de hoezen #17 - door Patrick Roefflaer

20 – Street-Legal

Uitgebracht: 15 juni 1978
Fotograaf: Howard Alk
Fotograaf binnenhoes: Joel Bernstein
Art-director: Tim Bryant en George Corsillo/Gribbitt

Art Direction — Tim Bryant/Gribbitt! -> ontwerp
Album Design — George Corsillo/Gribbitt! -> uitvoering

‘Wat staat ie er sexy op,’ riep mijn toenmalige vriendin uit, toen ze de hoes van Street-Legal zag.
Dat was vermoedelijk precies het effect dat Bob Dylan voor ogen had met deze foto. De man heeft net een scheiding achter de rug en lijkt verwachtingsvol uit te kijken naar de toekomst. Ook de titel van de elpee geeft dit aan: street-legal is de term die aangeeft dat een racewagen is aangepast, zodat die wel is toegelaten op de openbare weg.
De boodschap is: ik ben een vrij man, laat de vrouwtjes maar komen. De niet-gebruinde lijn op zijn vinger, waar zijn trouwring ontbreekt, bevestigt zijn status als vrijgezel.


De locatie van de hoesfoto
Algemeen wordt aangenomen dat de foto is gemaakt aan de ingang van de studio waar Street-Legal is opgenomen.

Rundown Studios is eigenlijk helemaal geen opnamestudio. Dylan heeft de ruimte in september 1977 gehuurd, voor een periode van vijf jaar. Een gedeelte van de 1100 m² beschikbare ruimte is ingericht als kantoren, een grote zaal als repetitieruimte voor de geplande tournee.
Het gebouw is opgetrokken in 1960 en ziet er, net als de rest van de buurt, onverzorgd uit.  Vandaar de naam ‘run down’ (versleten, aftands).

De locatie is echter ideaal: het ligt op een half uurtje rijden van zijn huis in Point Dume: een prachtige rit via de Pacific Coast Highway.

Omdat Dylan erg gehecht is aan privacy, heb ik het altijd vreemd gevonden dat hij het risico zou nemen dat opdringerige fans hem staan op te wachten, door een foto van zijn studio te gebruiken als hoes.

Wanneer je het adres van Rundown Studios (2219 Main Street, Santa Monica) ingeeft op Google Street View zie je een anoniem gebouw. Er is parkeergelegenheid aan Main Street. Het hoekje om, aan Strand Street, is er een toegang met een dubbele deur. Aan de achterzijde is er een nog smalle buitenruimte. Nergens is echter een toegang met een trap te zien zoals op de hoes. Vooral het sterk aflopende voetpad (nog beter te zien op de poster dan op de hoes zelf) lijkt te wijzen op een andere locatie.

Een mogelijke verklaring zou zijn dat  het  gebouw is afgebroken en in de veertig jaar die inmiddels zijn verstreken, vervangen door een nieuwbouw. Op deze locatie is nu Beach House CoWork gevestigd. Het bedrijf verhuurt kantoorruimte op maat. Op hun website prijzen ze de aangeboden ruimte aan met de kreet dat de creatieve sfeer van Bob Dylan er nog steeds heerst. Via mail kreeg ik bevestiging dat het nog steeds het oorspronkelijke gebouw is.

Dan heb ik via diverse fora (opnieuw) gezocht naar meer info. Sommige mensen suggereerden dat de foto was gemaakt in Australië (tijdens de tournee van ’78) of Malta (omwille van de mediterrane sfeer). Anderen begonnen de omgeving van de studio te onderzoeken.

Naar aanleiding van mijn post op Expecting Rain, ontving Bob Egan van Popspots, een website waarop locaties van hoesfoto’s worden aangeduid, een foto van een trappartij in Santa Monica die een sterke gelijkenis vertoont. Ene Derek Brown uit Glasgow, had die via Google Street View gevonden. Omdat Bob Egan al jaren geleden tevergeefs zelf onderzoek had gedaan, wist hij dat dit niet de juiste locatie was. Hij raadde Brown aan om meer in de buurt van de oceaan te gaan zoeken, omdat de straten, vanaf het strand steil omhoog lopen. De eenvoudige zoekopdracht "staircase Santa Monica" leverde resultaat op: het huis op 26 Arcadia Terrace staat toevallig te koop.
Via Street View vond hij de bewuste trappartij, aan de achterzijde van het huis, in de buurt van 2 Pacific Terrace. De locatie ligt op amper 12 minuten wandelen vanaf Rundown Studios.
Vele details kloppen: het elektriciteit kastje, de houten shingles aan de linkerzijde, de dubbele regenwaterafvoeren, de rioleringsdeksel in het voetpad…

De locatie kun je hier in Google Sreet view aanklikken: https://tinyurl.com/y2boz3qt
Anyway, de foto is het werk van Howard Alk, net als die op de achterzijde: Dylan, geschminkt en geheel in het wit gekleed, waarschijnlijk ergens in Japan of Australië, tijdens zijn de tournee. 


Howard Alk
Howard Alk is van vele markten thuis. Aan de universiteit van Chicago houdt hij zich vooral bezig met cabaret. Na zijn studies is hij een van de medeoprichters van de succesvolle improvisatie theater The Second City. Daarnaast is hij ook betrokken bij The Film Group, een commercieel film bedrijf dat zowel reclamespotjes als documentaires over jazz, blues of politieke onderwerpen draait.
In 1963 investeert hij samen met Albert Grossman in een club: The Bear. Ter promotie rijdt hij in een berenpak op een motor door de straten van Chicago.  De opening van The Bear vindt plaats op 25 april 1963, met een optreden van een van Grossmans aankomende talenten: Bob Dylan.

Grossman regelt later ook dat Howard en diens vrouw Jones op de gastenlijst staan voor Dylans Britse tournee in 1965. Bij de documentaire Dont Look Back staat Howard soms aangegeven als ‘assistent-cameraman’.  Ook bij de volgende Britse tournee  mag mij mee, dit keer als fotograaf.
In de herfst van 1966 vraagt Dylan hem om hem te helpen een documentaire film  samen te stellen, uit de beelden van D.A. Pennbaker draaide tijdens die laatste tournee. Dat wordt  Eat the Document.

Ze blijven contact houden en wanneer Dylan een eigen film wil maken, tijdens de Rolling Thunder Tournee, vraagt hij Howard Alk om alles te filmen. In 1977 brengen ze grotendeels samen door in een bijgebouw in Point Dume, om uit de massa beelden Renaldo and Clara samen te stellen.

Alk is ook aanwezig bij de repetities in Rundown Studios en het eerste luik van de tournee van 1978. 

Tijdens de tournees van 1980 en 1981 doet Dylan opnieuw beroep op Howard Alk om concerten op film vast te leggen.
Na het stuklopen van zijn tweede huwelijk, vindt Alk een onderkomen in Rundown Studios. Daar wordt zijn lijk op 3 januari 1982 aangetroffen - een overdosis heroïne.


Joel Bernstein
Behalve de kartonnen buitenhoes, is ook de papieren binnenhoes waarin de elpee zit opgeleukt met twee grote zwart-wit foto’s. Beiden zijn het werk van Joel Bernstein.

In februari 1969 treedt Joni Mitchell voor het eerst op in de Carnegie Hall in New York. Om publiciteitsfoto’s van haar te maken, heeft ze een 17-jarige jongen uitgenodigd die ze in Californië heeft ontmoet. Haar manager, Elliott Roberts, is onder de indruk van het resultaat en hij vraagt de jongen mee naar het concert  van Neil Young en Crazy Horse in The Bitter End. 

‘Ik stemde zijn Martin D gitaar in de Electric Factory. Drie jaar later, was ik fotograaf tijdens de  Time Fades Away tour, toen hij een keer vroeg om zijn gitaren te stemmen   – en dat mocht ik daarna elke avond doen.’
Zo wordt hij, haast ongemerkt, gitaar technicus, eerst enkel voor Neil Young, dan voor Crosby en Nash en dan voor Dylan.
In 1976 vraagt die hem voor het tweede deel van de Rolling Thunder Revue. ‘Ik was de gitaar technicus tijdens die tour,’ bevestigt Bernstein, ‘Dat houdt in dat verantwoordelijk was voor de veiligheid, onderhoud stemmen en opstellen van de gitaren en alle ander snaarinstrumenten (35 in totaal) voor Bob en zijn bandleden voor de gehele tour, vanaf de repetities in Clearwater tot de laatste show in Salt Lake City.
Ik deed hetzelfde voor Bob tijdens The Last Waltz en de Japan/Australië tournee van 1978, van de audities in Santa Monica in de herfst van 1977 tot de laatste show in Sydney.’   
Maar hij heeft zijn eerste hobby niet afgezworen. Van de nabijheid van de sterren, maakt hij graag gebruik om  foto’s te maken, zowel op als naast het podium.  ‘Je bent een vlieg op de muur,’ verklaart hij. ‘Je verdwijnt en je bent gefocust op  het verkrijgen van het perfecte shot, zodat later de toeschouwer kan zien hoe het was om daar aanwezig te zijn. ‘
Zijn foto’s zijn te vinden op de hoezen van After the Gold Rush en Time Fades Away (Neil Young), Hejira (Joni Mitchell) en ook op wat hoezen van Bob Dylan. ‘Ik ben ook hoesfotograaf’ en zo deed ik de foto op achterhoes van Hard Rain, de binnenzijde van Street-Legal, omslag en poster van At Budokan en, meen ik, een foto elk in Biograph en de Bootleg Series Vol. 1-3.’
De foto’s op de beschermhoes van Street-Legal zijn gemaakt in maart 1978, in de bar van het hotel in Melbourne. De gitarist George Benson was toevallig op dat moment ook daar voor een tournee en ze logeerden in hetzelfde hotel. Vandaar.
Ook de andere foto, van Dylan met Helena Springs, één van de zangeressen uit zijn band, is in die periode gemaakt.

Later wordt Bernstein de vaste gitaar technicus van Prince, maar vooral archivaris voor Neil Young. Hij spendeert maar liefst 19 jaar ‘en één dag!’ aan de  box set Neil Young Archives Vol. 1 1963-1972.



Hoes ontwerp
Omdat Dylan verhuisd is naar de westkust, doet hij niet langer beroep op John Berg, die in New York de art director afdeling leidt voor Columbia Records.  De afdeling in Los Angeles stelt Dylan voor om te werken met een van de vormgevers waar ze veel beroep op doen:  Gribbitt!, een ‘Art direction & graphic design company’, gevestigd aan  Sunset Boulevard, Hollywood.

Aan het hoofd van het bureau staat Tim Bryant. Die zet de grote lijnen uit, maar laat de afwerking over aan zijn nieuwste kracht:  George Corsillo. Die is net overgekomen van New York, waar hij drie jaar gewerkt heeft bij een bedrijf dat boekomslagen ontwerpt. Zijn eerste elpeehoes was meteen een schot in de roos: de soundtrack van Grease (april 1978). Street-Legal volgde dus zeer kort daarna.

Emmett Crogan
Opmerkelijk tenslotte is dat Dylan de plaat aan iemand opdraagt.
Emmett Crogan is een 35 jarige man die op 6 april 1978, dood is aangetroffen in de metro van New York – een overdosis heroïne. 

Dylanfans associëren zijn naam vooral met de Emmett Crogan acetates, die op talrijke bootlegs zijn verschenen. Het zijn ruwe mono mixen van songs opgenomen  tijdens de sessies voor Another Side of Bob Dylan en Highway 61 Revisited sessies.  Crogan kreeg de songs op zes acetates van Dylan, tijdens een ontmoeting in 1966.   Crogan vertelde daarvan achteraf dat: “Bob Dylan is precies zoals ik me hem niet had voorgesteld.”

Crogan was de ultieme hippie-strijder, die Dada straattheater combineerde met revolutionaire politieke ideeën waarbij hij alles gratis zag.  Zijn autobiografie  Ringolevio: A Life Played for Keeps (1972) schetst een geromantiseerd beeld van zijn leven.






Geen opmerkingen: