Het lijkt wel alsof er heden ten dage niet meer over het album Self portrait geschreven kan worden zonder te verwijzen naar of te citeren van de eerste zin van Greil Marcus' recensie van dit album. Hoe verfrissend is het dan om Aloha 33 uit 1970 te lezen. In dit blad staan twee recensies van Self portrait, de één negatief (door wn), de ander positief (door bw).
wn: Driekwart van de nummers wordt opgesierd met koren en strijkers, die tezamen met Dylan's [sic] dunne stem een soort easy-listening muziek opleveren, waar ik geen enkele waardering voor heb. En dat is zwak uitgedrukt.
bw: De HH Dylan-exegeten die je precies kunnen vertellen in welke zolderkamers en fietsenkelderes [sic] de Messias van het lichte lied onvergetelijk werk heeft voortgebracht en waarom Hij zo dikwijls van stijl veranderde, hebben met een gigantische voortvarendheid - 'de nieuwe Dylan; vlug draaien; de kopij moet ingeleverd' - in allerhande periodieken het dubbelalbum Self Portrait in de hoek getrapt. Geheel ten onrechte dus. (...) In tegenstelling tot het geautoriseerde kennersvolk vind ik het een prima stel platen. Een van aardigste produkties van dit seizoen.
Beide recensies, waaruit hierboven slechts een fragment, vormen samen voldoende reden om een exemplaar van Aloha 33 na te jagen.
En alsof dat nog niet genoeg is, bevat deze Aloha ook nog een deel van een interview met Roger McGuinn die ook nog wel wat te zeggen heeft over Self portrait. Volgens McGuinn is het album verknoeit door producer Bob Johnston. Verder heeft McGuinn het o.a. over Dylans You ain't going nowhere, wat The Byrds toen net opgenomen hadden en over zijn bijdrage aan de soundtrack van Easy rider, waarover hij zegt: Dylan vroeg me om het [de twee nummers op de soundtrack van Easy rider] te doen omdat hij er zelf geen zin in had.
Tot slot beweert McGuinn dat Dylan na zijn motorongeluk een tijd een in een rolstoel heeft gezeten, een bewering waarvan ik me niet kan herinneren die ooit eerder heb gelezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten