Bob Dylans Rolling Thunder Revue - een heruitvinding van hoe het echt gegaan is #9

De veertiende en laatste cd van The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings is een bonus disc, een extraatje vol bijzondere opnamen van The Rolling Thunder Revue, opnamen die niet op een van de andere cd's van de box terecht kwamen, maar volgens Sony toch de moeite van het uitbrengen waard zijn.
De opnamen op deze laatste cd komen van verschillende bronnen, het zijn concertopnamen en opnamen van (oefen-) sessies op verschillende locaties. Een deel van de songs is ook te horen in de Martin Scorsese-film Rolling Thunder Revue; A Bob Dylan Story.
De veertiende cd van The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings is - door de verschillende bronnen - in tegenstelling tot de eerdere cd's in deze box een verzameling songs, geen album. Deze bonus disc is niet zozeer bedoeld om van voor naar achteren te beluisteren - al is het geen straf om dit wel te doen - maar veel meer om zo nu en dan te voorschijn te halen om die ene opname, die ene song nog eens te beluisteren.
Aangezien het gaat om een verzameling losse songs in plaats van een album, zal ik de muziek op deze cd ook op die manier (kort) bespreken.

1. "One Too Many Mornings" (24 oktober, Gerdes Folk City)
Deze opname is ook in de Scorsese-film te horen.
Een duet met Joan Baez. Zoonlief zegt na een minuut luisteren: "Het lijkt wel of ze een beetje langs elkaar heen zingen, maar dat kan aan mij liggen." Ik snap wat hij bedoelt, maar het stoort mij niet zoals het hem wel stoort. Ik vind het juist wel mooi zo, een van de betere duetten met Baez op deze box.

2. "Simple Twist Of Fate" (28 oktober, Mahjong Parlor, Falmouth, MA)
Deze opname is een van de hoogtepunten in de Scorsese-film. Bob Dylan achter de piano die een gedreven, van het 'reguliere' afwijkende versie van "Simple Twist Of Fate" zingt. Op de cd komt dit veel minder goed over dan in de film. Dat komt vooral doordat de piano op de cd veel 'dieper' in de mix zit dan in de film. Op de cd lijkt dit bijna een duet tussen drums en zang. Hoewel sterk gezongen, toch de grootste tegenvaller van deze cd door de mix (of mijn te hoge verwachtingen).

3. "Isis" (2 november, Lowell, MA)
Een opname uit Lowell, de stad waar Bob Dylan en Allen Ginsberg het graf van Jack Kerouac bezochten en uit Mexico City Blues lazen. Een bijzonder aangename verrassing deze "Isis". Deze versie van "Isis" lijkt meer open dan alle eerdere concert-versies van "Isis" op deze box. De instrumentatie is spaarzamer dan ik had verwacht. Dylan zingt dit erg sterk, zoals hij eigenlijk altijd doet bij dit nummer. Heerlijk dit.

4. "With God On Our Side" (4 november, middag concert, Providence, RI)
De geluidskwaliteit van deze opname is wat minder, wanneer je daar doorheen luistert, krijg je een unieke song te horen, een song die Bob Dylan slechts één keer speelde tijdens The Rolling Thunder Revue.
Na de regel "I’ve learned to hate Russians" volgt een lijst van landen die (jonge) Amerikanen hebben leren haten: Vietnam, China...

5. "It's Alright, Ma (I'm Only Bleeding)" (4 november, avond concert, Providence, RI)
Net als bij "With God On Our Side", speelde Bob Dylan "It's Alright, Ma (I'm Only Bleeding)" slechts één keer tijdens Rolling Thunder Revue. De opname is van dezelfde dag als de opname van "With God On Our Side", maar van een ander concert...
Van al Dylans composities is dit toch wel mijn favoriete song. Een sterke versie van "It's Alright, Ma (I'm Only Bleeding)", maar niet een van de beste versies van dit nummer (al scheelt het niet veel).
Advies: bij herhaling zorgvuldig beluisteren.

6. "Radio advertisement for Niagara Falls shows"
Een radio-spotje, leuk om een keer te horen. Meestal worden dit soort zaken aan het eind van een cd gezet, soms als hidden track. Zo halverwege een cd werkt ook.

7. "The Ballad Of Ira Hayes" (16 november, Tuscarora Reservation, NY)
Een van de andere hoogtepunten in de Scorsese-film is deze "The Ballad Of Ira Hayes", door Dylan solo gebracht terwijl hij door een zaal mensen loopt. Zeer indrukwekkend moment in de film, op de cd zeker ook goed, al maken de filmbeelden dit wel sterker.
Terecht dat dit op de cd staat, The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings is immers ook "gewoon" de  soundtrack van de Scorsese-film.

8. "You Cheatin' Heart" (23 november)
Ook dit zit in de film, aldus het boekwerk van The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings. Ik kan me dat niet herinneren. Bij het bekijken van de film heeft dit dus minder indruk op mij gemaakt, terwijl ik de opname op de cd toch zeker de moeite waard vind. Althans, het eerste deel.
"Your Cheatin' Heart" is een duet met Larry Keegan. Het eerste deel van deze Hank Williams-song wordt schitterend door Dylan gezongen, het tweede deel door Larry Keegan (en een beetje Dylan). Keegan is geen Dylan...

9. "Fourth Time Around" (26 november, Augusta, Maine)
"Fourth Time Around" is - naar mijn smaak - een van de betere songs op Blonde On Blonde en helaas ook vaak een van de vergeten songs van dat album.
Net als bij "With God On Our Side" en "It's Alright, Ma (I'm Only Bleeding)" speelde Bob Dylan "Fourth Time Around" slechts één keer tijdens Rolling Thunder Revue en een opname van die ene keer staat op deze cd.
Dylan brengt het nummer solo, een goede versie, niet groots en zeker niet dromerig (of stoned) zoals in 1966. Mooi dit.

10. "The Tracks Of My Tears" (3 december, Montreal, Canada)
Dit klinkt als van een oefen-sessie. Een nummer geschreven door William Robinson, Jr., Pete Moore en William Tarplin. Een mooie opname, een van de aangename verrassingen op deze bonus disc.

11. "Jesse James" (5 december, Montreal, Canada)
Dit is een opname uit een hotelkamer, denk ik. Een recht toe, recht aan versie van "Jesse James". Net als "The Tracks Of My Tears" een van de aangename verrassingen op deze cd. Zeer de moeite waard.

12. "It Takes A Lot To Laugh, It Takes A Train To Cry" (8 december, New York, NY)
Een "It Takes A Lot To Laugh, It Takes A Train To Cry", opgenomen tijdens The Night Of The Hurricane met een gastoptreden van Robbie Robertson, sluit deze cd af. Door dat gastoptreden van Robertson zijn mijn verwachtingen hoog, maar helaas valt het erg tegen. De zwakste "It Takes A Lot To Laugh" van deze box.

De bonus disc van The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings bevat een aantal zeer aangename verrassingen waardoor deze cd uitnodigt om steeds weer te voorschijn te halen en te beluisteren. Misschien niet altijd van voor naar achter, maar meer losse nummers.
Het is een zeer geslaagde zet van Sony om deze bonus disc aan The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings toe te voegen.

Angelina (1981) - door Jochen Markhorst


Angelina (1981)

De eerste Duitse officier die wordt afgeknald door Vassili Zajtsev in Enemy At The Gates (Jean Jacques Annaud, 2001) staat onder een geïmproviseerde douche in een ruïne in de puinhopen van Stalingrad, dat onophoudelijk wordt beschoten en gebombardeerd. Zijn vervoer is net aan komen rijden en staat in the combat zone, tussen de bomkraters en de brokstukken te wachten: een zwarte Mercedes 170V Funkwagen. Geen echte trouwens, maar de Afdeling Rekwisieten heeft haar best gedaan.

Meestal is het een Mercedes met meer glamour. De Mercedes-Benz 200 Lang in Inglorious Bastards (Tarantino, 2009), bijvoorbeeld, hoewel SS-officier Hans Landa in de openingsscene ook in een (open) Mercedes-Benz 170V arriveert bij Perrier LaPadite’s huisje. Maar het liefst laten de topnazi’s, van Hitler tot Goering en van Himmler tot kolonel Stauffenberg (Valkyrie, Bryan Singer, 2008), zowel privé als op de slagvelden, naar de concentratiekampen en de executieplaatsen, zich vervoeren in de Mercedes-Benz 770 K Special-Tourenwagen 7-sitzer. Dat is der Große Mercedes, de luxewagen waarin Hitler de parades afnam (een donkerblauwe, dit keer), de auto die hij Franco cadeau deed, waarin Himmler de Konzentrationslager en Goering zijn Luftwaffekameraden bezocht. Keizer Hirohito kreeg een rode, Paus Pius XI een witte, maar de nazi’s gaven doorgaans de voorkeur aan kaki of zwart.
En zwart zijn dus vrijwel alle Mercedessen in oorlogsfilms.

Het is dan ook een geladen, duister beeld, dat de dichter Dylan in die ene regel van “Angelina” oproept: There’s a black Mercedes rollin’ through the combat zone.
Hij staat niet op zich, die duistere regel. Blood dryin’ in my yellow hair as I go from shore to shore, bijvoorbeeld. Overigens ook een beeld dat zonder veel hineininterpretieren associaties met Tweede Wereldoorlog en blonde nazi’s in Argentinië oproept, zodat versfragmenten als men marching, stars and stripes explode en tree of smoke ook al richting het slagveld worden geduwd.
Daaruit, uit die correlatie, stijgt echter geen samenhangend, eenduidig verhaal op uit de liedtekst; “Angelina” blíjft een raadselachtig, draadloos lied.

Een initiële inspiratie lijkt terug te voeren op Harry Belafonte. Dylan schrijft het lied als er een Caribische wind om zijn hoofd waait, enkele weken nadat zijn schoener Water Pearl haar tewaterlating heeft beleefd. Reggae en calypso hangen in de lucht, daar op die paradijselijke Kleine Antillen in de Caribische Zee, en Dylan schrijft songs als “Caribbean Wind”, “I And I”, “Heart Of Mine” en “Jokerman”, songs waarin de sound van de Boven- en Benedenwindse Eilanden doorklinkt.
Het zal Dylan hebben teruggevoerd naar zijn eerste stappen in de muziekbusiness, naar zijn harmonicabijdrage in “The Midnight Special” op Harry Belafonte’s gelijknamige album uit 1962. 

De ervaring doet wel wat met de jonge Dylan. Op de plaat staat ook “Gotta Travel On”, dat al op zijn repertoire staat en dat hij later ook zal opnemen (Self Portrait, 1970) en blijkbaar luistert hij ook naar Belafonte’s plaat hiervoor, Jump Up Calypso (1961). Het slotnummer daarvan verschijnt op single: “Angelina”, met het refrein

Angelina, Angelina,
Please bring down your concertina
And play a welcome for me
'Cause I'll be coming home from sea

In Dylans oeuvre zijn wel meer echo’s van het lied te vinden, overigens. Harry’s from Curaçao up to Tokyo wordt bij Dylan from Tokyo to the British Isles (“Caribbean Wind”) en een Dylanesk couplet als

Yes it's so long since I've been home
Seems like there's no place to roam
Well I've sailed around the Horn
I've been from San Jose up to Baffin Bay
And I've rode out many a storm

… lijkt door te echoën in “Bob Dylan’s Dream”, in “Lo And Behold!”, “Santa Fe” en in “Heart Of Mine” – door de poëtische ader van songschrijver Lord Burgess (echte naam Irving Louis Burgie) stroomt hetzelfde bloed als bij Dylan, een connectie die Dylan, hoppend van Antilliaanse eilanden naar West Indies als vanzelf weer maakt. Het sprongetje naar Belafonte en calypso is snel gemaakt.

De sterkste trigger is het refrein. Dylan is aan de slag gegaan met het rijm Angelina / concertina, heeft vermoedelijk op een kladblaadje een rijtje vooralsnog ongerelateerde rijmwoorden geschreven (subpoena, hyena, Argentina, arena) en gedacht: we zien wel waar het schip strandt. Ook al een strategie die hij afkijkt van Belafonte’s hofleverancier Lord Burgess, die zich eveneens in de vreemdste bochten wringt om inhoudsloze rijmvondsten in een lied onder te brengen. Zoals in “Gloria”, de B-kant van de single “Angelina”:

Please marry me Gloria,
Darling can't you see Gloria
With all your faults,
I want you like a long dose of Epsom salts

Of, minstens zo bizar,

So please marry me Gloria,
Darling can't you see Gloria
My belly does boil,
I want you like a bad dose of castor oil.

Maar ja; Belafonte en Burgie hebben niet de minste ambitie om diepgang te suggereren, uiteraard – Belafonte is, zeker in die vroege jaren van zijn carrière, bij uitstek een song and dance man.

Dat streven heeft de dichter Dylan wel. En Bijbelse referenties is een van zijn strategieën om enig literair cachet te insinueren. Het Nieuwe Testament, en dan vooral de vier Evangelisten, dit keer. Mattheüs in het eerste couplet (zo laat uw linker hand niet weten, wat uw rechter doet, 6:3), Markus in het derde (as he walked through the crowd, dezelfde scene waaraan Dylan ook refereert in “Scarlet Town”: I touched the garment), Lukas 6:29 in het daaropvolgende (Dengene, die u aan de wang slaat, biedt ook de andere, uit de Bergrede) en de Petrus’ verloochening uit Johannes (No, I have heard nothing about the man that you seek).

En dat is bij lange na niet alles – “Angelina” wordt volgestouwd met subtiele en minder spitsvondige Bijbelse beelden en referenties. De laatste twee coupletten citeren Mattheüs en lijken te verwijzen naar Armageddon, het vale paard komt ook al uit Openbaringen, de tree of smoke is een aanduiding voor de wolkkolom waarin God zich hult als hij met Mozes spreekt (Exodus, waarin ook de milk and honey zijn te vinden) en de angel with four faces leent Dylan van Ezechiël, uit hoofdstuk 10, waarin de cherubijnen worden beschreven: ‘elkeen had vier aangezichten’.

Reuze beeldend en heel mysterieus allemaal, maar een coherent beeld stijgt nog steeds niet op. De songtekst is uiteindelijk, zoals Dylan in “Up To Me” zegt, “niet meer dan dat wat gebroken glas weerspiegelt” (We heard the Sermon on the Mount and I knew it was too complex / It didn’t amount to anything more than what the broken glass reflects) – en de nabijheid van wederom de Bergrede is vast niet toevallig.

Net als “Up To Me” wordt “Angelina” verworpen. Prachtige opname, schitterende melodie en meeslepende spanning, daar niet van. Maar Dylans commentaar bij weer een ander gepasseerd meesterwerk, bij “Caribbean Wind” lijkt één op één toepasbaar op “Angelina”:

“Bij dat lied kreeg ik maar niet te pakken waarover het nou ging, nadat ik het had voltooid. Soms schrijf je iets heel geïnspireerds en kun je het om de een of andere reden niet afmaken. Je gaat ernaar terug, je probeert het weer op te pakken, maar de inspiratie is gewoon verdwenen.”
(Biograph, 1985)

Ook de ‘Tangled Up In Blue-kunstgreep’, het husselen van persoonlijke voornaamwoorden en werkwoordstijden, helpt niet mee. Net als in Tangled broeit er onderhuids het verslag van een driehoeksverhouding, met behalve die ongenaakbare Angelina en de ik-persoon nóg een man – maar die ‘hij’ kan evengoed de ik-persoon zelf zijn, natuurlijk. Dylan zelf heeft het ook niet helemaal scherp, in ieder geval. De twee versies van het derde couplet illustreren die onduidelijkheid wel. Op de officiële, tweede versie (die van The Bootleg Series 1-3) wordt de mannelijke antagonist (of de ik-persoon) beschreven:

His eyes were two slits, making a snake proud
With a face that any painter would paint as he walked through the crowd
Worshipping a god with the body of a woman well endowed
And the head of a hyena

… maar in de eerste versie zingt Dylan daar nog over Angelina:

Her eyes were two slits, making a snake proud
With a face that any painter would paint and well-endowed
Praising the dead as she rode a donkey through the crowd
Or was it a hyena?

Het inpassen van die hyena blijft wat moeizaam, maar in deze eerste versie ontsnappen we tenminste aan die vervreemdende knipoog naar Egyptische mythologie (hoewel er eigenlijk geen goden zijn met het hoofd van een hyena – wel jakhalzen). De Jezusreferentie blijft gehandhaafd, maar verwijst ditmaal naar een andere scene: de intocht te Jeruzalem, waar Jezus, gezeten op een ezel, zich een weg baant door ‘een grote schare’ (Joh. 12). Dat is overigens het hoofdstuk na de opwekking van Lazarus, dus misschien moest dat niet praising the dead, maar raising the dead zijn.

aantekening #7147 (car, car)

In de film Woody Guthrie; This machine kills fascists worden foto's van Cathy Guthrie, het dochtertje van Woody en Marjorie Guthrie, getoond. Cathy Guthrie kwam in 1947 op 4-jarige leeftijd om het leven bij een brand.
Woody Guthrie schreef duizenden songs, waaronder een handvol kinderliedjes. Die kinderliedjes - ik baseer me op de film Woody Guthrie; This machine kills fascists - schreef hij samen met Cathy. Eén van die songs is "Car, car", een lied vol vrolijke zinnen en autogeluiden.

In het voorjaar van 1991, misschien iets eerder, kocht ik in een hal vol tuinmeubelen, kleding en huishoudelijke artikelen vier cd's met de titel Documents of Bob Dylan voor tien gulden per stuk. Op het derde deel van die serie staat het door Woody en Cathy Guthrie geschreven nummer "Car, car". Het nummer is opgenomen in The Gaslight in de dagen dat het noemen van de naam Bob Dylan alleen in Greenwich Village, New York je een blik van herkenning kon opleveren. Bob Dylan zingt het nummer niet alleen, maar samen met Dave van Ronk. Dylan & Van Ronk brengen het nummer niet als een kinderliedje, maar als een ode aan de dronkenschap. Ze lallen en brallen zich door het nummer heen - en dan vooral de autogeluiden die onderdeel van dit kinderliedje zijn. Daarmee geven ze het oude kinderliedje een andere functie. "Car, car" is ineens geen kinderliedje meer, maar een nummer vol bravoure en ongein.

In de ogen van menig gestudeerd muziekkenner zal "Car, car" niet passen in het oeuvre van Bob Dylan. Dat oeuvre bestaat uit serieuze songs, uit Nobelprijs-waardige, poëtische songteksten. "Car, car" is niet serieus en bovendien schreef Bob Dylan het niet zelf.
Het maakt mij niet uit dat "Car, car" geen typische Dylan-song is, ik houd van dit nummer. Ik houd van dit nummer juist door de ongein, door de bravoure waarmee Bob Dylan en Dave van Ronk het oude kinderliedje kneden tot een paar minuten onweerstaanbare lol.

Na het zien van de film Woody Guthrie; This machine kills fascists heb ik "Car, car" in mijn hoofd. Ik zoek de cd Documents of Bob Dylan op, het derde deel om "Car, car" te kunnen draaien. Dat is best even zoeken, ik heb al lang niet meer naar Documents geluisterd.
Terwijl "Car, car" draait denk ik aan Cathy Guthrie, een vrolijk meisje dat samen met haar vader liedjes schreef. Ze werd niet ouder dan vier jaar.

The Comic Book and Me #72

Well, the comic book and me, just us, we caught the bus
The poor little chauffeur, though, she was back in bed
On the very next day, with a nose full of pus
Yea! Heavy and a bottle of bread
Bob Dylan - "Yea! Heavy And A Bottle Of Bread"


Suske en Wiske nr. 286: de flierende fluiter

twee kringloopwinkels en een markt

Ik bezoek met regelmaat kringloopwinkels. Het gebeurt maar zelden dat ik niet iets koop. Meestal gaat het om boeken. Vaak vind ik bij een kringloopwinkel boeken waar Bob Dylan in te vinden is, maar zelden tot nooit vind ik een plaat van of boek over Bob Dylan.
De afgelopen weken kwam daar ineens verandering in. Zo vond ik vorige week bij een kringloopwinkel - tot mijn grote verbazing - Song And Dance Man van Michael Gray en de Dylan-biografie van Robert Shelton.
Alsof dat nog niet genoeg is, vond ik in dezelfde kringloopwinkel de bladmuziek van "Make You Feel My Love" en het boek The Works van Ron Wood. In dit boek staat het portret dat Ron Wood van Bob Dylan schilderde afgebeeld.

Een bezoek aan een tweede kringloopwinkel leverde een flinke stapel cd's op, waaronder Other Voices, Other Rooms (Amerikaanse persing) van Nanci Griffith. Op "Boots Of Spanish Leather" op dit album speelt Bob Dylan mee. In het boekje bij de cd heeft de vorige eigenaar de recensie van dit album uit Oor gestopt. Geert Henderickx schrijft: "Erfgenamen als Pete Seeger, Tom Paxton en Odetta bliezen het idioom na de Tweede Wereldoorlog nieuw leven in, terwijl gedurende de jaren zestig Bob Dylan een inspiratiebron vormde voor ontelbare troubadours, onder wie Townes van Zandt, John Prine en Kate Wolf. Van al deze genoemde grootmeesters vertolkt Griffith op Other Voices, Other Rooms een van haar lievelingsnummers, vocaal ondersteund door bevriende collega's als Guy Clark, John Gorka, Emmylou Harris en The Indigo Girls."
Bij dezelfde kringloopwinkel vond ik - tot mijn stomme verbazing - de elpee All-Star Hootenanny met daar op niet alleen "Blowin' In The Wind" van the Freewheelin' Bob Dylan, maar ook "Swing And Turn Jubilee" door Carolyn Hester. Op deze laatste track speelt Bob Dylan harmonica.
Wat me echt verbaasde was dat de gevonden elpee een Amerikaanse stereo-persing uit 1964 is waarbij het label met een zwarte stift of pen bewerkt is zodat de plaat in Europa verkocht kan worden (bij de hoes is dit gek genoeg niet gedaan).
De tweede elpee die ik uit de bakken plukte is de Boek en Plaat-uitgave Joan Baez van (uiteraard) Joan Baez uit 1968. Op label A staat bij de song "We Shall Overcome" de volgende voetnoot: "Joan Baez accompanying herself on the guitar with Bob Dylan". Ik heb de plaat nog niet gedraaid, maar volgens website Searching For A Gem gaat het om de opname van Newport 1963 die ook te vinden is op de verzamelaar Evening Concerts At Newport Vol. 1.
De derde plaat die ik bij deze kringloop kocht is van The Bauls Of Bengal (1966; Elektra EKS-7325). Op deze plaat spelen onder andere Purna Das en Luxman Das, de twee Bauls die naast Bob Dylan staan op de hoes van John Wesley Harding. (Is het heel gek om te denken dat het luisteren naar de muziek van The Bauls Of Bengal Bob Dylan heeft geholpen bij het vinden van zijn stem voor "One More Cup Of Coffee (Valley Below)"?)
Zou ik zonder Bob Dylan ooit geïnteresseerd zijn geweest in de muziek van de Bauls? Ik denk het niet.

Afgelopen weekend kocht ik op een marktje een flinke stapel cd's. In die flinke stapel zit de cd History van Loudon Wainwright III. Op dit album staat het uiterst geestige "Talking New Bob Dylan".
Bij dezelfde verkoper kocht ik drie cd's van Eric Andersen uit nieuwsgierigheid. Sinds ik Bob Dylans versie van "Thirsty Boots" op Another Self Portrait hoorde, ben ik nieuwsgierig naar de muziek van de componist van dit nummer: Eric Andersen.
Goed, drie cd's kocht ik dus van de man: Stages; The Lost Album (1991), Beat Avenue (2003) en The Street Was Always There (2004). Op dat laatste album staan Andersens versie van Dylans "A Hard Rain's A-Gonna Fall", maar daar kom ik nog op terug in een aflevering van "Luister, ik doe je na".
Bij thuiskomst, bij het bekijken van de boekjes bij deze cd's valt op dat Bob Dylan aanwezig is op deze albums.
Achterin het boekje van Stages; The Lost Album staat een foto van Bob Dylan, Joan Baez en Eric Andersen op het podium van Folk City in 1975.
Het boekje van Beat Avenue bevat de volgende woorden van Eric Andersen: "Dedicated to Bob Dylan, true poet, hard worker, man of constant wonder, good friend, teacher, the master."
Daarnaast bevat dit boekje een citaat van Dylan: "It's all about livelihood. It's all about going out and playing. That's what every musician who has crossed my path strivers for."
In de liner-notes van Glenn O'Brien bij The Street Was Always There staat: "Bob Dylan, old friend of Eric Andersen's, is not forgotten either. He's still a star, although I remember how shocked I was when I caught Dylan at Madison Square Garden with Tom Petty and realized that the place was full of Petty fans discovering Bob. Dylan is one of the great songwriters of that generation, or any other maybe, but there were other great ones, and today they are names in books, scratched grooves on vinyl sitting on dusty shelves, footnotes in six-point type."
Eric Andersen schrijft in zijn liner notes over zijn dagen in Greenwhich Village, over de verschillende clubs, over The Feenjon: "where Bob Dylan wrote 'Blowin' In The Wind' one 4 AM while David Blue strummed the chords".
Verder bevat het boekwerkje van The Street was Always There twee foto's van een jonge Bob Dylan.

boeken

In de gedichten in dutch co (1966) van Schuddeboom komt Bob Dylan niet voor, wel in de door Hans van Waarsenburg geschreven inleiding:

met de rechtlijnigheid van mondriaan.
een bezig oeuvre bouwend,
met het doorgevreten element van wereld
delen niet te achterhalen liefde, 
met de elementaire ritmiek van de
moderne hard-boiled songs,
met een trein dylan,
een ren met tijd.

~ * ~ * ~ * ~

In de dichtbundel Antwerpen (1974) komt niet Bob Dylan voorbij, maar een cover van een van zijn songs:

waren het maar hanen
kraaien en het lijden en ondergang
een generatie die na 9 minuten,
wat ons de klere troep kan schelen
omdat joe cocker zingt: 'just like
a woman'

~ * ~ * ~ * ~

De door Agnes Andeweg en Lies Wesseling geschreven inleiding van het boek Wat verbeelding niet vermag! (2014) begint - na enkele dichtregels van Elly de Waard - zo:

Deze bundel verschijnt ter gelegenheid van het afscheid van Maaike Meijer als hoogleraar Genderstudies aan de Universiteit Maastricht. Wij nodigden Maaikes promovendi, promoti en (voormalige) collega's binnen en buiten de universiteit uit om een lied of gedicht te bespreken dat hen na aan het hart ligt, van Hadewijch tot Dylan of daarna, want zo ver reikt Maaikes belangstelling.

Bob Dylan komt enkele malen voorbij in dit boek, maar wat dit boek vooral interessant maakt, is het korte essay (vier en een halve bladzijde) van Paul de Bruyne over Bob Dylans "Roll On John".
Mocht je een keer tegen Wat verbeelding niet vermag! aanlopen voor een schappelijke prijs, twijfel dan niet, koop het en lees het essay van De Bruyne.

~ * ~ * ~ * ~

Het enige boek in deze editie van "boeken" dat ik niet gelezen heb, is Jagger Unauthorized (1993) van Christopher Andersen. Wat ik wel heb gedaan is - met behulp van de index - de Dylan-relevante stukken lezen. Het gaat om negen pagina's.
Blz. 428:

As much as Live Aid was a triumph for Jagger, it turned out to be a singular embarrassment for Keith Richards and Ron Wood. In a last-ditch effort to steal Jagger's thunder, Richards and Wood hastily agreed to back Bob Dylan for the show's much-ballyhooed grand finale. The result was shoddy and unprofessional.

Ik kan er niks aan doen, maar ik vind Dylans optreden tijdens Live Aid helemaal niet zo dramatisch als vaak beweerd wordt. Nee, het was niet Dylans finest hour, maar zeker ook niet slecht.

~ * ~ * ~ * ~

Het boek Ik ben onbereikbaar (1996) van Theodor Holman bevat één vermelding van Bob Dylan, wat voor Holman erg weinig is.

mijn oren luisteren met treurigheid [naar house] dat ik het nooit helemaal zal kunnen doorgronden, zoals mijn ouders nooit The Rolling Stones of Dylan zouden kunnen begrijpen.

~ * ~ * ~ * ~

De roman Ruitijd (1995) van Roland Arnould gaat over Gerard, reclameman en in zijn vrije tijd "schrijver van liedteksten". Een roman over een schrijver van liedteksten... dan verwacht ik Dylan - dè songschrijver onder de songschrijvers - tegen te komen en inderdaad Bob Dylan is te vinden in Ruitijd, slechts één keer, in een lange opsomming van muzikanten wiens songs door Titus - vriend van Gerard - gecoverd worden. Dylan is in goed gezelschap. Titus speelt naast songs van Dylan nummers van onder andere Van Morrison, The Kinks, The Beatles en The Doors.

~ * ~ * ~ * ~

De door Menno Schenke geschreven biografie Vaan; Het bewogen leven van C.B. Vaandrager (2005) behoort tot de beste biografieën die ik gelezen heb. Schitterend boek.
Volgens de index komt Bob Dylan op drie bladzijden in dit boek voorbij. Dit klopt niet. Op de eerste bladzijde waar Bob Dylan volgens de index te vinden zou moeten zijn, komt Bob Dylan niet voorbij, wel Dylan Thomas. Foutje.
In het boek wordt geciteerd uit een interview met J. Bernlef.
Vaandrager:

Al ben ik geen muzikant, ik voel me wel met Dylan verwant. Ik ben betrokken bij de muziekscene. Jimi Hendrix, jazz - het spreekt me aan.

Lees Vaan, niet vanwege de Dylan-vermeldingen, maar omdat het gewoon een goed boek is. Een goede biografie over een groot schrijver.

~ * ~ * ~ * ~

Bob Dylans Rolling Thunder Revue - een heruitvinding van hoe het echt gegaan is #8

De laatste opname van een volledig concert in The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings is te vinden op cd's 12 en 13. Het gaat om het concert in Montreal op 4 december. Van de vijf concertregistraties in The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings spreekt Montreal mij het meest aan.
Vier songs van dit concert verschenen in 2002 op The Bootleg Series vol. 5 - Live 1975: "Tonight I'll Be Staying Here With You", "A Hard Rain's A-Gonna Fall", "It's All Over Now, Baby Blue" en "Love Minus Zero / No Limit".
Verder zijn "Isis" en "Never Let Me Go" van dit concert te vinden op 4 Songs From Renaldo And Clara.
Er is veel positiefs te melden over Montreal. Ik kan het ook omdraaien: er is eigenlijk niks aan deze concertopname dat me niet bevalt. Er lijkt een uitgelaten stemming te zijn bij Dylan en band tijdens dit concert. Het is speelplezier wat ik hoor. Zo iets kan uitmonden in te veel gein, in balorigheid, maar dat blijft achterwege. Er is naast plezier ook concentratie, de gedrevenheid om iets goeds neer te zetten.

In vogelvlucht:
Ik hoor het spontane, maar ook de concentratie in opener "When I Paint My Masterpiece" waarin Neuwirth enkele zinnen zingt alsof hij Dylans echo is, waar Dylan de nadruk legt op de woorden "French police". Hij weet waar hij is - Montreal -, hij erkent het publiek door eerst de nadruk te leggen op het woord "French" in "Masterpiece" en later "Blowin' In The Wind" - samen met Baez - deels in het Frans te zingen.
"It Ain't Me, Babe", prima gezongen, "The Lonesome Death Of Hattie Carroll" zelfs briljant. Dit is, afgaande op Dylans zang, naar mijn smaak veruit de beste "Hattie Carroll" in The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings.
"Tonight I'll Be Staying Here With You" spat en heeft een uitstekende gitaarsolo van Mick Ronson. De "A Hard Rain's A-Gonna Fall" van dit concert is de van Live 1975 bekende versie. Dit is in mijn oren hoe "Hard Rain" in 1975 behoort te klinken.
Na de openingsset van vijf songs, volgen de twee songs met Scarlet Rivera: "Romance In Durango" is tijdens alle 1975-concerten goed, Montreal is geen uitzondering. Idem "Isis", al moet gezegd worden dat deze Montreal-versie nog net een tikje beter is dan de versies tijdens de voorgaande vier concerten in de box. En zoals altijd wanneer een song er in positieve zin uitspringt: luister naar hoe Dylan dit zingt.
Na het Rivera-blokje volgen de duetten met Joan Baez, te beginnen met het deels in het Frans gezongen "Blowin' In The Wind". Daarna volgt een uitstekende "Dark As A Dungeon" (het aardige is dat Baez het publiek in het Frans toespreekt), een redelijke "Mama, You Been On My Mind" - er moet even naar de woorden gezocht worden - en de van de Renaldo And Clara-promo bekende "Never Let Me Go". Daarna volgen een zeer sterke "I Dreamed I Saw St. Augustine" en de vaste afsluiter van het Dylan-Baez-deel: "I Shall Be Released".

Deel 2 begint met maar liefst drie (!) solo-gespeelde songs "It's All Over Now, Baby Blue" en "Love Minus Zero / No Limit" zijn reeds bekend van Live 1975 en beide zijn uitstekend. De solosongs behoren naar mijn smaak samen met de Desire-songs tot het beste wat Bob Dylan tijdens Rolling Thunder Revue te bieden had. De derde solo-song, "Tangled Up In Blue", kom ik zo nog op terug.
Na de solo-set volgt, zoals op alle concertregistraties in The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings, een Desire-blok van vier songs te beginnen met "Oh Sister". In Montreal is "Hurricane" uitermate scherp. Bob Dylan heeft een boodschap, een missie en dat is duidelijk te horen. De song start sterk. Vanaf het derde couplet zet Dylan-de-zanger er nog een tandje bij. Dat extra tandje weet Dylan vast te houden tijdens "One More Cup Of Coffee (Valley Below)".
Het Desire-blok sluit af met "Sara". Erna volgen een bijzonder mooie "Just Like A Woman" en de twee uitsmijters: "Knockin' On Heaven's Door" en "This Land Is Your Land".
Ziedaar, het hele concert in Montreal in vogelvlucht.

Ik zou nog terugkomen op "Tangled Up In Blue".
Het overgrote deel van Bob Dylans muziek spreekt me aan. Ik luister er graag naar, steeds weer. Dylans output staat naar mijn smaak op eenzame hoogte. Ik vertel niks nieuws.
In die enorme berg Dylan-muziek stuit men soms op een juweeltje, op een eenzame parel, op een song die - zonder dat ik daar altijd goed de vinger op weet te leggen - voor mij in positieve zin zover uitschiet boven wat ik redelijkerwijze van een muzikant kan verwachten, dat het beluisteren er van een ervaring is die de dag, het moment, het zijn op de kop zet.
"Tangled Up In Blue" van 4 december 1975 is zo'n eenzame parel.
Dat een stuk muziek zó goed kan zijn, maakt me bang en toch luister ik keer op keer. Hoe kan dat nou? Als ik dat onder woorden zou kunnen brengen, heb ik goud in mijn pen.
Ik heb geen goud in mijn pen. Ik zal hooguit met woorden kunnen proberen te benaderen wat ik hoor, ik zal het nooit echt kunnen raken. Moet ik er dan maar niet aan beginnen? Misschien juist wel.
Daar gaat 'ie.
Het tempo van "Tangled Up In Blue" in Montreal ligt net iets lager dan mijn verwachtingspatroon dicteert. Die verwachting is ontstaan door het beluisteren van eerdere opnames van "Tangled Up In Blue" uit Dylans gehele carrière, maar vooral die andere concertopname uit 1975. En terwijl ik dit schrijf, vraag ik me af: is het tempo echt lager of bedriegen mijn oren mij? Dit net iets lagere tempo geeft ruimte aan de song. Alsof de song, het verhaal wat meer kan ademen.
Dan is er nog de manier waarop Dylan de snaren op zijn gitaar aanslaat. Het ritme, de accenten lijken net even anders te liggen dan ik gewend ben. Door dat andere tempo, door die licht afwijkende manier van de gitaar aanslaan klinkt deze "Tangled Up In Blue" anders dan ik 'm ooit gehoord heb en doordat dit anders klinkt dan ik ooit gehoord heb is het aan de ene kant net alsof ik de song voor de allereerste keer hoor terwijl ik aan de andere kant ieder woord kan meezingen als ik dat zou willen.
Ik zing niet mee, ik wil horen.
"Tangled Up In Blue", de song die ik al zo vaak gehoord heb, is in deze Montreal-uitvoering ineens weer nieuw, ineens weer een ontdekking, een reden om een Dylan-maat te bellen en in de hoorn te roepen "dit moet je horen!"
En het gekke is dat ik de Montreal-"Tangled" nu voor de tiende of elfde keer achter elkaar draai vandaag en nog steeds klinkt het nieuw, klinkt het alsof ik iets unieks hoor, iets wat nu is, wat ik nu moet beluisteren, waar ik me nu op moet concentreren, want als het voorbij is komt het nooit meer terug.
Ik heb alleen nog maar het tempo en het gitaarspel aangekaart, minstens net zo belangrijk - nee, belangrijker - is de manier waarop Dylan deze "Tangled" zingt. Allereerst is er het contrast, het botsende samensmelten van de stem en de gitaar. Het geluid van die gitaar, door de manier waarop Dylan die aanslaat, lijkt een constante verticale beweging te maken, een ritme. Tijdens de gehele song valt Dylans stem niet een keer samen met dat ritme van de gitaar. Het zit er af en toe tegenaan, maar nergens vallen stem en gitaar echt samen. Over het regelmatige patroon van de gitaar weeft Dylan zangpatronen die niet gedicteerd worden door regelmaat, door ritme, door logica. Die zanglijnen worden gedicteerd door de woorden. De woorden geven de zanger aan wat hij met zijn stem moet doen. Denk hierbij aan rekken en versnellen, maar ook aan volume en toonhoogte.
Zoals een verhalenverteller op dictie let tijdens het vertellen van zijn verhaal, zo zingt Bob Dylan. Niet de muziektheorie dicteert zijn zang, maar het verhaal dat hij vertelt.
Er is in de lange carrière van Bob Dylan geen "Tangled Up In Blue" die hetzelfde klinkt als de Montreal-"Tangled".
Er is geen zin in de Montreal-"Tangled" die op enig moment in Dylans carrière een echo heeft, precies hetzelfde klonk.
Omdat het een unieke manier van vertellen is, omdat het net even anders klinkt dan anders, of nog belangrijker: dan het verwachtingspatroon, word ik gedwongen te luisteren.
De Montreal-"Tangled" is er eentje die mij meeneemt naar 1975. Het is een opname die doet wat maar weinig muziek kan doen: het zet de tijd stil, het legt de vinger op de lippen van de echo. Als de Montreal-"Tangled" draait, ben ik er niet. Is mijn persoon verdwenen, ga ik op in de muziek. Het is het hoogst haalbare voor een stuk muziek: de luisteraar laten vergeten dat hij luistert, dat hij is.
Dat doet deze "Tangled" met mij.
Als deze "Tangled" niet een reden is om The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings te kopen, te koesteren, dan weet ik het ook niet meer.


zaterdag 20 juli
rommelroute in Geesteren (gld.)

10.00 - 15.00 uur
inclusief markt met boeken,strips, cd's en lp's bij "De Oude Spar"



Aanstaande zaterdag sta ik met een kraam vol boeken op bovenstaande markt. Naast de honderden romans, dichtbundels en non-fictieboeken, bied ik die dag een kleine collectie Dylan-tijdschriften en boeken aan. Mocht je zaterdag in de buurt zijn, dan kan het de moeite waard zijn om even te komen kijken.

Dylan kort #1262

Setlists: 10 juli, 12 juli, 14 juli. De laatste drie setlists van de Europese zomertour bevatten enkele verrassingen, zoals "Ballad Of A Thin" als openingssong in plaats van "Things Have Changed" en "Will The Circle Be Unbroken?" op de veertiende dat Bob Dylan samen met Neil Young bracht. Er staan meerdere video's van dit duet online, zie hier en hier en hier en hier. [met dank aan Rob en Sjon]
Omdat er nog geen nieuwe concerten zijn aangekondigd op Bob Dylans website duiken de geruchten op het internet op:
1. Bob Dylan gaat met pensioen
2. Bob Dylan gaat de studio in voor het opnemen van een nieuwe plaat
3. Bob Dylan schrijft aan Chronicles vol. 2
Zoals altijd wankelen de geruchten op het ene been van de vrees (pensioen) of het andere been van de hoop (nieuw album, Chronicles vol. 2). Stel dat Bob Dylan inderdaad zijn mondharmonica aan de wilgen hangt, dat hij besluit dat het mooi geweest is, dat het tijd is voor een beetje rust, dan kan ik hem geen ongelijk geven. Hij is 78 jaar.
Stel dat Bob Dylan de studio induikt voor het opnemen van een nieuw album, dan kan ik dat alleen maar toejuichen, laat maar komen dat album. (Chronicles vol. 2 geloof ik niet meer in, moet ik bekennen).
Er is nog een mogelijkheid: er wordt niet gewerkt aan een nieuw album, Chronicles vol. 2 of enig ander project. Ook gaat Dylan niet met pensioen. De aankondiging van nieuwe tourdata laat simpelweg iets langer dan gebruikelijk op zich wachten.
Wat het gaat worden weet ik niet. Afwachten is de enige optie. Ondertussen draai ik het Montreal-concert van The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings. 
Ik vermaak me uitstekend.

Dylan en de Tour de France: Spraakmakers op radio 1 (12 juli) tussen 10 en 11 uur 's ochtends. Rond 29 minuten heeft Frits Spits het over de verschillende Dylans die in de tour rijden met - uiteraard - een verwijzing naar Bob Dylan (vanaf 29 minuten), luister hier. [met dank aan Hans] Zie ook hier.
Live in The Shack: Bob Dylan Undercover, zie hier.

Vergeet niet onderstaande stuk over "Sign Language" van Jochen Markhorst te lezen.

Sign Language (1975) - door Jochen Markhorst


Sign Language (1975)

In de winter van 1975/76 is Eric Clapton in Los Angeles, in de Shangri-La Studio van The Band om een van zijn succesvolste albums van de jaren 70 op te nemen, No Reason To Cry. Maar ondanks dat succes kijkt hij in zijn autobiografie (Clapton: The Autobiography, 2007) met weinig voldoening erop terug. Clapton noemt het een “dronken en chaotisch album” en wijt dat aan zijn eigen labiele staat, aan het feit dat het album zonder producer werd opgenomen en aan de idyllische ligging en omstandigheden van de studio.
De mannen van The Band en producer Rob Fraboni schieten te hulp. Alle Bandleden spelen mee, Richard Manuel schenkt hem het prachtige lied dat het openingsnummer zal worden (“Beautiful Thing”) en Rick Danko schrijft en zingt, samen met Clapton, de geslaagde song “All Our Past Times”. En vooral: Slowhand heeft het geluk dat Dylan in die dagen in de buurt is.

Een beetje mysterieus is dat wel, overigens. Dylan “woonde in een tent in de tuin van de studio, dook af en toe even op voor een drankje en verdween dan weer net zo plotseling.” Maar tijdens een van die korte bezoekjes van die tentbewoner kan Clapton vragen of de bard misschien iets zou kunnen bijdragen aan zijn album, “iets schrijven, of zingen, of meespelen, anything.

“Op een dag kwam hij binnen en bood hij me een lied aan met de naam Sign Language dat hij me in New York al eens had voorgespeeld. Hij vertelde me dat hij het hele lied in één keer had neergeschreven, zonder zelf te begrijpen waarover het ging. Ik zei dat het me niet kon schelen waarover het ging. Ik hield gewoon van de woorden en de melodie en de akkoordenvolgorde was geweldig. Omdat Bob zich nooit beperkt tot één enkele manier om een liedje te doen, hebben we het op drie verschillende manieren opgenomen, telkens als duet.”

Het is, zo besluit Clapton deze episode, al met al zijn favoriete nummer van dit album.

De korte passage in Claptons memoires intrigeert wel. Dylan heeft het lied dus al eerder voorgespeeld, in New York. Dat is dan tijdens die chaotische, overbevolkte Desire-sessies geweest, waaraan de Britse gitaargod minder prettige herinneringen heeft. Als hij ervoor wordt uitgenodigd is hij opgetogen, maar het enthousiasme verdampt meteen als hij de studio betreedt. Er zitten “twee of drie bands te wachten om de studio in te gaan”, er zijn zo’n vierentwintig muzikanten aanwezig en Clapton is een van de vijf uitgenodigde gitaristen. Het is alsof hij in de wachtkamer bij de huisarts zit en hem bevangt hetzelfde gevoel als bij zijn eerste ontmoeting met Dylan, in de midjaren 60: “I felt like Mr. Jones again” - met de geestige zelfspot waarin zijn autobiografie excelleert, refereert Clapton aan de onbegrijpende, gedesoriënteerde Mr. Jones uit “Ballad Of A Thin Man”, something is happening here, but you don’t know what it is.
Bij alle zelfspot mist hij dan wel de parallellen met zijn eigen No Reason To Cry; volgens de liner notes zijn bij de productie daarvan maar liefst veertig (!) mensen betrokken. Behalve de namen van de mannen van The Band en Dylan valt daarbij ook Ron Wood op - volgens de overlevering kreeg Clapton eerst “Seven Days” aangeboden, maar gaf hij dat lied door aan de Rolling Stone, die het inderdaad op zijn volgende soloalbum speelt (Gimme Some Neck, 1979).

Het andere intrigerende punt betreft Dylans eigen wordings- en tekstanalyse: in één keer neergeschreven without even understanding what it was about.
Dat lijkt wat geposeerd. Zó ingewikkeld is het niet. Kennelijk heeft een matig geïnspireerde Dylan zijn creativiteit willen ontketenen op de in potentie vruchtbare, symboolkrachtige metafoor gebarentaal. In de liedkunst, en in de kunsten überhaupt een tamelijk onontgonnen beeld, inderdaad, dat uitnodigt om Nobelprijswaardige new poetic expressions te creëren.
Gebarentaal verbeeldt fraai de grenzen van het menselijk tekort bijvoorbeeld, of is de sleutel om te ontcijferen wat er niet wordt gezegd; symboliseert dus fraai het onvermogen en de valkuilen van intermenselijke communicatie - allemaal invalshoeken die een taalverliefd, poëtisch genie als Bob Dylan in zijn gewone vorm tot een “Idiot Wind” of een “Man In The Long Black Coat” kunnen bezielen.

Maar het zit er niet in, deze dagen. We staan aan de vooravond van 1976, een jaar als 1972 en als 1984, jaren waarin de bron droog staat en de dichter langs de kant van de rivier zit te mijmeren over onbereikbare meesterwerken.
Dylan heeft de vondst Sign Language, krabbelt in de kantlijn wat rijmwoorden, waarvan alleen sandwich en advantage overleven en zelfs die krijgt hij er niet in zonder wrikken en wringen:

You speak to me in sign language,
As I'm eating a sandwich in a small cafe
At a quarter to three.

Op zich een veelbelovende, filmische opening. Vergelijkbaar met het decor en de personenconstellatie van “Love Is Just A Four-Letter Word” of het intermezzo van “Highlands”, en het lijkt geënt op Sinatra’s “Only The Lonely” (Each place I go only the lonely go / Some little small café) en op Sinatra’s “One For My Baby (And One More For The Road)”: It’s quarter to three / There’s no one in the place ‘cept you and me) - beide overigens te vinden op het album Sings For Only The Lonely (1958).

Dus: in drie korte regels een ik-persoon en relatiegedoe, een veelbelovende metafoor, het contrast van een banale handeling met een universeel, menselijk conflict, een knappe, Dylanwaardige rijmvondst en referenties naar het Great American Songbook… de weg lijkt geplaveid voor een veelkleurige, mozaïekachtige Dylanklassieker.

Het tweede couplet vernietigt de hoop nog niet echt;

But I can't respond to your sign language. 
You're taking advantage, bringing me down.
Can't you make any sound?

… leidt echter wel tot een eerste opgetrokken wenkbrauw. “You’re taking advantage”? De hoofdpersonen, vermoedelijk liefdespartners, hebben een communicatieprobleem, de klik is er niet meer, ze begrijpen elkaar niet meer - zoveel is wel duidelijk. Maar kennelijk wil de dichter pertinent de rijmvondst sign language / advantage hierin plakken, zelfs ten koste van een al dan niet bedoelde verhaallijn. Dit is immers de dichter die bij herhaling als kunstopvatting belijdt: it’s the sound; words should not interfere.
In dat laatste slaagt Dylan hier dan niet; de inhoud van de woorden taking advantage interfereert wél, is vervreemdend en leidt af van de sound.

Dat ziet de dichter, die aan Clapton dus toevertrouwt de liedtekst in één korte sessie uit zijn mouw te hebben geschud, hier ook. Het derde couplet is dan ook weinig ambitieus:

'Twas there by the bakery, surrounded by fakery.
This is my story, still I'm still there. 
Does she know I still care?

…een gemakzuchtig, loos rijm (bakery / fakery), een stilistisch opmerkelijk zwakke tekstregel (This is my story, still I’m still there) en een inhoudelijk mislukte uitsmijter, als de ik-persoon plots sentimenteel wordt en zich - uit het niets - melancholisch afvraagt of ze wel weet dat hij nog steeds om haar geeft.
Neen, dit is niet de liedkunstenaar die nauwelijks een half jaar geleden “Abandoned Love” heeft geschreven en die over anderhalf jaar een alfabetische kathedraal als “No Time To Think” zal bouwen.

Enig herstel biedt dan nog het laatste couplet.

Link Wray was playing on a jukebox, I was paying
For the words I was saying, so misunderstood.
He didn't do me no good.

De rijmende drieslag is aardig en een vooraankondiging van het rijmplezier dat Dylan straks op Street Legal zal demonstreren (I took a chance, got caught in the trance of a downhill dance in “We Better Talk This Over”, bijvoorbeeld), en de groet aan Link Wray is leuk. Daarmee wordt Link Wray toegelaten tot een tamelijk exclusief ledenclubje, de club van muzikanten die in een Dylantekst worden genoemd. Neil Young, Alicia Keys, Blind Willie McTell, Ma Rainey en Beethoven, Billy Joe Shaver, Elvis… het is een bont, aantrekkelijk gezelschap en Link ‘Rumble’ Wray zal zich er best thuis voelen. En blijkbaar draagt de name-check ook bij aan zijn toch al onomstreden status; na Dylan wordt Link Wray ook bezongen door The Fall (“Neighbourhood Of Infinity”, 1984), The Who (“Mirror Door”, 2006) en door Robbie Robertson (“Axman”, 2011).

wie kan helpen?

Voor mijn boek Bob Dylan in Nederland zoek ik informatie over onderstaand artikel. Het artikel is geschreven door Henk Boom. Het artikel stond op 17 juni 1978 in de krant. Wat ik graag zou willen weten is: welke krant?
Zie ook de pagina BDinNL 2.0, hier, voor meer vragen.
Reageren kan via e-mail: twillems87[at]gmail.com
Bij voorbaat dank.


Dylan kort #1261

De pagina BDinNL 2.0 bevat een nieuw bericht, zie hier.
Setlists: 29 juni, 30 juni, 3 juli, 5 juli, 6 juli, 7 juli, 9 juli.
Deze leg volgen er nog concerten op 10, 12 en 14 juli. Het vreemde is dat er nog geen data voor een nieuwe tour zijn aangekondigd. Het is nog te vroeg om daar wat achter te zoeken, maar opvallend is het wel.
De Kuip: Het allereerste concert, zie hier. [met dank aan Dirk]
Algemeen Dagblad: het artikel in AD over Rolling Thunder Revue waar ik in "Dylan kort #1260" melding van maakte staat nu ook online, zie hier. [met dank aan Dirk]
Elliott Landy: eerder schreef ik over de tentoonstelling van foto's van Elliott Landy in Emmen dat mij niet duidelijk is of er ook foto's van Dylan te zien zijn. Uit een artikel in Dagblad van het Noorden van 29 juni blijkt dat er foto's van Bob Dylan en The Band te zien zijn in Emmen. De tentoonstelling loopt tot 25 augustus, zie o.a. hier en hier. [met dank aan Hans]
Music Trails van Marc Stakenburg bevat een hoofdstuk over Bob Dylan, Radio 1 besteedde aandacht aan dit boek, luister hier. [met dank aan Herman]
Nooit meer slapen: rond 39 minuten is een stukje over Bob Dylan te horen. Luister hier. [met dank aan Herman]
Beiaardconcert, zie hier.
Roskilde: zie hier.
Abdelkader Benali: "De wijsheid die Bob Dylan, een paar jaar ouder maar niet minder actief, in de Netflix-documentaire ‘Rolling Thunder Revue’ spreekt, onderstreept mijn gevoel". Voor wie wil weten om welke uitspraak van Dylan het gaat, bewuste column staat hier.

Bob Dylans Rolling Thunder Revue - een heruitvinding van hoe het echt gegaan is #7

In de vorige aflevering van "Bob Dylans Rolling Thunder Revue - een heruitvinding van hoe het echt gegaan is" schreef ik over het middagconcert in Boston op 21 november 1975. Ik was (en ben) enthousiast over dat concert. Een van de grote verrassingen van The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings is dat het avondconcert in Boston nog beter is.
Dat avondconcert in Boston - het staat op cd's 10 en 11 van The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings - begint net als de voorgaande concerten met "When I Paint My Masterpiece". De uitvoering van dit nummer tijdens dit concert heeft een slepend karakter, alsof het net niet helemaal op stoom komt en het werkt, bijzonder goed zelfs. Dit is in mijn oren de beste "Masterpiece" van The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings tot nu toe.
Dylan zet de zang tijdens "It Ain't Me, Babe" net iets te vlot in, maar hij herstelt zich snel en geeft een goede versie. Luister vooral naar hoe het derde couplet zingt.
"The Lonesome Death Of Hattie Carroll" is de eerste van maar liefst 9 songs van dit concert die ook op The Bootleg Series vol. 5; Live 1975 te vinden zijn. Het gaat verder om "It Takes A Lot To Laugh, It Takes A Train To Cry", "Isis", "Blowin' In The Wind", "The Water Is Wide", "Tangled Up In Blue", "Oh Sister", "One More Cup Of Coffee (Valley Below)" en "Just Like A Woman". Hier worden deze songs natuurlijk niet alleen in de context van het concert aangeboden, maar ook nog eens in een andere mix dan op Live 1975.
"Romance In Durango", het eerste Desire-nummer van de avond, begint langzaam, maar al in de eerste paar regels zweept Dylan de band op om het tempo iets op te voeren.
Hoe meer Rolling Thunder-concerten ik hoor, hoe meer ik de indruk krijg dat "Isis" het hart van het eerste Dylan-deel van het concert is. Het maakt weinig uit welk '75-concert je draait, "Isis" is altijd goed.
Het feit dat Dylan dit nummer zonder gitaar brengt - zie de Scorsese-film - vertelt iets over de intensiteit waarmee hij "Isis" zingt.
Als je goed luistert naar "Blowin' In The Wind" dan hoor je aan de reactie van het publiek het moment waarop het doek op die avond in Boston ophoog ging en Bob Dylan en Joan Baez aan het publiek getoond werden.
ik ben geen liefhebber van de stem van Joan Baez, maar de versie van "Dark As A Dungeon" in Boston is er eentje om te koesteren. Waarom werd dit niet op Live 1975 gezet terwijl zoveel andere songs van dit concert wel op het vijfde deel van The Bootleg Series terecht kwamen?
De Dylan-Baez-set sluit af met een vrij rustige "I Shall Be Released".

Het tweede deel van dit concert - te vinden op cd 11 van The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings - begint verrassend: Dylan speelt niet 1 maar 2 songs solo. Allereerst een "I Don't Believe You (She Acts Like We Never Have Met)" dat wat weifelend begint maar waarvan de tweede helft zo sterk is, dat ik dit tot het betere wat The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings te bieden heeft moet rekenen.
"Tangled Up In Blue" is natuurlijk bekend van Live 1975, maar laat die wetenschap er niet voor zorgen dat je maar met een half oor luistert. Deze "Tangled Up In Blue" is een hoogtepunt niet alleen van deze boxset, maar van de gehele jaren zeventig. Punt.
Na "Tangled" volgt het Desire-deel van Dylans tweede deel van dit concert. Bij het beluisteren van The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings is mij bewondering voor dit deel van het concert - iedere avond dezelfde songs - sterk toegenomen. Dit Desire-deel is de kern van het tweede deel van een Rolling Thunder-concert.
"Bob Dylan for President" wordt er uit het publiek geroepen, het is ook in de Scorsese-film te zien en te horen. Ik snap het sentiment, al denk ik niet dat het verstandig is om een carrière in muziek en politiek te mixen.
Luister hoe Dylan deze Desire-songs zingt en vooral hoe hij 'praat' met de viool van Rivera. Eerst het redelijk rustige "Oh Sister", vervolgens het met woede en verontwaardiging doorspekte  "Hurricane", het melancholische "One More Cup Of Coffee" en het tegen de kitsch aanleunende "Sara". Deze vier songs vormen tijdens Rolling Thunder samen de triomftocht van de zanger Bob Dylan. Dat geldt voor alle Rolling Thunder-concerten, maar vanavond in Boston weet Dylan zichzelf te overtreffen. Luister naar het derde couplet van "Hurricane", naar de interactie met de viool in "One More Cup Of Coffee", na het net niet over het randje kukelende "Sara".
Het avondconcert in Boston is groot, de vier Desire-songs in het tweede deel van dit concert zijn voorbij groot.
Daarna volgen nog een sterke "Just Like A Woman" en de crowd-pleasers "Knockin' On Heaven's Door" en "This Land Is Your Land". Die laatste twee zijn de songs waarvan met achteraf zegt "ach, je had er bij moeten zijn".

Ik was er helaas niet bij in Boston, ik was twee in november 1975. Bovendien ben ik in het verkeerde werelddeel geboren om Rolling Thunder Revue in real time beleefd te kunnen hebben. Daarover treuren is zinloos en bovendien niet eerlijk tegenover het geluk dat ik nu bezit.
Met het verschijnen van The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings kan ik dicht in de buurt komen van die avond in Boston in november 1975. Dit soort zaken maken het leven aangenaam.

boeken

In 2009, zeven jaar voor Bob Dylan de Nobelprijs voor Literatuur kreeg, verscheen het door Greil Marcus en Werner Sollors samengestelde A New Literary History Of America.
Bob Dylan komt een aantal malen in dit vuistdikke boek voorbij, maar meest opmerkelijk is dat hij niet alleen een eigen essay krijgt in dit vuistdikke boek - geschreven door Joshua Clover (en niet Greil Marcus, zoals je zou verwachten) - maar ook op de cover van A New Literary History Of America staat.
Is dit de enige literatuurgeschiedenis verschenen voor 13 oktober 2016 met Bob Dylan op de cover? Waarschijnlijk wel.
Hoeveel boeken vol literatuur (geschiedenis) met Dylan op de cover zijn er sinds het toekennen van de Nobelprijs aan Bob Dylan verschenen? Nul?

~ * ~ * ~ * ~

Het boek Prospero - de Nederlandse vertaling (2007) van het Friestalige boek (2006) van Nyk de Vries - heeft als motto een Dylan-citaat:

To live outside the law you must honest

[met dank aan Hans]

~ * ~ * ~ * ~

Het boek Styled van Emily Henderson:


[met dank aan Alja]

~ * ~ * ~ * ~

ik bezit sinds enige tijd de dichtbundels Het land achter de spiegel (1969) en Quant à moi (1971) van Kees van Kalmthout. In beide bundels is Bob Dylan te vinden.
Afgelopen april had ik het exemplaar van  Dylans Self Portrait in handen die ooit eigendom van Van Kalmthout. (zie hier en hier)
In een artikel uit 1991 over Van Kalmthout lees ik: "Amerika bezocht hij driemaal. Kees van Kalmthout was er vooral naarstig op zoek naar contacten in de muziek- en literaire wereld. Tijdens zijn eerste reis zocht en vond hij er het huis van Bob Dylan, maar de hoop op een ontmoeting met zijn grote idool bleek vergeefs."
Afgelopen weekend vond ik een exemplaar van Van Kalmthouts debuut: In de handpalm (1968).
Het motto voorin deze bundel is een citaat van Bob Dylan:

it's life and life only

~ * ~ * ~ * ~

In de bundel Stadstekens (1969) van Hans van de Waarsenburg staat de uit zes delen bestaande gedichtencyclus "I remember Eindhoven". Het zesde deel begint met:

och, het is lang geleden
dat we n.b. in E.
highway 51 draaiden en
gebeenten opgroeven;

we zijn verder gegaan;

bob dylan heeft
het kollektivum gevonden
en wij zijn versnipperd

Toen Van de Waarsenburg dit schreef kon hij nog niet vermoeden dat Bob Dylan bijna vijftig jaar later, in 2015 in Eindhoven zou optreden...
[aanvulling: ook in 1993 trad Bob Dylan in Eindhoven op, maar tijdens het lezen van het gedicht van Van de Waarsenburg dacht ik alleen aan 2015. Met dank aan Hans  en Frits]

~ * ~ * ~ * ~

In zijn "schriftelijke cursus dichten" Waar het hart vol van is behandelt Willem Wilmink kort Bob Dylans "Blowin' In The Wind". Hij zegt weinig over de song, maar geeft wel een vertaling van één couplet: "Hoeveel jaar kan een berg bestaan, voor de zee hem heeft weggespoeld? En hoeveel jaar kunnen mensen bestaan voor men hun de vrijheid toestaat? En hoeveel keren kan iemand zijn hoofd afwenden en net doen alsof hij niets ziet? Het antwoord, mijn vriend, verwaait in de wind. Het antwoord verwaait in de wind".

~ * ~ * ~ * ~

Nummer 31 van het kunsttijdschrift Dada voor iedereen in de leeftijd van 6 tot 106 jaar gaat over popart. Dat de door Milton Glaser ontworpen poster van Bob Dylan popart is, is nieuw voor mij.

~ * ~ * ~ * ~

De dichtbundel Virtuele beelden (1973) van Arie Visser bevat een citaat uit Bob Dylans "Talkin' World War III Blues" en een gedicht met de titel "Blowing In The Wind":

BLOWING IN THE WIND

hoe rood gras in de velden 
de aarde een warme vrouw

rust maar rust maar uit
zegt de wind tegen de rook
die dromen oproept

~ * ~ * ~ * ~

De dichtbundel Búúúút Vrij (1975) van Michel Ball:

Mr. Tambourine Man reist met Mr. Jones
In een open Cadillac CD naar Harrar
Qui de neuf, vraagt de tuinknecht
Bombe te geule, je est un autre
Ziggy is the star now
Sigis?
De fakir?
Chicken Street?
Nee laat maar, fluistert hij verdrietig

~ * ~ * ~ * ~

Bob Dylans Rolling Thunder Revue - een heruitvinding van hoe het echt gegaan is #6

Tijdens The Rolling Thunder Revue in het najaar van 1975 gaven Dylan & co in Providence, Springfield, New Haven, Niagra Falls, Rochester en Boston twee concerten op één dag. Van al deze twee-op-een-dag-concerten zijn alleen opnamen van de concerten in Boston in The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings te vinden. Het middag-concert van 21 november in Boston is te beluisteren op cd's acht en negen van The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings. 

21 november was in 1975 een vrijdag. Hoe laat begon het middagconcert in Boston op die dag? Hoeveel van de aanwezige concertgangers moesten die dag vrij nemen van hun werk of een dag school overslaan om Bob Dylan & co te kunnen zien en horen optreden?
Voor ik aan het beluisteren van The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings begon had ik een beeld van The Rolling Thunder Revue. Bouwstenen voor dat beeld waren onder andere Live 1975; The Bootleg Series vol. 5 en Renaldo And Clara. Met het beluisteren van The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings wordt het beeld van The Rolling Thunder Revue aangescherpt. Beter en completer.
Een van de oude waarheden van The Rolling Thunder Revue die ik in mijn kop had was het beeld van Bob Dylan en violiste Scarlet Rivera naast elkaar op het podium. Bij het beluisteren van de eerste Boston-show valt me pas op dat Scarlet Rivera tijdens een groot deel van het concert helemaal niet aanwezig is. In het eerste deel van het concert is haar viool in geen velden of wegen te bekennen. Op cd 8 van The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings, de cd met de eerste elf nummers van dit concert, is Rivera's viool voor het eerst te horen tijdens het vijfde nummer: "Romance In Durango". Ook in de enige andere Desire-song op deze cd is de viool te horen: "Isis", verder niet meer. Op de tweede cd van dit concert, cd 9, is Rivera op veel meer songs te horen.
In een eerdere aflevering van "een heruitvinding van hoe het echt gegaan is" schreef ik al dat mijn beeld van het aantal songs dat Bob Dylan solo speelde tijdens Rolling Thunder-concerten aan diggelen is door The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings.
Nog een beeld dat ik heb moeten bijstellen: ik zag "A Hard Rain's A-Gonna Fall" als een van vaste waarden van Rolling Thunder. In mijn beeld was Rolling Thunder grofweg de songs van Desire aangevuld met "Hard Rain", "It Ain't Me, Babe", een solo-set en enkele duetten met Joan Baez. Het eerste Boston-concert is het eerste concert in The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings waarbij "A Hard Rain's A-Gonna Fall" werd gespeeld.
Luisteren is ook leren.

Drie van de vroege-Boston-songs verschenen eerder op Live 1975: "I Shall Be Released", "Mr. Tambourine Man" en "Sara". "The Lonesome Death Of Hattie Carroll" staat op de cd die bij de juni 2019-editie van het tijdschrift Mojo zat.
Deze Boston-show spreekt mij erg aan.
Allereerst bevat de show een aantal nummers die niet te vinden zijn op de opnamen van de twee eerder besproken concerten in The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings: het eerder genoemde "A Hard Rain's A-Gonna Fall", "The Times They Are A-Changin'", "I Dreamed I Saw St. Augustine", "Never Let Me Go" en "Mr Tambourine Man".
Verder bevat deze show een aantal eigenaardigheden die de oren op scherp zetten, zoals "Isis" dat Dylan begint met mondharmonica in plaats van al zingend de song in te stappen, en de muzikale hink-stap-sprong aan het begin van "One More Cup Of Coffee (The Valley Below)" die mij als luisteraar even op het verkeerde been zet.
Maar de voornaamste reden om deze show hoog aan te slaan is simpelweg door het hoge aantal uitstekende uitvoeringen van songs.
Deze eerste Boston-show bevat een ijzersterke "Hattie Carroll" gevolgd door een prima "A Hard Rain's A-Gonna Fall" om nog voor het applaus is weggestorven over te gaan in een a capella gestarte "Romance in Durango".
De hoogtepunten van deze show zijn voor mij "Isis", "One More Cup Of Coffee (Valley Below)" en "Just Like A Woman". Toch wil ik daarmee de rest van de show niet te kort doen. De Dylan-Baez-duetten "St. Augustine" en "Never Let Me Go" mogen er zeker ook wezen, om nog maar te zwijgen over de schitterende solo "Mr. Tambourine Man".
De eerste show in Boston kent in mijn oren geen echte zwakke momenten, dit in tegenstelling tot de twee eerste concerten in The Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings. Oké, het gebabbel van waarschijnlijk Bob Neuwirth tijdens "It Ain't Me, Babe" is wat irritant en "The Times They Are A-Changin'" komt niet helemaal uit de verf, maar dat is muggenziften. Het zijn kleinigheden die uitsluitend opvallen doordat de rest van het concert zo goed is.

De opname van dit Boston-concert laat goed horen wat een goed Dylan-concert is: een retestrak spelende band en een Bob Dylan die de songs al zingend leeft.