De recensie links komt uit de Standaard van 21 oktober & ik kan deze recensie hier alleen plaatsen doordat Tommy zo vriendelijk is geweest om 'm voor mij onder een scanner te leggen, waarvoor dank!
De recensie is geschreven door Tom Zonderman & na de eerste zin - 'Nee Mark Knopfler en Bob Dylan stonden niet samen op het podium' - schrijft hij kort over de eerdere samenwerking tussen Knopfler en Dylan op Slow train coming en Infidels. Dit laatste album noemt Zonderman 'een lichtpunt in Dylans kwalijke jaren 1980'. Mag ik daar aan toe voegen dat Infidels welles waar een lichtpunt is, maar verre van het enige lichtpunt in Dylans output in de jaren '80?
Dieptepunt van de recensie is toch wel volgende zin: 'Het gezamenlijk gepende "Blind Willie McTell" is zelfs een van de hoogtepunten uit Dylans back catalogue.' Dat dieptepunt is te vinden in het woord 'gezamenlijk'. [Geen woorden verder aan vuil maken, ik erger me kapot, bij meer woorden ga ik onredelijk worden...]
Iets verder: 'Zelfs zijn [Dylans] stem klonk meer helder en melodieuzer dan een paar jaar geleden.' Zonderman is redelijk positief. In een volgende alinea stipt hij nog even aan dat Dylan tijdens dit concert veel 'recent' werk speelde, om de volgende alinea te beginnen met 'Wie op klassiekers zat te wachten, kreeg ook zijn deel.' Waarbij vooral 'Ballad of a thin man' - aldus Zonderman - er in positieve zin uitsprong. Dylan 'snauwde' tijdens dit nummer 'als een bezeten bloedhond' [mooie typering].
Geen onaardige recensie, al worstel ik nog wat met die laatste twee zinnen: 'Tsja, Dylan is pure kunst, toch? Als hij slecht is, is hij nog beter.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten