N.a.v. mijn enthousiaste stuk over het ontvangen van STICK 3, kreeg ik een e-mail van Peter. Peter had nog wat tijdschriften voor mij die hij mij wilde toesturen. Een paar dagen later viel er een dikke enveloppe op de deurmat vol tijdschriften. In die dikke stapel zaten twee afleveringen van TLiedboek, een Vlaams tijdschrift waar ik nog nooit van had gehoord. Een kritisch + informatief blad voor volks + luisterlied, zoals op de kaft van TLiedboek nr. 4 - 1967 staat. Deze aflevering kwam uit in december 1967 op de markt, is iets breeder dan A5 en telt 40 bladzijdes. De teksten zijn keurig op een typemachine uitgewerkt en gestencild, hier en daar van een afbeelding voorzien. Op de voorkant staat een schitterend getekend portret van de dan net overleden Woody Guthrie. In deze aflevering uiteraard veel aandacht voor Guthrie.
Op blz. 21 t/m 25 staat een stuk van Miel Swillens over Dylan's Love minus zero / no limit. Een opmerkelijk stuk, in twee opzichten. Ten eerste is het stuk een tekstanalyse, een uitleg van Love minus zero / no limit, geschreven in 1967! Ik zou zo 1, 2, 3 geen ander voorbeeld kunnen bedenken van een zo vroege publikatie van een tekstanalyse van een Dylannummer, zeker niet in het Nederlands. Ten tweede wordt de tekstanalyse vooraf gegaan door een Nederlandse vertaling van Love minus zero / no limit - lang vóór Bindervoet en Henkes - van de hand van Emiel Swillens (ik neem aan dat Emiel Swillens dezelfde is als Miel Swillens). De reden voor het opnemen van een Nederlandse vertaling is wel aardig: Deze vertaling heeft enkel tot doel de Engelse tekst verstaanbaar te maken. Vanzelfsprekend betreft het hier een zwakke weergave van de oorspronkelijke tekst, waarbij de poëtische kwaliteiten van het gedicht verloren gingen. De oorspronkelijke tekst kon niet worden gepubliceerd wegens de voor ons te hoge auteursrechten. Het motief voor de vertaling is dus tweeledig: begrip en geld.
Zoals Swillens zelf al aangeeft, is de vertaling niet sterk, maar zeker ook niet slecht. Het is vooral een letterlijke vertaling, het eerste vers:
m'n geliefde spreekt zoals de stilte
zonder idealen of geweld
ze hoeft niet te zeggen dat ze trouw is
toch is ze trouw als ijs als vuur
de mensen schenken rozen
en doen elk uur een belofte
mijn geliefde lacht als de bloemen
minnebriefjes kunnen haar niet omkopen
De tekstanalyse van Swillens begint met: In LOVE MINUS ZERO / NO LIMIT staan twee thema's centraal: de wereld en de geliefde, waarna Swillens eerst uitvoerig op de eerste - de wereld - ingaat. Dit eerste stuk is, naar mijn mening, niet sterk geschreven. Swillens 'hobbelt' in dit stuk alle kanten op, langs de linernotes van Another side of Bob Dylan, Shakespeare en Kafka zonder altijd de link met Love minus zero / no limit aan te geven. Maar door een aantal 'zijpaden' weg te laten, wordt de rode draad wel duidelijk:
Door zijn merkwaardige poëtisch talent slaagt Dylan erin dit existentieel levensgevoel [het gegrepen zijn door de zinloosheid van de dagelijkse en alledaagse existentie] op adembenemende wijze gestalte te geven. De buiten-wereld wordt beschreven vanuit de onthutsende ervaringen van het eigen ik. In flitsende surrealistische beelden ("chains of flashing images", zegt Dylan) wekt hij de nachtmerrie-wereld om hem (en ons) heen tot leven.
(...)
Het is deze nachtmerrie-wereld die wij terugvinden in LOVE MINUS ZERO / NO LIMIT. Hier verschijnen zelfs de dood en vernieling zaaiende Ruiters van de Apocalyps ten tonele. Er is geen toekomst meer. De wereld wankelt.
Het tweede deel, waarin Swillens op het thema 'de geliefde' ingaat, is - naar mijn idee - véél beter geschreven. Dit tweede deel maakt het stuk de moeite van het lezen meer dan waard:
Het enige tegenwicht tegen deze wrede en absurde werkelijkheid vormst [sic] DE GELIEFDE. De wereld en de geliefde kontrasteren volkomen met elkaar. De geliefde spreekt zoals de stilte in een wereld vol geraas en geweld.
De geliefde als rustpunt in een nachtmerrie-wereld, in de chaos van de dagelijkse gang. Hoe was het ook al weer, i accept chaos. i am not sure whether it accepts me. Swillens geeft een groot aantal voorbeelden van dit contrast tussen de geliefde en de wereld:
De geliefde maakt geen plannen voor de toekomst. Zij wil er niet komen. De typisch Amerikaanse (en nu langzamerhand ook al Europese) "rat race"-mentaliteit is haar vreemd. Zij spreekt zelfs niet over de toekomst. Trouwens niet wat zij zegt is van belang, maar wel hoe zij het zegt:
some speak of the future
my love, she speaks softly
Swillens legt verder nog een link tussen de regel she knows too much to argue or to judge, het Gij zult niet oordelen uit de bijbel en de Franse wijsgeer G. Marcel.
Tot slot vraagt Swillens zich af waarom Dylan in de regel my love she's like some raven heeft 'gekozen' voor de raaf en niet een andere vogel. Hij oppert dat de geliefde mogelijk ravenzwarte haren heeft, of dat er een link is met The Raven van E.A. Poe.
Dit artikel van Miel Swillens over Love minus zero / no limit is - zeker gezien de tijd waarin het is geschreven (met beperkte bronnen) - nadat het wat moeilijk op gang komt, opmerkelijk goed geschreven. Zelfs nu, 43 jaar later, leest het nog als een frisse analyse, welke in ieder geval mijn begrip van de complexe song Love minus zero / no limit verrijkt heeft.
Het tweede TLiedboek uit de enveloppe van Peter is de aflevering van januari 1972. Deze is op A5-formaat, gedrukt en niet meer gestencild. Zoals linksonder op de cover vermeld staat, bevat deze aflevering van TLiedboek het dylan kajee; eerste deel. Dit dylan kajee begint, op blz. 58 en 59, met een grote foto van Dylan, gemaakt tijdens the concert for Bangladesh en de titel omzien in verwondering - Bob Dylan kajee 1e deel.
Op de blz. 60 t/m 67 staat een uitvoerig artikel, onder de titel they shoot dylan, don't they met als ondertitel of Notities van een niet-begrijpend toeschouwer. Het stuk is geschreven door Johan en begint met zijn kennismaking met de muziek van Dylan: In 1963 zal het geweest zijn dat ik voor het eerst een plaat van Bob Dylan in handen kreeg. Ik kocht Bobs eerste CBS-plaat in Pocketino. [...] En wat waren mijn eerste indrukken over Bob? Dat hij een heel eigenaardige stem had.
Vervolgens schetst de auteur de impact van Dylan's teksten, niet zozeer op de auteur zelf, als wel op anderen, waarna hij, onder de kop Bob Dylan, een poweet!, zich afvraagt in hoeverre Dylan een dichter is. Dat het best begrijpelijk is dat luisteraars Dylan als dichter zien, aangezien ze niet bekend zijn met het werk van T.S. Eliot, Auden, Alan Bold of Allen Ginsberg. In de beleving van Johan moet Dylan het, als dichter, afleggen tegen de eerder genoemde dichters: Ik weet echter wel dat ik Bold heel goed vind, en dat ik de man kan lezen en herlezen met plezier en dat Ginsberg wel heel sterk is en dat de Children van Albion zinnen hebben neergeschreven om lief te hebben, maar dat wanneer ik de verzamelde gedichten van Dylan opsla mij het volgende overkomt: Ik sta voor een hoop woorden die springen van rijm tot rijm. Momentjes die klinken, en lange lappen waar er niets gebeurt. Meer toon dan inhoud en dan de gemakkelijke toon van: "het is niet goed" en "ik ben wel slimmer dan al die deftige mensen om me heen", en "ik zit met de ondeftige mensen mee in de puree." Pubergepraat opgefleurd met Mr. Jones en Angelo en Judas Priest en de Bijbel (staat altijd goed, zowel links als rechts).
Johan is dus geen liefhebber van de dichter Dylan. Is er dan niets in Dylan's oeuvre dat de auteur kan bekoren? Jazeker wel, de humor in Dylan's teksten, zoals in I shall be free en Bob Dylan's 115th dream. In dit stuk vergelijkt Johan Dylan met Groucho Marx.
Dylan is, volgens de auteur, Geen groot zanger, geen groot gitarist, geen groot tekstschrijver. Maar tegelijkertijd ziet de auteur Toch een enorme platenverkoop, toch een enorme toeloop op [Isle of] Wight, toch een soms waanzinnige verering. Dit verklaart de auteur vervolgens doordat Dylan, ondanks zijn 'gebreken', een fenomeen is. Dat Dylan een fenomeen is (geworden) komt door de goede publiciteitsmachine van platenmaatschappij CBS, aldus Johan.
Het hoeft geen betoog dat ik het geheel met Johan oneens ben, maar dat geeft niet. Zijn artikel is zeker de moeite van het lezen waard, al is het soms tenenkrommend.
Het dylan kajee gaat verder met een door Mark van Cauwenberghe samengestelde discografie (blz. 58 t/m 76). Deze discografie noemt alle dan bekende Dylanopnamen, bootlegs, interviews en gepubliceerde poëzie, proza en liedteksten uit de periode februari 1961 t/m december 1962. Onder aan deze uitgebreide lijst staat in kleine letters 't vervolgt, mogelijk zou dit vervolg in een dylan kajee tweede deel (en verder?) hebben gestaan.
Tot slot schrijft Miel Swillens (blz. 77 t/m 79) over Dylan's Tarantula. Hiervoor gebruikt hij de Engelstalige versie van dit boek (de Nederlandse vertaling kwam in augustus 1972 op de markt).
In de periode 1965-66, de verwardste maar tevens de vruchtbaarste periode van zijn carrière (cfr. Mr. Tambourine Man, Like a Rolling Stone, Love Minus Zero / No Limit, Desolation Row, Visions of Johanna en nog vele andere liederen), schreef Bob Dylan ook zijn énig boekwerk, TARANTULA.
(...)
TARANTULA is een moeilijk boek? roman? prozagedicht? Wij houden het maar bij Dylan's eigen definitie van een boekwerk: anything too long to be a song.
Vervolgens gaat Swillens in op de structuur van het boek, de korte hoofdstukken, de titels die soms erg lijken op songtitels en de cut-up techniek van William Burroughs.En de inhoud? TARANTULA beschrijft Dylan's fatasmagorische tocht doorheen het hedendaagse Amerika. Schijnwerpers flitsen en even worden groteske, kwasi-Felliniaanse personages zichtbaar in een landschap als een nachtmerrie.
En wat vindt Swillens van het boek? De kaleidoskopische versnippering en het immer wisselende gezichtspunt ondermijnen fataal de visionaire en poëtische kracht van het boek. TARANTULA is dan ook geen groot boek, zeker geen meesterwerk, maar toch verdient Bob Dylan hiermee een eervolle vermelding bij de jongste generatie Amerikaanse prozaschrijvers.
Het bizarre aan dit eerste deel van dylan kajee is, naar mijn idee, de onderwerpkeuze van de twee artikelen. Ten eerste een stuk over Dylan als fenomeen door een auteur die het eigenlijk niet zo op heeft met Dylan, en ten tweede een recensie van Dylan's boek Tarantula.
Geen analyse van songteksten, geen aandacht voor bijvoorbeeld de muziek, geen 'levensschets', geen aandacht voor - gezien de aard van TLiedboek - de invloed van bijvoorbeeld Woody Guthrie op Dylan. En toch werkt het, dit dylan kajee, ik heb het met plezier gelezen. Na het lezen van de laatste zin, verlangde ik alleen maar naar het kunnen lezen van deel 2 (en misschien ook wel deel 3, 4, enz.) van dit dylan kajee.
Een ieder die meer weet over deel 2 (e.v.) van dylan kajee of andere publikaties over Dylan in TLiedboek, zou mij een een groot plezier doen om deze informatie te sturen naar: tom_dylan@hotmail.com
Met dank aan Peter voor het mij sturen van de beide afleveringen van TLiedboek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten