And it’s Eastertime too
And your gravity fails
And negativity don’t pull you through
(Just Like Tom Thumb's Blues)
Het is misschien nog niet verplicht, maar inmiddels wel gebruikelijk om met Pasen aan "Just Like To Thumb's Blues" te denken. Dat is geen straf, "Tom Thumb" is een uitstekende song. Het maakt niet zoveel uit of je met Pasen grijpt naar de standaardversie van Highway 61 Revisited, een van de vele studio-outtakes van dit nummer op The Cutting Edge, een bijtende concertversie uit 1966 (de live-versie op de flipside van de single "I Want You" is toch wel verplichte kost) of een van de meer recente concertopnamen van dit nummer. "Just Like Tom Thumb's Blues" is eigenlijk altijd wel goed, of het nou Pasen is, of niet.
De song heeft waarschijnlijk meer aan Beat-schrijver Jack Kerouac te danken dan aan het christelijke feest waarbij de jeugd door ouders gedwongen wordt eieren te zoeken als waren ze van goud.
Jack Kerouac (1922 - 1969) is een Amerikaans schrijver van de zogenaamde Beat Generation vooral bekend geworden door zijn boek On The Road.
Door zijn ouders werd Kerouac vaak Ti-Jean of Ti-Pousse genoemd wat zoveel betekent als Klein Duimpje of - in het Amerikaans Tom Thumb. Toeval? Nee, "Just Like Tom Thumb's Blues" is misschien wel "Net Als Jack Kerouac's Blues".
Door zo te denken zou je misschien verwachten dat Kerouacs Mexico City Blues (1959) - een boek waarvan bekend is dat Bob Dylan 'm verslond - inspireerde bij het schrijven van "Just Like Tom Thumb's Blues". En natuurlijk is Mexico City Blues belangrijk geweest voor de schrijver Bob Dylan, maar nog belangrijker tijdens het schrijven van "Just Like Tom Thumb's Blues" is Desolation Angels geweest.
En dus pak deze dagen niet alleen "Just Like Tom Thumb's Blues" uit de kast, maar (her-)lees ook eens een boek van Jack Kerouac, bijvoorbeeld Desolation Angels en laat je verbazen over de schoonheid van het boek en de song.
Meer over de invloed van Jack Kerouacs boeken in het algemeen en Desolation Angels in het bijzonder op het schrijven van Bob Dylan is te vinden in mijn boek Dylan & de Beats.
~ * ~ * ~ * ~
Dat ik iedere kans die ik krijg aangrijp om in platenzaken, boekwinkels, kringloopwinkels, antiquariaten en op beurzen te speuren naar de muziek en de boeken die mij 's nachts uit mijn slaap houden, zal voor geen lezer van deze blog een verrassing zijn. Dat speuren is vaak door toeval ingegeven. Ik heb tijd, ik ga naar een winkel of beurs in de hoop wat tegen te komen. Zoiets. Maar soms gaat het ook anders, soms is er ineens de onweerstaanbare drang om naar een bepaalde winkel te gaan omdat iets - en wat dat iets dan is weet ik niet - me zegt dat dat moet gebeuren. En wel nu.
In de afgelopen paar dagen overkwam me dit twee keer. Met succes.
Ik moest en ik zou ineens naar de boekwinkel waar het vrij obscure literaire tijdschrift Op Ruwe Planken wordt aangeboden. Dat tijdschrift blader ik eigenlijk altijd wel even door als ik in die winkel ben. Soms koop ik het, soms laat ik het liggen. Het is aardig, maar meer ook niet.
Nu moest ik naar die winkel, die onverklaarbare drang dwong me, en verdomd als het niet waar is, bij het opslaan van de meest recente editie van het tijdschrift zie ik dat er een kort verhaal van Rudie Verbunt in staat met de titel "De neef van Bob Dylan".
Veel sterker nog was de drang een dag eerder. Alles in mijn lijf riep dat ik naar de winkel moest waar ik een keer eerder was, al maanden niet was geweest en eigenlijk ook niet zo mee bezig was. Ik zat te schrijven, maar halverwege een zin ben ik gestopt. Ik heb de laptop dichtgeklapt en ben gegaan.
In de winkel vond ik niet alleen de enige Little White Wonder-editie die ik nog niet had (de Hobo Records-versie), maar ook een vijftal tijdschriften met Bob Dylan op de cover.
Een van die tijdschriften is VolZin, de editie van 27 mei 2011. Ik kan me niet herinneren dit tijdschrift ooit eerder gezien te hebben. Het staat niet eens op de geweldige website vol boeken en tijdschriftencovers met Dylan Come Writers And Critics. Op de cover van de VolZin staat een (toen) redelijk recente foto van Bob Dylan, ergens op een podium. Hij speelt mondharmonica. Zijn hand voor zijn gezicht, de ogen toegeknepen, een witte hoed op zijn hoofd. Hoewel je weinig ziet van de muzikant, is het onmiskenbaar Bob Dylan.
De foto intrigeert me, maar in het tijdschrift staat geen informatie over wie de fotograaf is of wanneer de foto is gemaakt. Wel staat er dat fotobureau Hollandse Hoogte de foto aangeleverd heeft.
Hollandse Hoogte heeft een website en na het doorploegen van honderden foto's op die website vind ik de foto die op de cover van VolZin staat. De foto is gemaakt door Simon Jay Price tijdens het Hop Farm Festival in Kent, Engeland op 3 juli 2010.
In de afgelopen paar dagen overkwam me dit twee keer. Met succes.
Ik moest en ik zou ineens naar de boekwinkel waar het vrij obscure literaire tijdschrift Op Ruwe Planken wordt aangeboden. Dat tijdschrift blader ik eigenlijk altijd wel even door als ik in die winkel ben. Soms koop ik het, soms laat ik het liggen. Het is aardig, maar meer ook niet.
Nu moest ik naar die winkel, die onverklaarbare drang dwong me, en verdomd als het niet waar is, bij het opslaan van de meest recente editie van het tijdschrift zie ik dat er een kort verhaal van Rudie Verbunt in staat met de titel "De neef van Bob Dylan".
Veel sterker nog was de drang een dag eerder. Alles in mijn lijf riep dat ik naar de winkel moest waar ik een keer eerder was, al maanden niet was geweest en eigenlijk ook niet zo mee bezig was. Ik zat te schrijven, maar halverwege een zin ben ik gestopt. Ik heb de laptop dichtgeklapt en ben gegaan.
In de winkel vond ik niet alleen de enige Little White Wonder-editie die ik nog niet had (de Hobo Records-versie), maar ook een vijftal tijdschriften met Bob Dylan op de cover.
Een van die tijdschriften is VolZin, de editie van 27 mei 2011. Ik kan me niet herinneren dit tijdschrift ooit eerder gezien te hebben. Het staat niet eens op de geweldige website vol boeken en tijdschriftencovers met Dylan Come Writers And Critics. Op de cover van de VolZin staat een (toen) redelijk recente foto van Bob Dylan, ergens op een podium. Hij speelt mondharmonica. Zijn hand voor zijn gezicht, de ogen toegeknepen, een witte hoed op zijn hoofd. Hoewel je weinig ziet van de muzikant, is het onmiskenbaar Bob Dylan.
De foto intrigeert me, maar in het tijdschrift staat geen informatie over wie de fotograaf is of wanneer de foto is gemaakt. Wel staat er dat fotobureau Hollandse Hoogte de foto aangeleverd heeft.
Hollandse Hoogte heeft een website en na het doorploegen van honderden foto's op die website vind ik de foto die op de cover van VolZin staat. De foto is gemaakt door Simon Jay Price tijdens het Hop Farm Festival in Kent, Engeland op 3 juli 2010.
~ * ~ * ~ * ~
Geen opmerkingen:
Een reactie posten