hem het leven ging kosten. Daar was mijn benauwdheid niets bij. Al heeft het me meermalen de adem benomen wanneer ik bedacht dat toen ik werd geboren die doem al over mijn moeder lag. Negen maanden nadat ik op de wereld kwam stierf hij en tot lang daarna kon mijn moeder mij amper aanraken, of ze het daarvoor had gedaan is onzeker, wat ik weet is dat mijn zus mij van begin af aan heeft verzorgd. Lag het daaraan dat toen ik mijn moeder zo bedrukt met de stofdoek naar het dressoir zag lopen en de foto vastpakken om die op te poetsen, het speelgoed soldaatje tegen haar rug smeet? Ze merkte het niet eens. Anders had het al ingesleten ritueel zich herhaald, bij het thuiskomen van mijn vader zou ze met hem hebben gesmoesd en dan... Maar daar wou ik het niet over hebben. Dit alles zou immers uiteindelijk in het niet zinken bij het omverwerpende dat uit die radio schalde toen voor het eerst ik als zevenjarige echt tot luisteren werd gedwongen. Het was tegen het eind van de middag, een paar broers en ik stonden rond de tafel waar we juist een kop thee hadden gedronken, mijn moeder ruimde af. Een artiest werd licht smalend als zanger die niet kon zingen aangekondigd, komend uit de VS, een land met een speciale klank voor mij sinds ik mijn moeder nog meer terneergeslagen dan normaal had aangetroffen op een stoel naast de radio waar een ernstige stem beverig sprak over onze machtige bondgenoot, geschoktheid en diepe rouw, en zij meedeelde, alsof de Apocalyps eindelijk was aangebroken, dat president Kennedy was vermoord. In plaats van zoals gebruikelijk met violen of een hele band vulde de ether zich met de naakte regen van aangeslagen snaren van een enkele gitaar, dit kende ik niet, het had iets strijdvaardigs, dreigends ook, en tegelijk werd ik er van binnen warm van, maar het kon me niet voldoende voorbereiden op de stem die vervolgens door me heen sneed en intense, geheimzinnige gevoelens opriep, toen nog naamloos, en waar ik mijn verdere leven de vinger op heb proberen te leggen, maar die onvervreemdbaar van mij waren, terwijl ze toch werden opgeroepen door een ander. Deze leek dichter bij mij te staan dan ik zelf had kunnen komen tot dan. Hij zong voorbij aan wat mooi was, in dat gebied achter de gevel van wat men mij had geleerd dat aangenaam of goed was maar op mij overkwam als de blinde muur van een gevangenis, al zou ik er destijds niet die woorden voor gebruiken. Degene die zijn lied, waarvan ik de tekst nog had te ontcijferen, daar op me af slingerde, werd de man die mij de route wees naar de bron in mij waaruit dergelijke omschrijvingen opwelden buiten mijn bewuste zoeken om, vanuit een gevoel dat daar was al voor ik er deel van werd. Het was waarschijnlijk een van de eerste keren dat de plaat werd gedraaid voor de Nederlandse radio en allicht gekozen omdat het zogenaamd makkelijker verteerbaar was dan de rockende A-kant die mij zou wegblazen enige dagen later, toen mijn eigenzinnige opa en vijand van mijn vader het stiekem voor me aanschafte, die single met zijn absurde chaos waarin alles op zijn plaats viel en die Subterranean Homesick Blues heette. Nee, dit was de B-kant, The Times They Are A-Changin’, van Bob Dylan. Ik zou kennismaken met songs van hem die ik zelfs beter vond, maar geen verdedigde ik ooit feller, toen twee van mijn broers riepen: ‘wat afschuwelijk’, en mijn moeder op de radio afstoof met meer emotie dan doorgaans af te lezen op haar gesloten gelaat. Ik wierp me voor haar, greep naar haar arm zonder te denken aan de straf die daarop zou volgen van de hand van mijn vader, en plotseling deinsde zij verschrikt terug. Haar wanhopige vraag, of ik niet bang was voor de hel, want dat ik daar hard naar op weg was, beantwoordde ik slechts met een ‘stil!’. Verbleekt werd ik aangegaapt door zowel haar als mijn drie broers. Maar ik was niet meer daar in dezelfde ruimte met hen, ze konden me niet meer raken. De wat hese, holle en penetrerende stem die geen adem leek nodig te hebben in zijn lange uithalen, voerde me naar een oord waarvan de beelden op dat moment een wandeling in herinnering brachten waar mijn pas ontwikkelde geheugen amper vat op kreeg. Men had mij verteld dat ik niet alleen steeds de benen nam op de kleuterschool, regelmatig was ik zoek. Een keer hadden zij mij na lang speuren gevonden, vele straten verderop, langs het spoor, vlakbij het station en de overgang, zo dromerig dat ze mij pas na kwaad heen en weer schudden een reactie hadden ontlokt, ‘wat is er?’ Ik zag weer de rails voor me die in de verte ineen vloeiden en iets zichtbaar maakten dat er niet hoorde te zijn, daar wilde ik naar toe. Het naderende ratelen van wielen over die stalen oneindigheid dat nog voor de trein duidelijk verscheen gedempt opklonk uit de aarde waarop ik uitgestrekt lag in de berm, vermengde zich in mijn hoofd met het gitaarspel van deze grote onbekende uit dat land waarin presidenten vermoord werden en mijn tragische helden, de indianen, aan de horizon verdwenen. Het langszij razen van de wagons, het klagende signaal waarmee de reizigers op het perron gewaarschuwd werden, zong het niet zo als dat lied waarvan de uithaal ‘times’ zich nog zonder zijn betekenis te onthullen in mij vastbeet en deed verlangen naar waar mijn lichaam nog niet klaar voor was, laat staan dat mijn geest het bevatte?
Hans Altena
Dylan kort #1004
Terwijl ik de tweede cd van The Bootleg series volumes 1 - 3 draai, stel ik deze nieuwe aflevering van 'Dylan kort' samen. Ik ben bij 'Farewell Angelina' aangekomen. Zoveel schoonheid vraagt aandacht van de luisteraar.
Inmiddels staat het stuk over de boeken Hard rain / Slow train van Michael Anton Miller en Understanding Bob Dylan van Tony Beck op de blog (zie hieronder).
Rolling Stone interview: In de Rolling Stone van 27 september 2012 stond een interview met Bob Dylan, zoals eenieder zich waarschijnlijk nog wel kan herinneren. Dat interview is nu ook online te lezen, zie hier.
I'm not there: Ik heb in de afgelopen afleveringen van 'Dylan kort' al een aantal links naar stukken over de film I'm not there opgenomen, maar niet een van die stukken waar ik eerder naar verwees, is zo uitvoerig als het stuk op Allerhande, maar vooral literatuur, zie hier.
L'Histoire du Soldat: In 'Dylan kort #1003' citeerde ik uit een recensie van deze dansvoorstelling, hier staat nog een recensie.
Still uit Dont look back: Op locatie, zie hier.
The New Orleans series: Een serie nieuwe schilderijen van Bob Dylan, te bewonderen in Milaan van 5 februari t/m 10 maart 2013. Een aantal werken kunnen hier bekeken worden.
De zwarte mannen: 'Is Bob Dylan een zwarte man?', zie hier.
The Battle: protestsongs: Ik lees hier: 'Dat Bob Dylan de koning én de keizer van de protestsong is, hoeven we natuurlijk niet uit te leggen.' Als ik zo vrij mag zijn, dan zou ik een uitleg toch wel zeer kunnen waarderen. Waarom is Bob Dylan de koning én de keizer van de protestsong?
Inmiddels staat het stuk over de boeken Hard rain / Slow train van Michael Anton Miller en Understanding Bob Dylan van Tony Beck op de blog (zie hieronder).
Rolling Stone interview: In de Rolling Stone van 27 september 2012 stond een interview met Bob Dylan, zoals eenieder zich waarschijnlijk nog wel kan herinneren. Dat interview is nu ook online te lezen, zie hier.
I'm not there: Ik heb in de afgelopen afleveringen van 'Dylan kort' al een aantal links naar stukken over de film I'm not there opgenomen, maar niet een van die stukken waar ik eerder naar verwees, is zo uitvoerig als het stuk op Allerhande, maar vooral literatuur, zie hier.
L'Histoire du Soldat: In 'Dylan kort #1003' citeerde ik uit een recensie van deze dansvoorstelling, hier staat nog een recensie.
Still uit Dont look back: Op locatie, zie hier.
The New Orleans series: Een serie nieuwe schilderijen van Bob Dylan, te bewonderen in Milaan van 5 februari t/m 10 maart 2013. Een aantal werken kunnen hier bekeken worden.
De zwarte mannen: 'Is Bob Dylan een zwarte man?', zie hier.
The Battle: protestsongs: Ik lees hier: 'Dat Bob Dylan de koning én de keizer van de protestsong is, hoeven we natuurlijk niet uit te leggen.' Als ik zo vrij mag zijn, dan zou ik een uitleg toch wel zeer kunnen waarderen. Waarom is Bob Dylan de koning én de keizer van de protestsong?
Twee boeken (waarvan je er één moet lezen)
Twee boeken: Hard rain / Slow train; passages about Dylan van Michael Anton Miller en Understanding Bob Dylan van Tony Beck. Beide boeken concentreren zich op het interpreteren van de songteksten van Bob Dylan. Twee boeken dus met hetzelfde uitgangspunt (tekst interpretatie), waarvan ik er één met plezier heb gelezen en de ander me regelmatig irriteerde.
Hard rain / Slow train is opmerkelijk goed geschreven. De tekst vloeit en is makkelijk te volgen. Michael Anton Miller weet wat hij doet.
Understanding Bob Dylan is goed geschreven. Beck schrijft - ondanks het indrukwekkende lijstje universiteiten in zijn korte biografie op de kaft van dit boek - zéér toegankelijk en aanstekelijk. En toch, wanneer Tony Beck het heeft over een scène - opgenomen in mei 1966 - uit de door Martin Scorcese geregisseerde film Don't look back [sic], dan lopen er toch even rillingen over mijn rug van ergernis (blz. 71). De beschreven scène is inderdaad in 1966 opgenomen en in de door Scorcese geregisseerde film No direction home te zien, niet in Dont look back (een schitterende film waar Scorcese geen drol mee te maken heeft gehad).
Elders heeft Beck het over 'Spanish boots of Spanish leather' in plaats van 'Boots of Spanish leather' en zo zijn er nog wel enkele voorbeelden te noemen.
Dit soort onnodige foutjes ben ik in het boek van Michael Anton Miller niet tegengekomen, en toch is het niet het boek van Miller dat je moet lezen. Miller heeft, zo lijkt het, voor het schrijven van Hard rain / Slow train ergens het absurde idee opgevat dat de sleutel tot al Dylans songteksten de 'Joker' en de 'Thief' uit 'All along the watchtower' zijn. Hij is zelf zo overtuigd van zijn gelijk, dat hij ergens aan het begin van Hard rain / Slow train schrijft dat er misschien wel miljoenen mensen zijn die naar Bob Dylans muziek (en teksten) luisteren, maar dat van al die luisteraars er maar héél weinig zijn die ook maar iets van Dylans songteksten begrijpen. Uiteraard is Miller, volgens eigen zeggen, de uitzondering. Hij heeft het begrepen, hij heeft immers de sleutel gevonden: de 'Joker' en de 'Thief'. Het grote probleem is dat Miller in Hard rain / Slow train bij het interpreteren van Bob Dylans songteksten niet meer de songtekst an sich als uitgangspunt neemt, maar zijn aanname dat de sleutel tot die songteksten bestaat uit de 'Joker' en de 'Thief'. Doordat de sleutel het uitgangspunt is geworden, lijkt Miller blind te zijn geworden voor de daadwerkelijke songteksten. Hij behandelt alleen die teksten die passen bij zijn gevonden sleutel.
Ondanks de foutjes is Understanding Bob Dylan van Tony Beck het boek dat je dus wel moet lezen. Dit boek is zo goed, dat ik Beck die paar kleine verschrijvingen makkelijk kan vergeven.
Beck begint zijn boek al heel anders dan Miller, namelijk met de mededeling dat Understanding Bob Dylan zijn interpretatie van Dylans songteksten bevat en niet de interpretatie. In Understanding Bob Dylan is er voldoende ruimte om het grondig met Beck eens of oneens te zijn. Understanding Bob Dylan bevat, na de introductie, vier hoofdstukken waarin naar bepaalde thema's binnen Dylans songteksten wordt gekeken: 'The themes and traditions I explore are those around which Dylan organizes his songs - love, sex and money and ambivalence about love; his attitude towards writing and creating; his use of the highway and the romantic traveler and outsider, the individual against society, and his use of bounderies; and the way he writes about time and memory.' (blz. 4)
Opvallend is dat Beck songteksten uit Dylans gehele carrière de revue laat passeren, maar dat de songteksten van Blood on the tracks duidelijk de meeste aandacht krijgen. Beck geeft in zijn inleiding duidelijk aan waarom hij hiervoor gekozen heeft.
Al met al is Understanding Bob Dylan een goed boek waarin voldoende ruimte is voor de lezer om het al dan niet eens te zijn met de interpretaties die Tony Beck in dit boek geeft. Helaas is dit bij Hard rain / Slow train van Michael Anton Miller niet het geval waardoor het boek gesloten blijft voor de lezer.
Michael Anton Miller - Hard rain / Slow train; passages about Dylan (Jupiter Hollow Media, LLC, 2011, 258 blz.)
Tony Beck - Understanding Bob Dylan (uitgever?, 2011, 274 blz.)
Hard rain / Slow train is opmerkelijk goed geschreven. De tekst vloeit en is makkelijk te volgen. Michael Anton Miller weet wat hij doet.
Understanding Bob Dylan is goed geschreven. Beck schrijft - ondanks het indrukwekkende lijstje universiteiten in zijn korte biografie op de kaft van dit boek - zéér toegankelijk en aanstekelijk. En toch, wanneer Tony Beck het heeft over een scène - opgenomen in mei 1966 - uit de door Martin Scorcese geregisseerde film Don't look back [sic], dan lopen er toch even rillingen over mijn rug van ergernis (blz. 71). De beschreven scène is inderdaad in 1966 opgenomen en in de door Scorcese geregisseerde film No direction home te zien, niet in Dont look back (een schitterende film waar Scorcese geen drol mee te maken heeft gehad).
Elders heeft Beck het over 'Spanish boots of Spanish leather' in plaats van 'Boots of Spanish leather' en zo zijn er nog wel enkele voorbeelden te noemen.
Dit soort onnodige foutjes ben ik in het boek van Michael Anton Miller niet tegengekomen, en toch is het niet het boek van Miller dat je moet lezen. Miller heeft, zo lijkt het, voor het schrijven van Hard rain / Slow train ergens het absurde idee opgevat dat de sleutel tot al Dylans songteksten de 'Joker' en de 'Thief' uit 'All along the watchtower' zijn. Hij is zelf zo overtuigd van zijn gelijk, dat hij ergens aan het begin van Hard rain / Slow train schrijft dat er misschien wel miljoenen mensen zijn die naar Bob Dylans muziek (en teksten) luisteren, maar dat van al die luisteraars er maar héél weinig zijn die ook maar iets van Dylans songteksten begrijpen. Uiteraard is Miller, volgens eigen zeggen, de uitzondering. Hij heeft het begrepen, hij heeft immers de sleutel gevonden: de 'Joker' en de 'Thief'. Het grote probleem is dat Miller in Hard rain / Slow train bij het interpreteren van Bob Dylans songteksten niet meer de songtekst an sich als uitgangspunt neemt, maar zijn aanname dat de sleutel tot die songteksten bestaat uit de 'Joker' en de 'Thief'. Doordat de sleutel het uitgangspunt is geworden, lijkt Miller blind te zijn geworden voor de daadwerkelijke songteksten. Hij behandelt alleen die teksten die passen bij zijn gevonden sleutel.
Ondanks de foutjes is Understanding Bob Dylan van Tony Beck het boek dat je dus wel moet lezen. Dit boek is zo goed, dat ik Beck die paar kleine verschrijvingen makkelijk kan vergeven.
Beck begint zijn boek al heel anders dan Miller, namelijk met de mededeling dat Understanding Bob Dylan zijn interpretatie van Dylans songteksten bevat en niet de interpretatie. In Understanding Bob Dylan is er voldoende ruimte om het grondig met Beck eens of oneens te zijn. Understanding Bob Dylan bevat, na de introductie, vier hoofdstukken waarin naar bepaalde thema's binnen Dylans songteksten wordt gekeken: 'The themes and traditions I explore are those around which Dylan organizes his songs - love, sex and money and ambivalence about love; his attitude towards writing and creating; his use of the highway and the romantic traveler and outsider, the individual against society, and his use of bounderies; and the way he writes about time and memory.' (blz. 4)
Opvallend is dat Beck songteksten uit Dylans gehele carrière de revue laat passeren, maar dat de songteksten van Blood on the tracks duidelijk de meeste aandacht krijgen. Beck geeft in zijn inleiding duidelijk aan waarom hij hiervoor gekozen heeft.
Al met al is Understanding Bob Dylan een goed boek waarin voldoende ruimte is voor de lezer om het al dan niet eens te zijn met de interpretaties die Tony Beck in dit boek geeft. Helaas is dit bij Hard rain / Slow train van Michael Anton Miller niet het geval waardoor het boek gesloten blijft voor de lezer.
Michael Anton Miller - Hard rain / Slow train; passages about Dylan (Jupiter Hollow Media, LLC, 2011, 258 blz.)
Tony Beck - Understanding Bob Dylan (uitgever?, 2011, 274 blz.)
Bob Dylan Thomas
Het is je misschien al opgevallen dat het uiterlijk van deze blog veranderd is. Dat was geen bewuste keuze. Ik klikte per ongeluk op een knop waarop ik beter niet had kunnen klikken. Met die klik verdween de oude opmaak als sneeuw voor de zon en dus werd ik gedwongen om een nieuw uiterlijk voor de blog vanuit het niets op te bouwen. Het voordeel daarvan is wel dat ik twee dingen die ik al tijden wilde realiseren nu kon waarmaken: twee kolommen (links en rechts) in plaats van één kolom en een Dylan-gerelateerde achtergrond. Is dit nieuwe uiterlijk wat?
Enfin, ik was achter de computer gaan zitten om nu eindelijk die recensie van die twee boeken te schrijven, die recensie die ik al meerdere keren hier (min of meer) aangekondigd heb. In plaats van recenseren werd het dus het uiterlijk van de blog opbouwen. Die recensie moet nog maar even wachten.
Al struinend over het internet kwam ik een bericht tegen waarin staat dat er pogingen worden ondernomen om Bob Dylan volgend jaar te laten optreden tijdens een festival ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Dylan Thomas. Uiteraard gaat het dan al weer snel over waar Bob Dylan zijn zelfverkozen naam heeft gevonden.
Gisteravond kwam ik in een dik boek een brief van William Everson tegen. Die brief is geschreven op 7 augustus 1975. Lees even mee: 'Actually, the two Englishmen who brought the dionysian back into American awareness in the pre-Beat era were Lawrence and Dylan Thomas. When Rexroth blurbed The Residual Years in 1948, he used Lawrence as the opening wedge. When Leslie Fiedler rose to the bait in August 1949 Partisan Review, he mostly attacked the blurb; it is significant that he coupled me with Dylan Thomas as my fellow "traveler in emotional excess." The sensational life and death were directly responsible for a shift in perspective, and helped pave the way for the Beats. It is significant that Bob Dylan took his name.'
Om het geheel weer enigszins in balans te brengen, moet je nu eigenlijk even naar de boekenkast lopen om Chronicles open te slaan en het stuk te lezen over Bob Dylans zelfgekozen naam.
Ben je er nog? Dan ben je dus niet naar de boekenkast gelopen!
Nu je er toch nog bent: vergeet niet het bericht hieronder te lezen (en daarna Chronicles).
Enfin, ik was achter de computer gaan zitten om nu eindelijk die recensie van die twee boeken te schrijven, die recensie die ik al meerdere keren hier (min of meer) aangekondigd heb. In plaats van recenseren werd het dus het uiterlijk van de blog opbouwen. Die recensie moet nog maar even wachten.
Al struinend over het internet kwam ik een bericht tegen waarin staat dat er pogingen worden ondernomen om Bob Dylan volgend jaar te laten optreden tijdens een festival ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Dylan Thomas. Uiteraard gaat het dan al weer snel over waar Bob Dylan zijn zelfverkozen naam heeft gevonden.
Gisteravond kwam ik in een dik boek een brief van William Everson tegen. Die brief is geschreven op 7 augustus 1975. Lees even mee: 'Actually, the two Englishmen who brought the dionysian back into American awareness in the pre-Beat era were Lawrence and Dylan Thomas. When Rexroth blurbed The Residual Years in 1948, he used Lawrence as the opening wedge. When Leslie Fiedler rose to the bait in August 1949 Partisan Review, he mostly attacked the blurb; it is significant that he coupled me with Dylan Thomas as my fellow "traveler in emotional excess." The sensational life and death were directly responsible for a shift in perspective, and helped pave the way for the Beats. It is significant that Bob Dylan took his name.'
Om het geheel weer enigszins in balans te brengen, moet je nu eigenlijk even naar de boekenkast lopen om Chronicles open te slaan en het stuk te lezen over Bob Dylans zelfgekozen naam.
Ben je er nog? Dan ben je dus niet naar de boekenkast gelopen!
Nu je er toch nog bent: vergeet niet het bericht hieronder te lezen (en daarna Chronicles).
Contact
Hai Tom,
Ach zomaar.
Heb met erg veel plezier je Aantekeningen nu in boekvorm gelezen. Kreeg er een toegestuurd van Alja Spaan. Zag wel een paar taalfoutjes (een paar d's en t's, een paar mannelijke en vrouwelijke vormen door elkaar gehaald -van die dingen dus), maar viel erg mee hoor ;-) Kan het niet helpen: ik zie taalfouten direct...
Met extra veel plezier gelezen je story over wereldtournee 1966. Als je nog eens meer van die studies hebt gemaakt of maakt dan lijken me die erg geschikt voor een eventueel volgend boek.
En zoals ik al eerder schreef, sommige stukken van je blog passen er volgens mij ook goed in. Maar dat moet je uiteraard zelf beslissen. Maar ik -en ik neem aan veel van je volgers- vind het niet erg een stuk nogmaals te lezen in gedrukte vorm. En veel ervan ben je dan vaak toch al vergeten.
En wat 1966 betreft: je kent uiteraard The Genuine Live 1966 Box van Scorpio. Heb hem zelf een jaar geleden gewoon via Marktplaats voor een heel schappelijke prijs (ik geloof 65 euro, wat natuurlijk koopje is) op de kop getikt. Niet elk concert is even goed van kwaliteit, maar een mooi bezit is het zeker. In een luxe package. En ja, daar kick ik op.
Nog een paar leuke, recente Dylan-contacten opgedaan.
Nota bene uit Kolderveen, een dorpje vlak bij Meppel.
Een man zag mij (in V&D in Meppel) zitten met mijn zwarte Dylan-jack. Vijf jaar geleden gekocht bij Dylanconcert in HMH. Ik draag het veel. Zit lekker en dat Dylan-logo mag gezien worden, niet?
Nou, mijnheer (ongeveer even oud als ik, schat ik -dus rond de 60) is al regelmatig in New York geweest voor concerten van Bob. En on memorylane uiteraard in Greenwich Village. Ook zo'n iemand die concerten all over the world van Dylan bezocht. Mijnheer heeft zelfs concerten bijgewoond in de schuur van Levon Helm toen deze nog leefde. "Ik praatte gewoon met Levon Helm en Larry Campbell die er ook was." Aldus mijnheer.
Nou ja, veel tijd en gelegenheid hadden we niet. (Ik zat er met autistische zoon Joost, dus dan moet ik heel erg op hem letten). Maar nog wel even telefoonnummers uitgewisseld voor een nader contact. Hem en nog iemand anders op jouw uitstekende blog attent gemaakt. En jou - in kielzog van Patrick Roefflaer- aangeprezen als de grootste Dylan-kenner van de Lage Landen. En Hans uiteraard.
Nou ja, wat maakt het uit.
Vond gewoon even leuk je dit te mailen.
Ed
Ha Ed,
Goed om te lezen dat je van de Bob Dylan aantekeningen (foutief, maar 'de' is met opzet met een kleine letter geschreven op de kaft) hebt genoten. Wat betreft die -d's en t's heb je natuurlijk helemaal gelijk. Toen was ik nog zo dom om te denken dat ik die fouten er wel uit zou halen door zelf één keer het manuscript door te lezen. Nu weet ik wel beter. Wat betreft mannelijke en vrouwelijke vorm zit er één opzettelijke fout in (waar overigens al meerdere mensen over gestruikeld zijn), blz. 6: 'Het jaar ligt op haar gat' moet natuurlijk 'Het jaar ligt op zijn gat' zijn, maar 'Het jaar ligt op haar gat' klinkt net wat eleganter, ook al is het fout.
Wat niet veel mensen weten, is dat - nog voor de publicatie van de Bob Dylan aantekeningen - ik een ander boek over Bob Dylan heb geschreven (Niemand zingt Dylan was de titel, als ik me niet vergis). Voor dat boek had ik een uitgever gevonden. Er was echter één maar: In dat boek zaten nogal wat citaten uit songteksten van Bob Dylan (en sommige songteksten van begin tot eind) en de uitgever stond er op dat ik eerst zorgde voor toestemming van de rechthebbende om te mogen citeren. Ergens in het voorjaar van 2009 heb ik een verzoek om te citeren bij de juiste persoon neergelegd. Ondanks herhaalde verzoeken om antwoord, heb ik daar nooit meer iets van gehoord, tot eergisteren. Eergisteren kreeg ik via de e-mail een bericht dat mijn verzoek ongelezen in de prullenbak van de ontvanger was verdwenen. Ik was Niemand zingt Dylan al weer helemaal vergeten, tot eergisteren.
Het stuk over tournee 1966 in de Bob Dylan aantekeningen stond aanvankelijk in Niemand zingt Dylan, maar omdat uitgave van Niemand zingt Dylan ten tijde van de Bob Dylan aantekeningen niks meer leek te worden, heb ik dat stuk maar in dat boekje opgenomen.
Ik heb de Bob Dylan aantekeningen min of meer op verzoek van Alja geschreven en ik moet bekennen dat ik daar nog steeds trots op ben. Stel je voor: een uitgever die je vraagt om een boekje voor haar uitgeverij te schrijven (terwijl je nog nooit iets gepubliceerd hebt). Ik ben Alja nog steeds dankbaar voor die kans.
Genoeg over de aantekeningen.
Zo'n toevallige ontmoeting, zoals je die beschrijft, is altijd mooi. Ik draag zelf nooit jassen, tassen of T-shirts met daarop het Dylan-logo of een portret van Dylan. En toch overkomt het me regelmatig dat ik, wanneer ik kijk tussen een rijtje albums van Bob Dylan op een beurs, in gesprek raak met een collega Dylan-liefhebber. Dat zijn bijna altijd aangename gesprekken, zolang je maar kunt verkroppen dat er net iets moois voor je neus uit een bak platen wordt gehaald.
Twee verhalen - in het verlengde van bovenstaande - uit de grijze jaren negentig: Ergens begin jaren negentig, voor het behalen van mijn rijbewijs of de gemakken van een OV-kaart voor studenten, reisde ik naar de dichtstbijzijnde 'grote' stad om platen te kopen (van Bob Dylan...) door langs de kant van de weg te gaan staan met een opgestoken duim. Eén keer ben ik opgepikt door een man die - nadat ik vertelde dat ik platen van Bob Dylan ging kopen in de stad - het half uur rijden vulde met een monoloog over 'Like a rolling stone'. Een lofzang waar het boek van Greil Marcus over dit nummer bij verbleekt. Van de inhoud van zijn lofzang kan ik me niks meer herinneren, maar nog wel zie ik - wanneer ik moeite doe - de passie in zijn ogen vonkelen bij het horen van de naam Bob Dylan.
Het tweede verhaal moet een paar jaar later zijn, aangezien ik toen - met dank aan de OV-kaart voor studenten - op vakantie was in Kijkduin. Ik was met nauwelijks een cent op zak van huis vertrokken. Om toch een enigszins aangenaam verblijf te hebben, speelden we (we waren met z'n vieren) nummers van Bob Dylan op de meegebrachte gitaren in het centrum van Den Haag, afgewisseld met jongleren. Uiteraard hadden we daar helemaal geen vergunning voor, dus zodra de politie in het zicht kwam, was het rennen geblazen.
Enfin, tijdens het spelen van ik weet niet meer welk nummer van Bob Dylan, kwam er een zwerver bij ons staan. Nadat het nummer was afgelopen, vroeg hij niet om de gebruikelijke gulden voor een kop koffie, maar diende hij een verzoeknummer in: 'Like a rolling stone'. Nadat we dat voor hem gespeeld hadden, bedankte hij ons en vertelde hij dat het enige dat hem nog in leven hield, de nummers van Bob Dylan waren. Natuurlijk had hij geen stereo-installatie of iets dergelijks, zo vertelde hij, hij had die nummers in zijn hoofd opgesloten.
Met die straatoptredens hebben we niet veel geld opgehaald. Nadat we er zelf nog dertig cent bijlegden, konden we allemaal één glas bier bestellen in een bruin café. Ondanks de financiële tekorten was het een fantastische week.
groet,
Tom
Ach zomaar.
Heb met erg veel plezier je Aantekeningen nu in boekvorm gelezen. Kreeg er een toegestuurd van Alja Spaan. Zag wel een paar taalfoutjes (een paar d's en t's, een paar mannelijke en vrouwelijke vormen door elkaar gehaald -van die dingen dus), maar viel erg mee hoor ;-) Kan het niet helpen: ik zie taalfouten direct...
Met extra veel plezier gelezen je story over wereldtournee 1966. Als je nog eens meer van die studies hebt gemaakt of maakt dan lijken me die erg geschikt voor een eventueel volgend boek.
En zoals ik al eerder schreef, sommige stukken van je blog passen er volgens mij ook goed in. Maar dat moet je uiteraard zelf beslissen. Maar ik -en ik neem aan veel van je volgers- vind het niet erg een stuk nogmaals te lezen in gedrukte vorm. En veel ervan ben je dan vaak toch al vergeten.
En wat 1966 betreft: je kent uiteraard The Genuine Live 1966 Box van Scorpio. Heb hem zelf een jaar geleden gewoon via Marktplaats voor een heel schappelijke prijs (ik geloof 65 euro, wat natuurlijk koopje is) op de kop getikt. Niet elk concert is even goed van kwaliteit, maar een mooi bezit is het zeker. In een luxe package. En ja, daar kick ik op.
Nog een paar leuke, recente Dylan-contacten opgedaan.
Nota bene uit Kolderveen, een dorpje vlak bij Meppel.
Een man zag mij (in V&D in Meppel) zitten met mijn zwarte Dylan-jack. Vijf jaar geleden gekocht bij Dylanconcert in HMH. Ik draag het veel. Zit lekker en dat Dylan-logo mag gezien worden, niet?
Nou, mijnheer (ongeveer even oud als ik, schat ik -dus rond de 60) is al regelmatig in New York geweest voor concerten van Bob. En on memorylane uiteraard in Greenwich Village. Ook zo'n iemand die concerten all over the world van Dylan bezocht. Mijnheer heeft zelfs concerten bijgewoond in de schuur van Levon Helm toen deze nog leefde. "Ik praatte gewoon met Levon Helm en Larry Campbell die er ook was." Aldus mijnheer.
Nou ja, veel tijd en gelegenheid hadden we niet. (Ik zat er met autistische zoon Joost, dus dan moet ik heel erg op hem letten). Maar nog wel even telefoonnummers uitgewisseld voor een nader contact. Hem en nog iemand anders op jouw uitstekende blog attent gemaakt. En jou - in kielzog van Patrick Roefflaer- aangeprezen als de grootste Dylan-kenner van de Lage Landen. En Hans uiteraard.
Nou ja, wat maakt het uit.
Vond gewoon even leuk je dit te mailen.
Ed
Ha Ed,
Goed om te lezen dat je van de Bob Dylan aantekeningen (foutief, maar 'de' is met opzet met een kleine letter geschreven op de kaft) hebt genoten. Wat betreft die -d's en t's heb je natuurlijk helemaal gelijk. Toen was ik nog zo dom om te denken dat ik die fouten er wel uit zou halen door zelf één keer het manuscript door te lezen. Nu weet ik wel beter. Wat betreft mannelijke en vrouwelijke vorm zit er één opzettelijke fout in (waar overigens al meerdere mensen over gestruikeld zijn), blz. 6: 'Het jaar ligt op haar gat' moet natuurlijk 'Het jaar ligt op zijn gat' zijn, maar 'Het jaar ligt op haar gat' klinkt net wat eleganter, ook al is het fout.
Wat niet veel mensen weten, is dat - nog voor de publicatie van de Bob Dylan aantekeningen - ik een ander boek over Bob Dylan heb geschreven (Niemand zingt Dylan was de titel, als ik me niet vergis). Voor dat boek had ik een uitgever gevonden. Er was echter één maar: In dat boek zaten nogal wat citaten uit songteksten van Bob Dylan (en sommige songteksten van begin tot eind) en de uitgever stond er op dat ik eerst zorgde voor toestemming van de rechthebbende om te mogen citeren. Ergens in het voorjaar van 2009 heb ik een verzoek om te citeren bij de juiste persoon neergelegd. Ondanks herhaalde verzoeken om antwoord, heb ik daar nooit meer iets van gehoord, tot eergisteren. Eergisteren kreeg ik via de e-mail een bericht dat mijn verzoek ongelezen in de prullenbak van de ontvanger was verdwenen. Ik was Niemand zingt Dylan al weer helemaal vergeten, tot eergisteren.
Het stuk over tournee 1966 in de Bob Dylan aantekeningen stond aanvankelijk in Niemand zingt Dylan, maar omdat uitgave van Niemand zingt Dylan ten tijde van de Bob Dylan aantekeningen niks meer leek te worden, heb ik dat stuk maar in dat boekje opgenomen.
Ik heb de Bob Dylan aantekeningen min of meer op verzoek van Alja geschreven en ik moet bekennen dat ik daar nog steeds trots op ben. Stel je voor: een uitgever die je vraagt om een boekje voor haar uitgeverij te schrijven (terwijl je nog nooit iets gepubliceerd hebt). Ik ben Alja nog steeds dankbaar voor die kans.
Genoeg over de aantekeningen.
Zo'n toevallige ontmoeting, zoals je die beschrijft, is altijd mooi. Ik draag zelf nooit jassen, tassen of T-shirts met daarop het Dylan-logo of een portret van Dylan. En toch overkomt het me regelmatig dat ik, wanneer ik kijk tussen een rijtje albums van Bob Dylan op een beurs, in gesprek raak met een collega Dylan-liefhebber. Dat zijn bijna altijd aangename gesprekken, zolang je maar kunt verkroppen dat er net iets moois voor je neus uit een bak platen wordt gehaald.
Twee verhalen - in het verlengde van bovenstaande - uit de grijze jaren negentig: Ergens begin jaren negentig, voor het behalen van mijn rijbewijs of de gemakken van een OV-kaart voor studenten, reisde ik naar de dichtstbijzijnde 'grote' stad om platen te kopen (van Bob Dylan...) door langs de kant van de weg te gaan staan met een opgestoken duim. Eén keer ben ik opgepikt door een man die - nadat ik vertelde dat ik platen van Bob Dylan ging kopen in de stad - het half uur rijden vulde met een monoloog over 'Like a rolling stone'. Een lofzang waar het boek van Greil Marcus over dit nummer bij verbleekt. Van de inhoud van zijn lofzang kan ik me niks meer herinneren, maar nog wel zie ik - wanneer ik moeite doe - de passie in zijn ogen vonkelen bij het horen van de naam Bob Dylan.
Het tweede verhaal moet een paar jaar later zijn, aangezien ik toen - met dank aan de OV-kaart voor studenten - op vakantie was in Kijkduin. Ik was met nauwelijks een cent op zak van huis vertrokken. Om toch een enigszins aangenaam verblijf te hebben, speelden we (we waren met z'n vieren) nummers van Bob Dylan op de meegebrachte gitaren in het centrum van Den Haag, afgewisseld met jongleren. Uiteraard hadden we daar helemaal geen vergunning voor, dus zodra de politie in het zicht kwam, was het rennen geblazen.
Enfin, tijdens het spelen van ik weet niet meer welk nummer van Bob Dylan, kwam er een zwerver bij ons staan. Nadat het nummer was afgelopen, vroeg hij niet om de gebruikelijke gulden voor een kop koffie, maar diende hij een verzoeknummer in: 'Like a rolling stone'. Nadat we dat voor hem gespeeld hadden, bedankte hij ons en vertelde hij dat het enige dat hem nog in leven hield, de nummers van Bob Dylan waren. Natuurlijk had hij geen stereo-installatie of iets dergelijks, zo vertelde hij, hij had die nummers in zijn hoofd opgesloten.
Met die straatoptredens hebben we niet veel geld opgehaald. Nadat we er zelf nog dertig cent bijlegden, konden we allemaal één glas bier bestellen in een bruin café. Ondanks de financiële tekorten was het een fantastische week.
groet,
Tom
Dylan kort #1003
Werkstuk schrijver zoekt hulp: Zie hier.
Dylan vs. Cohen: (Een aanvulling op 'Dylan kort #1002'), zie hier.
Planet waves werd - aldus de website Searching for a gem - uitgebracht op 17 januari 1974. Deze website houdt het op 18 januari 1974 (inclusief aandacht voor het prentenboek Forever young). Of het album nou op 17 of 18 januari uitkwam, maakt uiteindelijk niet uit. Ik heb geen 'goede reden' nodig om naar Planet waves te luisteren. [met dank aan Ton voor de tip]
Revisionist art: thirty works by Bob Dylan is de naam van een tentoonstelling met werken van Dylan die momenteel in New York te bewonderen is. Op 1 februari komt de catalogus van deze tentoonstelling uit, zie hier.
de Volkskrant: 'In het rokerige duister met daarin de stem van Bob Dylan lopen een man en vrouw naar elkaar toe. In hun verstrengeling vormen ze één zwarte vlek. Organischer en naadlozer dan dit beeld wordt hun samenzijn niet meer. Het begin van de dansproductie L'histoire du soldat is een droom, een herinnering aan een ver verleden.' (Mirjam van der Linden - 'Dans L'histoire du soldat'; de Volkskrant, 17 januari 2013) [met dank aan Peter]
Allen Ginsberg: Het album First blues van Allen Ginsberg (waarop Dylan op enkele nummers meespeelt) is opnieuw uitgebracht op elpee en cd, zie hier.
Dylan vs. Cohen: (Een aanvulling op 'Dylan kort #1002'), zie hier.
Planet waves werd - aldus de website Searching for a gem - uitgebracht op 17 januari 1974. Deze website houdt het op 18 januari 1974 (inclusief aandacht voor het prentenboek Forever young). Of het album nou op 17 of 18 januari uitkwam, maakt uiteindelijk niet uit. Ik heb geen 'goede reden' nodig om naar Planet waves te luisteren. [met dank aan Ton voor de tip]
Revisionist art: thirty works by Bob Dylan is de naam van een tentoonstelling met werken van Dylan die momenteel in New York te bewonderen is. Op 1 februari komt de catalogus van deze tentoonstelling uit, zie hier.
de Volkskrant: 'In het rokerige duister met daarin de stem van Bob Dylan lopen een man en vrouw naar elkaar toe. In hun verstrengeling vormen ze één zwarte vlek. Organischer en naadlozer dan dit beeld wordt hun samenzijn niet meer. Het begin van de dansproductie L'histoire du soldat is een droom, een herinnering aan een ver verleden.' (Mirjam van der Linden - 'Dans L'histoire du soldat'; de Volkskrant, 17 januari 2013) [met dank aan Peter]
Allen Ginsberg: Het album First blues van Allen Ginsberg (waarop Dylan op enkele nummers meespeelt) is opnieuw uitgebracht op elpee en cd, zie hier.
De theorie van 'mevrouw Tom', de Bob Dylan-lookalikes en Blood on the tracks
Little red wagon
Little red bike
I ain’t no monkey but I know what I like
(Bob Dylan - 'Buckets of rain')
Het is lang geleden dat er vier dagen tussen twee berichten op deze blog hebben gezeten, zoals nu het geval is. Het was even nodig, zal ik maar zeggen.
Toen ik een paar dagen geleden te horen kreeg dat ik er verstandig aan doe om even gas terug te nemen en vooral te doen wat ik leuk vind, moest ik eerst voor mezelf bepalen of het bijhouden van deze blog onder het kopje 'leuk' valt. Nu ik weet dat dat inderdaad het geval is, kan ik weer verder.
In de afgelopen paar dagen heb ik opmerkelijk veel gelezen (waaronder twee boeken over Bob Dylan, waarvan er eentje de moeite waard is, maar daarover later meer) en in stoel gehangen. Een van de gelezen boeken heeft de titel Sex, blogs & rock-'n-roll, een boek dat ik heb gelezen vanwege het woord 'blogs' in de titel (en niet vanwege een of andere connectie met Dylan). Aardig boek.
Geloof je in toeval? Ook in dit boek komt Dylan (bijna) voorbij. Bladzijde 26 van Sex, blogs & rock-'n-roll: 'ik ontmoette muzikanten uit The E Street Band van Bruce Springsteen, talloze rockbandjes die misschien nooit zouden doorbreken, een blinde zanger die behalve een visuele handicap nog veel meer gemeen had met Ray Charles en drie Bob Dylan-lookalikes.'
Hoe ontmoet je drie Bob Dylan-lookalikes? Ik heb er nog nooit eentje gevonden.
'Mevrouw Tom' heeft - sinds Dylans concert in Rotterdam in 1998 - een theorie: Tijdens een concert van Bob Dylan bestaat een absurd groot deel van het publiek uit mannen in het algemeen en mannen met krullend haar, een jasje van spijkerstof en een bril op de neus in het bijzonder. Ik ben er eens op gaan letten en ze heeft gelijk (al lijkt het met de jaren minder te worden), maar een Bob Dylan-lookalike ben ik nog nooit in een concerthal (of elders) tegengekomen.
Ernst-Jan Pfauth (de schrijver van Sex, blogs & rock-'n-roll) is er maar liefst drie tegengekomen, drie Bob Dylan-lookalikes. Waar? Zo vraag je je misschien af. Nou, in New York.
Ik moet dus maar naar New York om die lookalikes tegen het lijf te kunnen lopen. Of zou Pfauth er andere normen op nahouden dan ik wanneer het gaat om wat een Bob Dylan-lookalike is? Lijken die drie een beetje op Dylan of zijn het (bijna) klonen?
Goed, ik ben er dus weer. Ik moet het even rustig aan doen, alleen dingen die ik leuk vind pak ik weer op. Daar valt de blog onder, net als luisteren naar Dylans muziek.
Na vier dagen stilte in huis heb ik vanochtend Blood on the tracks opgezet. Het is lang geleden dat ik drie dagen (of meer) geen noot Dylan gehoord heb. En terwijl ik vanochtend naar 'Idiot wind' en 'Shelter from the storm' en al die andere nummers van Blood on the tracks - van 'Tangled up in blue' tot 'Buckets of rain' - luisterde, vroeg ik mezelf het volgende af: mag een Dylan-liefhebber zichzelf nog zo noemen nadat hij drie dagen geen noot Dylan heeft gehoord?
Natuurlijk moet de man (of vrouw) in kwestie dat zelf bepalen. Maar een intrigerende vraag is het wel.
Little red bike
I ain’t no monkey but I know what I like
(Bob Dylan - 'Buckets of rain')
Het is lang geleden dat er vier dagen tussen twee berichten op deze blog hebben gezeten, zoals nu het geval is. Het was even nodig, zal ik maar zeggen.
Toen ik een paar dagen geleden te horen kreeg dat ik er verstandig aan doe om even gas terug te nemen en vooral te doen wat ik leuk vind, moest ik eerst voor mezelf bepalen of het bijhouden van deze blog onder het kopje 'leuk' valt. Nu ik weet dat dat inderdaad het geval is, kan ik weer verder.
In de afgelopen paar dagen heb ik opmerkelijk veel gelezen (waaronder twee boeken over Bob Dylan, waarvan er eentje de moeite waard is, maar daarover later meer) en in stoel gehangen. Een van de gelezen boeken heeft de titel Sex, blogs & rock-'n-roll, een boek dat ik heb gelezen vanwege het woord 'blogs' in de titel (en niet vanwege een of andere connectie met Dylan). Aardig boek.
Geloof je in toeval? Ook in dit boek komt Dylan (bijna) voorbij. Bladzijde 26 van Sex, blogs & rock-'n-roll: 'ik ontmoette muzikanten uit The E Street Band van Bruce Springsteen, talloze rockbandjes die misschien nooit zouden doorbreken, een blinde zanger die behalve een visuele handicap nog veel meer gemeen had met Ray Charles en drie Bob Dylan-lookalikes.'
Hoe ontmoet je drie Bob Dylan-lookalikes? Ik heb er nog nooit eentje gevonden.
'Mevrouw Tom' heeft - sinds Dylans concert in Rotterdam in 1998 - een theorie: Tijdens een concert van Bob Dylan bestaat een absurd groot deel van het publiek uit mannen in het algemeen en mannen met krullend haar, een jasje van spijkerstof en een bril op de neus in het bijzonder. Ik ben er eens op gaan letten en ze heeft gelijk (al lijkt het met de jaren minder te worden), maar een Bob Dylan-lookalike ben ik nog nooit in een concerthal (of elders) tegengekomen.
Ernst-Jan Pfauth (de schrijver van Sex, blogs & rock-'n-roll) is er maar liefst drie tegengekomen, drie Bob Dylan-lookalikes. Waar? Zo vraag je je misschien af. Nou, in New York.
Ik moet dus maar naar New York om die lookalikes tegen het lijf te kunnen lopen. Of zou Pfauth er andere normen op nahouden dan ik wanneer het gaat om wat een Bob Dylan-lookalike is? Lijken die drie een beetje op Dylan of zijn het (bijna) klonen?
Goed, ik ben er dus weer. Ik moet het even rustig aan doen, alleen dingen die ik leuk vind pak ik weer op. Daar valt de blog onder, net als luisteren naar Dylans muziek.
Na vier dagen stilte in huis heb ik vanochtend Blood on the tracks opgezet. Het is lang geleden dat ik drie dagen (of meer) geen noot Dylan gehoord heb. En terwijl ik vanochtend naar 'Idiot wind' en 'Shelter from the storm' en al die andere nummers van Blood on the tracks - van 'Tangled up in blue' tot 'Buckets of rain' - luisterde, vroeg ik mezelf het volgende af: mag een Dylan-liefhebber zichzelf nog zo noemen nadat hij drie dagen geen noot Dylan heeft gehoord?
Natuurlijk moet de man (of vrouw) in kwestie dat zelf bepalen. Maar een intrigerende vraag is het wel.
Dylan kort #1002
Vergeet niet het stuk - hieronder - over The Complete Bob Dylan discography te lezen.
13 januari 1965: Bob Dylan begint aan de opnamen voor Bringing it all back home (zie hier), vandaag 48 jaar geleden. Ik heb eerder over die sessie geschreven, dat staat hier.
NRC Handelsblad: In een recensie over het boek I'm your man van Sylvie Simmons schrijft Kester Freriks in NRC Handelsblad van 11 januari: 'Met Bob Dylan sloot hij [Leonard Cohen] een tamelijke afstandelijke vriendschap. Mooi beschreven is de eerste ontmoeting tussen Dylan en Cohen. De zangers wisselen ervaringen uit over de tijd die ze besteden aan het schrijven van een song. Bob Dylan: nog geen tien minuten, soms tijdens een taxirit. Waarop Cohen repliceert: vele jaren.'
Vergelijk dit met het volgende, opgetekend uit de mond van Leonard Cohen: 'The last time we met for any great lenght of time was after a concert he'd [Dylan] done in Paris. We met in a cafe in the 14th Arrondissment and we had a real good writers' shop talk. We really went into stuff very technically. You couldn't meet two people who work more differently. He said, I like this song you wrote called "Hallelujah". In fact, he started doing it in concert. He said, How long did that take you to write? And I said, Oh, the best part of two years. He said, Two years? Kinda shocked. And then we started talking about a song of his called "I and I" from Infidels. I said, How long did you take to write that. He said, Ohh, 15 minutes. I almost fell off my chair. Bob just laughed.' (The Telegraph 41, blz. 30)
Johnny Cash: Ik heb een haat-liefde-verhouding met de muziek van Johnny Cash. Er zijn nummers van Cash waar ik graag naar luister, maar er zijn ook nummers waarvan ik gillend de kamer uit ren. Sinds een paar jaar heeft Johnny Cash zijn eigen Bootleg series. Onlangs kocht ik de eerste twee delen van deze serie, het gaat me hier om het tweede deel: Bootleg vol. II; from Memphis to Hollywood. Op deze dubbel-cd staan onder andere een demo-versie van 'Train of love' dat Bob Dylan opnam voor de Cash-tribute Kindred spirits. Deze demo-versie van 'Train of love' is de moeite van het beluisteren meer dan waard. Verder bevat deze dubbel-cd een Cash-versie van Dylans 'One too many mornings' die ik - op z'n zachtst gezegd - verre van geslaagd vind. Enfin, het is niet veel. Doe ermee wat je wilt.
13 januari 1965: Bob Dylan begint aan de opnamen voor Bringing it all back home (zie hier), vandaag 48 jaar geleden. Ik heb eerder over die sessie geschreven, dat staat hier.
NRC Handelsblad: In een recensie over het boek I'm your man van Sylvie Simmons schrijft Kester Freriks in NRC Handelsblad van 11 januari: 'Met Bob Dylan sloot hij [Leonard Cohen] een tamelijke afstandelijke vriendschap. Mooi beschreven is de eerste ontmoeting tussen Dylan en Cohen. De zangers wisselen ervaringen uit over de tijd die ze besteden aan het schrijven van een song. Bob Dylan: nog geen tien minuten, soms tijdens een taxirit. Waarop Cohen repliceert: vele jaren.'
Vergelijk dit met het volgende, opgetekend uit de mond van Leonard Cohen: 'The last time we met for any great lenght of time was after a concert he'd [Dylan] done in Paris. We met in a cafe in the 14th Arrondissment and we had a real good writers' shop talk. We really went into stuff very technically. You couldn't meet two people who work more differently. He said, I like this song you wrote called "Hallelujah". In fact, he started doing it in concert. He said, How long did that take you to write? And I said, Oh, the best part of two years. He said, Two years? Kinda shocked. And then we started talking about a song of his called "I and I" from Infidels. I said, How long did you take to write that. He said, Ohh, 15 minutes. I almost fell off my chair. Bob just laughed.' (The Telegraph 41, blz. 30)
Johnny Cash: Ik heb een haat-liefde-verhouding met de muziek van Johnny Cash. Er zijn nummers van Cash waar ik graag naar luister, maar er zijn ook nummers waarvan ik gillend de kamer uit ren. Sinds een paar jaar heeft Johnny Cash zijn eigen Bootleg series. Onlangs kocht ik de eerste twee delen van deze serie, het gaat me hier om het tweede deel: Bootleg vol. II; from Memphis to Hollywood. Op deze dubbel-cd staan onder andere een demo-versie van 'Train of love' dat Bob Dylan opnam voor de Cash-tribute Kindred spirits. Deze demo-versie van 'Train of love' is de moeite van het beluisteren meer dan waard. Verder bevat deze dubbel-cd een Cash-versie van Dylans 'One too many mornings' die ik - op z'n zachtst gezegd - verre van geslaagd vind. Enfin, het is niet veel. Doe ermee wat je wilt.
Martin C. Strong - The Complete Bob Dylan discography
Ik ben nogal verknocht aan boeken, papieren boeken die ruiken en waarvan de bladzijden moeten worden omgeslagen.
Vanochtend heb ik me voor het eerst laten verleiden om een digitaal boek - een ebook - aan te schaffen (wat overigens prima is bevallen). Het werd The Complete Bob Dylan discography van Martin C. Strong (prijs: €1,99). Het ebook bevat 67 bladzijden en voor ik begon te lezen, kon ik me eigenlijk niet voorstellen dat in 67 bladzijden Dylans gehele discografie te behandelen is.
Al lezende merkte ik dat Strong voor het gros van Dylans albums niet meer dan een regel of drie nodig heeft gehad om het album te beschrijven en te beoordelen (met een cijfer) waardoor ik op bladzijde 23 al ben aanbeland bij Together through life en Strong dus eigenlijk wel klaar lijkt te zijn. Het mogelijk duidelijk zijn dat de eventuele kwaliteit van dit boek niet te vinden is in deze beschrijvingen...
Bij het omslaan van de bladzijde, viel pas het kwartje: die beschrijvingen van (en oordelen over) al Dylans albums vormen 'slechts' de introductie tot de discografie die daarna volgt en bij het zien van die discografie weet ik ook gelijk waarom de naam Martin C. Strong me zo bekend voor kwam.
In 2002 kocht ik het vuistdikke (bijna 1200 pagina's op A4) boek The Great rock discography (zesde editie) van... Martin C. Strong. Het ebook The Bob Dylan discography komt rechtstreeks uit The Great rock discography en is aangevuld met albums van Bob Dylan die zijn uitgebracht sinds het uitkomen van die papieren discografie. Die discografie van Martin C. Strong is gebaseerd op de Amerikaanse en Engelse persingen van Bob Dylans albums en singles. Voor een album als Bringing it all back home ziet dat er (bijvoorbeeld) als volgt uit:
Apr. 65. (lp; stereo/mono) (S+ / BPG 62515) BRINGING IT ALL BACK HOME [6] May 65 [1]
- Subterranean homesick blues / She belongs to me / Maggie's farm / Love minus zero/no limit / Outlaw blues / On the road again / Bob Dylan's 115th dream / Mr tambourine man / Gates of Eden / It's alright, ma (I'm only bleeding) / It's all over now, baby blue. (re-iss. Jul 83 lp/c; CBS/40 32344) (cd-iss. Jul 87; CD 62515) (cd re-iss. Jul 89 as SUBTERRANEAN HOMESICK BLUES; CD 32344) (cd re-mast. Mar 04 on Columbia; 512353-2)
Het vervelende van dit ebook is, dat de legenda om al die gegeven informatie te kunnen lezen ontbreekt. Die legenda is wel te vinden in The Great rock discography.
Om bij bovenstaand voorbeeld te blijven: de eerst gegeven datum geeft aan wanneer dit album in Amerika uitkwam (april 1965), op elpee in mono en stereo. Vervolgens geeft Strong tussen < ... > het catalogusnummer van de Amerikaanse release (alleen de stereo-persing, gek genoeg) en tussen (...) de catalogusnummers van de Engelse stereo- en mono-persing.
Na de albumtitel volgt tussen [...] de hoogste notering van dit album in de Amerikaanse albumlijst, de datum van release in Engeland (mei 1965) en de hoogste notering van dit album in de Engelse albumlijst.
Na de tracklist van het album volgt een verre van complete lijst met heruitgaven van het bewuste album, waarbij wederom geldt: <...> = een Amerikaanse release, (...) = een Engelse release.
The Complete Bob Dylan discography van Martin C. Strong is een aardig ebook voor de beginnende Dylan-liefhebber. In dit boek kan vrij eenvoudig gezocht worden naar bijvoorbeeld welk nummer op welk album is uitgebracht. Voor de prijs (€1,99) hoeft je het niet te laten.
Grootste misser: het ontbreken van een legenda. Zonder legenda is veel van de gegeven informatie lastig te lezen.
Vanochtend heb ik me voor het eerst laten verleiden om een digitaal boek - een ebook - aan te schaffen (wat overigens prima is bevallen). Het werd The Complete Bob Dylan discography van Martin C. Strong (prijs: €1,99). Het ebook bevat 67 bladzijden en voor ik begon te lezen, kon ik me eigenlijk niet voorstellen dat in 67 bladzijden Dylans gehele discografie te behandelen is.
Al lezende merkte ik dat Strong voor het gros van Dylans albums niet meer dan een regel of drie nodig heeft gehad om het album te beschrijven en te beoordelen (met een cijfer) waardoor ik op bladzijde 23 al ben aanbeland bij Together through life en Strong dus eigenlijk wel klaar lijkt te zijn. Het mogelijk duidelijk zijn dat de eventuele kwaliteit van dit boek niet te vinden is in deze beschrijvingen...
Bij het omslaan van de bladzijde, viel pas het kwartje: die beschrijvingen van (en oordelen over) al Dylans albums vormen 'slechts' de introductie tot de discografie die daarna volgt en bij het zien van die discografie weet ik ook gelijk waarom de naam Martin C. Strong me zo bekend voor kwam.
In 2002 kocht ik het vuistdikke (bijna 1200 pagina's op A4) boek The Great rock discography (zesde editie) van... Martin C. Strong. Het ebook The Bob Dylan discography komt rechtstreeks uit The Great rock discography en is aangevuld met albums van Bob Dylan die zijn uitgebracht sinds het uitkomen van die papieren discografie. Die discografie van Martin C. Strong is gebaseerd op de Amerikaanse en Engelse persingen van Bob Dylans albums en singles. Voor een album als Bringing it all back home ziet dat er (bijvoorbeeld) als volgt uit:
Apr. 65. (lp; stereo/mono)
- Subterranean homesick blues / She belongs to me / Maggie's farm / Love minus zero/no limit / Outlaw blues / On the road again / Bob Dylan's 115th dream / Mr tambourine man / Gates of Eden / It's alright, ma (I'm only bleeding) / It's all over now, baby blue. (re-iss. Jul 83 lp/c; CBS/40 32344) (cd-iss. Jul 87; CD 62515) (cd re-iss. Jul 89 as SUBTERRANEAN HOMESICK BLUES; CD 32344)
Het vervelende van dit ebook is, dat de legenda om al die gegeven informatie te kunnen lezen ontbreekt. Die legenda is wel te vinden in The Great rock discography.
Om bij bovenstaand voorbeeld te blijven: de eerst gegeven datum geeft aan wanneer dit album in Amerika uitkwam (april 1965), op elpee in mono en stereo. Vervolgens geeft Strong tussen < ... > het catalogusnummer van de Amerikaanse release (alleen de stereo-persing, gek genoeg) en tussen (...) de catalogusnummers van de Engelse stereo- en mono-persing.
Na de albumtitel volgt tussen [...] de hoogste notering van dit album in de Amerikaanse albumlijst, de datum van release in Engeland (mei 1965) en de hoogste notering van dit album in de Engelse albumlijst.
Na de tracklist van het album volgt een verre van complete lijst met heruitgaven van het bewuste album, waarbij wederom geldt: <...> = een Amerikaanse release, (...) = een Engelse release.
The Complete Bob Dylan discography van Martin C. Strong is een aardig ebook voor de beginnende Dylan-liefhebber. In dit boek kan vrij eenvoudig gezocht worden naar bijvoorbeeld welk nummer op welk album is uitgebracht. Voor de prijs (€1,99) hoeft je het niet te laten.
Grootste misser: het ontbreken van een legenda. Zonder legenda is veel van de gegeven informatie lastig te lezen.
Dylan kort #1001
I'm not there kan op groot scherm bekeken worden op 24 januari in Nijkerk (met of zonder diner), zie hier.
'Don't think twice, it's all right': Veel foto's en citaten, op tumblr. Zie hier. (Ik verwacht dat dit slechts één voorbeeld is van vele Dylan-pagina's op tumblr)
Boudewijn de Groot: Een interview met De Groot, onder andere (kort) over Bob Dylan, zie hier.
Foto: De foto rechts - uit 1978 - ontving ik van Cas (waarvoor dank!) ter illustratie bij een eerder bericht over het boek The Blues line. Op de foto staan Bob Dylan en Big Joe Williams.
Weblog op iPad: In 'Dylan kort #1000' vroeg ik lezers om hulp. De vraag was hoe deze weblog op de iPad op dezelfde manier bekeken kan worden als op een computer. De eerste oplossing komt van Arno (waarvoor dank!): na het openen van deze weblog op de iPad scroll je naar beneden. Onderaan de pagina staat de mogelijkheid 'internet versie weergeven'. Door hier op te klikken, zie je deze weblog zoals op de computer.
De tweede oplossing komt van Jo (waarvoor dank!): wanneer je op je iPad de URL van deze weblog intikt (www.bobdylaninnnederland.blogspot.com), dan wordt deze URL door de iPad automatisch veranderd in http://bobdylaninnederland.blogspot.com/?m=1. Door deze URL te veranderen in http://bobdylaninnederland.blogspot.com/?m=0 (dus de 1 veranderen in een 0), krijg je de 'normale' layout van deze weblog.
'Don't think twice, it's all right': Veel foto's en citaten, op tumblr. Zie hier. (Ik verwacht dat dit slechts één voorbeeld is van vele Dylan-pagina's op tumblr)
Boudewijn de Groot: Een interview met De Groot, onder andere (kort) over Bob Dylan, zie hier.
Foto: De foto rechts - uit 1978 - ontving ik van Cas (waarvoor dank!) ter illustratie bij een eerder bericht over het boek The Blues line. Op de foto staan Bob Dylan en Big Joe Williams.
Weblog op iPad: In 'Dylan kort #1000' vroeg ik lezers om hulp. De vraag was hoe deze weblog op de iPad op dezelfde manier bekeken kan worden als op een computer. De eerste oplossing komt van Arno (waarvoor dank!): na het openen van deze weblog op de iPad scroll je naar beneden. Onderaan de pagina staat de mogelijkheid 'internet versie weergeven'. Door hier op te klikken, zie je deze weblog zoals op de computer.
De tweede oplossing komt van Jo (waarvoor dank!): wanneer je op je iPad de URL van deze weblog intikt (www.bobdylaninnnederland.blogspot.com), dan wordt deze URL door de iPad automatisch veranderd in http://bobdylaninnederland.blogspot.com/?m=1. Door deze URL te veranderen in http://bobdylaninnederland.blogspot.com/?m=0 (dus de 1 veranderen in een 0), krijg je de 'normale' layout van deze weblog.
Dylan kort #1000
Mobile Fidelity: Mobile Fidelity blijft steeds meer albums uit Dylans back catalog uitgeven op SACD en vinyl, zie hier. [met dank aan Tjeerd voor de tip]
The 50th Anniversary collection: Zie hier [met dank aan Dirk voor de tip] en hier.
Humo: over de film I'm not there (vannacht op Nederland 2 te zien), zie hier. NCRV gids, hier.
Afbeelding: Cas stuurde mij de twee afbeeldingen rechts [waarvoor dank!] als aanvulling op het bericht 'Stickuh' dat hieronder staat. De sticker op Hard rain heb ik nog nooit eerder gezien. Werkelijk schitterend.
The Bridge: Vandaag viel aflevering 44 van fanzine The Bridge door de brievenbus [Ik weet dat een andere Nederlandse abonnee dit blad twee dagen geleden al ontving]. Ik heb er nog geen letter in kunnen lezen, maar kijkend naar de inhoudsopgave is het wel duidelijk dat The Bridge dit keer voornamelijk gevuld is met berichten over Tempest.
Hulpvraag: Namens een lezeres van deze blog: wanneer je deze blog op de iPad bekijkt, zie je een ander beginscherm dan wanneer je de blog op de computer bekijkt. Is het mogelijk (en zo ja, hoe?) om de iPad zo in te stellen dat daarop de blog op dezelfde manier wordt weergegeven als op de computer? Antwoorden kunnen geplaatst worden onder 'reacties' of naar tom_dylan@hotmail.com.
The 50th Anniversary collection: Zie hier [met dank aan Dirk voor de tip] en hier.
Humo: over de film I'm not there (vannacht op Nederland 2 te zien), zie hier. NCRV gids, hier.
Afbeelding: Cas stuurde mij de twee afbeeldingen rechts [waarvoor dank!] als aanvulling op het bericht 'Stickuh' dat hieronder staat. De sticker op Hard rain heb ik nog nooit eerder gezien. Werkelijk schitterend.
The Bridge: Vandaag viel aflevering 44 van fanzine The Bridge door de brievenbus [Ik weet dat een andere Nederlandse abonnee dit blad twee dagen geleden al ontving]. Ik heb er nog geen letter in kunnen lezen, maar kijkend naar de inhoudsopgave is het wel duidelijk dat The Bridge dit keer voornamelijk gevuld is met berichten over Tempest.
Hulpvraag: Namens een lezeres van deze blog: wanneer je deze blog op de iPad bekijkt, zie je een ander beginscherm dan wanneer je de blog op de computer bekijkt. Is het mogelijk (en zo ja, hoe?) om de iPad zo in te stellen dat daarop de blog op dezelfde manier wordt weergegeven als op de computer? Antwoorden kunnen geplaatst worden onder 'reacties' of naar tom_dylan@hotmail.com.
Dylan kort #999
'Early Roman kings' op Tales of Tempest, zie hier.
The 50th Anniversary collection: Zie hier.
Hunter S. Thompson: Ik lees momenteel het boek Hell's angels van Hunter S. Thompson. Ik ben nog niet zo ver, ik heb nog niet een derde van het boek gelezen en toch ben ik Bob Dylan al drie keer in dit boek tegengekomen. Dit boek verscheen voor het eerst in 1966. Voor een foto van Hunter S. Thompson en Bob Dylan uit een geheel andere tijd, zie hier.
Dit is het derde boek van Hunter S. Thompson dat ik lees, dit is ook het derde boek van Thompson waarin ik Dylan tegenkom. Dat begint toch al aardig op een patroon te lijken.
Woody Guthrie: een aantal maanden geleden schreef ik hier over het Guthrie-boek My name is New York. Al maanden voor de uitgave van dit boek was er ook sprake van een cd-release onder de titel My name is New York en op deze cd-release zou Bob Dylan een bijdrage leveren. Die cd zou in 2012 uitkomen, maar tot op heden nog niks, nada, noppes. Op de website Woody 100 wordt deze cd nog steeds aangekondigd voor een release in 2012. Verder nog steeds geen verdere informatie. Gaat die cd er nog komen? En zo ja, wat zal Dylans bijdrage zijn?
(Ik moet bekennen dat ik er zo langzamerhand een hard hoofd in heb. Ik hoop dat ik ongelijk heb...)
The 50th Anniversary collection: Zie hier.
Hunter S. Thompson: Ik lees momenteel het boek Hell's angels van Hunter S. Thompson. Ik ben nog niet zo ver, ik heb nog niet een derde van het boek gelezen en toch ben ik Bob Dylan al drie keer in dit boek tegengekomen. Dit boek verscheen voor het eerst in 1966. Voor een foto van Hunter S. Thompson en Bob Dylan uit een geheel andere tijd, zie hier.
Dit is het derde boek van Hunter S. Thompson dat ik lees, dit is ook het derde boek van Thompson waarin ik Dylan tegenkom. Dat begint toch al aardig op een patroon te lijken.
Woody Guthrie: een aantal maanden geleden schreef ik hier over het Guthrie-boek My name is New York. Al maanden voor de uitgave van dit boek was er ook sprake van een cd-release onder de titel My name is New York en op deze cd-release zou Bob Dylan een bijdrage leveren. Die cd zou in 2012 uitkomen, maar tot op heden nog niks, nada, noppes. Op de website Woody 100 wordt deze cd nog steeds aangekondigd voor een release in 2012. Verder nog steeds geen verdere informatie. Gaat die cd er nog komen? En zo ja, wat zal Dylans bijdrage zijn?
(Ik moet bekennen dat ik er zo langzamerhand een hard hoofd in heb. Ik hoop dat ik ongelijk heb...)
Stickuh
Na de tekst over The 50th Anniversary collection van gisteren, vandaag een paar regels bij een afbeelding. Een afbeelding van een sticker, veel meer is het niet. Maar achter ieder plaatje, achter iedere sticker zit wel een verhaal. Soms een lang verhaal, soms een verhaal van niet meer dan twee, drie zinnen.
Zoals waarschijnlijk iedereen die de moeite neemt om überhaupt op deze weblog te kijken wel weet, bracht Bob Dylan in 1997 het album Time out of mind uit. Begin 1998 won dit album maar liefst drie Grammy's en wel in de categorieën 'Best male rock vocal performance' (voor 'Cold irons bound'), 'Best conptemporary folk album' en - de belangrijkste - 'Album of the year'.
Het winnen van Grammy's is natuurlijk een uitstekende manier voor een platenmaatschappij om meer exemplaren van het bewuste album te verkopen. Zo'n prijs moet commercieel uitgemolken worden, om het maar even plastisch te zeggen, en dus verschenen er in Amerika kort na het winnen van de Grammy's exemplaren van Time out of mind met daarop een sticker met de tekst: 'Grammy Award-winning Album of the year'. Een voorbeeld van zo'n versie van Time out of mind met een Grammy-sticker is te vinden op de website Searching for a gem (zie hier).
Wat ik me voor afgelopen weekend nooit zo gerealiseerd heb, is dat de aanloop naar de bekendmaking van de winnaars van de Grammy's ook een mooie gelegenheid is om een album aan te prijzen.
Afgelopen weekend kwam ik in een onooglijk zaakje van een krant lezende, totaal niet in muziek geïnteresseerde geldteller een tweedehands exemplaar van Time out of mind tegen, een Amerikaanse persing. Voor op het hoesje van die cd zit een witte sticker met de tekst: '3 Grammy Nominations including Album of the year'.
Wanneer ik de sticker op de dit weekend gevonden cd vergelijk met de sticker op de cd-versie van Time out of mind die na de uitreiking van de Grammy's is uitgebracht, is het eerste dat me opvalt dat in de aanloop naar de uitreiking van de Grammy's er nog sprake is van de nominatie voor 3 Grammy's, terwijl op de latere sticker alleen maar sprake is van de Grammy voor 'Album of the year' (en dat terwijl Time out of mind toch echt drie Grammy's heeft gewonnen).
Ik weet het, bovenstaande is geen groots of wereldschokkend verhaal. Het is niet meer dan een paar regels bij een sticker. En wat is nou een sticker? Een klein, kleverig stukje papier, meer niet.
En toch, soms zijn het simpele dingen als een sticker die mij als verzamelaar bezig kunnen houden.
Achter iedere sticker schuilt wel een verhaal. Soms een lang verhaal, soms niet meer dan twee of drie zinnen.
Zoals waarschijnlijk iedereen die de moeite neemt om überhaupt op deze weblog te kijken wel weet, bracht Bob Dylan in 1997 het album Time out of mind uit. Begin 1998 won dit album maar liefst drie Grammy's en wel in de categorieën 'Best male rock vocal performance' (voor 'Cold irons bound'), 'Best conptemporary folk album' en - de belangrijkste - 'Album of the year'.
Het winnen van Grammy's is natuurlijk een uitstekende manier voor een platenmaatschappij om meer exemplaren van het bewuste album te verkopen. Zo'n prijs moet commercieel uitgemolken worden, om het maar even plastisch te zeggen, en dus verschenen er in Amerika kort na het winnen van de Grammy's exemplaren van Time out of mind met daarop een sticker met de tekst: 'Grammy Award-winning Album of the year'. Een voorbeeld van zo'n versie van Time out of mind met een Grammy-sticker is te vinden op de website Searching for a gem (zie hier).
Wat ik me voor afgelopen weekend nooit zo gerealiseerd heb, is dat de aanloop naar de bekendmaking van de winnaars van de Grammy's ook een mooie gelegenheid is om een album aan te prijzen.
Afgelopen weekend kwam ik in een onooglijk zaakje van een krant lezende, totaal niet in muziek geïnteresseerde geldteller een tweedehands exemplaar van Time out of mind tegen, een Amerikaanse persing. Voor op het hoesje van die cd zit een witte sticker met de tekst: '3 Grammy Nominations including Album of the year'.
Wanneer ik de sticker op de dit weekend gevonden cd vergelijk met de sticker op de cd-versie van Time out of mind die na de uitreiking van de Grammy's is uitgebracht, is het eerste dat me opvalt dat in de aanloop naar de uitreiking van de Grammy's er nog sprake is van de nominatie voor 3 Grammy's, terwijl op de latere sticker alleen maar sprake is van de Grammy voor 'Album of the year' (en dat terwijl Time out of mind toch echt drie Grammy's heeft gewonnen).
Ik weet het, bovenstaande is geen groots of wereldschokkend verhaal. Het is niet meer dan een paar regels bij een sticker. En wat is nou een sticker? Een klein, kleverig stukje papier, meer niet.
En toch, soms zijn het simpele dingen als een sticker die mij als verzamelaar bezig kunnen houden.
Achter iedere sticker schuilt wel een verhaal. Soms een lang verhaal, soms niet meer dan twee of drie zinnen.
The 50th Anniversary Collection
Vlak voor de jaarwisseling werd The 50th Anniversary collection (ook bekend onder de naam Copyright extention collection volume 1) uitgebracht. The 50th Anniversary collection (vanaf nu: T50AC) bestaat uit vier brandbare cd's met daarop 86 nummers van Bob Dylan, opgenomen in 1962.
Ik ben al een paar dagen op de hoogte van deze release, maar worstelde tot nog toe er nogal mee wat ik over T50AC op deze blog moest publiceren. Vandaag ontving ik van twee lezers van deze blog de tip om op de website van Rolling Stone te kijken. Op deze website staat wat informatie over deze release. [met dank aan Ton en Bert voor de tip] Daarnaast vond ik op de website DaMusic een Nederlandstalig bericht over T50AC. Kortom: de hoogste tijd om ook hier aandacht te besteden aan T50AC.
T50AC is in een zeer beperkte oplage uitgebracht (de meeste bronnen hebben het over ongeveer 100 exemplaren). Dit pakketje met vier brandbare cd's werd in een beperkt aantal geselecteerde winkels in Duitsland, Engeland, Frankrijk en Zweden te koop aangeboden. De verkoopprijs varieerde van ongeveer €30,- tot ongeveer €100,-. Daarnaast werd inwoners van Frankrijk en Duitsland de mogelijkheid geboden om de 86 nummers van T50AC te downloaden tegen een kostprijs van €100,-.
Gezien de zeer beperkte oplage van deze release, werden binnen uren nadat de verkoop was gestart al exemplaren van T50AC op bijvoorbeeld e-bay te koop aangeboden. Deze te koop aangeboden exemplaren gingen (en gaan?) voor absurd hoge bedragen van hand tot hand.
T50AC is niet zozeer uitgegeven om de liefhebbers van Bob Dylans muziek een nieuwe release te geven, of om geld te verdienen aan de uitgave van cd's. Mocht dat het doel zijn geweest, dan zou T50AC in de eerste plaats (uiteraard) in een veel grotere oplage zijn uitgebracht en zou er in de tweede plaats een behoorlijke reclamecampagne uitgezet zijn om de verkoop van T50AC te stimuleren.
T50AC is uitgebracht om te voorkomen dat het copyright op niet eerder officieel uitgebrachte opnamen uit 1962 van Bob Dylan zou komen te vervallen. Vanaf 1 januari 2013 zouden de copyrights op deze opnamen vrijkomen indien ze nog niet officieel zouden zijn uitgebracht. Iedereen zou dus niet eerder officieel uitgebrachte opnamen van Bob Dylan uit 1962 op de markt kunnen brengen. Om dat te voorkomen, om de copyrights te behouden, is T50AC vlak voor de jaarwisseling uitgebracht.
Lees bovenstaande paar zinnen nog eens door en je kunt een aardige inschatting maken van wat er op T50AC te vinden is.
T50AC bevat 84 (!) opnamen van Bob Dylan die nog nooit eerder officieel zijn uitgebracht. Ja, je leest het goed. 84 opnamen die nog niet eerder officieel zijn uitgebracht. [de vier cd's bevatten dan wel 86 tracks, maar om wat voor reden dan ook staat 1 nummer er twee keer op en is 1 nummer al wel eerder officieel uitgebracht]
Wanneer je daar nog niet van gaat watertanden, lees maar even verder: de eerste twee cd's bevatten uitsluitend opnamen die zijn gemaakt tijdens de sessies voor het album The Freewheelin' Bob Dylan. Zo bevat T50AC de eerste twee takes van 'Blowin' in the wind' (de derde take staat op The Freewheelin' Bob Dylan). Of wat te denken van drie takes van 'Hero blues'? En wat denk je van maar liefst zeven (!) niet eerder officieel uitgebrachte takes van 'Mixed up confusion'?
Genoeg om iedere liefhebber van Bob Dylans muziek te doen watertanden.
De derde en vierde cd van T50AC bevatten voornamelijk concertopnamen - zoals uit de Finjan Club en The Gaslight Café - die (wederom) nog nooit eerder officieel zijn uitgebracht.
Kortom: genoeg nieuwe muziek om even stil van te worden.
Zie daar het dilemma (en ook de reden voor mij twijfel over wat ik over T50AC op de blog moest zetten): Aan de ene kant is T50AC een uitgave die iedere liefhebber van Bob Dylans muziek zou willen horen. Aan de andere kant is T50AC (logischerwijze) in een dusdanig kleine oplage uitgebracht dat het wel haast onmogelijk is om een exemplaar te pakken te krijgen.
Ik ben al een paar dagen op de hoogte van deze release, maar worstelde tot nog toe er nogal mee wat ik over T50AC op deze blog moest publiceren. Vandaag ontving ik van twee lezers van deze blog de tip om op de website van Rolling Stone te kijken. Op deze website staat wat informatie over deze release. [met dank aan Ton en Bert voor de tip] Daarnaast vond ik op de website DaMusic een Nederlandstalig bericht over T50AC. Kortom: de hoogste tijd om ook hier aandacht te besteden aan T50AC.
T50AC is in een zeer beperkte oplage uitgebracht (de meeste bronnen hebben het over ongeveer 100 exemplaren). Dit pakketje met vier brandbare cd's werd in een beperkt aantal geselecteerde winkels in Duitsland, Engeland, Frankrijk en Zweden te koop aangeboden. De verkoopprijs varieerde van ongeveer €30,- tot ongeveer €100,-. Daarnaast werd inwoners van Frankrijk en Duitsland de mogelijkheid geboden om de 86 nummers van T50AC te downloaden tegen een kostprijs van €100,-.
Gezien de zeer beperkte oplage van deze release, werden binnen uren nadat de verkoop was gestart al exemplaren van T50AC op bijvoorbeeld e-bay te koop aangeboden. Deze te koop aangeboden exemplaren gingen (en gaan?) voor absurd hoge bedragen van hand tot hand.
T50AC is niet zozeer uitgegeven om de liefhebbers van Bob Dylans muziek een nieuwe release te geven, of om geld te verdienen aan de uitgave van cd's. Mocht dat het doel zijn geweest, dan zou T50AC in de eerste plaats (uiteraard) in een veel grotere oplage zijn uitgebracht en zou er in de tweede plaats een behoorlijke reclamecampagne uitgezet zijn om de verkoop van T50AC te stimuleren.
T50AC is uitgebracht om te voorkomen dat het copyright op niet eerder officieel uitgebrachte opnamen uit 1962 van Bob Dylan zou komen te vervallen. Vanaf 1 januari 2013 zouden de copyrights op deze opnamen vrijkomen indien ze nog niet officieel zouden zijn uitgebracht. Iedereen zou dus niet eerder officieel uitgebrachte opnamen van Bob Dylan uit 1962 op de markt kunnen brengen. Om dat te voorkomen, om de copyrights te behouden, is T50AC vlak voor de jaarwisseling uitgebracht.
Lees bovenstaande paar zinnen nog eens door en je kunt een aardige inschatting maken van wat er op T50AC te vinden is.
T50AC bevat 84 (!) opnamen van Bob Dylan die nog nooit eerder officieel zijn uitgebracht. Ja, je leest het goed. 84 opnamen die nog niet eerder officieel zijn uitgebracht. [de vier cd's bevatten dan wel 86 tracks, maar om wat voor reden dan ook staat 1 nummer er twee keer op en is 1 nummer al wel eerder officieel uitgebracht]
Wanneer je daar nog niet van gaat watertanden, lees maar even verder: de eerste twee cd's bevatten uitsluitend opnamen die zijn gemaakt tijdens de sessies voor het album The Freewheelin' Bob Dylan. Zo bevat T50AC de eerste twee takes van 'Blowin' in the wind' (de derde take staat op The Freewheelin' Bob Dylan). Of wat te denken van drie takes van 'Hero blues'? En wat denk je van maar liefst zeven (!) niet eerder officieel uitgebrachte takes van 'Mixed up confusion'?
Genoeg om iedere liefhebber van Bob Dylans muziek te doen watertanden.
De derde en vierde cd van T50AC bevatten voornamelijk concertopnamen - zoals uit de Finjan Club en The Gaslight Café - die (wederom) nog nooit eerder officieel zijn uitgebracht.
Kortom: genoeg nieuwe muziek om even stil van te worden.
Zie daar het dilemma (en ook de reden voor mij twijfel over wat ik over T50AC op de blog moest zetten): Aan de ene kant is T50AC een uitgave die iedere liefhebber van Bob Dylans muziek zou willen horen. Aan de andere kant is T50AC (logischerwijze) in een dusdanig kleine oplage uitgebracht dat het wel haast onmogelijk is om een exemplaar te pakken te krijgen.
Twee snippers
Twee snippers papier liggen binnen handbereik, de eerste snipper komt uit NRC Handelsblad van 4 januari, de tweede uit TV Krant nr. 1. Ik neem ze hieronder maar over, voor zover dat lukt, zo natuurgetrouw mogelijk. Het toetsenbord is beperkt.
Ik vraag me af waarom in de eerste snipper het woord helden tussen aanhalingtekens staat. Alsof het niet om echte helden zou kunnen gaan. Kunnen muzikanten geen helden zijn? Mag een volwassen man geen helden hebben? Ik heb geen antwoord, ik registreer alleen maar.
Van de tweede snipper is het vooral die eerste zin - althans het eerste deel van die zin - waaraan ik blijf plakken: 'Bob Dylan probeerde uit alle macht zo veelzijdig mogelijk te zijn'. Hoe weet de schrijver wat Bob Dylan uit alle macht probeerde? Heeft hij het Dylan gevraagd?
'Hallo Bob, met de filmrecensent van TV Krant. Mag ik je wat vragen?'
'Natuurlijk! Voor de TV Krant maak ik altijd tijd. Zeg het eens.'
'Hoe zit dat met die veelzijdigheid van jou?'
'Oooh, da's niks bijzonders hoor, dat probeerde ik gewoon uit alle macht. En dan is het uiteindelijk een kwestie van doorzetten. De aanhouder wint, zal ik maar zeggen.'
'Mooi, dankjewel voor de informatie.'
'Was dat het al? Moet ik je niet ook nog vertellen over die keer dat ik met John, Paul, George en Ringo een nummer schreef? Of hoe het nou daadwerkelijk is gegaan met dat motorongeluk van mij?'
'Nee hoor, dank je, da's niet nodig. Ik weet genoeg.'
Ergens voel ik wel een zekere sympathie voor die verzonnen filmrecensent van TV Krant. Ik bedoel: wil ik wel daadwerkelijk weten hoe dat nou zit met dat motorongeluk? Aan het eind van de dag draait het om de muziek. Toch? Weten wat er nou daadwerkelijk is gebeurd op die dag in juli 1966 zal niks veranderen aan de manier waarop ik naar de muziek luister. Althans, dat hoop ik niet.
Misschien moet ik maar stoppen. Ik klets maar wat. Het is genoeg.
Gauw naar de twee snippers die binnen handbereik liggen.
Martin Bril: Man uit de verte.
De helden van Martin Bril. Prometheus, 208 blz. €12,50
Artikelen van schrijver/columnist Martin Bril (1959 - 2009) over zijn 'helden', onder wie Bob Dylan, Hank Williams en Herman Brood.
I'M NOT THERE.
***
NED. 2, 00.00-02.05
Drama, DE/US. 2007
Todd Haynes
Cate Blanchett, Heath Ledger, Richard Gere
Bob Dylan probeerde uit alle macht zo veelzijdig mogelijk te zijn, dus eigenlijk is het niet eens zo gek dat hij in deze biografie door zes verschillende acteurs wordt gespeeld. Een ambitieus project dat zijn doel soms voorbijschiet, maar het resultaat is wel bijzonder.
Ik vraag me af waarom in de eerste snipper het woord helden tussen aanhalingtekens staat. Alsof het niet om echte helden zou kunnen gaan. Kunnen muzikanten geen helden zijn? Mag een volwassen man geen helden hebben? Ik heb geen antwoord, ik registreer alleen maar.
Van de tweede snipper is het vooral die eerste zin - althans het eerste deel van die zin - waaraan ik blijf plakken: 'Bob Dylan probeerde uit alle macht zo veelzijdig mogelijk te zijn'. Hoe weet de schrijver wat Bob Dylan uit alle macht probeerde? Heeft hij het Dylan gevraagd?
'Hallo Bob, met de filmrecensent van TV Krant. Mag ik je wat vragen?'
'Natuurlijk! Voor de TV Krant maak ik altijd tijd. Zeg het eens.'
'Hoe zit dat met die veelzijdigheid van jou?'
'Oooh, da's niks bijzonders hoor, dat probeerde ik gewoon uit alle macht. En dan is het uiteindelijk een kwestie van doorzetten. De aanhouder wint, zal ik maar zeggen.'
'Mooi, dankjewel voor de informatie.'
'Was dat het al? Moet ik je niet ook nog vertellen over die keer dat ik met John, Paul, George en Ringo een nummer schreef? Of hoe het nou daadwerkelijk is gegaan met dat motorongeluk van mij?'
'Nee hoor, dank je, da's niet nodig. Ik weet genoeg.'
Ergens voel ik wel een zekere sympathie voor die verzonnen filmrecensent van TV Krant. Ik bedoel: wil ik wel daadwerkelijk weten hoe dat nou zit met dat motorongeluk? Aan het eind van de dag draait het om de muziek. Toch? Weten wat er nou daadwerkelijk is gebeurd op die dag in juli 1966 zal niks veranderen aan de manier waarop ik naar de muziek luister. Althans, dat hoop ik niet.
Misschien moet ik maar stoppen. Ik klets maar wat. Het is genoeg.
Gauw naar de twee snippers die binnen handbereik liggen.
~~~~~
Martin Bril: Man uit de verte.
De helden van Martin Bril. Prometheus, 208 blz. €12,50
Artikelen van schrijver/columnist Martin Bril (1959 - 2009) over zijn 'helden', onder wie Bob Dylan, Hank Williams en Herman Brood.
~~~~~
I'M NOT THERE.
***
NED. 2, 00.00-02.05
Drama, DE/US. 2007
Todd Haynes
Cate Blanchett, Heath Ledger, Richard Gere
Bob Dylan probeerde uit alle macht zo veelzijdig mogelijk te zijn, dus eigenlijk is het niet eens zo gek dat hij in deze biografie door zes verschillende acteurs wordt gespeeld. Een ambitieus project dat zijn doel soms voorbijschiet, maar het resultaat is wel bijzonder.
Abonneren op:
Posts (Atom)