Uit de archieven van Alja Spaan

Alja stuurde mij via de e-mail onderstaande twee teksten, met dank en genoegen plaats ik beide hier:

Hij vormt zich woorden die hem
Blijvend zullen achtervolgen
Hem voorgoed doen zwerven
Van huis en haard
Soms in mijn armen
Maar is dat voldoende?

Honger, zegt hij, kan gestild
Maar eeuwige honger niet
En hij kent me niet, niet helemaal
Hij weet niet alle verhalen
Sluiproutes, wegen van A naar
B via C en omgekeerd

Er zijn niet altijd borden en
Niet altijd is het duidelijk waarom
Daar die bocht ligt of dat
Gat middenin
Of welke van die vele wegen
Naar haar leiden

Of naar een thuis
Likkende vlammen voor een vuur zo
Warm dat hij zich zou kunnen branden
En geroezemoes zo vol
Dat zijn oren na vijf minuten al
Verstopt zouden zijn

Er zijn woorden van
Een leven lang
En woorden die bij de M
Blijven steken
Of bij de F
En blijven hangen in de ijle lucht

Zelfs als je op je
Tenen gaat staan, kun je er niet bij
En als ik je een kontje geef, giechel
Je en vallen we om
En weer middenin dat
Vierletter woord
Het is niet dat je niet zou mogen
Het is meer dat het zwerversbestaan
Zo slopend is
Inspirerend, zeg je
Ach, dat woord was ik kwijt
En kreatief misschien?

Ik ben een soort Dylan
Die met borden tekst
Murmelt en snel zijn handen
De wit kartonnen vellen
Laat verwisselen en aan het eind
Er eentje op de
Grond laat vallen

Yippee! I'm a poet, and I know it
Hope I don't blow it

log kabouters van 13 mei 2006

_____________________

mijn mannen zijn opgevoed door een losbandig liederlijk
Loeder en met Dylan, dat scheelt

(aantekening uit 2007)

Geen opmerkingen: