Sinds enige tijd kan de Dylan-fan met centen of de gefortuneerde gitaarliefhebber – of misschien wel de combinatie van beide vorige – bij de Amerikaanse gitaarbouwer Gibson terecht voor een Bob Dylan signature gitaar. Meteen de eerste signature gitaar die Dylans naam draagt. Concreet gaat het om een SJ-200 model (de klassieke Gibson Super Jumbo) met dubbele slagplaat en sunburst afwerking. Gibson bracht 120 exemplaren met een luxueuze inleg op de markt die stuk voor stuk door Dylan zelf werden gesigneerd en 300 niet gesigneerde exemplaren met een gegraveerde (lees: niet-ingelegde) slagplaat. Als prijs voor de gesigneerde exemplaren hanteert Gibson een bedrag van $9.999. Voor een niet-gesigneerd exemplaar, de zogenaamde Players-edition dient u €4.199 over de toonbank te schuiven. Vlak voor het – overigens voortreffelijke – optreden van Dylan in Brussel konden we vaststellen dat aan de stand van de merchandising flyers werden bedeeld waarin de SJ-200 Players edition werd aanbevolen. Dat kan op twee zaken wijzen: ofwel loopt de verkoop van de 300 initiële modellen niet zoals verhoopt, ofwel is men van de beperkte verkrijgbaarheid afgestapt en is de SJ-200 Bob Dylan nu volop verkrijgbaar. Wat de oorzaak ook moge zijn, één vraag blijft... speelt zo'n ding ook een beetje?
Met die gedachte in het achterhoofd trokken we zelf een tijdje terug naar Parijs. Onderweg bedachten we dat het op zijn minst verrassend is te noemen dat er überhaupt een Dylan-signature gitaar op de markt kwam. Martin, die andere grote Amerikaanse bouwer die in de voorbije jaren een stevige reputatie op het vlak van signature-gitaren uitbouwde, polste in de voorbije jaren verschillende keren bij Dylan maar ving steevast bot. Blijkbaar kreeg Gibson Dylan wel over de streep. Welk bedrag hiermee was gemoeid, werd niet bekendgemaakt.
De keuze voor een Super Jumbo als signature-model is op zijn minst even verrassend. Dylan gebruikte in zijn carrière heel wat gitaren. Na de Gibson J50 en de Gibson Nick Lucas uit de begindagen passeerden tal van gitaren de revue, maar werd Dylan hoofdzakelijke met een Martin HD-28 of een Gibson J45 geassocieerd.
Dylan staat met een J-200 (een soortgelijke gitaar, maar dan met enkele slagplaat en minder "bling") op de hoes van Nashville Skyline (1969). Onze favoriete bard zat in de loop van 1968 in een dip. In Chronicles Vol 1 omschrijft hij die periode zelf als een writer's block. The Band nodigt George Harrison uit om Dylan er bovenop te helpen. Het bezoek van de voormalige Beatle is echter maar een matig succes. Wat het wel oplevert is een Gibson J-200 die Dylan van George Harrison ten geschenke krijgt. Hij gebruikt het instrument naderhand op Nashville Skyline, Self Portrait en het Isle of Wight-concert. Daarna schakelt hij opnieuw over op Martin-gitaren.
Mijmerend over gitaren in het algemeen en Dylans gitaren in het bijzonder, bereiken we Parijs. In het hart van de lichtstad, in de voortreffelijke speciaalzaak Acoustic Guitar, hangt een Players-editie in de etalage. Meteen één van de twee exemplaren die richting Frankrijk werden verscheept én de reden van onze trip. Wij krijgen van de sympathieke uitbater in een geluidsdichte cabine zowel het Dylan model als een gewone SJ-200 (de huidige naam voor de J-200) te leen. Dat “gewoon” mag u meteen met stuk of wat korreltjes zout nemen, want deze ordinaire standaard versie van wat in de wandelgangen The King Of Flattops wordt genoemd, wisselt voor €3.490 van eigenaar.
Waarin zit nu het verschil? Zoals hierboven al gesteld heeft een gewone een enkele slagplaat, terwijl het Dylan-model er twee heeft. Of u dat mooi vindt of niet is een persoonlijke keuze. Voor wie het weten wil: een dubbele slagplaat wordt wel vaker gebruikt bij flamenco-gitaren om de tere gitaartop te beschermen tegen krassen en nagelsporen of heftig drumwerk. Of de trotse bezitter van een Dylan-signature Gibson zijn kleinood aan heftig plectrumwerk en tromgeroffel zal blootstellen, valt echter te betwijfelen. Al weet je natuurlijk maar nooit.
De dubbele slagplaat is in ieder geval een typisch Dylan-dingetje. In de najaartour van 2001 verscheen Dylan op het podium met een "negatieve" Martin HD-28 met dubbele slagplaat. De gitaar werd ontworpen als een fotografisch negatief: de bovenkant was zwart en alles wat bij een gewone gitaar zwart of donker zou zijn, werd wit gemaakt.
Die zwart-witte gitaar was in 1999 op twee exemplaren gebouwd ter gelegenheid van de 10de verjaardag van het Amerikaanse blad Acoustic Guitar Magazine. Eéntje was als wedstrijdprijs weggegeven aan AG-lezer Clarence “Leo” Roehl, een tweede stond in de redactielokalen.
Dylan, die op dat moment op een bonte verzameling Gibson-, Martin en Washburn-gitaren speelde, wou er ook een. Daarop bouwde Martin een exemplaar speciaal voor hem, alleen werd het Dylan-exemplaar met een dubbele witte slagplaat uitgevoerd. Sindsdien speculeerden velen erop dat dit model vroeg of laat als Dylan-signature model zou worden uitgebracht. Dylan bleek echter – andermaal – onvoorspelbaar.
De standaard SJ-200 en het Dylan-model verschillen technisch enkel langs de voorzijde. Zo werd voor het bovenblad bij het gewone model Sitka-sparrenhout gebruikt, maar heeft de SJ-200 Bob Dylan een Adirondack-bovenblad. De Adirondack spar groeit in de Appalachen, in het Noorden van de VS, in een relatief koud klimaat. Eigenlijk verschilt dit hout niet van Sitka, maar door de barre bergomstandigheden is het hout dichter van structuur waardoor het meer op zijn donder kan krijgen en toch goed blijft klinken.
Voor de zij- en achterkanten werd bij beide gitaren flamed maple (esdoorn) gebruikt. Het Dylan-model heeft het Dylan Eye-logo op de kop, en een inleg op de toets die Gibson “Bella Voce” noemt, het gewone model heeft die niet. Verder zijn beide gitaren uitgerust met het voortreffelijke Anthem-element van LR Baggs, zodat u de gitaar desgewenst ook elektrisch kunt uitversterken. Maar we waren voor de akoestische klank gekomen, nietwaar?
Akoestisch klinken beide gitaren niet minder dan indrukwekkend. De gewone SJ-200 klinkt iets minder lang na als het Dylan-model. De SJ-200 is in tonaliteit wat gedempter dan het Dylan-model, maar dat verschil is eerder klein. Beide gitaren zijn echter behoorlijk indrukwekkend en het onderlinge verschil is klein. Zelf horen we geen €700 klankverschil.
Het verschil moet elders zitten, dus onderwerpen we beide gitaren aan een uitgebreid detailonderzoek. De “standaard” SJ-200 kunnen we op geen fouten betrappen. Wanneer we echter overgaan tot de inspectie van het Dylan-model blijken de lijmranden bij de kerfing (de gezaagde binnenlat van de gitaarbody) wel erg haastig afgewerkt. We merken heelder klodders lijm op. Slordig, meneer Gibson, erg slordig.
Met gemengde gevoelens verlaten we Acoustic Guitar. Vooraf waren we uit op de speelervaring van ons leven. We blijken het met minder te moeten doen. Of u zelf uw zuurverdiende centen aan een Dylan-gitaar wil spenderen die nooit door Dylan werd bespeeld en waarvan nooit een gelijkend exemplaar op een Dylan-plaat of een Dylan-concert werd gebruikt, laten we aan uw beoordelingsvermogen over. Zelf weten we het intussen wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten