Dylan vinden waar hij niet of nauwelijks is #68

Onderstaande e-mail en foto ontving ik van Hans, waarvoor dank!

Ik was vanmiddag [27 januari] in de Plato in Groningen ivm een optreden en zag in de winkel deze LP staan. Onwillekeurig dacht ik toen ik de hoes zag: "I punched myself in the face with my fist". Ik maakte een foto en googlede thuis op "Moderat". Het is de vinylversie van het eerste album van het Berlijnse muziekcollectief Moderat uit mei 2009. Ik ken deze groep niet, maar het internet bood uitkomst. Er zal wel geen echte Dylan connectie zijn, behalve dat zinnetje in mijn hoofd.



Dylan kort #1236

Het vrouwbeeld van Theodor Holman, zie hier. [met dank aan Dirk]
Blaze: Ethan Hawke over deze film waarin Charlie Sexton de rol van Townes Van Zandt speelt, zie hier. [met dank aan Bert]
De keuzes van de Indonesische schrijver Eka Kurniawan in "Sir Edmund", de Volkskrant 26 januari: bij muziek: "Een van de nummers van de plaat [Appetite For Destruction van Guns 'n Roses], 'Kockin' On Heaven's Door', stond op de soundtrack van de film Days Of Thunder, met Tom Cruise." Kurniawan vergist zich, de versie van "Knockin' On Heaven's Door" van Guns 'n Roses staat niet op Appetite For Destruction, maar op Use Your Illusion II.
De keuze van Eka Kurniawan bij zanger is Iwan Fals: "De Indonesische Bob Dylan". [met dank aan Hans]
In april verschijnt een nieuw boek van David Hepworth over vinyl. Op de cover van het boek een foto van Bob Dylan die naar een acetate van Blonde On Blonde luistert. Zie hier.
23 februari: Bob Dylan Band in Stenge, zie hier.
Tentoonstelling: 50 jaar Mojo, zie hier en hier.

Bob Dylan in Nederland 2.0

Voor het schrijven van mijn boek Bob Dylan in Nederland roep ik weer de hulp in van de lezers van deze blog.

Ik ben op zoek naar contactgegevens van de volgende drie personen:
De kunstenaar Marius van Straalen, in 1970 woonde hij in Alkmaar.
Peter de Lange, in 1970 student te Delft en voorzitter van een Dylanfanclub.
Peter Flik (voormalig) medewerker van VPRO.

Begin 1970 verschenen in Nederland twee bootlegs van Bob Dylan: Little White Wonder en Daddy Rolling Stone.
Ik hoor graag van je wanneer je begin 1970 een van deze twee (of beide) bootlegs kocht, of als je werkte in een winkel waar deze platen werden verkocht. Ik probeer een goed beeld te krijgen van hoe de verkoop van bootlegs in die dagen ging. Wat de prijzen van die bootlegs waren. Welke platenzaken in die dagen bootlegs verkochten, etc.

In 1970 zond VPRO iedere week een kwartiertje muziek van Bob Dylan uit. Dit gebeurde onder de titel Bob Dylan Story. Dit programma werd door Wim Noordhoek gepresenteerd. In ieder geval 1 uitzending werd niet door Noordhoek, maar door een vrouw gepresenteerd. Wie was deze presentatrice?

Contact opnemen kan via e-mail: twillems87[at]gmail.com


Lay Lady Lay - door Jochen Markhorst


Lay Lady Lay (1969)

T Bone Burnett is wel dol op het werk van Mickey Newbury. Een prachtige vondst is “Just Dropped In (To See What Condition My Condition Was In)” in de uitvoering van Kenny Rogers & The First Edition onder de psychedelische tripscene in The Big Lebowski. Als het populaire ‘multimediaplatform’ Garden & Gun in 2018 vraagt om een ‘Smoking Southern Playlist’ samen te stellen, selecteert Burnett tien songs, waarbij Newbury’s “Nights When I Am Sane” trots tussen klassiekers als “Wade In The Water” van The Staple Singers en Hoagy Carmichaels “Lazy River” prijkt. En in januari 2019 maakt T Bone een cirkel rond als hij voor de ambitieuze, meesterlijke hitserie True Detectives weer “Just Dropped In” kiest, nu echter in een nieuwere uitvoering van Mickey Newbury zelf (over de aftiteling van seizoen 3, aflevering 1).

Mickey Newbury is een groot artiest, maar in de eerste plaats toch een musician’s musician, een hooggewaardeerd songschrijver die prachtige platen en schitterende liedjes maakt, zijn geld echter vooral verdient dankzij de royalty’s van de covers. Keith Richards, Joan Baez, Johnny Cash, Jerry Lee Lewis, Etta James, Roy Orbison... het zijn niet de minste namen die zijn songs opnemen. En boven alles en iedereen torent natuurlijk Elvis uit, die Newbury’s “An American Trilogy” verheft tot de canon.

Dylan heeft hem in ieder geval één keer ontmoet, op die memorabele avond 30 april 1969 bij Johnny Cash thuis, waar zich na het eten een verzameling van enkele van ’s werelds beste songschrijvers rond het haardvuur schaart:

“Ik was uitgenodigd voor een dinertje bij Johnny Cash thuis, even buiten Nashville. Er waren veel songschrijvers aanwezig. Joni Mitchell, Graham Nash, Harlan Howard, Kris Kristofferson, Mickey Newberry [sic] en enkele anderen. (...) We zaten in een kring en elke songschrijver speelde een liedje en gaf de gitaar dan door aan de volgende muzikant. (...) Ik speelde ‘Lay, Lady, Lay’ en daarna gaf ik de gitaar aan Graham Nash.”
(Chronicles)

Graham Nash herinnert het zich iets anders, waarbij hij zichzelf, uiteraard, weer een hoofdrol toeschrijft. Johnny Cash draagt zijn gasten op om een liedje te spelen.

“Niemand verroerde een vin. Bob zat op de trap met Sara, beide leken zich ongemakkelijk te voelen. Mickey Newbury, een befaamde songschrijver uit Nashville, was er ook; en Kris Kristofferson, en Joni en ik natuurlijk. Iedereen staarde naar die gitaren alsof ze radioactief waren.”

Maar Graham voelt zich sterk en denkt fuck it.

“Dus ik pakte een gitaar, ging op de kruk zitten en ramde 'Marrakesh Express' eruit. All abooooard... Ik speelde het laatste akkoord, wist dat het goed was, zette de gitaar terug op de standaard... en liep regelrecht tegen een staande lamp op die tegen de vloer sloeg en in scherven uit elkaar spatte.”
(Wild Tales, A Rock & Roll Life)

Dat breekt het ijs, iedereen lacht en nu durft Dylan ook te spelen: “Lay Lady Lay” en “Don’t Think Twice”. Kristofferson speelt “Sunday Morning Coming Down”, Joni Mitchell “Both Sides Now”. Wat Mickey Newbury speelt verklapt Nash niet, maar we moeten hem nageven dat hij, in tegenstelling tot Dylan, in ieder geval diens naam wél goed spelt.

Newbury’s meesterwerk Looks Like Rain zal een half jaar later uitkomen, en voor de hand liggend is dat hij die avond het prijsstuk van dat album, de magistrale folksong “San Francisco Mabel Joy” speelt. Op die plaat staan uitsluitend mooie liedjes (“She Even Woke Me Up to Say Goodbye”, “The Thirty-Third of August”, om twee van de meest gecoverde te noemen), maar de Dylanliefhebber veert vooral op bij “T. Total Tommy”. Hoewel de titel een ode aan de country- en bluegrasslegende Tom T. Hall suggereert, maakt het eerste couplet al duidelijk dat Newbury Dylan op de korrel heeft:  

To the sad-eyed misinterpreted
Hung-up child of clay
So the drunken poet’s pretty words
Didn't help you find your way

… en het refrein maakt duidelijk welk stijlfiguur dankzij het intieme huiskamerconcert resoneert bij Mickey:

T Total Tommy took a toke of tea
Black cats backin' up a big oak tree
Tick tocks ticking out a tune on time
Last words looking for a line to rhyme
Saw fish swimming in the sea-saw-sea

But me, well, I'm only looking

Een uitzinnig allitererend refrein dus, afgesloten met een knipoog naar “It’s Alright Ma (I’m Only Bleeding)” (het volgende refrein eindigt met I’m only crying), en tussendoor nog wat Dylanverwijzingen en parafrases.
Newbury heeft Dylan een paar keer Lay lady lay across my big brass bed horen zingen en vindt dat opdringerige beginrijm kennelijk typerend genoeg om door te kopiëren naar zijn Dylanpastiche. Begrijpelijk, maar niet helemaal een voltreffer; alliteratie is al eeuwen een populair stijlfiguur en eigenlijk elke songschrijver bezwijkt wel eens. Deze zelfde avond heeft Mickey ook gehoord hoe Graham Nash Colored cottons hang in air / Charming cobras in the square allitereert, dat Joni Mitchell And ice cream castles in the air / and feather canyons everywhere zingt, en dat hebben we nog niet eens de Actuele Apostel van de Alliteratiegeneratie, Kris Kristofferson, genoemd:

Well I woke up Sunday morning
With no way to hold my head, that didn't hurt
And the beer I had for breakfast wasn't bad

Andere, evenmin betrouwbare, bronnen vertellen overigens dat Kristofferson die avond “Me And Bobby McGee” speelt. Maakt niet uit – dat lied heeft óók in vrijwel elke versregel een beginrijm.

Hoe dan ook: Newbury associeert letterrijmen met Dylan.
Zelf wijt Dylan de openingswoorden aan creatieve armoede, verklapt hij in het boekje bij Biograph. “Het lied ontstond uit die eerste vier akkoorden. Daarna vulde ik het in met tekst, met la la la, en nou ja, dat werd Lay Lady Lay, je tong doet hetzelfde, meer was het eigenlijk niet.
Het vervolg, lay across my big brass bed, is ook al niet echt aan een frisse, oorspronkelijke flits te danken:

I take it to my room and lay it 'cross my big brass bed
I take it to my room and lay it 'cross my big brass bed
I guess I'll be my own singer, neighbours turn cherry red

… uit “Rough Alley Blues”, 1931, van de man die de blues als geen ander kon zingen, van Blind Willie McTell dus.

Van Nobelprijswaardige new poetic expressions of andere literaire glans valt de rest van de tekst evenmin te betichten. Dylan is zelf ook niet al te content ermee, blijkt uit datzelfde Biograph-commentaar. Platenbaas Clive Davis wil het lied als single uitbrengen. “Ik smeekte hem om het niet te doen. Ik heb nooit enige warmte voor het lied gevoeld, noch vond ik dat het representatief was voor iets van mijn werk.”
In interviews laat hij zich vergelijkbaar uit (“er zitten wel betere singles tussen het nieuwe materiaal,” Melody Maker, augustus 1969), en ook preciezer:

“Ik heb Lay Lady Lay ook herschreven. (…) Een heleboel woorden van dat lied zijn nu anders. Oorspronkelijk nam ik het op tussen allerlei andere songs, voor het Nashville Skyline-album. Het was de toon van de sessie. Toen we er eenmaal klaar voor zaten, kwam het er zo uit. En voor dat moment voldeed het, maar ik heb altijd het gevoel gehad dat er meer in dat lied zat.”
(Playboyinterview, november 1977)

Of Dylan ook inderdaad meer uit het lied heeft gehaald, is discutabel. Tijdens de Rolling Thunder Revue en in de Hard Rain-versie zijn inderdaad een paar regels anders. Een hol cliché als You can have your cake and eat it too is vervangen door het niet veel sterkere You can have love, but you might lose it, bijvoorbeeld (maar duikt op andere avonden weer op een andere plek in het lied op). Op Hard Rain zijn in totaal 78 (van de 171) woorden anders, dus ja, vooruit, a lot of words have changed.  
En met die warmte of representativiteit lijkt het ook wel mee te vallen; Dylan heeft het lied meer dan 400 keer gespeeld, speelt het ook in de eenentwintigste eeuw nog steeds, waarmee “Lay Lady Lay” in ieder geval tot zijn persoonlijke Top 50 behoort.

Warmte voor het lied voelen eveneens genoeg collega’s. “Lay Lady Lay” heeft fans als Madonna, The Everly Brothers en Duran Duran, raakt dus meer artiesten dan alleen de usual suspects als The Byrds, Richie Havens of Melanie. Véél meer artiesten zelfs; de song staat vermoedelijk wel in een (niet-bestaande) Top 20 van meest gecoverde Dylansongs.

aantekening #6966

While preachers preach of evil fates
Teachers teach that knowledge waits
Can lead to hundred-dollar plates
Goodness hides behind its gates
But even the president of the United States
Sometimes must have to stand naked

- It's Alright, Ma (I'm Only Bleeding) -

~ * ~ * ~ * ~

Zoonlief kijkt de serie Lucifer. In een van zijn stukken op deze blog heeft Jochen het over die serie. Het gaat om zijn stuk over "Man Of Peace". Na het lezen van dat stuk van Jochen nam ik me voor Lucifer te kijken, maar het komt er niet van. Zoonlief kijkt wel en als hij kijkt hoor ik hem regelmatig hard lachen. Hoe harder hij lacht, hoe meer spijt ik heb dat ik niet vanaf aflevering 1 heb meegekeken.
Gisteravond keek hij naar aflevering 9 en zette hij het programma een paar keer stil. Dat is een unicum, dat deed hij voor mij. In deze aflevering vertelt een pastoor dat hij in een vorig leven pianist was, dat hij in het voorprogramma van onder andere Bob Dylan heeft gespeeld. Vlak daarna speelt de pastoor "Knockin' On Heaven's Door" op de piano.
Tegen het eind van de aflevering, de pastoor is dan inmiddels dood, kruipt ook Lucifer Morningstar achter de piano om dit nummer te spelen.
"Knockin' On Heaven's Door" doet het momenteel goed bij zoonlief, niet alleen vindt hij de pianoversie van de pastoor in Lucifer schitterend, ook is hij druk bezig het nummer te leren spelen op gitaar.
Ik kijk niet naar Lucifer, wel naar de documentaire The Vietnam War van Ken Burns. Althans, ik heb de eerste aflevering gezien. Die aflevering begint en eindigt met Dylans "A Hard Rain's A-Gonna Fall" en het past.

~ * ~ * ~ * ~

Voor het reclameblok tijdens de Superbowl heeft Budweiser een nieuwe commercial gemaakt en in die commercial is Bob Dylans "Blowin' In The Wind" te horen (zie hieronder). Het gebeurt de laatste jaren erg vaak dat Bob Dylan zichzelf of zijn muziek laat gebruiken voor reclame. Ik denk bijvoorbeeld aan reclames voor lingerie, een SUV, yoghurt en een pratende computer, en altijd levert zo'n Dylan-commercial veel commentaar op.
Ik moet bekennen dat ik er geen enkele moeite mee heb dat Dylans muziek en persoon gebruikt worden om allerlei producten aan de man of vrouw te brengen. Vaak vind ik die commercials wel mooi of geestig. Naar mijn smaak schuilt er weinig kwaad in.
Gek genoeg stoor ik me dan wel enigszins aan de Budweiser-commercial die tijdens de Superbowl te zien zal zijn. Dat zit niet in het feit dat een Dylan-song is gebuikt om bier aan te prijzen. Het zit ook niet in het filmpje, dat is best aardig. Het zit in de associatie die wordt opgeroepen: "Blowin' In The Wind" en windenergie. Dat past niet, dat stoort.

~ * ~ * ~ * ~

In het boek Real Moments van Barry Feinstein staat een schitterende foto van Bob Dylan en Françoise Hardy. Het bijschrift bij deze foto: "This is behind the stage L'Olympia Theatre in Paris, swapping records and talking with Françoise Hardy. She was beautiful and a big star in France."
Ik heb een zwak voor deze foto, het ongemak dat van de gezichten te lezen is. Ik schreef eerder over die foto, hier



Er is die dag in Parijs een hele serie foto's gemaakt van Dylan en Hardy. Op wat waarschijnlijk een van de eerste foto's van die dag is, nog niet backstage, staat Hardy breed lachend. Dylan heeft een pak onder zijn arm. Er zit een touw omheen. In dit pak moeten wel haast de elpees zitten waarvan er in ieder geval één later wordt weggegeven aan Hardy. (zie hier). Op een andere foto is het pak elpees dan weer in geen velden of wegen te vinden. (zie hier)
Op weer een andere foto zijn Dylan & Hardy al wel Backstage, maar nog niet alleen. Hardy zit al, Dylan nog niet. (zie hier)
Ergens moet dat pak met elpees waar Bob Dylan mee loopt te zeulen - kocht hij die platen in Parijs? - open zijn gemaakt. Er moet een moment zijn geweest dat die elpee aan Hardy werd gegeven. 
Er is een hele serie foto's waarop Hardy de elpee vast heeft. Zoals hier, een foto waarop Dylan rechts zit en Hardy links.
Dan is er het moment waarop de plaat in Hardy's armen ligt en Dylan links naast haar heeft plaatsgenomen. Zie hier en hier. Was Feinstein de enige aanwezige fotograaf?
Er zijn natuurlijk nog meer foto's, zoals deze en deze, maar waar het mij nu om gaat is die elpee in de handen van Françoise Hardy. Het verhaal dat ik in mijn hoofd bij deze foto's bij elkaar heb bedacht gaat ongeveer zo: Bob Dylan koopt voor aanvang van zijn concert in L'Olympia op 24 mei 1966 platen in Parijs. Backstage, onder de indruk van de mooie Hardy, maakt hij de verpakking rond de gekocht elpees open om iets te doen te hebben, om een gespreksonderwerp te hebben. Al pratende toont Hardy interesse in een van die elpees die ze vervolgens van Dylan krijgt. Maar welke elpee is dat dan? 
Op de foto zien we de achterkant van een elpee hoes. Op de achterkant van die hoes, zo lijkt het, staat reclame voor 12 elpees. Daarboven de naam van een band of artiest en een titel. Na een tijdje staren naar de foto in het boek van Feinstein denk ik eerst dat er Trinity staat, maar een internetzoektocht naar een gelijkende hoes van een album met de titel Trinity levert niks op.
Na nog wat staren kom ik tot de conclusie dat het Think! is wat er op de hoes staat. Eerste gedachte: Aretha Franklin, maar de naam boven de titel Think! lijkt meer op James dan op Aretha. 
Ik ken niet veel artiesten wiens voornaam James is. James Brown is de eerste gedachte. Die gedachte is meteen raak: James Brown bracht in 1960 het album Think! uit. 
Om zeker van mijn zaak te zijn wil ik ook een achterkant van de hoes van Think! vinden die gelijk is aan de hoes die Françoise Hardy in haar handen heeft. Dat valt niet mee. Ik vind meerdere foto's van de achterzijde van de hoes van Think!, maar de eerste vier, vijf lijken in geen velden of wegen op de hoes die Hardy vast heeft. 
Juist omdat al die hoezen niet gelijk zijn aan wat op de foto te zien, wil ik nog meer weten welke persing van Think! van James Brown Hardy vast heeft op de foto. Want dat het die plaat is ben ik dan inmiddels wel bijna zeker van. Aangezien de plaat in het verhaal zoals het door mij bedacht is in Parijs is gekocht, zoek ik in eerste instantie naar Franse persingen, tevergeefs. Uiteindelijk vind ik de hoes: het gaat om een Canadese persing van Think! in een Amerikaanse hoes op het King-label uit 1960.



Nu ik weet welke plaat Françoise Hardy in haar armen heeft, kan ik rusten. Of bijna, ik blijf nog met één vraag zitten: kocht Bob Dylan na het weggeven van Think! nog een exemplaar voor eigen gebruik?
Dat is een vraag waar ik wel nooit een antwoord op zal vinden.

de hoezen #12 - door Patrick Roefflaer

15 - Dylan
Uitgebracht: 16 november 1973
Illustratie:  Richard Kenerson (zeefdruk)
Art-director:  John Berg

De exacte datum waarop Bob Dylan het contract tekende bij Asylum, heb ik nergens kunnen vinden. Mogelijk is er ook helemaal geen contract. Volgens Rolling Stone was het een gentlemen’s agreement, bezegeld met een handdruk.

Daardoor is het ook niet duidelijk wat het aandeel van de Dylan elpee is in de overstap van de zanger naar een andere platenmaatschappij, na 12 jaar bij Columbia Records.

Volgens het ene verhaal is de elpee een wraakactie van de verliezende firma, om de afvallige artiest belachelijk te maken door het uitbrengen van ondermaats materiaal. Anderen menen dan weer dat het de laatste strohalm is, waarna Dylan de knoop doorhangt en de overstap maakt. Weg van de firma die hem beschouwt als een has-been en hem liever kwijt dan rijk is. 

In ieder geval, voor het eerst heeft Bob Dylan geen inspraak in de hoes rond een van zijn platen. Omdat aan Dylan vragen om te poseren voor een hoesfoto geen optie is, moet de grafische afdeling aan de slag met bestaand materiaal.

De keuze valt op een foto van Al Clayton, die eerder al werd afgedrukt op de binnenhoes van  Self Portrait.

Op de foto, gemaakt op 3 mei 1969, staat Dylan die, samen met enkele muzikanten, luistert naar een playback van een opname, terwijl zijn zoontje Jesse op de grond dolt.
Ene Richard Kenerson gebruikt een uitvergroting van Dylans hoofd van deze foto als basis voor een zeefdruk. Het portret in profiel is geplaatst voor een metaalachtige, zilverkleurige achtergrond  en vervolgens opgeleukt met een rode, gele, paarse en zwarte streep.
Het blijft gissen naar de bedoeling.

Linksboven staat het logo van de platenmaatschappij en rechtsboven, in zwarte letters de titel: Dylan. Verticaal daaronder: een opsomming van de songs.

Die songtitels worden op dezelfde plaats op de achterzijde nog eens herhaald. Veel meer informatie is er niet te vinden op de hoes. Verder staat er enkel nog: "Back cover photograph and album design by John Berg." Merkwaardige informatie, omdat de afbeelding van de voorzijde hier wordt hernomen, zij het in een wat soberder uitvoering, zonder de gekleurde strepen. Misschien leverde Berg de foto die er overheen is geplaatst: iets wat nog het meeste lijkt op keien in een rivierbedding. 

Een paar weken na het uitbrengen van de elpee, verschijnt er ook een single: ‘A Fool Such As I’. Voor de promotie daarvan heeft men blijkbaar inmiddels wel een recentere foto van de zanger gevonden. Op de zwart-wit foto, gemaakt tijdens de filmopnamen voor Pat Garrett and Billy the Kid, kijkt Dylan met een blik die het midden houdt tussen geamuseerd en geërgerd, loensend in  de lens. 
Was dit geen beter beeld geweest voor de hoes? 



Budweiser Superbowl commercial

The big Lebowski 2 - trailer teaser



let op de muziek...

Bob Dylan Songbook & (approximately) Complete Works

Op 2 augustus 1969 stond onderstaand bericht in Het Parool. In die tijd was uitgever Thomas Rap al geruime tijd bezig met de voorbereidingen om het boek Complete Works van Bob Dylan op de markt te brengen. Complete Works zou wereldwijd de eerste legale verzameling van Bob Dylans songteksten zijn. Niet lang voor dat boek na ruim een jaar voorbereiden verscheen, onder de titel (approximately) Complete Works, bracht een groep Leidse studenten onder de titel Bob Dylan Songbook een gestencilde, illegale versie van Bob Dylans verzamelde songteksten op de markt.


De ironie wil dat van (approximately) Complete Works slechts één druk is verschenen omdat Uitgeverij Thomas Rap vlak na publicatie van het boek op de vingers werd getikt door Dylans advocaten: (approximatly) Complete Works had nooit mogen worden uitgebracht. Het Leidse Songbook beleefde in meer dan tien jaar tijd herdruk op herdruk.

Opvallend aan bovenstaand artikel is de afgebeelde cover van (approximately) Complete Works. Wanneer je het afgebeelde ontwerp legt naast het uiteindelijke boek zie je dat titel en Dylans naam op de uiteindelijke cover op een andere plek staan.

Voor mijn boek Bob Dylan in Nederland ben ik nog steeds op zoek naar mensen die betrokken zijn geweest bij het maken van het Leidse Songbook.
Dit Songbook was in ieder geval te koop bij Gronstra, de Groninger studentenraad. Het Songbook zal op meer plaatsen (bij meer studentenraden?) te koop zijn geweest. Kocht jij in 1969 een exemplaar van dit Songbook, laat me dan weten waar je dit kocht.
(twillems87[at]gmail.com)


Algemeen Handelsblad 22 november 1969:


aantekening #6963

Tales Of Ordinary Madness is het derde boek van Charles Bukowski waar ik Bob Dylan in vind. In het verhaal "Notes of a potential suicide" schrijft hij: "Bob Dylan affects me as overacting while Donovan appears to have real style."
Het feit dat ik het totaal oneens ben met Bukowski doet niets af aan mijn bewondering voor deze schrijver.

~ * ~ * ~ * ~

Een mens moet blijven lezen. Ik heb net een boek uit ergens eind jaren zestig of zo besteld van een schrijver waar ik nog nooit van had gehoord omdat ik ergens heb gelezen dat een van de verhalen in dit boek is opgedragen aan Bob Dylan.
Dat had het boek The Wheel Of Love and Other Stories van Joyce Carol Oates kunnen zijn. Het verhaal "Where Are You Going, Where Have You Been?" in dit boek is immers opgedragen aan Bob Dylan, maar het is niet dit boek dat ik vandaag heb besteld. Het is een ander boek. Nederlandstalig.

~ * ~ * ~ * ~

Waar komt toch die absurde fascinatie die ik heb voor romans, verhalen- en dichtbundels waar Bob Dylan in genoemd wordt vandaan? Ik weet het niet. Ik weet wel waar het toe kan leiden: kasten vol met boeken waarin een of twee keer de naam Bob Dylan staat. Het is echt waar. Het bewijs staat hier op zolder.

Dylan kort #1235

John & Yoko - Above Us Only Sky: rond 47 minuten, Lennon legt aan fan uit dat ook hij maar een man van vlees en bloed is en noemt Dylan. Zie hier. [met dank aan Alja]
Blaze: in deze film over countrylegende Blaze Foley speelt Charlie Sexton - de gitarist in Dylans band - de rol van Townes Van Zandt, zie hier. De trailer bekijk je hier. [met dank aan Rob]
Judy Collins trad in Nederland op en sprak o.a. over Bob Dylan, zie hier. [met dank aan Hans en Peter]
Nick Cave geeft een top 10 van wat hij de beste muziek vindt (met o.a. Dylan), zie hier. [met dank aan Bart] Ik heb ooit ergens gelezen dat Nick Cave een tijd lang in iedere stad waar hij kwam een exemplaar van Nashville Skyline kocht.
Not Fade Away is een film uit 2012 met werk van o.a. Dylan in de soundtrack, zie hier. De film was afgelopen zondag op de buis.
Outlander seizoen drie aflevering 4 bevat een cover van Bob Dylans "A Hard Rain's A-Gonna Fall". Het fragment uit de serie kijk je hier. Deze versie van "A Hard Rain's A-Gonna Fall" is gemaakt door de Canadese band Walk off the Earth. Een langere versie van de cover staat hier.
"Bob Dylan-fan stelt enorme collectie tentoon in bibliotheek", Luc de Vos, zie hier.

aantekening #6960

Het is zondag. Zondag is een rustdag. Schijnt. Ik ben er niet de persoon naar om op de bank te ploffen en gedachteloos naar de vogeltjes in de achtertuin te staren. De rustdag ziet er voor mij anders uit. Ik heb vanochtend een paar uur zitten schrijven aan de nieuwe versie van Bob Dylan in Nederland. Daarbij ben ik vooral bezig geweest met het jaar 1969: Nashville Skyline, Isle of Wight Festival, (approximately) Complete Works en de uitzending van "onbekend Dylan-werk" door VPRO op de Nederlandse radio. Om in 1969 te blijven, nu ik voor vandaag gestopt ben met schrijven aan Bob Dylan in Nederland, heb ik de derde cd van de luxe editie van Another Self Portrait opgezet: Bob Dylan op Wight. Dat is voor mij rust.
Ik ben ergens halverwege die cd. Wat is "To Ramona" toch mooi op deze cd, om over "I Dreamed I Saw St. Augustine" maar te zwijgen.
Naast de computer waar ik achter zit ligt een klein stapeltje bestaande uit twee tijdschriften en een boek die naar zolder moeten. De twee tijdschriften - Mojo van februari 1998 en Revolver van oktober 1997 - kocht ik onlangs bij een kringloopwinkel, maar blijk ik beide al te bezitten. Die gaan in de verhuisdoos vol dubbele Dylanknipsels. Ik ben ooit begonnen met het vullen van die doos met het idee om te ruilen met andere Dylanverzamelaars. Het is er nog nooit van gekomen. Ooit komt er een dag dat ik iemand blij maak met de honderden knipsels in die doos. 

Het boek dat naar zolder gaat is A Fool Such As I; De Lotgevallen van Simon Posthuma. Ik wilde dat boek lezen, vooral om een goed beeld te krijgen van Nederland in de jaren zestig. Ik ben niet veel verder gekomen dan bladzijde 173. Het is een bladzijde uit het hoofdstuk over Posthuma's verblijf in Athene van 19 november 1965 tot en met 2 maart 1966. Op die bladzijde lees ik:

"'Wat mis je het meest in Athene?' vroeg ik Marijke op een avond. We hadden en brief aan Simon Vinkenoog opgesteld die ze uittikte op onze draagbare typemachine die we van uit Amsterdam hadden meegebracht. Uit de transistorradio klonk een melige, fanfareachtige Bob Dylansong. 'They'll stone you when you're riding in your car...'
Marijke stopte even met typen en dacht na.
'Everybody must get stoned!' concludeerde Bob en een dweilorkest blies er vrolijk op los.
'Pot,'zei Marijke, 'we hebben al anderhalve maand niets anders dan sigaretten gerookt.'" 

De in dit fragment geciteerde Dylansong is natuurlijk "Rainy Day Women #12 & 35". Dit nummer is de openingstrack van het album Blonde On Blonde dat op z'n vroegst in de zomer van 1966 in Europa te verkrijgen is. "Rainy Day Women #12 & 35" wordt vanaf april 1966 op single uitgebracht. Eerst in Amerika en Canada, daarna Europa en de rest van de wereld.
Hoe is het mogelijk dat Simon Posthumus tussen 19 november 1965 en 2 maart 1966 "Rainy Day Women #12 & 35" op de radio in Athene hoort terwijl zowel het album als de single waarop dat nummer te vinden is op dat moment nog niet is uitgebracht?
Posthuma zuigt maar wat uit zijn dikke duim, waarschijnlijk omdat dat Dylan-citaat zo mooi past bij de drang naar pot. Ik kan daar slecht tegen. Ik ben een zeikerd wat dat betreft. Bij mij is na deze constatering de behoefte om A Fool Such As I te lezen in een klap verdwenen.
Jammer.

Nu de cd met Wight is afgelopen denk ik dat ik een kleine stap terug in de tijd zet. Ik denk aan John Wesley Harding, de originele Amerikaanse mono-persing van dit album, simpelweg omdat 'ie geweldig klinkt.
Met John Wesley Harding zal deze rustdag niet eindigen. Er zal nog wel meer Dylan op mijn pad komen voor de dag ten einde is, simpelweg omdat ik er voor kies om Dylan op mijn pad te zetten. 

De Marijke in het citaat uit het boek van Simon Posthuma is Marijke Koger. Deze Marijke Koger maakte in 1966 een schitterende Dylan-poster, bekend onder de naam Love Dylan. De tekening van Dylan die Koger maakte is niet sprekend Dylan, maar gek genoeg is er maar één blik nodig om te zien dat het om Dylan gaat op deze poster. Er werden aanvankelijk maar een paar honderd exemplaren van deze poster gedrukt, later volgden enkele herdrukken. Ook werd de poster eind 1966 (in andere kleuren) in Hitweek afgedrukt.

Wat is een rustdag anders dan een mogelijkheid om te doen wat goed voelt?  Met zoveel Dylan is vandaag een top rustdag.

Dylan kort #1234

Jeff Lynne praat over Traveling Wilburys, zie hier. [met dank aan Bert]
Dylan & mode: twee dagen geleden plaatste ik op deze blog een reclamefoto van Harris Wilson, zeg maar de Franse Wehkamp, omdat het model op de foto de hoes van Dylans Highway 61 Revisited vast heeft. Die foto doet mij denken aan die van mijn dochter op de voorkant van mijn boek Laat mij vandaag vergeten tot morgen, maar dit terzijde. Er is meer Dylan & mode: tijdens een presentatie van kledingmerk People Tree in Amsterdam staan Dylans woorden "The Times They Are A-Changin'" op een scherm op het podium. Zie hier.
DWDD: "De 7 beste films over muzieklegendes" met op nummer 4 "I'm Not There", zie hier.

Dylan zingt

Rond de jaarwisseling ontving ik meerdere e-mails waarin dezelfde wens voor 2019 wordt uitgesproken: een nieuw Dylan-album, maar niet een album in het verlengde van Shadows In The Night, Fallen Angels en Triplicate. De wens is een nieuw Dylan-album vol nieuwe Dylan-composities. Ik kan me bij het lezen van die e-mails helemaal vinden in die wens.
Fast forward naar half januari. In The Bridge no. 62 lees ik een artikel over Another Self Portrait en al lezende borrelt het verlangen om de bijbehorende muziek te horen op. Hoe lang is het geleden dat ik Another Self Portrait gedraaid heb? Ik weet het niet precies, maar het is in ieder geval lang geleden.
Another Self Portrait leerde mij (ons) om opnieuw naar Self Portrait te luisteren, een album met veel covers. Een album dat decennia lang in het verdomhoekje zat.
Het opnieuw luisteren naar Another Self Portrait, naar songs als "Pretty Saro", "Annie's Going To Sing Her Song", "Thirsty Boots", "Copper Kettle" en "Tattle O'Day" deed me beseffen dat een album van Bob Dylan waarop hij composities van anderen brengt op voorhand afwijzen absurd is. Die absurditeit - zo realiseerde ik me - zit enigszins besloten in die wens voor 2019 die ik nog niet zo lang geleden vol overtuiging onderschreef.



Bob Dylan heeft in zijn lange carrière een groot aantal covers gespeeld, zowel in de studio als op tournee, en net als bij zijn eigen composities zitten daar geslaagde en minder geslaagde versies bij.
Neem nou het door Curtis Mayfield geschreven "People Get Ready". Bob Dylan heeft dit nummer een aantal malen gespeeld. Het is te vinden op The Basement Tapes en hij nam het op voor de film Flashback. Maar veruit de mooiste versie die hij opnam staat op 4 Songs From "Ronaldo And Clara". Een Dylan-collectie is niet compleet zonder deze "People Get Ready".
De muziek zwelt aan tot een muzikaal rommeltje hoorbaar is, een muzikaal rommeltje dat werkt. Als je met je ogen knippert is het al weer voorbij, zo lijkt het soms. Deze paar minuten muziek bevatten meer schoonheid dan er binnen de muren van het Rijksmuseum hangt.
Deze "People Get Ready" heeft voor mij meer waarde dan het gehele oeuvre van The Beatles & The Stones samen (en ik mag graag luisteren naar The Beatles...)
De waarde, de schoonheid van muziek is haast niet in woorden uit te drukken. Het moet zelf ervaren worden. Gehoord worden.



In mijn persoonlijk Dylan-top 10 staat deze "People Get Ready" op plek twee of drie. (Laat het niet gebeuren dat ik ooit zo'n top 10 moet samenstellen. Ik kan het niet. Ik wil het niet. Ik ben te besluiteloos.)
"People Get Ready" is geen uitzondering in Dylans oeuvre, hij heeft veel meer schitterende covers opgenomen. Tientallen.
Soms ben ik (zijn wij), Dylanliefhebber(s) doof voor de schoonheid van die covers. Bob Dylan is immers een magistraal tekstdichter. Dat dichterschap maakt soms doof voor de muzikant.
Another Self Portrait schudde mij wakker voor Self Portrait. Misschien hebben de albums Shadows In The Night, Fallen Angels en Triplicate ook zo'n 'opschudder' nodig. Misschien moet ik nog leren luisteren naar deze drie albums.
Dat neemt niet weg dat ik verlang naar een nieuw Dylan-album vol Dylan-composities. Dat moet ook kunnen. Als dat verlangen me maar niet doof maakt voor "People Get Ready" en al die andere covers die Bob Dylan in zijn lange carrière in de studio en op het podium heeft gebracht.

het Highway 61 Revisited-vest

Harris Wilson - de Franse Wehkamp (?) - gebruikt Bob Dylans Highway 61 Revisited om een vest te verkopen. Zie hier.


Dylan kort #1233

"‘King Bi', theater over de biseksuele koning Willem II", zie hier. [met dank aan Dirk]
"Luc stelt Bob Dylan-collectie in de bib voor", zie hier. [met dank aan Dirk] Zie ook hier.


Op de pagina BDinNL 2.0 staan nieuwe vragen om informatie, dit keer over de songbooks die door Leidse Commune werden uitgegeven en een filmfestival in 1971 waar Dont Look Back werd gedraaid. Zie hier.

BDinNL 2.0

Ik vraag - zoals ik al een aantal malen eerder heb gedaan - de lezers van deze blog mij te helpen bij het schrijven van Bob Dylan in Nederland.
De pagina BDinNL 2.0 is aangevuld met drie nieuwe vragen. Zie hier.

Skamokawa Swamp Opera - All Along The Watchtower

Dylan kort #1232

Pomgedichten: "de enig echte virtuele play a song for me trofee", gedichten vrij naar "Mr. Tambourine Man", zie hier. [met dank aan Alja]
"Bib viert twintigste verjaardag met reeks tentoonstellingen", onder andere Bob Dylan-lezing en expo, zie hier. met dank aan Dirk]
"Bob Dylan terug in Luxor", zie hier.
"Regisseur Martin Scorsese maakt een Netflix-documentaire over Bob Dylan", zie hier. Uitkijken naar de film met een Ginsberg-bril op, zie hier.

Tryin’ To Get To Heaven (1997) - door Jochen Markhorst


Tryin’ To Get To Heaven (1997)

Tussen de vele parels op een van zijn mooiste platen, Hunky Dory uit 1971, schittert het bijzondere “Song For Bob Dylan”, een prachtig lied met een opmerkelijke tekst, waarvan het vaak geciteerde a voice like sand and glue de meest memorabele woorden zijn. Bowies lied komt niet uit de lucht vallen. Met de deels idolate, deels verwijtende ode schudt de Britse kameleon de Dylanveren af die hij een jaar of twee gedragen heeft: op zijn speellijst staan de Dylancovers “She Belongs To Me” en “Don’t Think Twice”, een tijdlang treedt hij op in een Dylan-anno-1963-look, inclusief pet, op de eerste twee platen wemelt het van de hele en halve Dylanverwijzingen en het woord dylanesque is een constante in de (veelal positieve) recensies van die LP’s. In een interview voor Melody Maker (’76) kijkt de zanger terug op “Song For Bob Dylan”:

“Ik zei okee, als jij het niet meer wilt doen, doe ik het. Ik zag een leiderschapsvacature.”

Maar hij blijft zijn idool wel trouw, in de hierop volgende decennia. Met het gelegenheidsproject Tin Machine brengt hij “Maggie’s Farm” op single uit, in een tussendoortje met de band van Bryan Adams neemt hij een heavy, maar aantrekkelijke “Like A Rolling Stone” op en vooral: in 1998 waagt hij zich aan “Tryin’ To Get To Heaven”. Helaas nooit officieel uitgebracht, hoewel het een schitterende versie is.
Het is een gelukkig gekozen cover. Met zijn moedeloze, duistere verzen vol mysterieuze beeldspraak en sprekende metaforen ligt het monumentale meesterwerk ook precies op het snijvlak van Dylans en Bowies repertoire – zelfs de titel past over zowel Bowies eerste hit “Space Oddity” (1969) als over zijn laatste, “Lazarus” (2016).

In besprekingen wordt het lied vaak in een adem genoemd met dat andere monument op Time Out Of Mind, “Not Dark Yet”. Begrijpelijk: behalve muzikaal zijn de beide songs ook thematisch vergelijkbaar. De verteller versaagt, het levenseinde nadert onontkoombaar. Tryin’ is dan nog net iets minder desolaat. Waar in “Not Dark Yet” zelfs geen uitzicht op verlossing in een hiernamaals geboden wordt (“I just don’t see why I should even care”), staat hier althans de poort naar de hemel open – nog wel, in elk geval. Niet dat het daarmee opeens een troostbiedende, onbewolkte tegenvoeter van “Not Dark Yet” is. Overheersend is een identieke uitgetelde matheid, in eenzelfde structuur ingebed: beide songteksten zijn gegoten in Dylans geliefde François Villon-format, songs zonder refrein maar met stokregels die elk couplet afsluiten.

Toegankelijker is Tryin’ wel. Dylan kiest voor de overbekende levensweg-metafoor, zoals die al eeuwen, weliswaar archaïscher, door dichters als bijvoorbeeld P.C. Boutens verwoord is:

Alle schoon dat de aard kan geven,
Blijkt een pad dat tot u voert,
En alleen is leven leven
Als het tot den dood ontroert.
(Goede Dood, 1907)

In elk couplet wordt gereisd, de protagonist is letterlijk op weg en probeert overdrachtelijk de hemelspoort te bereiken. De ik-persoon zwerft vanuit the middle of nowhere naar Missouri, volgt de Mississippi tot aan de monding, tot aan New Orleans en volgt dus grofweg Highway 61. Onderweg plukt hij naar hartenlust uit het bluesidioom. “Trying To Get To Heaven” hoort Dylan al in 1962, bij een concert van Reverend Gary Davis in Gerde’s Folk City, en Al Koopers variant met het refrein “Tryin’ to get to heaven in due time / Before the heaven doors close” (“Wake Me Shake Me”, The Blues Project, 1966) kent hij natuurlijk ook. Net zo klassiek, en uiterst effectief is de truc waarmee de dichter in de eerste twee regels de sfeer neerzet: de dreigende, drukkende stilte voorafgaand aan een zomerse onweersbui.
Zoals in veel van Dylans mooiste werken bereikt de tekst lyrische én poëtische hoogtepunten door die combinatie: de verbinding van flarden bluesclichés (“wading through the high muddy water”) met parafrase (het Bijbelse lonesome valley komt uit Psalm 23) en catachrese, vernieuwende woordcombinaties (“the heat rising in my eyes”). “You can seal up the book and not write anymore” is ook al zo’n fraaie vondst, zo’n elegante variant op het Gesloten Boek als metafoor voor het einde van een relatie.

Plagerig zijn de nostalgische verwijzingen naar drugsconsumptie. Mary-Jane is een bijna antiek pseudoniem voor marihuana, maar Dylans eerste associatie is de hoerenmadam uit de oude folksong “Ridin’ In A Buggy, Miss Mary Jane”, dat hij vermoedelijk wel kent in de uitvoering van Pete’s halfzusje Peggy Seeger (1958):

Bob Dylan op Wight

In het boek Canon van Alkmaar staat over het Isle of Wight-festival waar Bob Dylan in 1969 optrad: "Op 27 augustus 1969 vertrokken vier Alkmaarse scholieren naar het popfestival op het Britse eiland Wight. Zij waren schilderachtig gekleed en droegen het haar tot op de schouders. Het waren leerlingen van het Christelijk Lyceum, de MTS aan de Jan de Heemstraat en de Rijkskweekschool aan het Nassauplein."
Voor mijn boek Bob Dylan in Nederland ben ik op zoek naar deze vier Alkmaarse scholieren en andere Nederlandse Dylan-liefhebbers die in 1969 naar Wight gingen.


Dylan kort #1231

Rolling Thunder Revue: A Bob Dylan Story by Martin Scorsese: volgens de website van het tijdschrift Rolling Stone zal de documentaire over Bob Dylans Rolling Thunder Revue waar Martin Scorsese nu ruim tien jaar aan werkt, als ik me niet vergis, op Netflix te zien zijn. Je hoeft de videorecorder nog niet scherp te zetten, pas over enkele maanden wordt een aankondiging van de uitzending op Netflix van Rolling Thunder Revue: A Bob Dylan Story by Martin Scorsese verwacht... In deze documentaire zal een Dylan-interview zitten zoals dat ook in No Direction Home zit: (redelijk) recent en afgenomen door Jeff Rosen. Het artikel op de website van Rolling Stone hint naar plannen van Sony om een boxset met muziek van The Rolling Thunder Revue uit te brengen. Zie hier en hier.
Escape at Dannemora: in de eerste serie van deze nieuwe serie is "Girl From The North Country" van Nashville Skyline te horen. [met dank aan Dirk]
"Luc Devos toont zijn passie voor Bob Dylan in de bibliotheek van Meulebeke", zie hier. Helaas is het hele artikel alleen te lezen voor abonnees.
Isle of Wight: Deze zomer is het vijftig jaar geleden dat Bob Dylan optrad op het Isle of Wight-festival. De website van Isle of Wight Radio hint naar een mogelijke terugkeer van Bob Dylan naar het festival dat dit jaar 13 tot en met 16 juni zal plaatsvinden. Het past is Dylans tourschema... Zie hier.
Woodstock: Het is deze zomer ook vijftig jaar geleden dat Woodstock plaatsvond. Uiteraard wordt het festival dit jaar dunnetjes overgedaan om dit te vieren. Er is hoop dat Bob Dylan dit keer wel komt. Zie hier. Bob Dylan was er in 1969 niet bij, maar in 1994, tijdens het 25-jarig jubileum, wel. Niet zo heel lang geleden verscheen een zogenaamde grijze cd met opnamen van Dylans Woodstock-optreden. Bob Dylan op Woodstock '94, zie hier.

Provadya?

Voor mijn boek Bob Dylan in Nederland ben ik op zoek naar mensen die een van de onder de naam Provadya? georganiseerde avonden rond Bob Dylan hebben bezocht of mij daar meer over kunnen vertellen. Meer hierover staat hier.


Dylan kort #1230

Clydie King, de zangeres die begin jaren tachtig veel met Bob Dylan samenwerkte, is afgelopen maandag overleden. Ze werd 75 jaar.
Bob Dylan en Clydie King zingen "Abraham, Martin and John", zie hier.
De Kuip: in de Volkskrant van 8 januari twee pagina's over concerten in De Kuip. Uiteraard wordt het eerste concert ooit in De Kuip vermeld: Bob Dylan in 1978. Zie hier. [met dank aan Herman]
Winteruur: Gisteravond las Vincent Byloo zijn favoriete tekst voor in het programma Winteruur op Canvas: "Man In The Long Black Coat" van Bob Dylan. Terugkijken kan hier, maar alleen als je in België woont en een inlogcode hebt aangemaakt. [met dank aan Bart]
"Bob Dylan: zijn vriendinnen, vrouwen en (klein)kinderen", de titel dekt de lading van dit artikel aardig. Het is allemaal vrij oppervlakkig en weinig interessant, moet ik zeggen. Zie hier.
20 januari: Patrick Roefflaer over Bob Dylan in de bibliotheek te Bekkevoort, zie hier.
2 februari: Klaassen en Van Dijk spelen Bob Dylan in het Luxor theater in Zutphen. De nadruk zal liggen op The Basement Tapes en John Wesley Harding, zie hier.
20 juni: Bob Dylan Undercoversessie in De Hip in Deventer. Zie hier. Wat de bezoeker deze avond voorgeschoteld krijgt, maakt de aankondiging nog niet duidelijk, helaas.
Cloë Grace Moretz krijgt een rol in de verfilming van Blood On The Tracks, zie hier.


David Bowie

Het is vandaag 72 jaar geleden dat David Bowie werd geboren. Op zijn album Hunky Dory (1971) staat het nummer "Song For Bob Dylan". Dat ontdekte ik een jaar of vijfentwintig geleden. Sindsdien pak ik zo nu en dan Hunky Dory uit de kast om "Song For Bob Dylan" te draaien.
Wat ik voor vandaag niet wist is dat Bowie Dylans "Trying To Get To Heaven" heeft gecoverd. Dat kan hier beluisterd worden. Ik heb werkelijk geen flauw idee of Bowie vaker een nummer van Bob Dylan gespeeld heeft, of dat het bij deze ene - naar mijn smaak toch wat mislukte - cover is gebleven.
Vanavond pak ik maar weer eens Hunky Dory uit de kast en draai ik "Song For Bob Dylan".

aanvullingen 9 januari:
Jaap wees mij op nog twee Dylan-covers door David Bowie (zie reacties bij dit bericht).
David Bowie - "Like A Rolling Stone", zie hier.
Tin Machine - "Maggie's Farm", zie hier.
[met dank aan Jaap]

Dylan vinden waar hij niet of nauwelijks is #67

Marcel liep tegen het tijdschrift Dylan aan in de supermarkt...


maar helaas gaat het om een andere Dylan.

[met dank aan Marcel]

John Wieners en New Morning

1988, dichter John Wieners haalt een map te voorschijn waaruit hij zegt te gaan voorlezen. De map bevat meer dan poëzie: "The manila folder was stuffed with glossy photos of 1940s movie actresses and 1950s glamour girls. (...) [John Wieners] continued to thumb through copies of The Hollywood Reporter, National Enquirer and The Star. The front cover to Bob Dylan’s New Morning was folded in four: 'I don’t like the album,' John explained, 'but I’m mad about the photo.'" [zie hier]



John Wieners staat sinds een jaar of twee, drie op mijn lijst met dichters waarvan ik nog eens iets wil lezen. Bij voorkeur The Hotel Wentley Poems. Na het kennis nemen van de hierboven beschreven absurditeit is die behoefte om Wieners te lezen alleen maar sterker geworden.
Misschien is dat vreemd, maar vreemd verdient ook een plekje in mijn kop.

Ommelander Courant en De Vrije Hobby Rocker

In de Ommelander Courant van 27 december 2018 stond de laatste aflevering van een wekelijkse column n.a.v. de gemeentelijke herindeling. Dylans naam wordt in deze laatste column genoemd. Het gaat uiteraard om het verhaal dat Bob Dylan ooit een fietstocht onderbrak om in 't Zielhoes een kop koffie te drinken.

Het nieuwste nummer van De Vrije Hobby Rocker (jaargang 26) bevat een pulpstripverhaal en op een van de afbeeldingen in deze strip duikt de naam Bob Dylan op.

Hans stuurde mij deze informatie en afbeeldingen ruim voor de jaarwisseling, dus al weer enige tijd geleden. Het is onnodig lang op de plank blijven liggen, excuses daarvoor.


[met dank aan Hans]

het debuut

Bob Dylans debuutalbum - simpelweg getiteld Bob Dylan - blijkt bij iedere herbeluistering een aangenaam album vol geldingsdrang van een jonge muzikant. De dertien songs op Bob Dylan zijn tijdens twee dagen in de studio opgenomen: 20 en 22 november 1961 met niet meer dan twee microfoons: een voor Dylans stem en mondharmonica en een voor Dylans gitaar. Vanaf maart 1962 ligt het album in de winkels, de jonge Bob Dylan heeft dan al een flinke stap richting songwriter-om-rekening-mee-te-houden gezet. Zijn debuutalbum klinkt hem al vreemd in de oren.
En ja, Bob Dylans capaciteiten als songwriter is een van de belangrijkste factoren om naar zijn werk te luisteren. Die factor ontbreekt grotendeels op Bob Dylan, maar mede doordat de focus niet zozeer op de songwriter ligt bij het beluisteren van Bob Dylan is er ruimte om te luisteren naar die andere belangrijke factor: de muzikant / zanger.
Als er over Dylans debuut wordt geschreven gaat het vaak vooral over de twee songs op dit album die hij wel schreef: "Talkin' New York" en vooral "Song To Woody". Terecht natuurlijk, het zijn op z'n minst voorbodes van wat nog komen gaat en - in het geval van "Song To Woody" - zeer sterke composities. Daarnaast gaat het vaak over "House Of The Risin' Sun", omdat het zo'n bekend nummer is (The Animals) en omdat Dylan het arrangement voor dit nummer "leende" van Dave van Ronk die daar op z'n zachtst gezegd nogal pissig over was.
Natuurlijk zijn dit belangrijke factoren om naar Bob Dylan te luisteren, maar daar wil ik het nou eens niet over hebben. Ik wil het hebben over een andere belangrijke factor om naar Dylans debuutalbum te luisteren: de branie van een jonge vent.
Luisterend naar Bob Dylan hoor ik in een groot aantal songs een jonge muzikant met haast, met een sterke geldingsdrang. Goddank hoor ik geen perfectie, ik hoor een mens van vlees en bloed zijn ziel en zaligheid leggen in de muziek.
Luister bijvoorbeeld naar openingstrack "You're No Good". Dylan gaat lijkt zó snel te willen, dat hij nu en dan bijna struikelt over de woorden. De vingers van de linkerhand proberen het tempo van de snaren roerende rechterhand bij te houden. Het gaat net goed, op het randje. En juist dat randje maakt het heerlijk. Ik had dit ook over "Gospel Plow" kunnen schrijven.
Er wordt vaak geschreven dat er zoveel dood in de songs op dit album te vinden is en natuurlijk is dat waar - "In My Time Of Dyin'", "Fixin' To Die", "See That My Grave Is Kept Clean" - maar wie luistert en niet alleen staart naar de songtitels hoort het leven uit de groeven van de plaat spatten.
Bob Dylan gaat niet over de dood, maar over ten volste leven door de aanwezigheid van de naderende dood - als een onomstotelijk ooit - te aanvaarden.
Het zijn juist songs als "Fixin' To Die" en "In My Time Of Dyin'" die een ode aan het leven zijn, niet door de tekst, maar door wat de jonge Dylan met deze teksten, met deze muziek doet.
Diezelfde geldingsdrang van een jonge man, het vieren van het leven, is te vinden in "Highway 51". Luister naar wat de jonge Dylan met deze oude bluessong doet. Zijn gitaar moet geleden hebben tijdens het opnemen van deze song.
Mocht je geen zin hebben om het hele album te draaien, draai dan in ieder geval het beste wat dit album te bieden heeft: "Freight Train Blues".
Je leest het goed, ik schrijf niet "Song To Woody", maar "Freight Train Blues" - het nummer net voor "Song To Woody" - dat eigenlijk altijd over het hoofd wordt gezien.
"Freight Train Blues" is een energiebom, het is de song die een luisteraar op zijn grondvesten kan laten schudden. Het gaat snel, het is een blues en de invloed van Charlie Chaplin op de jonge Dylan is hier te vinden. Luister na hoe Dylan die noot in "Freight Train Blues" blijft aanhouden, ver voorbij het mogelijke, ver voorbij het breekpunt. Het gaat maar door, die ene noot om te eindigen in een kleine jodel. Jawel, een jodel.
Deze geldingsdrang, deze schijt aan de perfectie - want dat is "Freight Train Blues" boven alles - moet een schok in de muziekwereld zijn geweest. Dit deed niemand.
Het is jammer dat anno 1962 bijna niemand het hoorde, Bob Dylan verkocht aanvankelijk zeer matig. Bijna 57 jaar nadat het album uit kwam is dat moeilijk voor te stellen. Er verschijnen weinig platen die zo fris van de lever klinken als Bob Dylan.
Ik draai vanavond het album twee keer achter elkaar, gewoon omdat het kan. Gewoon omdat het aangenaam is.
Bijzonder aangenaam.
En als het album voor de tweede keer afgelopen is, zet ik nog één keer "Freight Train Blues" op. Het leven moet vanavond gevierd worden.

aantekening #6945

Gisteren was ik in Duitsland. Dat doe ik wel vaker. Boodschappen doen net over de grens. Als ik daar ben, loop ik ook altijd even Saturn in. Een half uurtje struinen op de muziekafdeling kan mijn dag maken.
In Saturn vond ik de heruitgave van Traveling Wilburys vol. 1, de picture disc die is uitgebracht om te memoreren dat het dertig jaar is geleden dat dit album voor het eerst op de markt kwam. Die picture disc had ik in de afgelopen twee weken tevergeefs proberen te vinden in verschillende platenzaken in Nederland. Ik kreeg te horen dat de plaat niet meer op voorraad was en ook niet meer leverbaar is.
Naast Traveling Wilburys vol. 1 pakte ik uit het schap vol elpees Nashville Skyline. Het gaat om de heruitgave met die blauw-zwarte sticker: We Are Vinyl staat er op die sticker.
Op de cd-afdeling stuitte ik op een dilemma voor de verzamelaar in mij. Tussen de tientallen boxjes in de Classic Album Series - waarvan twee van Bob Dylan - vond ik vier boxjes met een beetje Dylan. In ieder boxje is Dylan op slechts 1 nummer te horen: Het boxje van Harry Belafonte bevat "Midnight Special" met een jonge Dylan op mondharmonica. Het boxje van Leonard Cohen bevat Dylans achtergrondvocalen op "Don't Go Home With Your Hard On". Op een van de albums in het boxje van Bette Midler zingt Dylan "Buckets Of Rain" met de zangeres. En het boxje van McGuinn bevat een Dylan-bijdrage op "I'm So Restless". Al deze opnamen heb ik al enkele malen in de kast staan, ga ik veertig euro neertellen om ze alle vier nogmaals in de kast te kunnen zetten? Ik twijfelde, maar besloot het uiteindelijk niet te doen. Een mens moet keuzes maken.


Nu ik weer thuis ben en een nacht geslapen heb, denk ik een goede keuze gemaakt te hebben.Ik ga vandaag niet terug naar Duitsland om die boxjes alsnog te kopen.
Terwijl ik dit schrijf draait Nashville Skyline, de elpee die ik gisteren kocht. Mag ik even melden dat dit erg goed klinkt, dat dit een erg goede persing is.
Nashville Skyline voor de verzamelaar: de eerste twee bijzondere persingen waar ik dan aan denk zijn de quadraphonic elpee en de Engelse mono-persing van de album. Ergens in de kast staat nog een Spaanse persing van Nashville Skyline waarvan een kant de gewone mix speelt en de andere kant de quadraphonic-mix. Dat zijn de leuke dingen voor de verzamelaar.
Zoals eerder geschreven is de persing die nu op de draaitafel ligt er eentje van de We Are Vinyl-serie. Volgens de sticker op de hoes van de elpee kan ik de muziek ook downloaden via wearevinyl.com, maar de benodigde downloadcode ontbreekt gek genoeg bij deze elpee. Niet dat dat erg is, ik was niet van plan de muziek te downloaden. Het is alleen een constatering: er wordt een belofte gedaan die niet wordt nagekomen. Dat is slordig.
Om nog even door te gaan op We Are Vinyl: Het is me opgevallen dat er steeds meer exemplaren van de elpee More Blood, More Tracks in verschillende platenzaken opduiken met een We Are Vinyl-sticker. Mijn herinnering zegt dat toen deze elpee net op de markt kwam er geen stickers van We Are Vinyl op te vinden was, of ben ik nou gek?
En als ik niet gek ben, zijn de exemplaren met een We Are Vinyl-sticker dan tweede persingen van More Blood, More Tracks, of zijn het 'gewoon' elpees van de eerste lichting waar later een sticker op geplakt is?
Even nog terug naar Nashville Skyline: het is dit jaar vijftig jaar geleden dat dit album op de markt kwam. Dat betekent dat Dylans platenmaatschappij nog dit jaar iets zal moeten doen met de opnamen voor dit album die nog niet officieel zijn uitgebracht, willen ze het copyright op deze opnamen behouden. Hierbij moet natuurlijk vooral gedacht worden aan de Dylan-Cash-sessies. Die opnamen circuleren. Wanneer Sony niks met deze opnamen doet, kan iedere randdebiel vanaf 1 januari 2020 die opnamen op iTunes knallen en er een prijskaartje aan hangen. Ik hoop dat Sony het niet zo ver laat komen, dat we dit kalenderjaar nog een officiële uitgave van de Dylan-Cash-sessies krijgen.

Het is zaterdagochtend, ik draai Bob Dylan. Peins wat, maar zeker niet te veel. Kan een weekend beter beginnen?

60s Dylan



Komende openbare optredens in 2019
Emmen         13 januari  bibliotheek                      13.30
Twisk            26  januari  dorpshuis                        20.00
Laren (Gld)   15 maart  kulturhus ‘t kruispunt 20.00
Sevenum         7 april   de Wingerd                        16.00


60s Dylan in 200 woorden
De band 60s Dylan, Frans Assink (zang, gitaar, mondharmonica), Bart Eugelink (gitaar, klarinetten, low whistle , trekzak, cajon) en Martin Eugelink (zang, bas) brengt een tribuut aan Bob Dylan.
In het begin van de roerige jaren zestig kan Bob Dylan als geen ander de gevoelens van zijn generatie verwoorden. In 1961 vertrekt Bob Dylan naar New York. Daar groeit hij in amper drie jaar tijd uit van een 19 jarige vagebond tot een pop idool. Alle liedjes die 60s Dylan speelt en zingt komen uit de akoestische beginperiode van Dylan’s carrière, 1962,  '63 en '64. Om te snappen waarom Dylan  zo snel faam verwierf, moeten we de tijdgeest waarin hij de liedjes schreef kennen. Een tijd van rassenrellen, van de koude oorlog en van werkloosheid. 60s Dylan vertelt over het Amerika van ’62, ‘63 en ‘64  en het effect ervan op de jonge Dylan.
De muziek, ondersteund met authentieke filmbeelden, creëert een prachtig tijdsbeeld van de jonge Dylan en het Amerika van de beginjaren zestig. Voor het publiek veel momenten van herkenning maar ook verrassende eye-openers.

Dylan in de huiskamer
Voor Dylan in de huiskamer heeft 60s Dylan voor een nog intiemere setting. 60s Dylan vindt haar basis in de akoestische beginjaren van Bob Dylan, maar ook de latere songs van Dylan komen mooi tot hun recht in de intieme sfeer van de huiskamer en zeker  niet alleen voor de Dylan fan.

http://www.60sdylan.nl/
https://www.facebook.com/60sDylan/
email: 60sdylan@gmail.com
mobiel: +31639448000