6 As Tears Go By
Now Ophelia, she’s ’neath the window
For her I feel so afraid
On her twenty-second birthday
She already is an old maid
To her, death is quite romantic
She wears an iron vest
Her profession’s her religion
Her sin is her lifelessness
And though her eyes are fixed upon
Noah’s great rainbow
She spends her time peeking
Into Desolation Row
For her I feel so afraid
On her twenty-second birthday
She already is an old maid
To her, death is quite romantic
She wears an iron vest
Her profession’s her religion
Her sin is her lifelessness
And though her eyes are fixed upon
Noah’s great rainbow
She spends her time peeking
Into Desolation Row
I Stompin’
At The Savoy
Een kunstwerk als "Desolation Row" staat op zichzelf, maar toch… de belofte t sketch You a picture of what goes on around here sometimes is een verleidelijke aansporing om rond te neuzen in Dylans leefomgeving van de maanden voorafgaand aan de voltooiing van het monument. Niet zozeer om “codes te kraken” of om te achterhalen wat de woorden “eigenlijk” betekenen, maar wel omdat het eenvoudige stervelingen een kans biedt; een kans om enig inzicht te krijgen in de werkwijze, of de inspiratie, of de perceptie van een poëtisch genie.
Marianne Faithfull geeft in haar grandioze memoires Faithfull; An Autobiography (1994) een intrigerende vingerwijzing:
“Dagenlang was me verteld dat Bob “ergens mee bezig was”. Ik vroeg waarmee (het was duidelijk de bedoeling dat ik dat zou vragen). “Het is een gedicht. Een epos! Over jou.”
Marianne Faithfull geeft in haar grandioze memoires Faithfull; An Autobiography (1994) een intrigerende vingerwijzing:
“Dagenlang was me verteld dat Bob “ergens mee bezig was”. Ik vroeg waarmee (het was duidelijk de bedoeling dat ik dat zou vragen). “Het is een gedicht. Een epos! Over jou.”
Dit is begin mei 1965, in de acht, negen
dagen dat Faithfull rondhangt in Dylans suite in het Savoy Hotel. De eerste
opname van "Desolation Row" vindt plaats op 29 juli en de enige
andere kandidaat voor een gedicht van “epische” lengte is "Like A Rolling
Stone", dat volgens Dylan werd gedestilleerd uit een gedicht van tien
pagina’s lang (of twintig, volgens een radio-interview in Montreal ’66, of zes,
zoals hij in Sheltons No Direction Home zegt).
De feeërieke, ongrijpbare
en schijnbaar schuchtere Faithfull is inderdaad een prima passend, levensecht
model voor de Miss Lonely die naar de
finest schools is gegaan. Behalve
alle andere uitzonderlijke kwaliteiten zou "Like A Rolling Stone" dan
ook nog een aparte profetische waarde hebben:
Once
upon a time you dressed so fine
You threw the bums a dime in your prime, didn’t you?
People’d call, say, “Beware doll, you’re bound to fall”
You thought they were all kiddin’ you
You used to laugh about
Everybody that was hangin’ out
Now you don’t talk so loud
Now you don’t seem so proud
About having to be scrounging for your next meal
You threw the bums a dime in your prime, didn’t you?
People’d call, say, “Beware doll, you’re bound to fall”
You thought they were all kiddin’ you
You used to laugh about
Everybody that was hangin’ out
Now you don’t talk so loud
Now you don’t seem so proud
About having to be scrounging for your next meal
… bijna elke letter van
het legendarische openingscouplet is vijf jaar later één op één toepasbaar op
het bizarre lot van Marianne, die inderdaad van riches to rags gaat, in de goot terecht zal komen, een tijdje
dakloos is, en klaplopend haar eten, onderdak en drugs bij elkaar schooit.
Maar die in het oog springende
gelijkenis heeft Faithfull ook met de Ophelia uit het vierde couplet van
"Desolation Row".
Ze verafgoodt Dylan, dat
voorjaar van ’65. Hij is “de hipste persoon op aarde”, en als “God Himself” op 26 april 1965 incheckt
in het Savoy, moet ze ernaartoe.
De sterren staan
ongunstig. De dan achttienjarige heeft net ontdekt dat ze zwanger is en over
tien dagen zal ze trouwen met de vader, met de ongelukkige John Dunbar. Maar
Dunbar is voorlopig nog een paar dagen in Cambridge, en de impulsieve tiener,
die het grootste deel van haar leven bijzonder slecht tegen verleidingen is
bestand, gaat. So I went to see the
gypsy, zoals ze met veel gevoel voor ironie schrijft. (Überhaupt heeft de
schrijfster een aanstekelijk zwak voor het gedoseerd inzetten van onopdringerige
Dylanreferenties. Ze heeft moeite met de fog-and-amphetamine
factor van producer Andrew Loog Oldham, om maar een fraai voorbeeld te noemen).
Ze is al een arrivée,
heeft al Top 10 hits gehad (met "As Tears Go By" en "Come And
Stay With Me") en heeft dus weinig moeite om door te dringen tot the inner sanctum. Maar eenmaal binnen
is ze dan wel weer het bleue, onzekere bakvisje. Die paar flitsen van Marianne
in Dont Look Back, opgekruld in een
stoel in de hoek, half zwijmelend Dylan aanstarend, kloppen wel met haar eigen
recollectie; ze zwijgt vooral, uit angst om zichzelf belachelijk te maken. “I mean, what if I said
something really stupid? The gates of Eden would be closed forever.” En
ook wel wat geïntimideerd door de aanwezigheid en de schoonheid en het talent
van Joan Baez, trouwens - die volgens Marianne een adembenemende versie van
"As Tears Go By" speelt. “I’ve
never heard it sound better,” zegt ze, en ze voegt met superieure ironie
eraan toe: “even by whats‘isname”, zowel een zelfspottende verwijzing naar
ex-levenspartner Mick Jagger als een knipoog naar een van de vreselijke films
waarin zij in die jaren speelt, I’ll
Never Forget What’s ’is Name (1967). Waarin zij overigens nog wel filmgeschiedenis
schrijft: ze is de eerste acteur die het woord fuck gebruikt in een film.
II To be
Ophelia (or not)
Schuchter en opgekruld in
een hoekje zitten trekt echter, volgens het hoofdstuk "What’s A Sweetheart
Like You Doing In A Place Like This", wél de aandacht van de bard. Volgens
La Faithfull maakt hij avances die zij niet als zodanig herkent, waarop hij
haar woedend verwijt spelletjes te spelen. Als zij verbijsterd sputtert dat ze
zwanger is en volgende week gaat trouwen, verandert hij in een razend Repelsteeltje
en verscheurt hij als een driftig kind een stapel papier. “Ben je nu
tevreden?!”
Marianne vermoedt dat die
stapel papier het “epische gedicht” was dat hij voor haar zou hebben
geschreven.
Een aantrekkelijker optie
is dat impressies van Faithfull desondanks toch wel zijn neergedwarreld in een
songtekst. Misschien in "Like A Rolling Stone", maar het Ophelia-couplet is een betere
kandidaat.
Marianne hééft een
Ophelia-achtig aura en beschrijft in haar memoires hoe zij zichzelf ook met die
tragische heldin identificeert:
“Jarenlang had ik in
interviews over de dood gebabbeld. Dat was geposeerd. Er kwam echter een tijd
dat het niet langer een toneelstukje was. Het gecombineerde effect van het
spelen van Ophelia en het nemen van heroïne veroorzaakte een op zijn zachtst
gezegd morbide gemoedstoestand en ik overwoog mezelf in de Theems te
verdrinken. Ik gedroeg me als een kind. Ik ging op in mijn rol…. ik dompelde
mezelf onder in lugubere pre-Rafaëlitische fantasieën over drijven op de Theems
met een krans van bloemen rond mijn hoofd.”
Dylan en Faithfull zelf
zijn niet de enigen die een Ophelia zien in de breekbare schoonheid, in de
aristocratische, blonde Mona Lisa die Marianne in die jaren is. Regisseur Tony
Richardson biedt haar in 1968 de rol, eerst in de toneeluitvoering en
aansluitend in de verfilming (1969) van Hamlet.
Toevallig is zij dus werkelijk een Ophelia on her twenty-second birthday (Marianne wordt inderdaad
tweeëntwintig op 29 december 1968, tijdens de toneeluitvoeringen en vlak voor
de verfilming van Hamlet).
Het is geen onomstreden
keuze. De critici zijn verdeeld. Time
Magazine is poëtisch en ronduit positief (“opmerkelijk ontroerend…
etherisch, kwetsbaar en op de een of andere manier nog zuiverder dan
kinderlijke puurheid”), maar de meeste recensies zijn minder vleiend. De teneur
is: stoned hippiemeisje, leeghoofdig seksobject.
De filmbeelden en
Marianne’s eigen verslag ondersteunen dat vernietigende oordeel wel. We zien
geen Ophelia, maar we blíjven Marianne Faithfull zien, tegelijkertijd
kinderlijk en erotisch, tegen het ongemakkelijke aan zelfs - haar eerste scène
(Akte I, scène 3) is met broer Laërtes, die haar niet voor Hamlet, maar voor
mannen als Bob Dylan en Mick Jagger lijkt te waarschuwen:
En
dan, bedenk wat schâ uw eer kan lijden,
Zoo ge al te willig naar zijn liedjes luistrend,
Verloort uw hart, de schat schonk van uw kuischheid
Aan zijn onstuimgen, onbeheerschten drang
Zoo ge al te willig naar zijn liedjes luistrend,
Verloort uw hart, de schat schonk van uw kuischheid
Aan zijn onstuimgen, onbeheerschten drang
… pas op voor die geile
kerel die met zijn mooie liedjes je hoofd op hol brengt, waardoor je je
kuisheid en eerbaarheid zult verliezen, dus. Maar ondertussen puilen
Marianne’s/Ophelia’s opgesnoerde borsten uit haar uitgesneden jurk en kust ze
haar broer langdurig op de (open) mond, waardoor de hele scène een, ongekende
en door Shakespeare onvoorziene, incestueuze lading krijgt.
Zowel tijdens de
toneeluitvoering als bij de filmopnamen is Faithfull dan ook vaak high, tussen
de bedrijven door heeft ze seks in de kleedkamer met hoofdrolspeler Nicol
Williamson, en anders met de drugsdealer van de Stones, Tony Sanchez, die ze op
die manier voor de heroïne betaalt. Daarvan heeft ze later behoorlijk spijt, en
ze deelt met ons een dubieuze levensles die ze daaruit heeft geleerd, waarin ze
weer handig een Dylanreferentie binnensmokkelt:
“Ik had nooit contant
geld. Ik realiseer me nu dat als je drugs wilt, je je eigen geld moet verdienen
en ze moet kopen! To live outside the law you must be honest,
maar dat begreep ik toen nog niet. Jarenlang heb ik mensen
gewoon gecharmeerd en verleid om te krijgen wat ik wilde.”
De krankzinnigheidsscène
speelt ze overigens ook wel eens pal nadat ze heroïne heeft gebruikt. “It might even have helped in some
perverse way,” zegt ze in haar andere autobiografie, in Memories, Dreams And Reflections (2008).
Het verklaart, alles bij
elkaar, die onthechte, wazige uitstraling, die blik alsof ze Noah’s great rainbow ziet, maar
tegelijkertijd de nabijheid van de afgrond, het gluren naar de desolate
achterbuurtsteeg, het peeking into
Desolation Row.
III Faithfull
revisited
Met de kennis achteraf
lijkt de dichter Dylan dus al in het voorjaar van 1965 een toekomstbeeld te
schetsen van die meid die hier naast hem in de hotelkamer opgekruld in een
stoel zit. Een enkele scène is zelfs één-op-één terug te vinden in Faithfulls
boek. De opening Ophelia, she’s ’neath
the window lijkt een parafrase van hetgeen Marianne beschrijft als haar
aanstaande bruidegom John Dunbar beneden op straat, onder het raam van Dylans
hotelsuite, op zijn verloofde staat te wachten. Onhandig genoeg verklapt ze dat
nogal gênante feit in Dylans overbevolkte suite, waarop het hele gezelschap,
Dylan voorop, voor het raam gaat staan om te zien voor wie Marianne Dylan heeft
afgewezen en om hem te bespotten. Dunbar, he’s ’neath the window, for him I feel so afraid.
An old maid is, gek genoeg, ook best
een rake omschrijving. Marianne is weliswaar pas achttien, maar kennelijk ziet
de ontvankelijke, scherp observerende Dylan al de contouren van de old maid die ze over vier jaar, on het twenty-second birthday zal zijn;
een jonge meid met de levenservaring van een veertigjarige ex-groupie - met de
daarbij behorende, kennelijk onvermijdelijke, tragiek en neergang. Een iron vest, de schijnbare
ongenaakbaarheid, aaibaar maar onbereikbaar, is al net zo herkenbaar, en zelfs
de woorden die Dylan bij Jack Kerouac weghaalt, her sin is her lifelessness, schetsen heel treffend de wezenloze
Ophelia van Faithfull, voor wie de dood quite
romantic is.
Veertien jaar later, kort
na het uitkomen van haar come-backalbum Broken
English (1979), vertelt de chanteuse in het hoofdstuk "Dylan
Redux", zoekt Dylan haar volkomen onverwacht weer op in Londen. Weer
slecht getimed natuurlijk - Faithfull is nét in het huwelijk getreden met Ben
Brierly - en Dylan is aanhalig, hartveroverend kwetsbaar, bezweert dat hij haar
nooit heeft kunnen vergeten én betuigt spijt voor het incident met het
verscheurde gedicht.
Maar wat er nou in dat gedicht stond
weten we nu nog steeds niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten