Hel en verdoemenis, 1962
Het hoesportret toont een gaafglad gelaat. ‘n Jochie van 20, engelachtig gezicht. Zijn kleding verraadt dat hij hillbilly-ruig verlangt te zijn. Jochie Dylan flirt op zijn debuutalbum met de dood. Een grafbloemlezing van liedregels: “Niemand moet om mij rouwen als ik mijn laatste adem uitblaas. Dat ik sterf geeft niets, maar ik zie mijn kinderen niet graag huilen. Ik beëindig mijn leven, daar in De Rijzende Zon. Begraaf je mijn lichaam langs Highway 51 als ik dood ga voordat mijn tijd gekomen is? Zorg je wel dat mijn graf schoon blijft?” Dylan restrospecteert later: “Wat ik in die tijd speelde, waren verbeten folkliedjes die het publiek trakteerden op hel en verdoemenis.”
Ubel Zuiderveld vervat onder de naam Dylanterieën korte observaties en gedachten omtrent Bob Dylan in 111 computergetelde woorden, zogenaamde honderdelfjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten