Ik heb mij laten vertellen dat tijdens de tv-uitzending gisteravond van Peter R. de Vries Mr. Bojangles door Dylan te horen was. Ik heb de uitzending zelf niet gezien.
Verwees ik eerder in een Dylan kort naar Encyclo voor de definitie van All along the watchtower, net kwam ik de definitie van Dylan tegen. Wel aardig.
Dylan is in een - voor mij - nieuw rijtje illustere namen opgenomen: Beroemde personen die een UFO hebben gezien.
Bovenstaande verdient met recht de titel Dylan kort, maar dan, het kan niet altijd 'feest' zijn. Na een lange dag werken gaat zo de iPod weer op de oren. Meestal heb ik al eerder op de dag bedacht wat ik wil horen, vandaag niet. Ik zie, wanneer ik door het mapje albums blader, kom ik vanzelf wel wat tegen, leert de ervaring.
Een week of wat geleden heb ik de boeken van A.L. Snijders ontdekt. Hij schrijft ZKVs [Zeer Korte Verhalen]. In Vijf bijlen kwam ik Dylan tegen, blz. 164: Haar vader zong de liedjes van Bob Dylan mee, als hij dronken was. Keihard, zei ze. Ik kan me voorstellen dat dit moeilijk te plaatsen is, het is dan ook volledig uit haar verband gerukt. Twee ZKVs verder, op blz. 168, komt A.L. Snijders op het voorgaande terug: Als ik het deurtje voor de zesde zin open, zie ik Frank Koengracht, die met mij en nog wat andere mensen aan een maaltijdtafel zit in Delft. Hij is erg dronken en wil dat de gastheer steeds Bob Dylan draait, en dan zingt hij keihard mee. Ik vind dat ik Frank Koengracht niet zomaar (post bellum) kan later verhuizen naar de Parnassusweg en anonimiseer hem [in het ZKV op blz. 164] tot vader van het meisje met de parelketting.
Dit wekt ergernis bij een lezer die weet dat Bob Dylan in die tijd nog niet bekend was in Nederland.
Nog een derde en laatste keer komt dit terug in Vijf bijlen, op blz. 381: Literatuur is een man die gymnastiek doet met z'n hoed op. Heb ik dat zelf bedacht of een ander? Doet er niet toe, ik moet er om lachen, dat is zeker. Misschien is het wel door Frank Koengracht bedacht. Ik zat met hem aan tafel - een diner. Hij wilde dat de gastheer platen draaide van Bob Dylan. De muziek moest op meer dan volle sterkte, Frank Koengracht zong op volle sterkte mee, hij kende alle teksten van Bob Dylan uit zijn hoofd. De kamer was tot in de verste hoeken gevuld met Bob Dylan en Frank Koengracht - een gebeurtenis. Ik acht het niet onmogelijk dat hij van mening is dat de literatuur een man is die gymnastiek doet met z'n hoed op.
Ik heb wel eens wat gedichten van Frank Koengracht gelezen en het is misschien een beetje raar, maar na het lezen van bovenstaande ZKVs kijk ik toch met andere ogen naar de gedichten van Frank Koengracht. Niet eens zozeer beter of slechter, maar anders.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten