Ian Bell - Once upon a time; the lives of Bob Dylan

Naast de 'grote' biografieën over Bob Dylan van Robert Shelton, Clinton Heylin, Howard Sounes en Bob Spitz, is er nu Once upon a time; the lives of Bob Dylan van Ian Bell.
Deze eerste zin verdient twee nuanceringen: Ten eerste is Once upon a time met zijn bijna 600 pagina's alleen nog maar de eerste helft van de door Ian Bell geschreven biografie over Dylan en ten tweede is het uitgangspunt van Bells biografie een andere dan het uitgangspunt van alle voorgaande grote biografen.
Once upon a time beslaat Dylans leven en vooral werk tot en met Blood on the tracks. Bell legt in zijn biografie vooral de nadruk op Dylans werk en niet zozeer op Dylans (privé) leven. Natuurlijk komen Dylans huwelijk, kinderen etc. in Once upon a time voorbij, maar het verhaal is vooral geschreven rond Dylans albums.
Shelton, Heylin, Sounes en Spitz hebben hun biografieën over Dylan voornamelijk opgebouwd rond interviews met muzikanten die met Dylan gespeeld hebben en bekenden van Dylan. Ian Bell heeft het verfrissend anders aangepakt, ik heb de indruk dat hij niet één interview heeft afgenomen. Het uitgangspunt van Bells biografie is - zoals ik het lees - in de eerste plaats Dylans muziek zoals die is uitgebracht, in de tweede plaats de overbekende verhalen en mythen rond Dylan en in de derde plaats - en hierin schuilt de kracht van Once upon a time - Bells alles in twijfel trekkende onderzoekende geest en frisse blik op Dylans werk.
Grofweg viel dit boek voor mij tijdens het lezen in drie stukken uiteen. Het eerste deel van het boek - waar ik maar enorm moeilijk in kon komen, ik heb meerdere malen het boek voorgoed weg willen leggen - probeert Dylans leven en werk te plaatsen in de context van het Amerika van de jaren vijftig en zestig. Veel over de Amerikaanse maatschappij, politiek en leefomstandigheden in dit eerste deel.
Het tweede deel grofweg van The Freewheelin' Bob Dylan tot en met Nashville skyline bevat de kern van het boek, het grootste deel ook van het boek. Dit is bijzonder scherp geschreven. Ian Bell heeft in dit stuk een groot aantal malen mijn blik op Dylans werk opengebroken en opnieuw vorm gegeven. Met name de stukken over Highway 61 revisited, Newport 1965 en Blonde on blonde zijn zeer de moeite van het lezen waard.
Het laatste stuk van het boek - van New morning tot en met Blood on the tracks wordt voor een groot deel, naar mijn smaak, met te grote stappen doorlopen. Waar Bell pagina's lang uitstekend schrijft over Highway 61 revisited, krijgt Planet waves slechts een bladzijde of twee, drie. En de aandacht voor tournee 1974 en vooral Before the flood blijft beperkt tot slechts regels.
De hoeveelheid tekst per 'onderwerp' lijkt te zijn bepaald door Bells voorkeuren. Bell vindt New morning en Planet waves beide niet veel soeps en dus - zo lijkt het - besteedt hij nauwelijks aandacht aan deze albums. Dat mag wanneer Once upon a time zou bestaan uit de persoonlijke luisterbelevingen van Bell, maar niet in een biografie. Dit vind ik een van de twee grote minpunten van dit boek. (Het andere minpunt is het soms moeilijk kunnen volgen van het verhaal door Bells taalgebruik en hak-op-de-tak-sprongen)
Ik heb een haat-liefde verhouding met dit boek. Aan de ene kant zijn er grote stukken - met name de eerste 150 bladzijden - waar ik maar met moeite doorheen kon komen. Bells manier van schrijven en mijn ogen matchen blijkbaar niet optimaal. Aan de andere kant getuigen een groot aantal stukken van dusdanig veel blijk van inzicht in Dylans werk, dat Once upon a time voor het eerst in lange tijd weer eens een Dylan-boek is waarvan de lezer die alles al gelezen heeft nog wat kan leren.
Ergens op het net las ik dat Once upon a time; the lives of Bob Dylan de beste biografie over Dylan ooit geschreven is. Dat vind ik zwaar overdreven. Maar dat Once upon a time een bovengemiddeld waardevolle aanwinst voor de Dylan-literatuur is, staat voor mij wel vast.
Ondanks mijn bezwaren tegen dit boek, is Once upon a time een boek om van te smullen. Dat smullen zit 'm - voor mij - vooral in de onderzoekende geest van Bell en zijn scherpe inzicht in Dylans werk, vooral als het gaat om Dylans werk uit de periode 1965 - 1969. De kwaliteiten van dit boek zijn overweldigend genoeg om de bezwaren te doen vergeten. ik kan een ieder dus van harte aanraden om Once upon a time; the lives of Bob Dylan te lezen.
En nu maar wachten tot deel twee verschijnt.

Geen opmerkingen: