trrrring

"Hallo?"
"Goedemorgen, met mij. Ik weet dat 't nog vroeg is, maar ik kon niet meer slapen."
"Ik nog wel..."
"Ben je nog in Ulft geweest?"
"Ja."
"En?"
"Was leuk. Veel nieuwe en oude gezichten. Veel staan praten en daardoor eigenlijk weinig van het programma gezien en gehoord."
"Dus je hebt alleen maar staan kleppen..."
"Bijna wel ja."
"Maar dat is toch zonde?"
"Wel nee joh, ik heb me uitstekend vermaakt."
"Wat anders: heb je het nieuws van vanochtend al gezien?"
"Aangezien je mij wakker belt, nee..."
"Bob Dylan zit in de zit in de whiskey."
"Wat zeg je nou?"
"Bob Dylan zit in de whiskey. Hij heeft een eigen whiskey, die komt volgende maand op de markt. Heaven's Door heet dat whiskey-merk."
"Beetje zwakke naam, vind je niet?"
"Ik vind 'm ook niet sterk, maar je moet even met je luie reet uit bed komen en het internet op gaan. Die flessen waar die whiskey in zit zijn wel mooi, moet ik zeggen. Je herkent er Dylans smeedwerk in. Erg geslaagd."
"Ik zal zo gelijk even kijken."
"Het is bijna jammer dat ik niet meer drink, zo mooi zijn die fessen."
"Ik ga even kijken. Ik spreek je later."
"Ja. Denk maar vast na over hoeveel flessen je gaat bestellen."
"Eerst kijken..."
"Misschien kunnen we samen... Hallo?"
"..."
"Ben je er nog?"
tuut tuut tuut


Voor de Bob Dylan Special in Ulft stelde ik het boek De Dylan-rammel en andere stukken samen. Zeven stukken uit tien jaar schrijven over Bob Dylan heb ik verzameld in het boek De Dylan-rammel en andere stukken. Vijf van de stukken in De Dylan-rammel werden niet eerder gepubliceerd.
Dit boek zal niet verkrijgbaar zijn via de gewone boekhandel, maar alleen via Bob Dylan in (het) Nederland(s). Het boek kost €15,- exclusief verzendkosten.
Interesse? Stuur een e-mail naar twillems87[at]gmail.com

Van de achterflap van het boek:
In De Dylan-rammel en andere stukken verzamelt Tom Willems zeven stukken uit een periode van tien jaar schrijven over Bob Dylan. De Dylan-rammel bevat onder andere een uitvoerig, licht experimenteel stuk over Blonde On Blonde (1966), misschien wel Bob Dylans bekendste album, het poëtische "Woensdag in Düsseldorf" en het titelstuk waarin Willems op zoek gaat naar de aantrekkingskracht van Bob Dylans muziek: de Dylan-rammel.


Meer over Heaven's Door whiskey is te vinden op Bob Dylans website (zie hier), op de website van Heaven's Door (zie hier) en op verschillende andere websites waaronder de site van The New York Times (zie hier).

Bob Dylan in Verona - door Frans

Een paar jaar geleden kweekte ik wat onbegrip op deze blog door te zeggen dat ik geen zin had om naar Bob Dylan in Carré te gaan vanwege het hoge covergehalte. De reactie van Tom was: daar krijg je spijt van. Dat is in zoverre waar dat ik het jammer vind dat ik Dylan niet in een mooie historische locatie heb gezien. Dus toen ik zag dat hij in de Arena van Verona zou spelen, greep ik mijn kans. Dylan in een Romeins amfitheater, historischer dan dat wordt het niet. Vroeger sloegen hier mannen met zwaarden mekaar de hersens in, tegenwoordig kiezen we voor een vreedzamer vorm van vermaak.
Er hing een prettig ontspannen sfeertje in de Arena, die goed gevuld, maar niet helemaal uitverkocht was. Een leuke Braziliaanse vroeg of ik een foto van haar wilde maken en maakte er in ruil daarvoor één van mij, waar ik probeer een Dylan-pose aan te nemen... Ach ja...  voorpret...
Terwijl de Arena nog vol aan het lopen was, begon Stu een introotje te spelen op de akoestische gitaar, waarschijnlijk om iedereen duidelijk te maken dat het tijd werd om je plaats op te gaan zoeken, we gaan beginnen!
Things Have Changed, de band in witte pakken, Bob weinig meer dan een krullenbol die boven de piano uitsteekt, maar wat swingt dit! Ik kon niet stil blijven zitten! Wat volgt is een heerlijk concert op een heerlijke lentenacht, hoogtepunten waren voor mij als bluesman Duquesne Wistle, Honest With Me, Early Roman Kings met gitaarsolo van Charlie, Thunder On the Mountain met drumsolo van George (kreeg ie flink applaus voor) en Tangled Up In Blue. Wel jammer dat Dylan geen harmonica meer speelt...
Zelfs de covers waren zeer te genieten, niet alleen omdat Bob eindelijk achter z'n piano vandaan kwam, maar ook omdat hij echt mooi zong. Een Nederlandse die ik voor het concert ontmoette, vertelde dat Italianen die Sinatra songs juist prachtig vinden en Autumn Leaves kreeg inderdaad een luid applaus.
Tot slot natuurlijk de bekende toegiften en een juichende Arena.
Al met al ben ik blij dat ik gegaan ben en Verona is een mooie stad.




aantekening #6691

Het is Koningsdag en dus ging ik vanochtend vol hoop op een opmerkelijke Dylan-vondst, maar met de vrees dat 't 'm niet gaat worden een van de vele kleedjesmarkten op.
Ik ben Bob Dylan tegen gekomen, maar het was niet opmerkelijk. Een Greatest Hits zoals ik 'm al vaak ben tegen gekomen. Ik hoop dat iemand anders 'm gekocht heeft en nu luistert. Ik hoop dat hij / zij al luisterend overdonderd wordt en dagdroomt van het horen van meer van Dylan.

Ik heb dus niks van Bob Dylan gekocht. Wat ik wel heb gekocht is een stapeltje muziektijdschriften. In die tijdschriften vond ik de nodige artikelen over Bob Dylan. Leuk, maar ik ben niet achter de computer gaan zitten om daar over te schrijven.
Waar dan wel over? Nou, over het bladeren in die tijdschriften.
Tijdens het bladeren kwam ik een afbeelding van een album van jazzmuzikant Lou Donaldson tegen. Zo nu en dan luister ik naar de muziek van Lou Donaldson, vooral de albums Blues Walk en The Natural Soul. Het in het tijdschrift afgebeelde album kende ik niet. Het heet Blowing In The Wind. Het album verscheen in 1966 en bevat Donaldsons versie van Dylans "Blowin' In The Wind". Het zou logisch zijn dat ik dit album - nu ik weet heb van het bestaan er van - wil horen. Maar ik twijfel of ik dit wel wil. Lou Donaldson is een uitstekend muzikant, "Blowin' In The Wind" is een schitterend nummer en toch vrees ik dat de combinatie gaat tegenvallen.
Ik moet hier nog eens goed over nadenken voor ik beslis of ik dit album al dan niet wil horen.

In een ander tijdschrift kwam ik nog iets aardigs tegen. Er is een band die heet Mrs. Henry. Bij het zien van die bandnaam moest ik gelijk denken aan het Dylan-nummer "Please, Mrs. Henry". En omdat ik die associatie had las ik de recensie van de albums Mrs. Henry vol. I en Mrs. Henry vol. II in het tijdschrift. In die recensie las ik dat Mrs. Henry de Dylan-nummers "Positively 4th Street" en "The Man In Me" heeft opgenomen.
Dat maakte nieuwsgierig en dus surfte ik naar de website van Mrs. Henry. Op die site zijn wat fragmenten van de nummers van de genoemde albums te beluisteren en zie ik dat de band iets doet / heeft met The Last Waltz, het afscheidsconcert van The Band waar Bob Dylan ook bij was. 
[De website van Mrs. Henry vind je hier. Op Spotify zijn nummers van de genoemde albums geheel te beluisteren]

~ * ~ * ~ * ~

Record Store Day ligt al weer bijna een week achter ons en ik moet bekennen dat ik nog niks gehoord heb van de toen gekochte platen. Ik heb er simpelweg de rust nog niet voor gevonden. Misschien vanavond, of morgenochtend.


Zal Universal Love, het album dat op RSD voor het eerst te koop was, maar best lastig te vinden bleek, ook een 'gewone' release krijgen op cd en elpee?
Jawel toch?

~ * ~ * ~ * ~

Is er iemand bekend met de acht cd's tellende box Broadcast Collection '77 - '93 van Tom Petty? Afgaande op de tracklist bevat cd 4 in deze boxset opnamen met Bob Dylan. Wat ik graag zou willen weten is om welke opnamen met Bob Dylan (datum) het gaat.
Hetzelfde geldt voor de 5 cd's tellende box Live Radio Broadcast Commemorative Edition van Tom Petty en de elpee Broadcast Rarities. (Of gaat het bij deze laatste twee helemaal niet om opnamen met Bob Dylan, maar om door Petty gespeelde covers van nummers van Bob Dylan?)

~ * ~ * ~ * ~

In november verschijnt Iron Curtain Journals: January-May 1965 van Allen Ginsberg. Wat dit boek voor de Dylan-liefhebber interessant maakt is dat Allen Ginsberg in mei 1965 Tjechoslowakije werd uitgezet en naar Londen vloog om daar Bob Dylan tegen het lijf te lopen (zie de film Dont Look Back). De vraag is of de dagboeken van Ginsberg zoals die in november verschijnen al dan niet ook Ginsbergs periode in Londen in mei 1965 bevatten. (De aankondiging van dit boek staat hier) De boekbeschrijving die hier te lezen is doet vermoeden dat Ginsbergs periode in London wel degelijk in Iron Curtain Journals: January-May 1965 te vinden is.
Allen Ginsberg is te zien in de openingsscène van de Dylan-film Dont Look Back. [Dont Look Back is morgenavond op een groot scherm in DRU Cultuurfabriek in Ulft te zien, zie kolom rechts]
Die scène werd kort na Ginsbergs aankomst in Londen, in mei 1965 gefilmd.





Iron Curtain Journals: January-May 1965 is de eerste van drie boeken met dagboekaantekeningen van Allen Ginsberg die verschijnen. Voor de Dylan-liefhebber kan ook het derde deel interessant zijn: The Fall of America Journals (verschijnt 2021). The Fall Of America is een dichtbundel van Allen Ginsberg met spontaan ontstane gedichten die hij al pratende componeerde met behulp van een van Bob Dylan gekregen bandrecorder.
Deze bandrecorder werd door Allen Ginsberg ook gebruikt voor het opnemen van Bob Dylans concerten op 11 en 12 december 1965.

[Meer over Allen Ginsbergs periode in Londen in mei 1965 en de met die bewuste bandrecorder opgenomen Dylan-concerten in het binnenkort te verschijnen boek Dylan & de Beats.]

Allen Ginsberg tijdens een interview in 1976 met Barry Farber: "Yeah, that [het boek Blues, Rags, Ballads and Harmonium Songs 1971-1974] just came out this month. I’ve been working on the music. Actually, my teacher, to some extent, has been [Bob] Dylan, [he] taught me chord-changes for the blues. So I’ve been writing, like, Buddhist pop songs, like I sang before and trying to get into music and singing blues. So this is a result of that. There’s about thirty-five songs, which I hope I’ll be recording sooner or later."

(Zie hier.)

Play Fucking Loud!

Net luisterde ik naar "It Takes A Lot To Laugh, It Takes A Train To Cry", de versie met het Wynton Marsalis Septet van het onlangs verschenen album United We Swing. Mooi gezongen, voortreffelijk harmonicaspel van mister D. Oké, het harmonicaspel is eenvoudig, maar soms doet eenvoud de truc.
Dit moet hard gespeeld worden. Ik denk vanavond aan Griet Op de Beeck (hoewel ik nog nooit iets van haar gelezen heb): Play Fucking Loud! (zie "Dylan kort #1292")
Dylan is uit zijn comfort zone in deze "It Takes A Lot To Laugh, It Takes A Train To Cry" en in plaats van dat het hem tegenwerkt, werkt het eens voor hem. Het klinkt alsof hij op zijn tenen moet staan om dit te kunnen doen. Dat maakt het misschien wel zo mooi.
Dylan uit zijn comfort zone werkt zeker niet altijd, maar er zijn gelegenheden geweest waarbij het juist wel werkte, waarbij het ongemak, het onbekende nou net even dat extraatje aan de muziek mee gaf. De eerste twee die in mij opkomen zijn "The Times" in het Witte Huis van een paar jaar geleden en The Great Music Experience - Bob Dylan met orkest - in 1994. Beide mooi, maar niet wat ik vanavond nodig heb.

Na nog even rammelen aan het geheugen schiet me nog een derde uit de comfort zone-song te binnen: "Do Re Mi" van het album The People Speak. Bob Dylan samen met Ry Cooder (gitaar) en Van Dyke Parks (piano). Naar deze "Do Re Mi" luisteren is al een aangename manier om even de tijd te vergeten, naar de video kijken is misschien nog aangenamer. Let vooral even op het begin, het moment waar Bob Dylan nog even aan Van Dyke Parks uitlegt hoe de pianopartij gespeeld moet worden. Het is een kleinigheid, maar wel mooi.
Enfin, aan het eind van de dag gaat het toch om de muziek. Luisteren dus.
De drie mannen maken er een ogenschijnlijk los-vast-rommeltje van, maar het werkt. Het valt allemaal op een vreemde, maar aangename manier prima samen: de ploink-ploink-piano van Van Dyke Parks en de twee gitaren van Cooder en Dylan. Logica dicteert dat de gitaarsolo's voor Ry Cooder zijn... Maar er is weinig solo en als er al iets is wat op een solo lijkt dan is het Dylan die het speelt. En dan is er nog die stem, die schitterende stem.
Die stem valt naar mate het nummer verder gaat steeds meer samen met de pianopartij die in eerste instantie rudimentair leek te zijn, maar voor de goede luisteraar het platform voor Dylans stem is.
Luisterend naar "Do R Mi" kan ik alleen maar concluderen dat het jammer is dat deze drie mannen niet meer samen hebben gedaan.
Maar dan, als ze meer samen hadden gedaan, was er dan nog sprake van het verlaten van de comfort zone om die schitterende botsingen van het onverwachte te krijgen?
Nee.
En daarom is het belangrijk, draai deze "Do Re Mi" en doe het Fucking Loud!


Dylan kort #1292

Rolling Stone: recensie van Things Have Changed van Bettye LaVette, zie hier. [met dank aan Bart]
RSD: Wat kocht jij? Hilda kocht Dylan, zie hier.
De titel van de Frank Kellendonklezing van Griet Op de Beeck was: Play Fucking Loud! (Goede titel!), zie hier.

Tell Me That It Isn’t True (1969) - door Jochen

Tell Me That It Isn’t True (1969)

“I Heard It Through The Grapevine” is het eerste lied van het legendarische Motown-duo Barrett Strong en Norman Whitfield en het wordt meteen ook een onverwoestbare klassieker. Geen toevalstreffer; er volgen nog tientallen songs en daaronder bevinden zich behoorlijk wat monsterhits en meesterwerkjes. “Papa Was A Rolling Stone”, “War (What Is It Good For)”, “Just My Imagination”, “Wherever I Lay My Hat (That’s My Home)”, om maar een paar te noemen.
In eerste instantie wordt Grapevine geschreven voor en in augustus ’66 opgenomen door The Miracles, maar pas de derde versie, met Gladys Knight & The Pips (september ’67), wordt op single uitgebracht en die behaalt de tweede plaats op de Billboard Chart. Tussendoor, in de lente van 1967, heeft Marvin Gaye zijn inmiddels klassieke versie opgenomen voor zijn doorbraakalbum In The Groove. Diskjockeys blíjven Gaye’s albumtrack maar draaien en in oktober ’68 besluit Motown uiteindelijk om die versie dan ook maar als single uit te brengen. Het nummer stijgt meteen naar nummer één en blijft daar negen weken, tot eind januari ’69, staan. Het is Motowns grootste hit tot dan toe, scoort onverminderd hoog in de uiteenlopende Beste Songs Aller Tijden-lijstjes en is onvermijdelijk in documentaires en films over de late jaren 60 (hoewel dan ook vaak de gedreven, uitgesponnen cover van Creedence Clearwater Revival wordt gekozen).

Als Dylan in februari ’69 in Nashville, op zijn hotelkamer in de Ramada Inn, nog een paar liedjes voor de volgende opnamedag in elkaar flanst, echoot “I Heard It Through The Grapevine” dus nog door de straten, de cafés en de hotellobby’s. En daarmee, betogen gevestigde Dylanologen als Clinton Heylin en Tony Attwood, is de inspiratie voor het ondergewaardeerde “Tell Me That It Isn’t True” wel verklaard.
Thematisch sowieso, maar ook inhoudelijk springen de overeenkomsten inderdaad in het oog. Vergelijk alleen al de openingsregels van de wereldhit:

I bet you’re wonderin’ how I knew
‘Bout your plans to make me blue

met Dylans woorden:

I have heard rumors all over town
They say that you’re planning to put me down

… en de link is wel duidelijk. Maar toch is het niet waarschijnlijk dat Grapevine de echte inspiratiebron is – het is hoogstens de trigger naar het lied dat veel dieper in Dylans genen zit, naar de artiest die hem veel dichter onder de huid zit, naar Hank Williams’ “You Win Again”.

Dylans bewondering voor Hank Williams is devoot. In zijn autobiografie Chronicles verwoordt hij die bewondering voor Luke the Drifter zonder terughoudendheid:

Na verloop van tijd werd ik me ervan bewust dat Hanks songs de ijzeren regels voor poëtisch songschrijven bevatten. De architectonische vormen zijn als marmeren pilaren en die waren onmisbaar. Zelfs de woorden – alle lettergrepen zijn zo verdeeld dat ze mathematisch logisch zijn. Er valt veel te leren over songschrijven als je naar zijn platen luistert, en ik luisterde er veel naar en heb me zijn songs eigen gemaakt.

Akkoord, wat al te geëxalteerde woordkeus misschien, en dat met die marmeren pilaren is welbeschouwd niet helemaal coherent, maar de strekking is duidelijk: Hank Williams is voor Dylan een van de Echt Groten, qua status vergelijkbaar met Woody Guthrie en Elvis. In de honderd afleveringen van zijn radioprogramma Theme Time Radio Hour komt Hank dus ook regelmatig langs (acht keer), nooit zonder eerbetuigingen (“Eén van de grootste songschrijvers ooit,” TTRH 17, en “Schreef de mooiste songs over leven in een wereld van pijn,” TTRH 7) en de songs staan ook bij Dylan zelf op het repertoire. Van de Basement Tapes Complete kennen we Dylans versie van “Be Careful Of Stones That You Throw”, dat Dylan van Hank Williams’ alter ego Luke the Drifter kent, en natuurlijk “You Win Again”.

“You Win Again” is een bittere countryblues die Williams één dag na zijn scheiding van Audrey Williams opneemt en verwoordt het verraad dat Hank ervaart. “Alsof hij een bladzijde uit zijn dagboek” op muziek heeft gezet, vindt biograaf Colin Escott. De openingswoorden van dat lied resoneren veel duidelijker dan die van Grapevine na in “Tell Me That It Isn’t True”:

The news is out, all over town
That you've been seen, a-runnin' 'round

Zijn bewieroking van Hank Williams in Chronicles illustreert ook de impact van juist die woorden: “Toen hij the news is out all over town zong, begreep ik wat voor een nieuws dat moest zijn, ook al wist ik het niet.” En in de regel daarna zien we dat Dylan ook nu weer eenzelfde associatieve sprong maakt als in 1969: “Later hoorde ik dat Hank op Nieuwjaarsdag was gestorven op de achterbank van een auto, hoped it wasn’t true.”

In interviews uit die tijd beklemtoont Dylan dat deze songs, de songs van Nashville Skyline, uit zijn binnenste komen:

Deze liedjes reflecteren mijn innerlijk meer dan mijn eerdere songs. Ze staan dichter bij mijn basis dan bijvoorbeeld John Wesley Harding. Daar verwachtte iedereen van mij dat ik een dichter was, dus dat probeerde ik dan ook te zijn. Maar zelfs de kortste regel op deze nieuwe plaat betekent meer voor mij dan sommige songs op al mijn eerdere platen. (interview in maart ’69 met Hubert Saal voor Newsweek)

En in het Rolling Stone-interview met Jan Wenner dat in mei plaatsvindt, vertelt Dylan genoeg onzin (“mijn stem klinkt zo anders omdat ik gestopt ben met roken”), maar geloofwaardig is wel de bewering dat hij met maar een paar liedjes arriveert in Nashville en de andere songs ter plekke uit zijn mouw schudt. Clinton Heylin, die helemaal op het verkeerde spoor zit door te veronderstellen dat “Tell Me That It Isn’t True” een parodie op “I Heard It Through The Grapevine” zou zijn, analyseert wel weer trefzeker dat het lied tot de songs behoort die Dylan als een Basement Tape in een korte creatieve flits laat opborrelen uit het niets. Behalve Dylans eigen woorden en de studiologs spreekt daarvoor ook de eenvoud van de tekst. Daarin is inderdaad geen spoor van de poëzie van Blonde On Blonde, geen centimeter van de dieptes van John Wesley Harding te vinden. Clichés uit het country-idioom, rijmpjes zoals die al duizenden keren tegen deze studiowandjes in Nashville zijn weerkaatst, waarbij de dichter moedwillig, lijkt het, soms over de kop slaat en naar ironie neigt: he’s tall, dark and handsome (het is weinig realistisch dat een bedrogen minnaar zijn rivaal als een Cary Grant, als ‘lang, donker en aantrekkelijk’ omschrijft).
Desalniettemin is het een prachtig, om niet te zeggen: vakkundig lied en het is niet helemaal begrijpelijk dat het qua status zo ver achter “I Threw It All Away” en “Tonight I’ll Be Staying Here With You” is gebleven. De meester zelf negeert het lied ook lang; het duurt eenendertig jaar, tot maart 2000, voordat hij het voor het eerst op het podium speelt. Maar dan lijkt Dylan ook daadwerkelijk de schoonheid van deze oude winkeldochter te onderkennen. “Tell Me That It Isn’t True” blijft tot 2005 terugkeren op de setlist en is uiteindelijk, na een kleine tachtig uitvoeringen, wel afdoende gerehabiliteerd.

Bevredigend, maar te laat voor een algehele herwaardering. De rest van de muziekwereld laat dit miskende Dylanpareltje links liggen, zodat dit werk tot het tamelijk selecte clubje Dylansongs behoort waarvan nauwelijks covers zijn verschenen. Van Beck circuleert een matige huiskameropname en dat is ook meteen de enige artiest uit de eredivisie die het speelt. Uit de echelons daaronder zijn The Rosewood Thieves, folkrockers uit New York, het indierockbandje Kind Of Like Spitting (op Professional Results, 2014) en de opmerkelijke Jolie Holland vermeldenswaardig. Jolie Holland wordt terecht tot de New Weird America gerekend, is gezegend met een soepele, lijzige zangstijl en herhaalt haar eigenzinnige eerbetoon aan Dylan op haar album Wildflower Blues (2017); daar tovert ze Dylans vergeten “Minstrel Boy” te voorschijn.
Net als Jolie Holland heeft de Utrechter Richard Janssen een faible voor Dylans verweesde wegwerpertjes. In 1998 neemt hij, voor een 2 Meter sessie, een prachtige “If Dogs Run Free” op. Tien jaar daarvoor heeft hij met zijn Fatal Flowers, een van de beste Nederlandse bands van de jaren 80, de mooiste cover van “Tell Me That It Isn’t True” opgenomen, eveneens voor een 2 Meter Sessie van VARA Radio. De Fatal Flowers staan dankzij het bijzonder fraaie hitje “Younger Days” in de geschiedenisboeken, maar ook de overige songs doorstaan de tand des tijds goed. De opname van “Tell Me That It Isn’t True” is dermate geslaagd dat het in 2002 wordt geselecteerd voor het tot nostalgie stemmende verzamelalbum Younger Days – The Definitive Fatal Flowers.

Tell Me That It Isn’t True

I have heard rumors all over town
They say that you’re planning to put me down
All I would like you to do
Is tell me that it isn’t true

They say that you’ve been seen with some other man
That he’s tall, dark and handsome, and you’re holding his hand
Darlin’, I’m a-countin’ on you
Tell me that it isn’t true

To know that some other man is holdin’ you tight
It hurts me all over, it doesn’t seem right

All of those awful things that I have heard
I don’t want to believe them, all I want is your word
So darlin’, you better come through
Tell me that it isn’t true

All of those awful things that I have heard
I don’t want to believe them, all I want is your word
So darlin’, I’m countin’ on you
Tell me that it isn’t true

Dylan kort #1291

Dokter Deen: In de uitzending van Dokter Deen van 5 april wordt tussen neus en lippen door gemeld dat Einstein, Mozart, Darwin en Bob Dylan autisten zijn. zo heb ik begrepen van Patrick. De uitzending kan hier bekeken worden. [met dank aan Patrick]
Bob Dylan kwam al eerder voorbij in Dokter Deen, zie hier.
Lezing in Amsterdam over de Counterculture, Beats, Bob Dylan en meer door Patti Smith en Sean Wilentz, zie hier. [met dank aan Peter]
"Bob Dylan noemde haar 'een goddelijke vrouw' en 'een machtige natuurkracht'." De 'haar' in deze zin is Sister Rosetta Tharpe en het citaat komt uit het artikel "Vloeken in de kerk" van John Schoorl in de Volkskrant van 18 april. [met dank aan Peter]
Bettye Lavette: Onderstaande recensie komt uit de Volkskrant van 20 april. [met dank aan Herman]
De Gelderlander: "Verzamelaar naar Dylan-dag in DRU: 'Ik ga niet van alles meeslepen'", een artikel over verzamelaar Arie de Reus, zie hier.
RSD: Herinner je je eerste elpee nog?, zie hier.
Setlists: 11 april, 12 april, 13 april, 15 april, 16 april, 18 april, 19 april, 21 april.


Trrrring

"Hoi, met mij."
"Zeg het eens."
"Ik realiseerde me net dat het al weer een jaar geleden is. Een jaar!"
"Inderdaad ja, een jaar! Daar had ik helemaal niet aan gedacht. Ik zat lekker in het zonnetje."
"Een jaar geleden was het niet zo mooi."
"Maar ook niet slecht. We hebben toen vooraf nog buiten gezeten."
"Was dat niet het concert waar jij Donnie Herron achter AFAS Live aansprak?"
"En Charlie Sexton, maar die reageerde in tegenstelling tot Herron niet."
"Goed concert was dat."
"Ik zat achter de tattoo-god van Amsterdam."
"Ik wat verder naar achteren."
"Iedereen kende hij, hij bleef maar handjes schudden en opstaan."
"Vrij goed zicht had ik, iets links van het midden."
"Maar gelukkig was dat steeds opstaan wel voorbij toen het concert begon."
"Wat ik me vooral herinner is 'Don't Think Twice'. Mooi ingetogen."
"En natuurlijk 'Pay In Blood', vlijmscherp, venijnig, dat is het woord."
"En natuurlijk de Sinatra-songs."
"Uitstekend op 't podium..."
"...maar op de plaat: laat maar."
"Een jaar al weer."
"'Desolation Row' was voor mij toch wel het topstuk op die avond."
"Samen met 'Love Sick' en misschien 'Scarlet Town'."
"Ik kan me dat niet meer zo herinneren, 'Scarlet Town'."
"Niet! O, dat was geweldig, joh!"
"Het is dan ook al weer een jaar geleden..."
"Maar zoiets vergeet je toch niet!"
"Nee... Ja... Uhm, ik wel dus."
"Heb je geen opname van dat concert om je geheugen wat op te frissen?"
"Natuurlijk wel! Alleen... waar heb ik die gelaten..."
"Die moet je gewoon weer eens opzetten."
"Zou die op zolder liggen..."
"Werkt voor mij altijd, even luisteren om het geheugen op te frissen."
"Misschien nog wel tussen... Ik bel je zo terug."
"Hoezo?"
"Ik moet even... uhm, tot zo."
"... hallo?"
"..."
"Ben je er nog?"
tuut... tuut... tuut

Dylan kort #1290

Bob Dylan Special: Het programma voor de Dylan-dag in DRU Cultuurfabriek in Ulft op 28 april is zo'n beetje rond, heb ik begrepen van de organisatie. Zie het bericht hieronder voor het programma.
125.000 dollar werd er betaald voor de deur van de kamer in het Chelsea Hotel waarin Bob Dylan ooit woonde. Zie hier. [met dank aan Peter] Meer over de verkoop van die deur: hier en hier,
"Nobody sings Dylan like Dylan": zie hier.
Net verschenen: Bob Dylan and The Band 1974 Tour Live is onlangs door het label Rox Vox uitgebracht. Het gaat om - aldus Rox Vox - radio-uitzendingen waardoor het via een maas in de wet mogelijk is om deze drie cd-box op de markt te brengen.
Op de eerste cd staan opnamen van het eerste van twee concerten op 14 januari 1974 in Boston (zie hier). Op cd's 2 en 3 staan opnamen van het tweede van twee concerten op 31 januari 1974 in New York.
De geluidskwaliteit van deze cd's is aardig, zeker gezien hoe oud deze opnamen zijn. Waar Rox Vox - naar mijn smaak - de mist in is gegaan is dat tussen de nummers soms even een kleine stilte valt. Dat hoort niet bij concertopnamen. Het is slechts een klein minpuntje, iets om makkelijk overheen te stappen, zeker gezien de prijs van Bob Dylan and The Band 1974 Tour Live (ik betaalde slechts €15,- voor deze 3 cd box).

Bob Dylan Special in DRU Cultuurfabriek - het programma


De muziekspecials georganiseerd door het filmhuis en poppodium van de DRU Cultuurfabriek zijn inmiddels een zeer gewaardeerd onderdeel in de agenda. Iedere keer staat er een gerenommeerde band of muzikant centraal en deze keer is dat niemand minder dan Bob Dylan.

Vanaf 15:00 zijn alle Dylan fans welkom in de DRU Cultuurfabriek.
In het theater zal in de middag een lezing plaats vinden door Prof. Dr. Thomas Quartier “De Heilige Outlaw - Bob Dylan vanuit een spiritueel perspectief “Geen andere hedendaagse zanger is zo'n mythisch figuur als Bob Dylan. De persoon, performance en poëzie van de geniale artiest hebben alles met spiritualiteit te maken, aldus (1972). Broeder Thomas is monnik van de Willibrordsabdij in Doetinchem en doceert aan de universiteiten van Nijmegen en Leuven. Hij zal in zijn lezing vertellen wat Dylan vanuit spiritueel perspectief kan betekenen.

Ondertussen vind je in de foyer een expo van bijzondere Dylan platen en andere snuisterijen. Schrijvers Jochen Markhorst en Tom Willems verkopen hun nieuwste en eerdere boeken. Portretschilder John Uilenberg exposeert zijn Dylan ( en andere grootheden uit de muziekgeschiedenis ) doeken en schildert en ook nog een ter plekke!

Daarna is het tijd voor DWDD helemaal geweid aan His Bobness, omgedoopt tot BDDD, Bob Dylan Draait Door. Zelfde opzet als de succesformule op tv maar dan met één onderwerp. Schrijvers, verwoed verzamelaars, Dylan specialisten, muzikanten en vele andere interessante gasten.

Aangezien we er dan al een flink programma op hebben zitten is er tussen 18:00 en 20:00 ruimte voor een buffet verzorgd door het Grand Cafe van de DRU Cultuurfabriek. Soepen, salades en een ruime selectie van koude en warme gerechten. De kosten voor dit buffet zijn 15 euro p.p. indien vooraf gereserveerd op 0315-820 201. Op de dag zelf kost het buffet 17,50 (indien nog plaatsen beschikbaar).

Uitgegeten? In de foyer een Open Stage waarop diverse singer/songwiters hun versies van Dylan nummers vertolken. Lijkt het je leuk een paar nummers te laten horen? Neem contact op.

Om 20:00 wordt No Direction Home vertoond in het filmhuis , op een scherm van 7x13 meter met briljant geluid toch weer een andere beleving als thuis op je tv.

21:30 gaat het poppodium open waar de band Hard Rain het beste van Dylan laat horen.

Tickets geven toegang tot het hele programma maar natuurlijk kunnen er ook onderdelen los bezocht worden. Hiervoor geleden geen aparte prijzen.

15:00 inloop DRU Cultuurfabriek
15:45-16:30 Prof. Dr. Thomas Quartier “De Heilige Outlaw - Bob Dylan vanuit een spiritueel perspectief “
17:00-18:00 BDDD, Bob Dylan Draait Door
18:00-20:00 Uitgebreid buffet
20:00-21:30 No Direction Home
21:30-00:00 Hard Rain speelt Dylan.


Heb je zelf goede plannen, een uitgebreide verzameling die je wilt laten zien meld je dan even op erik.ramaker@drucultuurfabriek.nl .

Kaarten voor de Bob Dylan special in DRU Cultuurfabriek kosten in de voorverkoop €15,- (deurprijs: €18,-) en kunnen hier gekocht worden.

Bob Dylan Special op Facebook, zie hier.


bijna klaar...


Het boek Dylan & de Beats is bijna klaar. Nog een maand schat ik (al moet ik toegeven dat ik erg slecht in schatten ben...)

Dylan kort #1289

"Gone But Not Forgotten": afgelopen november dook het nieuws op dat tijdens het Lost On The River-project nog een songtekst van Dylan op de plank is blijven liggen en dat deze tekst door Bear And A Banjo van muziek is voorzien. Het resultaat: "Gone But Not Forgotten", het kan hier beluisterd worden.
Flor Vandekerckhove ging aan de haal met "Bob Dylan's 115th Dream", of zoals hij zelf schrijft: "Wat zou er gebeuren, dacht ik, als kapitein Arab (Ahab uit Moby Dick) uit Dylans song de middeleeuwse opstandeling Zeger Janszone blijkt te zijn en het schip niet aanlandt in Amerika, maar hier vlak voor mijn deur?" Het resultaat kan hier gelezen worden. [met dank aan Flor]
Eva Jinek: "Op dit album brengt Bob Dylan een ode aan de homoliefde", zie hier.
Setlists: 7 april, 8 april, 9 april.


This Wheel’s On Fire (1967) - door Jochen

This Wheel’s On Fire (1967)

Zo langzamerhand heeft het wel de status van een klassieker, het boek van de drummer van The Band (1993). Het is een schoolvoorbeeld van een opkomst-en-ondergangtragedie, opgeleukt met vijandig, bitter venijn (Robbie Robertson krijgt er goed van langs) en een Hoorn des overvloeds aan onthullende, hilarische en ontroerende anekdotes. Niet helemaal duidelijk wordt waarom Levon Helm zijn autobiografie uitgerekend naar “This Wheel’s On Fire” noemt, maar de door hem geciteerde uitspraak van mede-Bandlid Rick Danko, de coauteur van de song, zou een sleutel kunnen zijn:

Die eerste royaltycheques die binnenkwamen bezorgden sommigen van ons bijna een hartaanval. ‘This Wheel’s On Fire’ was niet eens een echte hit geweest, maar wel door een aantal artiesten opgenomen. Uit het niets kreeg ik zomaar een paar honderdduizend dollar! En dat was de helft van de songschrijverroyalty’s voor één liedje. We waren verbijsterd over deze enorme meevaller. We wisten helemaal niet dat er zoiets bestond. En hoe je ermee moest omgaan stond ook al niet in de handleiding.

In eerste instantie is het amusant, die naïviteit van de mannen van The Band, die op dat moment toch al wat jaren meedraaien in de muziekbusiness en met Dylan al rond de hele wereld hebben getoerd. Later in het werk wordt echter duidelijk dat Helm achteraf bezien alle vergaarde geld en roem als de wortel van de komende ellende ziet. Na het succes van Music From The Big Pink (1968) en The Band (1969) en hits als “The Weight” en “The Night They Drove Old Dixie Down”, vertelt hij, verwordt hun leven tot een absurde achtbaan van luxe, drugs en klatergoud. Vreemd is vooral het gedrag van de mensen eromheen; plotseling krijgen ze van alles in de schoot geworpen, wildvreemde mensen willen hun per se cadeaus geven, drugs krijgen ze overal vanzelf toegestopt, rekeningen hoeven niet meer betaald te worden. Dat heeft, analyseert Helm, de band, onze vriendschap en eigenlijk onze levens kapot gemaakt.
Vandaar misschien “This Wheel’s On Fire” als titel voor zijn boek: die eerste royaltycheque is het begin van het einde.

Danko heeft overigens niet gelijk, als hij stelt dat het lied helemaal geen echte hit was. In Engeland scoort Julie Driscoll met Brian Auger and The Trinity flink met het lied (no. 5 in de UK Single Chart), een versie die vandaag wordt beschouwd als een monument, als een vaandeldrager van de psychedelische muziek uit die jaren. De Britten hebben de hit te danken aan een wat kille, opmerkelijk zakelijke opruimactie van Dylan. In die mythische zomer van ’67, als de meester met de mannen van The Band in dat Grote Roze huis de legendarische Basement Tapes opneemt, selecteert hij een tiental – in zijn ogen – wegwerpertjes, die manager Albert Grossman in Londen, bij muziekuitgeverij Feldmans, aan een klein clubje begerige muzikanten aanbiedt. Manfred Mann pikt “The Mighty Quinn” op, The Fairport Convention is blij met “Million Dollar Bash” en Brian Augers hart maakt een sprongetje bij “This Wheel’s On Fire”. 
Grossman komt overigens niet, zoals hardnekkige geschiedschrijving wil, met acetaatpersingen aanzetten, maar met een doodgewone bandopname, zoals Dylankenner Hans Seegers heeft aangetoond. Daarvan, van die bandopname, worden in Engeland wel een paar zogeheten Emidisc-kopieën gemaakt (een soort cd-r avant la lettre), die dan uiteindelijk ook in het bootlegcircuit terechtkomen.

Dat Rick Danko de muziek bij de liedtekst heeft geschreven, zal wel de reden zijn dat Dylan zo gemakkelijk afstand doet van de song. Hij heeft weliswaar een spreekwoordelijk slechte kijk op de kwaliteit van eigen songs, maar het is moeilijk te geloven dat Dylan de uitzonderlijke schoonheid van dit “This Wheel’s On Fire” zou kunnen ontgaan. Hoewel… dit is natuurlijk ook het genie dat bijvoorbeeld “Mama You Been On My Mind”, “Farewell Angelina” en “I’ll Keep It With Mine” verwerpt, en nog een twintigtal andere meesterwerkjes passeert.
“This Wheel’s On Fire” hangt wel ergens in de top van al die verstoten juwelen. De openingsregel If your mem’ry serves you well heeft al, met dank ook aan Julie Driscolls voordracht, de tijdloze, granieten kracht van klassiekers als Denkend aan Holland, of Do not go gently into that good night, of Ich weiß nicht, was soll es bedeuten, en is minstens zo bekend als de officiële titel van het lied.
Het ís ook een prachtige regel. Het speelt subtiel met de versteende uitdrukking if my memory serves me well, een uitdrukking die in de meeste talen wel bestaat, maar door de verschuiving van eerste persoon naar tweede persoon plots een agressieve, snerende lading krijgt. Het is niet, zoals sommige analisten denken, een Rimbaudparafrase. Inderdaad, Rimbaud opent Une Saison en Enfer met “si je me souviens bien”, maar het is teveel eer om die woordcombinatie aan de Franse poëet toe te schrijven; de uitdrukking bestaat echt al eeuwen. Wel zit Dylan hier op een niveau dat herinnert aan zijn beste werken uit de jaren hiervoor, aan “Like A Rolling Stone”, aan “She’s Your Lover Now”, aan “Most Likely You Go Your Way”. Thematisch sowieso. Een vrijer met een scherpe tong geselt zijn liefdespartner met vinnig venijn. Inhoudelijk wijkt de dichter af van al die put-down songs. Dit keer wordt de geliefde niet aan de dijk gezet, maar integendeel juist met woeste minachting exclusief geclaimd. De woorden die de verteller kiest brengen een vreemde, unheimische spanning in de tekst. Het is me nogal een lugubere, kwaadaardige minnaar die hier aan het woord is: no man alive will come to you en het viermaal herhaalde ‘je wist toch dat we elkaar zouden weerzien’ zijn de woorden van een rancuneuze, gevaarlijke belager die eigenlijk een straatverbod verdient.

Net zo overspannen als de Rimbaudduidingen zijn de exegeten die de Bijbel erbij pakken. Sommigen zien in het lied een monoloog tot God, maar kunnen dan versregels als I was goin’ to confiscate your lace uiteraard volstrekt niet binnen zo’n interpretatie plaatsen. De trigger is de titel, dat dan rechtstreeks tot Ezechiël te herleiden zou zijn, die brandende wielen in zijn visioenen ziet (gek genoeg komt Daniël 7:9 niet langs; Zijn troon was vuurvonken, deszelfs raderen een brandend vuur). En Greil Marcus hoort zelfs een, niet nader uitgeduide, ‘preek over Openbaring’ door een grimmige, verwijtende predikant.
De Bijbelfanaten negeren de emotionele context van het refrein. De dichter Dylan vindt en zoekt hier een prettig klinkende metafoor die gevoelsmatig in de buurt komt van hetgeen hij wil uitdrukken: drift, verterende hartstocht, wraakzuchtige passie. Heel vergelijkbaar met andere taalvondsten op de Basement Tapes zoals “round that horn” (“Lo And Behold!”) en “now, it’s king for king / queen for queen" (“Down In The Flood”), of eerdere songs als “It’s All Over Now, Baby Blue”, met eigenlijk onzinnige, maar binnen het tekstverband passende ‘foute’ uitdrukkingen zoals “crying like a fire in the sun”.

Universal Love en RSD

Afgelopen zaterdag nam ik het krantje Record Store Day NL mee uit een platenzaak. Dit krantje bevat een overzicht van alle uitgaven die op Record Store Day verschijnen. In dit overzicht staat ook de EP Universal Love met daarop Dylans versie van "He's Funny That Way".
(Afgelopen vrijdag suggereerde ik op deze blog nog gekscherend dat het wel een goed idee zou zijn wanneer Universal Love op RSD zou verschijnen en wat blijkt? Dat was al lang de planning...)

De Dylan-rammel en andere stukken


De eerste exemplaren van De Dylan-rammel en andere stukken zijn binnen. Het boek zal voor het eerst te koop zijn op de Dylan-dag op 28 april in DRU Cultuurfabriek te Ulft.

Dylan kort #1288 He's Funny That Way

"He's Funny That Way": Bob Dylan zingt "He's Funny That Way" voor de EP Universal Love; Wedding Songs Reimagined, een EP met bekende liefdesliedjes omgeschreven en / of een andere versie gekozen om van een heteroseksueel naar een homoseksueel perspectief te gaan. (Frank Sinatra zong "She's Funny That Way", Billie Holiday maakte er "He's Funny That Way"van.) Helaas is deze EP alleen als download te verkrijgen, een fysieke release lijkt er niet te komen. (Mannen, vrouwen achter Record Store Day, dit is een kans om eens een echt bijzondere release op Record Store Day te presenteren..., regel het!)
"He's Funny That Way" kan hier beluisterd worden.
Zie ook hier.
Artikelen over Universal Love en "He's Funny That Way" staan hier, hier, hier, hier.
[met dank aan Arie, Rob, Dirk en Edo]
Setlists: 3 april, 4 april, 5 april.
7 april: Lezing & cursus Bob Dylan, zie hier.

Martin Luther King en "I Shall Be Released"

Het is vandaag vijftig jaar geleden dat Martin Luther King werd vermoord. Hoewel ik pas vijf jaar naar de moord op King werd geboren, maak ik me nog steeds ieder jaar kwaad op 4 april.

Tijdens An All-star Celebration Honoring Martin Luther King Jr. op 20 januari 1986 speelde Bob Dylan onder andere een herschreven versie van "I Shall Be Released".


Dylan kort #1287

Bob Dylan & Al Schmidt in de studio (recente foto), zie hier.
"Desolation Row", Dylan klapt mee (Madrid 2018), zie hier.
De gitaar die geveild gaat worden: Je hebt vast al gezien in de afgelopen dagen, vette kopen boven artikelen op de websites van onder andere Rolling Stone en Guitar World: "Bob Dylan's 'Going Electric' Guitar Headed to Auction" en: "Fender Telecaster from Bob Dylan's 1966 'Electric' Tour Going Up for Auction". Bob Dylans gitaar die hij tijdens tournee 1966 bespeelde zal dus geveild worden, als ik de koppen mag geloven. Bij de artikelen staat de bewuste gitaar afgebeeld. (zie hier en hier)
Maar wacht even... Was Dylans gitaar tijdens deze tournee niet zwart? Die gitaar was zwart (zie hier) en de gitaar die geveild gaat worden is verre van zwart. En er zijn wel meer zaken die niet lijken te kloppen wanneer je de binnenkort te veilen gitaar vergelijkt met de gitaar die Bob Dylan op menig foto gemaakt tijdens tournee 1966 vast heeft.
De geveilde gitaar is van Robbie Robertson, zo blijkt als je de artikelen van Rolling Stone en Guitar World leest. De gitaar waar Bob Dylan op speelde tijdens tournee 1966 wordt niet geveild. Die gitaar is te wonderen in het Hard Rock Café in Kopenhagen, zie hier. Er zit een naar smaakje aan dit gitaar-verhaal. [met dank aan Rob]
Tsead Bruinja zingt Dylan, zie hier. Meer over Tsead Bruinja, zie hier. [met dank aan Alja]
Marilyn French - Her Mother's Daughter [met dank aan Alja]:



VPRO Gids van vorige week [met dank aan Alja]:



Setlists 30 en 31 maart, Barcelona

Setlist 30 maart: Things Have Changed / It Ain't Me, Babe / Highway 61 Revisited / Simple Twist Of Fate / Duquesne Whistle / Melancholy Mood / High Water (For Charley Patton) / Tryin' To Get To Heaven / Full Moon And Empty Arms / Pay In Blood / Tangled Up In Blue / Soon After Midnight / Early Roman Kings / Desolation Row / Long And Wasted Years / Thunder On The Mountain / Autumn Leaves / Love Sick // [encores] // Blowin' In The Wind / Ballad Of A Thin Man

Setlist 31 maart: Things Have Changed / Don't Think Twice, It's All Right / Highway 61 Revisted / Simple Twist Of Fate / Duquesne Whistle / Melancholy Mood / High Water (For Charley Patton) / Tryin' To Get To Heaven / Once Upon A Time / Pay In Blood / Tangled Up In Blue / Soon After Midnight / Early Roman Kings / Desolation Row / Long And Wasted Years / Thunder On The Mountain / Autumn Leaves / Love Sick // [encores] // Blowin' In The Wind / Ballad Of A Thin Man

The Comic Book And Me #51

Well, the comic book and me, just us, we caught the bus
The poor little chauffeur, though, she was back in bed
On the very next day, with a nose full of pus
Yea! Heavy and a bottle of bread
Bob Dylan - "Yea! Heavy And A Bottle Of Bread"

Op Dutch Comic Con, afgelopen weekend in Utrecht, vond ik de op z'n zachts gezegd wat bizar ogende comic Rock 'n' Roll Madness.
Rock 'n' Roll Madness verscheen in juni 1973 en bevat vijf korte verhalen: "The Death of Rock 'n Roll", "Shmecca Presents The Slit Tonite", "The Vince Eugene Story", "Dod Of The Tots" en "The Ballad Of Bobby Yid".
"Dod Of The Tots" is een parodie op Top Of The Pops, "The Vince Eugene Story" gaat over Elvis Presley en "The Ballad Of Bobby Yid" gaat over Bob Dylan.
In "The Ballad Of Bobby Yid" wordt Bob Dylan niet bij naam genoemd (in "The Vince Eugene Story" wel, gek genoeg), maar het is overduidelijk dit verhaal over Dylan gaat.
"The Ballad Of Bobby Yid" is geschreven door Mick Farren en getekend door Edward Barker.
Ik moet bekennen dat ik wat moeite heb met de naam "Bobby Yid", Yid is namelijk slang voor Joods, maar met een negatieve connotatie. Het hele verhaal beslaat zes pagina's. Het is al met al wat mager en niet echt goed. Hieronder twee afbeeldingen uit dit verhaal.