Met de film Rolling Thunder Revue; A Bob Dylan Story by Martin Scorsese en de veertien cd’s tellende boxset The Rolling Thunder Revue: The 1975 Live Recordings brengen platenmaatschappij Sony en Netflix een onweerstaanbaar verslag van Bob Dylans concertactiviteiten in 1975 op de markt.
Om misverstanden te voorkomen: de net verschenen film en
cd-box rond The Rolling Thunder Revue beslaan
het eerste deel van de gelijknamige tournee. Begin 1976 volgde Rolling Thunder
Revue deel 2, minstens net zo interessant, maar een heel andere tour dan deel
1. Het is te hopen dat Sony in de toekomst net zo’n schitterende box (en film)
over The Rolling Thunder Revue deel 2 uitbrengt als er nu van deel 1 is
verschenen.
Maar dat is voor de toekomst. Het gaat nu om deel 1, 1975.
Het najaar van 1975, een tot zijn kruin met adrenaline
gevulde Bob Dylan die met een hoed, een wit geverfd gezicht & een kick ass-band de kleine (concert-)zalen
in het noordoosten van Amerika en Canada op de grondvesten laat schudden met
uren durende shows vol rock ‘n roll, vaudeville & verrassing, dat is
Rolling Thunder Revue.
Hetzelfde anders, korter: een Dylaneske afdruk van commedia
dell’art, dat is The Rolling Thunder Revue.
Er is geen tournee zo goed gedocumenteerd als The Rolling
Thunder Revue en dat terwijl de opzet van de tournee was om onder de radar te
blijven: onaangekondigd een stad binnenvallen, een podium beklimmen en spelen.
Geen reclame vooraf, geen voorverkoop van kaarten weken of maanden van te
voren. Een tournee die gebouwd is op een fundament van verrassing, dat is The
Rolling Thunder Revue.
En dan was er nog het idee om een film te maken, een
speelfilm bestaande uit zowel op een script gebaseerde als geïmproviseerde
scènes afgewisseld met concertopnamen: Renaldo
And Clara, Bob Dylans eerste ‘echte’ speelfilm. Er zijn tientallen,
honderden uren film opgenomen.
Bob Dylan nam Sam Shepard mee om scènes voor zijn film te
schrijven, muziektijdschrift Rolling
Stone stuurde Larry ‘Ratso’ Sloman om de tournee te verslaan. De heren
schreven achtereenvolgens Rolling Thunder
Logbook en On The Road With Bob Dylan,
twee van de beste boeken uit de omvangrijke Dylan-bibliotheek, twee boeken over
The Rolling Thunder Revue.
Fotograaf Ken Regan werd aangesteld om de tournee op foto
vast te leggen. Dichter Allen Ginsberg ging mee om de rol van de vader in Renaldo and Clara te spelen, Joan Baez
en byrd Roger McGuinn gingen mee om met en zonder Dylan te spelen.
David Blue, Ramblin’ Jack Elliott, Ronnie Hawkins, Joni
Mitchell en Harry Dean Stanton, zij – en nog meer muzikanten, acteurs en
dichters - waren er bij.
The Rolling Thunder Revue: een wilde bende, een
georganiseerde chaos, een muzikaal circus dat ruim veertig jaar na dato nog
steeds tot de verbeelding spreekt.
Met dat in mijn achterhoofd trad ik The Rolling Thunder Revue – de film tegemoet. Goede film, maar niet
wat ik verwacht had.
Ergens in de film zegt Bob Dylan “Life is about creating
yourself” en vat daarmee in vijf woorden de essentie van The Rolling Thunder
Revue. Het creëren van een zelf, misschien wel van vele zelven of steeds een
nieuwe zelf, dat is wat Bob Dylan gedurende zijn carrière in het algemeen en
tijdens The Rolling Thunder Revue in het bijzonder doet.
Ergens aan het begin van de film vereenzelvigt Patti Smith
Bob Dylan met de Franse dichter Arthur Rimbaud. De dichter Rimbaud wordt
vandaag vooral herinnerd om een zinnetje uit een brief: “Je est un autre”, ik
is een ander.
Het is geen toeval dat Rimbaud in de film over The Rolling
Thunder Revue is gesmokkeld.
Rolling Thunder Revue;
A Bob Dylan Story by Martin Scorsese creëert een nieuwe waarheid of een
waarheid die tot op heden grotendeels aan het oog onttrokken was. Al vrij vlot
in de film mag filmmaker Stefan van Dorp vertellen dat het zijn film is, zijn
beelden die door Martin Scorsese zijn gebruikt voor zijn Rolling Thunder-film.
Ik heb vier, vijf Dylan-boeken uit de kast gehaald. Biografieën en boeken over
Rolling Thunder Revue. In geen van die boeken kom ik de naam Stefan van Dorp
tegen.
Zie daar een onbekende waarheid.
Met het opvoeren van Stefan van Dorp en zijn filmbeelden is
de mogelijkheid ontstaan om Dylans eigen film, Renaldo And Clara, volledig aan de kant te schuiven. In Rolling Thunder Revue; A Bob Dylan Story by
Martin Scorsese wordt met geen woord gerept over Renaldo And Clara, een voorbeeld van een gecreëerde nieuwe
waarheid.
Met het verdwijnen van Renaldo
And Clara uit het verhaal is het voor Scorsese mogelijk geworden om een
belangrijk persoon voor Dylans leven en werk uit de tijd van The Rolling
Thunder Revue bijna geheel uit de film te houden: Sara Dylan. Er is geen beeld
van Sara Dylan in The Rolling Thunder-film te zien. De song “Sara” is niet in
de film te horen. De enige erkenning van het bestaan van Sara Dylan in de
Scorsese-film is voor de goede verstaander te vinden in een door Bob Dylan
tegen Joan Baez uitgesproken zinnetje: “I married the woman I love”.
Wat is er wel te vinden in Rolling Thunder Revue; A Bob Dylan Story by Martin Scorsese? Genoeg
om nog een paar nachten wakker van te liggen. Eerder maakte Martin Scorsese de
Dylan-documentaire No Direction Home (2005)
en net als die film is Rolling Thunder
Revue een must-see, niet alleen
voor de Dylan-liefhebber, maar voor iedereen met een greintje liefde voor
muziek in zijn donder.
De film begint met het bicentennial,
de viering van tweehonderd jaar sinds onafhankelijkheidsverklaring van Amerika.
Men viert feest in de aanloop naar 4 juli 1976, het patriotisme stroomt in die
dagen door de aderen van de Amerikanen. Het gaat over de Pilgrim Fathers die
zich vestigden in Plymouth. Het allereerste concert van Rolling Thunder Revue
was in Plymouth. Dat is geen toeval.
De film laat in enkele scènes het contrast tussen The
Rolling Thunder Revue en het Amerikaans patriotisme zien. Zo zien we Allen
Ginsberg, schrijver van dichtregels als “America when will we end the human
war? / Go fuck yourself with your atom bomb”, aan jonge Amerikanen de
provocatieve vraag “wie zou je liever zijn, een pilgrim of een indiaan?” stellen
en iets verderop in de film is een ontmoeting te zien tussen de leden van
Rolling Thunder Revue en indianen. Dit levert mooie beelden op, vooral wanneer
Bob Dylan met gitaar in zijn handen tussen de aanwezigen loopt en “The Ballad
Of Ira Hayes” zingt.
En dan de muziek. De muziek daar draait het uiteindelijk om.
Hoe goed het verhaal van de documentaire ook is, hoe verrassend en mooi de
verhalen van onder andere Larry “Ratso” Sloman, Sharon Stone, Rubin “Hurricane”
Carter, Joan Baez en natuurlijk Bob Dylan zelf ook zijn, het draait
uiteindelijk om de muziek.
De film begint met “Mr. Tambourine Man”, Bob Dylan alleen op
een podium. Op zijn hoofd de hoed met de bloemen aan de zijkant. De hoed die
onlosmakelijk met Rolling Thunder is verbonden. Direct daarna komt de eerste
grote verrassing van de film: tijdens de oefensessies in S.I.R. in New York
heeft Stefan van Dorp zijn camera laten lopen. In de film krijgen we flitsen te
zien van die oefensessies, korte fragmenten van onder andere “Rita May”, “One
More Cup Of Coffee”, “Love Minus Zero / No Limit” en – met Dylan achter piano –
“Dark As A Dungeon”. Alleen deze beelden zijn al reden genoeg om een abonnement
op Netflix te nemen en dit is pas het begin van de film.
Een korte tekenfilm neemt je als kijker vervolgens mee naar
het begin van de tour, naar Plymouth en de song “Isis”. Bob Dylan staat te
midden van zijn band. Geen gitaar. In een hand zijn mondharmonica, de andere
hand leegt. Hij zingt met zijn stem, met zijn ogen, met zijn handen, armen,
benen, met zijn hele lijf stort hij “Isis” over het publiek uit. Het is een
beeld dat in de film steeds weer terugkomt: Bob Dylan tot de laatste porie van
zijn lijf aanwezig in de song.
“Isis”: Bob Dylan heeft een nieuwe creatie van zichzelf
gemaakt. Hij is de rondtrekkende donderwolk geworden die iedereen die het maar
horen wil vertelt over het huwelijk dat op 5 mei begon. En als zijn mond niet
zingt, zingt zijn lijf nog steeds. Hij springt, danst bezweert als een sjamaan.
De donder moet er uit. “Isis” is een van de langere muzikale fragmenten in de
film.
Na “Isis” volgen fragmenten van “When I Paint My Masterpiece”
en het verhaal van de doorzichtige maskers, “Blowin’ In The Wind” in duet met Joan
Baez en “It Takes A Lot to Laugh, It Takes A Train To Cry”.
Na die laatste song komt het publiek in beeld. De show is
voorbij, de lampen gaan aan. Mannen, vrouwen kijken om zich heen. Rode wangen.
De een lacht, bij de ander is de vermoeidheid van het gezicht te lezen. Tussen
al die koppen staat een jonge vrouw. Ze is in zichzelf gekeerd. Een paar
seconden nadat de lichten zijn aangegaan komen de tranen. In deze in beeld
gebrachte ontroering is het bijwonen van een Rolling Thunder Revue-concert voor
mij als kijker ineens invoelbaar geworden. Deze jonge vrouw sleept mij ruim
veertig jaar later de concertzaal in.
Er is geen tijd om te blijven hangen, de film van Scorsese
sleept de kijker al weer mee naar een nieuwe concertzaal en een nieuw verhaal.
“A Hard Rain’s A-Gonna Fall” en Bob Dylan die de suggestie
wekt dat hij het idee voor het wit schilderen van zijn gezicht vond bij Kiss.
Is deze waarheid een creatie van de oudere Dylan? Het doet er niet toe. Het
verhaal creëert een nieuwe werkelijkheid en daar gaat het om. “Life is about
creating yourself”.
De film raast verder: zigeuners en het schrijven van “One
More Cup Of Coffee”, het graf van Jack Kerouac en lezen in Mexico City Blues, de mahjong spelende dames.
Aaah, de mahjong spelende dames zitten ook in Renaldo And Clara. Allen Ginsberg leest
vanaf een podium “Kaddish”, het is bekend.
Maar dan. Dan komt de volgende verrassing: Bob Dylan zit achter de piano.
Hij speelt voor de dames “Simple Twist Of Fate”. Het is maar een fragment, maar
het is schitterend. Hoe mooi het is, hoe uniek het is wordt nog eens
onderstreept doordat de beelden overgaan in beelden van precies dezelfde song
in een totaal andere uitvoering: Bob Dylan op een podium, alleen met een
gitaar.
Er komt nog veel voorbij in deze film, zoals “I Shall Be
Released”, “Just Like A Woman” en “The Lonesome Death Of Hattie Carroll”.
Tussendoor vertelt Sharon Stone over haar Rolling Thunder-ervaring, zien we
Joni Mitchell , Roger McGuinn en Bob Dylan in het appartement van Gordon
Lightfoot “Coyote” spelen en brengt Bob Dylan een bezoek aan zijn
platenmaatschappij om te praten over de single “Hurricane”.
De film eindigt met “Knockin’ On Heaven’s Door”, Bob Dylan
en Roger McGuinn zingen het samen. Tijdens het rollen van de credits horen we
nog “The Water Is Wide” en na de credits volgt nog een encore: “Romance In
Durango” en dan is het echt gedaan. Bijna tweeënhalf uur.
Is het goed? Ja.
Moet je het zien? Zeker.
Martin Scorsese heeft met Rolling Thunder Revue; A Bob Dylan Story by Martin Scorsese een
schitterende documentaire afgeleverd. Is het allemaal echt zo gegaan? Dat
blijft nog even de vraag. Er is meer gebeurd dan de film laat zien en misschien
ook wel minder. Is dat erg? Nee, het is een schitterend verhaal. Het is een nieuwe
creatie, een heruitvinding van hoe de zaken echt zijn gegaan. Het is The
Rolling Thunder Revue voor 2019-ogen en oren.
Het is de enige manier waarop dit verhaal vandaag vertelt
kan worden.
Het is schitterend.
3 opmerkingen:
een pracht evocatie, en een van de interessantere kritieken met deze bijzondere film op het oog... en ja, voor deze tijd... maar Renaldo & Clara zal mijn document blijven die de geest van die tijd, waarin ikzelf ondergedompeld ben geweest en die ik zo mis, bezingt
dank
een melancholische hans altena
kan iets opnieuw (her) uitgevonden worden?
Nee, wanneer je het letterlijk neemt, kan (her)uitgevonden uiteraard niet.
Een reactie posten