The Wicked Messenger - door Jochen Markhorst


The Wicked Messenger (1967)

Het was heel vroeg in de morgen, de straten schoon en leeg, ik ging naar het station. Toen ik een torenklok met mijn horloge vergeleek, zag ik dat het al veel later was dan ik had gedacht, ik moest me erg haasten, ik schrok zo van deze ontdekking dat ik begon te twijfelen over de weg, ik kende deze stad nog niet zo goed, gelukkig was er een politieagent in de buurt, ik liep naar hem toe en buiten adem vroeg ik hem naar de weg. Hij glimlachte en zei: “Van mij wil je de weg weten?” “Ja,” zei ik, “want zelf kan ik hem niet vinden.” “Geef het op, geef het op!,” zei hij en hij draaide zich met een grote zwaai om, zoals mensen doen die met hun lachen alleen willen zijn.
(Franz Kafka, Geef het op! 1922)

Als op John Wesley Harding de Bijbel das Ich is, zoals Freud zou zeggen, dan is Kafka das Es, de motor die wordt aangedreven door een complex van onbewuste verlangens, emoties en driften. Het bepaalt de unheimische, vervreemde, droomachtige sfeer van hoogtepunten als “All Along The Watchtower”, “Drifter’s Escape” en dit “The Wicked Messenger”, een ongemakkelijke beklemming die zo meesterlijk wordt verwoord in Kafka’s verhalen, zoals in het bovenstaande “Gib’s auf!”.

Dylan noemt Kafka niet vaak en hij lijkt slechts een oppervlakkige kennis van diens werk te hebben. John Cohen, die hem in 1968 interviewt, vraagt specifiek naar Kafka’s parabels en paradoxen, waarop Dylan dan nauwelijks ingaat. Maar tijdens een persconferentie in Rome, juli 2001, stelt Dylan, waarderend bedoeld: “Er zijn geen schrijvers meer zoals Kafka, die gewoon ging zitten schrijven zonder de wens om gelezen te worden.”
Daaruit blijkt dan in ieder geval biografische kennis; Kafka wilde inderdaad niet dat zijn werk werd gelezen, gaf gedurende zijn leven op aandringen van bewonderende vrienden tegenstribbelend slechts een fractie van zijn werk vrij ter publicatie en vroeg op zijn sterfbed in het sanatorium aan zijn vriend Max Brod om alle schrijfsels in zijn werkkamer thuis te vernietigen (Brod heeft dat genegeerd en alles ontcijferd, geordend en gepubliceerd - inclusief meesterwerken als Der Prozeß en vele parabels zoals het bovenstaande Gib’s auf!).
Hoe Dylan tot zijn stelling komt is overigens raadselachtig; schrijvers die hun werk niet publiceren omdat ze niet willen dat ze gelezen worden, zijn per definitie onbekend, immers.

Desondanks, ondanks die vermoedelijk oppervlakkige kennis van Kafka’s werk, zijn de parallellen niet te negeren. Voor de hand liggend is dan dat beide Joodse schrijvers hun vergelijkbare, superieure talent op een vergelijkbare manier demonstreren omdat er toevallig een zielsverwantschap is. Dylans grootouders behoren, net als Kafka, tot een Joodse minderheid in het Slavische deel van Europa in het begin van de twintigste eeuw (Dylans grootouders ontvluchten de pogroms in Odessa in 1905, Kafka woont dan in Praag). Die beklemming, het buitenstaander-zijn, de verhalen, de parabels en het taalgebruik uit de Thora… het is culturele bagage die gedeeld wordt door Kafka en Dylan, en verklaart misschien beider ontvankelijkheid voor heldere, maar ondoordringbare vertelkunst.

In datzelfde vraaggesprek met John Cohen (samen met Happy Traum, gepubliceerd in de Sing Out van oktober ’68) reflecteert Dylan dan ook op zijn liedteksten voor John Wesley Harding, en dan met name op “All Along The Watchtower” en “The Wicked Messenger”. Cohen wil weten wat Dylan van traditionele ballades vindt, en of hij een song als “The Wicked Messenger” ook als een ballade zou beschouwen. Dylans antwoord lijkt serieus, hij kiest eenvoudig idioom en spreekt in korte, heldere zinnen en het geheel is onbegrijpelijk - Kafka had het niet verbeterd:

“In zekere zin, maar de balladevorm is er niet. Ja, de diepgang is er wel, maar in een meer gecomprimeerde zin. Er wordt wel een ruimte geopend, alleen door een paar kleine trucjes. Ik weet waarom het opengaat, maar in een ballade in de ware zin zou het niet op die manier opengaan. Het haalt de diepgang die ik bedoelde niet.”

Een ballade, zo leert Dylan in datzelfde interview, is eigenlijk de antieke variant van een speelfilm; een balladeer vertelt lange, uitgesponnen verhalen met een echte plot en hoofdpersonen die handelingen verrichten waarover het publiek een mening vormt. De plot en de handelingen worden allemaal gewoon verteld, daaraan hoeft de luisteraar geen eigen invulling te geven, daarover hoeft de luisteraar verder niet na te denken - er staat wat er staat.
Dat klopt ook wel met de literatuurtheorie; daar wordt de literaire ballade gedefinieerd als een verhalend gedicht.
In die zin, vervolgt Dylan, zijn de ballades op John Wesley Harding geen echte ballades:

“Die liedjes op het John Wesley Harding album ontberen het traditionele gevoel voor tijd. Neem het derde couplet van The Wicked Messenger, dat het opent, en dan maakt het tijdschema een sprong en algauw wordt het lied wijder. Je realiseert je dat wel op het moment dat je het hoort, maar misschien moet je je eraan aanpassen. Maar we horen niets dat er niet is; alles wat we ons kunnen voorstellen is er ook echt. Hetzelfde geldt voor het nummer All Along The Watchtower, dat op een iets andere manier wordt geopend, op een vreemde manier, want hier hebben we de cyclus van gebeurtenissen die in een nogal omgekeerde volgorde werken.”

Wederom Kafka: heldere onduidelijkheid. Of kletskoek, dat kan natuurlijk ook. De ‘time schedule takes a jump’ in het derde couplet? De vertelstructuur van het derde compleet is identiek aan die van de eerste twee coupletten, de verhaallijn van couplet 1 naar couplet 2 is precies hetzelfde als die van couplet 2 naar 3.
Elk couplet opent met een wide shot; een alwetende verteller schetst in de eerste helft van het betreffende couplet achtereenvolgens de hoofdpersoon, zijn leefomstandigheden en het decor. Elk couplet vertelt in regel vier tot en met zes een anekdote, elke vijfde regel verwoordt een interactie van de hoofdpersoon met zijn omgeving en elke zesde regel is een Bijbelparafrase:
For his tongue it could not speak, but only flatter kan op meerdere passages zijn geïnspireerd; flattery wordt op zo’n twintig plekken in de Bijbel verdoemd. Vanwege de nabijheid van het word wickedness (‘verderving’ of ‘goddeloosheid’) lag Dylans King James vermoedelijk open bij Psalm 5, vers 9: “hun binnenste is enkel verderving, hun keel is een open graf, met hun tong vleien zij.”
“The soles of my feet, I swear they’re burning” parafraseert een andere Bijbelpassage waarin ook weer de wicked aangepakt worden; Maleachi 4:3 “En gij zult de goddelozen vertreden; want zij zullen as worden onder de zolen uwer voeten.”
En de slotregel “If ye cannot bring good news, then don’t bring any” lijkt ingegeven door het verhaal van de profeet Micha, de enige van vierhonderd profeten die voorspelt dat het koning Achab slecht zal vergaan als hij tegen de Syriërs ten strijde trekt - alle andere profeten voorspellen een klinkende overwinning (1Koningen 22). Helemaal sluitend is het niet; Micha brengt geen news, maar voorspelt, en doet dat bovendien op uitdrukkelijk verzoek. Achab wéét van te voren al dat Micha nooit iets goeds voorspelt (“Ik haat hem, omdat hij over mij niets goeds profeteert, maar kwaad.”- 1Kon 22:8).

Overigens: gerespecteerde Dylanologen als Andy Gill en Derek Barker die zich in bochten wringen om de profeet Eli in te passen (de wicked messenger komt immers from Eli), lijken te negeren dat Eli ook ‘mijn God’ betekent, Gods roepnaam is (zoals Jezus aan het kruis Hem ook aanroept: Eli, Eli, lama sabachtani - Mijn God, waarom hebt U mij verlaten?). Bij alle meerduidigheid en vaagheid is het binnen “The Wicked Messenger” toch aannemelijker dat de goddeloze bode (Spreuken 13:17) van God komt, en niet van de profeet Eli. Als men hem vraagt wie hem gezonden heeft, antwoordt hij immers slechts ‘met zijn duim’, omdat zijn tong alleen maar met ‘vleierij’ zou kunnen antwoorden. Vreemd, maar binnen de oudtestamentische cultuur en de Joodse traditie, waarin men de naam van God niet mag uitspreken, nog wel navolgbaar.

De vorm heeft, zoals alle liedteksten op John Wesley Harding, een klassieke, elegante eenvoud, maar is toch onderscheidend. Bijna alle songs (acht van de twaalf) bestaan uit achtregelige coupletten met het rijmschema abcbdefe; een klassieke balladevorm, inderdaad.
Maar “The Wicked Messenger” heeft zesregelige coupletten en een tamelijk uniek, ‘open’ rijmschema: abcdbc. Die vierde, verrassenderwijs niet-rijmende regel draagt bij aan het open karakter, waarop Dylan wellicht doelt als hij het heeft over ‘kleine trucjes’ om de ballade te ‘openen’.
Ongebruikelijk, maar niet helemaal uniek. Misschien heeft Dylan het afgekeken van “For Once In My Life”, tot dan eigenlijk het enige lied met dit rijmschema. Die hartenbreker uit 1965, volgens autoriteit Ella Fitzgerald a beautiful tune, dringt pas door tot de canon nadat Stevie Wonder een enorme hit ermee scoort (oktober ’68), maar in deze nazomer van 1967 kent de wandelende jukebox Dylan misschien de versie van Tony Bennet, van de Four Tops of van The Temptations, die allemaal in ‘67 een klein hitje ermee hebben.

Meer aanwijzingen zijn er dat Dylan de dichter de bijzondere rijmvorm bij W.H. Auden heeft aangetroffen. Dylan heeft immers al voor ditzelfde album “As I Went Out One Morning” geschreven, waarvan vorm, rijmschema, het rare metrum en titel zijn gekopieerd van Audens “As I Walked Out One Evening”. Een vergelijkbare indruk maakt zo te zien “In Schrafft’s”. Daarvan leent Dylan de structuur (de op dit album afwijkende drie zesregelige coupletten) en vooral het afwijkende rijmschema abcdbc voor “The Wicked Messenger”:

Having finished the Blue-plate Special
And reached the coffee stage,
Stirring her cup she sat,
A somewhat shapeless figure
of indeterminate age
In an undistinguished hat.
 


Het duurt lang voordat Dylan zelf de bijzondere schoonheid van het lied onderkent. De onvrede die hij in dat interview met John Cohen uitspreekt (“It does not reach the proportions I had intended for it”) is geen valse bescheidenheid: het duurt maar liefst twintig jaar voordat de song op zijn setlist opduikt, en dan is het nog aan de overredingskracht van de mannen van Grateful Dead te danken dát hij het überhaupt speelt. Jerry Garcia is nogal dol op het lied, vandaar - in 1975 speelt hij het tien keer met zijn hobbyproject Legion Of Mary, bijvoorbeeld.
De versie met Dylan, 12 juli 1987 in New York, is een stuwende, dynamische en enthousiaste uitvoering, maar Dylan passeert de opname voor Dylan & The Dead
(misschien omdat hij zich een keertje vergist in de tekst), speelt het nog twee keer (beide keren in Italië) en legt het lied dan weer in de la.

Maar in de eenentwintigste eeuw herontdekt hij het dan toch weer en speelt hij “The Wicked Messenger” meer dan honderd keer. Gemeen rockende, scherpe versies die weinig heel laten van de bedrieglijke huiselijkheid van het origineel uit 1967, maar niet minder aantrekkelijk.
Dylan is opeens zelfs dermate gecharmeerd, dat hij de song selecteert voor zijn film Masked And Anonymous (2003). In het oorspronkelijke script staat het lied inclusief complete tekst helemaal uitgetikt, maar uiteindelijk komt op die plek in de film een charmante live-uitvoering van “Diamond Joe”, de traditional die hij ook al op Good As I Been To You (1992) speelt. Het is onbekend waarom Dylan deze ingreep pleegt (zoals ook “All Along The Watchtower”, “Trying To Get To Heaven” en “Standing In The Doorway” wel het script, maar niet de uiteindelijke verfilming halen), maar voor de hand liggend is dat de filmmaker Dylan geen interferentie wil; de meerduidigheid van “The Wicked Messenger” duwt de filminterpretatie wat al te opzichtig naar messiaanse verten, vermoedelijk. Naar verten die met een “Diamond Joe” uit zicht blijven, in elk geval.

Het lied is redelijk populair bij de collega’s en dat levert genoeg prachtige covers op. Terecht geroemd is de soulvolle bewerking door Rod Stewart met zijn Faces, het openingsnummer van hun debuut First Step (1970).
Patti Smith kiest voor een onheilspellende, gedragen en langzaam ontsporende aanpak, waarmee ze het lied in een totaal andere richting duwt - die de song goed kan hebben (Gone Again, 1996). Qua sfeer vergelijkbaar met de garagesound die de Black Keys eroverheen storten, op de succesvolle I’m Not There Soundtrack (2007).


Het meest gecharmeerd zal Dylan zelf wel zijn van de versie door Marion Williams, een van beste gospelzangeressen van de twintigste eeuw. Williams’ “Blowin’ In The Wind” uit ’66 is al een van de weinige geslaagde covers van dit afgesleten monument, haar “I Shall Be Released” is superb, en vooral haar ongeëvenaarde, briljante lezing van “I Pity The Poor Immigrant” (1969) is kippenvelopwekkend. Haar “The Wicked Messenger” komt daarbij in de buurt - van het schitterende album Standing Here Wondering Which Way To Go uit 1971, een kruispunt van het beste dat gospel, soul en blues te bieden hebben, en waarvan het titellied de soundtrack voor Kafka’s “Gib’s auf!” mag zijn.

Marion Williams: https://www.youtube.com/watch?v=t-WkmjAzOZU


The Wicked Messenger

There was a wicked messenger                                           
From Eli he did come                                                
With a mind that multiplied The smallest matter       
When questioned who had sent for him                               
He answered with his thumb                                     
For his tongue it could not speak, but only flatter    

He stayed behind the assembly hall                         
It was there he made his bed                                                
Oftentimes he could be seen returning                                            
Until one day he just appeared                                             
With a note in his hand which read                           
The soles of my feet, I swear they're burning                     

Oh, the leaves began to fallin'                                              
And the seas began to part                                       
And the people that confronted him were many      
And he was told but these few words                                   
Which opened up his heart                                       
If you cannot bring good news, then don't bring any           





Geen opmerkingen: