De Hoezen #24 - door Patrick Roefflaer


26– Knocked Out Loaded

Uitgebracht: 14 juli 1986
Tekening: Harry Lemon Pankhurst
Art-director: Charles Sappington

De hoes van Bob Dylans 24ste studio album is er een die haar geheimen maar met moeite prijsgeeft. 
Op de hoes staat een schilderij waarop drie figuren te zien zijn: twee mannen zijn aan het vechten en een meisje staat op het punt een aarden kruik op het hoofd van een van hen stuk te slaan. Op de achtergrond een lemen hut met een dak van stro. Het tafereel lijkt zich allemaal af te spelen in het Wilde Westen, in Texas of zo. De bandido die hoofdpijn mag verwachten, zou een Mexicaan kunnen zijn en de señorita een sexy geklede Indiaanse.

De verhoudingen van de illustratie kloppen niet. Alsof een van oorsprong rechthoekige afbeelding is vervormd tot een vierkant, waardoor de figuren gedrongen zijn en uitgezet in de breedte.  
Bovenaan de afbeelding prijkt, in zwart omrande oranje letters, de naam Bob Dylan. Schuin boven de vechtende mannen is de titel aangebracht in zwarte hoofdletters: KNOCKED OUT LOADED.

Diezelfde afbeelding en opmaak worden identiek herhaald op de achterzijde.

Hoewel op de binnenhoes zo’n 120 personen worden bedankt, blijven de credits erg vaag.  Wat het gehele hoesontwerp betreft is het enige concrete: “Album Art: Charles Sappington”.

Charles R. Sappington
In het midden van de jaren negentig publiceert Rod MacBeath in het fanzine The Telegraph een reeks artikelen over de hoezen onder de titel ‘Looking Up Dylan’s Sleeves’. In het vijfde deel meent hij dat Charles Sappington  zich gebaseerd heeft voor de illustratie op een scene uit de Western ‘Duel in the Sun’, van King Vidor uit 1946. Hij komt tot die conclusie omdat de ik-figuur (Bob Dylan?) in de song ‘Brownsville Girl’ vertelt dat hij een film gezien heeft met Gregory Peck. Uit de verdere beschrijving blijkt het echter te gaan om ‘The Gunfighter’ (1950) van Henry King.  Peck speelt de hoofdrol in beide Western en zijn tegenspeelster in ‘Duel in the Sun’, Jennifer Jones, speelt daarin een halfbloed Indiaanse.

Pas 23 jaar na het uitbrengen, wordt een tipje van de sluier gelicht. Op 1 mei 2009 publiceert The Houston Chronicle een interview met Charles R. Sappington. (Dat vind je hier: https://www.chron.com/entertainment/music/article/Former-Houstonian-keeps-Dylan-album-cover-secrets-1732522.php)
Op de vraag of hij de afbeelding heeft gemaakt, antwoordt Charles: “Ik verzorgde het geheel. De afspraak was … Ik beloofde hen er niets over te zeggen. Er was een reden en die had te maken met rechten. Er waren wat legale problemen met die hoes. Ik denk dat er inmiddels genoeg tijd is overheen gegaan, maar ik moet mijn gelofte houden, tenzij ik toestemming krijg van het Dylan kamp. Ik kan enkel zeggen dat Bob Dylan me de oorspronkelijke afbeelding heeft gegeven en dat ik het beeld vervormd heb.”

Verder wil hij nog kwijt dat er oorspronkelijk een fotograaf aangezocht was om wat foto’s te maken van Dylan en Tom Petty. “Ik hoorde dat Dylan ze even bekeek en dan alles in de vuilnisemmer gooide. Hij vond enkel een Polaroid test-foto goed. Dat was het eerste dat ze me gaven. Ik probeerde er wat van te maken, maar dat vonden ze maar niks en daarna ging het een andere kant uit. Dat is alles wat ik daarover kwijt kan.”

Wel wil hij het nog even hebben over de lijst bedankingen. “Die was eerst veel korter: een twintigtal namen.
Bob zei me dat hij ze niet gedrukt wou hebben. Hij wou ze handgeschreven, maar ook weer geen kalligrafie. Ik riep mijn toenmalige vrouw ter hulp. Zij volgde een cursus landschapsarchitectuur aan het  UCLA. Ze hield van tekenen en schoonschrift.
Ik bezorgde een voorbeeld aan Bob en hij vond het prima. Maar elke dag belde hij met nieuwe namen voor op de lijst. De ochtend dat alles naar de drukker moest, kwam hij nog met vijf nieuwe namen. Mijn vrouw stond op het punt naar haar werk te vertrekken en ik riep: Wacht, dit moet je nog even doen. Ze ging zitten en deed het even.”

Wanneer het artikel, de volgende dag, op het Dylanforum Expecting Rain wordt besproken, blijkt er toch nog verwarring te zijn of Sappington de afbeelding nu al dan niet heeft gemaakt. Hij zelf (of iemand die zich voor hem uitgeeft) meldt zich daarop aan bij het forum (onder het pseudoniem Notherelong) om dit duidelijk te stellen:

“Ten eerste meldt de credit op de hoes ‘Album Art: Charles Sappington’ en niet afbeelding door Charles Sappington.
Ten tweede is het beeld helemaal niet afkomstig van een film met Gregory Peck. Als je wilt weten waar het vandaan komt, moet je dat maar vragen aan BD.
[…]
met achting
Charles Sappington”

Pulp Fiction
Het duurt nog eens vijf jaar eer de waarheid aan het licht komt. In juni 2014 plaatst top Bob Dylan researcher Scott Warmuth, op zijn Facebook pagina en zonder enige commentaar, een omslag van een pulp tijdschrift uit de reeks Spicy-Adventure Stories. Dylanfans herkennen de afbeelding onmiddellijk als de lang gezochte bron voor de afbeelding op de hoes van Knocked Out Loaded.
Het betreft het verhaal Daughters of Doom, geschreven door E. Hoffman Price, uitgegeven in januari 1939 en geïllustreerd door ene H.L. Parkhust.
Harry Lemon Parkhurst blijkt net als Robert Zimmerman afkomstig te zijn uit Minneapolis, MN. Hij werd er geboren in 1876, maar verhuisde met zijn ouders naar Chicago, waar hij studeerde aan het Art Institute. In 1899 trok hij naar New York waar hij freelance illustrator werd voor allerhande tijdschriften. Het gaat hem voor de wind tot de markt instort door de Grote Depressie.
Hij schakelt noodgedwongen over op het illustreren van pulp blaadjes. Die worden verkocht in kraampjes en moeten het dus niet hebben van de adverteerders.  Hij werkt door tot zolang zijn ogen het toelaten. De laatste jaren van zijn leven brengt hij door in het blindeninstituut in Huntington, NY, waar hij overlijdt in 1962 op 86 jarige leeftijd.
Dylan vond de illustratie in een boek: The Pulps: Fifty Years of American Pop Culture, samengesteld door Tony Goodstone – de eerste man op de lijst van mensen die worden bedankt op de binnenhoes van Knocked Out Loaded.

In haar memoires, gepubliceerd in 2016,  als Seeing The Real You At Last: Life And Love On The Road With Bob Dylan, verhaalt Bobs toenmalige vriendin Britta Lee Shain over het moment waarop de illustratie werd gekozen: 

“[Bob] is op zoek naar een albumhoes, een soort detective-tijdschrift uit de jaren '50. Ik vertel hem dat ik een vriend heb, Tony Goodstone, met een ongelooflijke verzameling oude filmposters. Waarop Bob zegt: 'Laat hem komen. Morgen.'
Tony is een zwaargebouwde acteur, schrijver en antiekrestaurator […] die ik ontmoette tijdens een toneelstuk in North Hollywood. Hij heeft het ultieme boek over pulpkunst geschreven: The Pulps: Fifty Years Of Pop Culture.

Tony komt naar Bobs huis in Malibu
“We zitten met z'n drieën aan de ronde redwood-tafel en buigen ons over mogelijke foto's voor de hoes. 'Dit is ‘em!', roept Bob plots, terwijl hij een prent uit de jaren ‘40 aanwijst. De afbeelding toont een in sarong geklede vrouw die met een urn op het hoofd van een man slaat.
"Ik zal kijken hoe het zit met de rechten", zegt Tony.
'Laten ze ons aanklagen', antwoordt Dylan.”

Britta Lee Shain staat in de lijst vermeld als ‘Rita & Britta’.  Daarin staan trouwens opvallend veel vrouwennamen vermeld: Annette, Vanessa, Clara, Helena, Nicole, Sharon, Carol… Sommigen krijgen een volledige naamsvermelding (Carole Childs, Clydie King,…), bij anderen volstaat een cryptische beschrijving (The Baroness, The Duchess, …).

Achteraf zijn er namen bij die een belletje doen rinkelen:
‘Desiree’ is Desiree Gabrielle Dennis-Dylan, de dochter die hij heeft met zijn tweede (?) vrouw Carolyn Dennis.  
Mogelijk staat ze ook nog eens vermeld als ‘Baby Boo Boo. Een “baby boo boo” is een slangwoord voor een onverwachte zwangerschap.  Een andere kanshebber voor deze benaming is ‘Narette’, waarvan wordt gefluisterd dat ze zijn dochter zou zijn met Clydie King.  Narette duikt ook op bij de dankbetuigingen in zijn Lyrics 1962-1985.


Rick Griffin
Knocked Out Loaded blijft verrassen.

In mei 2008 duikt bij een rockveiling bij Bonhams een eerder hoesontwerp op voor de plaat, gemaakt door Rick Griffin.
Griffin was de legendarische ontwerper van kleurrijke psychedelische concertposter in de San Francisco scene van de late jaren zestig. Hij ontwierp ook een aantal hoezen voor mensen als Neil Young (On the Beach), Jackson Browne (Late for the Sky), maar vooral werkte hij veel samen met Grateful Dead. 

Verrassend bij het afgekeurde ontwerp is dat Knocked Out Loaded eerst All Jacked Up blijkt te hebben geheten.

De promotekst uit de catalogus verklaart:
‘Dit is een ontwerp voor een elpee van Bob Dylan. Na te zijn benaderd door het management van Dylan om de hoes te ontwerpen, beluisterde Rick de muziek die op de plaat zou staan en ontwierp een emotioneel intense visie, met een sterk contrast tussen de donkerblauwe, rebelse cool van Marlon Brando in de film, 'The Wild One' (1983), tegenover het passionele rood van de titel. Rick was 'jacked up' in die tijd. Hij had net een nieuwe Harley Davidson motor gekocht, vandaar de autobiografische verwijzing in het beeld.’

In 1991 zou Griffin overlijden, drie dagen na een ongeluk met diezelfde motor.

Junco Partner
De titel tenslotte.
Zoals we weten, bleef het niet bij All Jacked Up.
Bob onthult later dat hij ‘Knocked out loaded’ haalde uit een oud blues nummer, afkomstig uit de streek rond New Orleans: ‘Junco Partner’. Het nummer is vooral gekend dankzij de eerste opname van James Booker (1951) en de cover(s) door The Clash op Sandinista (1981).

"Down the road came a junco partner
For he was loaded as can be.
He was knocked out, knocked out loaded
He was a-wobblin' all over the street."






Geen opmerkingen: