Noordpolderzijl, 1995
Het is een Groningse mythe. De datum, vrijdag 17 maart 1995. Het is herfstachtig, gevoelstemperatuur 4 graden. Daags voordat hij optreedt in Groningen, stapt de troubadour aller troubadours op de fiets. Hij klieft 40 kilometer op de pedalen door straffe wind naar Noordpolderzijl. Noordpolderzijl, vlakke-vrijwel-verlatenheid. Kwelders, haventje, brug, sluis. En café het Zielhoes. In zijn stille café serveert waard Siert de eenzame fietstroubadour koffie. Dan komt Henk Scholte binnen, folkzanger en volksverhalenverteller. Scholte herkent de koffiedrinkende fietser meteen, fluistert tegen Siert “Weet je wie dat is? Dat is Bob Dylan!” Siert haalt de schouders op. Zegt volgens de legende: “Dat kin mie hailemoal niks scheel’n. As hai zien kovvie moar betoalt.”
Ubel Zuiderveld vervat onder de naam Dylanterieën korte observaties en gedachten omtrent Bob Dylan in 111 computergetelde woorden, zogenaamde honderdelfjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten