Beste Frits,
Dank voor je derde brief. Ik laat de religie even voor wat het is, simpelweg omdat ik niet geloof dat we er uit gaan komen. Onze gedachten wijken op dit vlak teveel van elkaar af en we zijn beide eigenwijs genoeg om vast te houden, gewoon omdat we beide denken gelijk hebben.
You're right from your side / And I'm right from mine [One too many mornings] Bovendien is religie geen big issue in mijn leven, dan is het op een gegeven moment ook klaar.
Dat wil niet zeggen dat ik in de toekomst niet meer op dit onderwerp zal terugkomen.
Je schrijft dat je in je open brieven de ruimte vindt om ook persoonlijk te zijn en spreekt de hoop uit dat ik dat oog en oor voor heb. Dat heb ik zeker, Frits, dat heb ik zeker. Sterker, het open [persoonlijke] karakter van je brieven maakt ze sterk.
Ik wil even gelijk doorschuiven naar het eind van je brief, waar je schrijft: Ik heb Gotta Serve Somebody in de kast staan, de 'tribute-cd' van Dylan met zijn gospels. Ik was vooral benieuwd naar de vernieuwde teksten van de liedjes, die volgens Herman Veenhof waren aangepast aan deze tijd. En het spontane gesprek tussen Dylan en Mavis Staples was erg grappig, vond mijn filosofie-docent Wytse ter Veen. Ik was benieuwd.
Is je nieuwsgierigheid bevredigd met het beluisteren van deze cd? Ik ben wel benieuwd wat Herman Veenhof over deze cd heeft geschreven, kun je dat ergens voor mij opduiken? Maar, behalve om deze twee vragen te kunnen stellen, ben ik gelijk naar dit fragment uit je brief doorgeschoven om je iets anders te vertellen. Het 'spontane' gesprek tussen Dylan en Mavis Staples is inderdaad hilarisch. Spontaan is het echter niet, althans niet in mijn oren.Dat dit gesprek tussen Dylan en Mavis Staples helemaal niet spontaan is, lijkt te worden bevestigd door het speurwerk van Michael Gray, hij schrijft - in zijn Dylan encyclopedie - This ferocious version [van Gonna change my way of thinking], which seems to pace menacingly between the spiritual and secular worlds, begins with a drum beat reminiscent of 'Like a Rolling Stone' and offers one stanza sung by Dylan at his most phlegmishly dreadful [foei, Mr. Gray! Tijd voor nieuwe oren!!], before stopping for a spoken routine played out by Mavis Staples and Bob that is a very funny, twisted update of a hokum routine on a recording by Rodgers and the Carter Family from 1931, titled 'The Carter Family and Jimmie Rodgers in Texas' [...] after Rodgers sings one stanza, the Carters arrive and say what a nice place Jimmie has in Texas, and he says yes, and that from his porch you can see all the way to Mexico; the 2003 'update' has Mavis saying what a nice place Bob has in California, and he says yes, and that from his porch you can see all the way to Hawaii. Both dialogues include proposing to 'knock over' a couple of chickens and eat them fried without delay.
Kortom, de gehele dialoog tussen Dylan en Mavis Staples is jatwerk.
Ik meen mij te herinneren dat Mavis Staples op camera wel eens gesproken heeft over deze dialoog, maar ik kan mij vergissen. Naarmate ik meer leer, onthoud ik ook steeds minder. De meest logische plek waar Mavis Staples' commentaar gevonden zou kunnen worden is de dvd behorende bij de cd Gotta serve somebody. Deze dvd bevat niet Gonna change my way of thinking maar When He returns door Dylan, opgenomen tijdens een concert in Toronto op 20 april 1980.
Nieuwsgierig als ik ben, zou ik wel willen weten of Wytse ter Veen in de eerste plaats op de hoogte was van de opname van Jimmie Rodgers en the Carter Family, en wat hij vindt van het 'jatwerk'.
Ik heb geen idee of Martin van Hees, zoals je vraagt, deze blog leest. Mocht hij deze blog lezen, is hij meer dan welkom om ook een bijdrage te leveren. [de uitnodiging om een bijdrage te leveren geldt natuurlijk niet alleen voor Martin van Hees, maar voor alle lezers.] Ik zou sowieso wel wat meer bijdragen van lezers willen ontvangen. Ik merk dat het me niet altijd even makkelijk valt om iedere dag - zoals het streven is - iets 'zinnigs' op de blog te plaatsen. Bijdragen van lezers halen de 'druk' dan voor even weg. Bovendien vind ik het zeer zinvol om niet alleen mijn eigen stem / mening altijd maar op de blog te vinden. Het is goed om de gedachten van anderen over Dylan's werk te lezen. Jij bent veruit de meest trouwe inzender van bijdragen aan deze blog, waarvoor dank!
Als antwoord op mijn vragen aangaande Dylan als sessiemuzikant, Dylanopnames op soundtrack e.d., schrijf je: Mijn grens is Dylan zelf. In principe ga ik niet achter opnames aan waar Dylan als sessiemuzikant te horen is. Ben nog wel altijd nieuwsgierig naar bijvoorbeeld de elpee van Carolyn Hester, waar Dylan als mondharmonica-speler te horen is. Het is een leuk hebbedingetje, maar meer ook niet. Ik kan er niks aan doen, maar denk gelijk oei, gemiste kans, verkeerde keuze. Ik ga nu geen vrienden maken: De lp van Carolyn Hester is niet om aan te horen! Die vrouw zingt als een luchtalarm! Vermijden die Carolyn Hester! Om het goed te maken, dan ook maar gelijk een tip. De beste plaat waarop Dylan als sessiemuzikant te horen is, is Doug Sahm and band. Deze plaat is zó goed, dat ik 'm waarschijnlijk ook wel gekocht had als Dylan er niet op te horen was. Ook de moeite waard is het album Barry Goldberg van - je raadt het al - Barry Goldberg.
Voor een meer komisch effect kun je grijpen naar bijvoorbeeld het album van Kurtis Blow waarop Dylan rapt.
Toen ik net begon met luisteren naar Dylan, beperkte ik me ook tot Dylan's eigen albums, plus niet meer dan een handvol andere platen waarop Dylan te horen is. Deze handvol andere platen waren de platen waarop Dylan als Dylan te horen is - dus niet als sessiemuzikant - denk hierbij aan The Concert for Bangladesh en The Last Waltz. Pas later - mede doordat de financiële middelen wat ruimer werden - ben ik verder gaan speuren, aanvankelijk alleen singles met non-album tracks, zoals de cd-singles van Not dark yet en Love sick, soundtracks e.d. met non-album Dylan tracks, zoals Jerry Mcguire en Natural born killers. Vervolgens kwamen daar... enfin, het plaatje moge duidelijk zijn.
Bottom line is dat ik vijftien jaar geleden riep tegen een ieder die het maar horen wilde dat ik nooit of te nimmer veertig gulden - wat nieuwe cd's toen kosten - zou neertellen voor een verzamel-cd met slechts één nummer van Dylan. Nu doe ik dat zonder te verblikken of verblozen. Je zou kunnen zeggen dat ik dus veranderd ben, waarmee ik bij een ander punt uit je brief kom.
Je schrijft: Ieder mens neemt de ervaringen met zich mee. Je opmerking dat je nog steeds dezelfde bent als toen, trek ik enigszins in twijfel – hoewel ik je niet heel goed ken. Maar afgaande op wat ik hoor en zelf meemaak, denk ik dat ook jij verschilt met vroeger. Ondanks bovenstaande durf ik te beweren dat ik geen spat veranderd ben. Ter illustratie: mijn vader - inmiddels bij zeventig - vertelde mij laatst dat hij nog steeds het gevoel heeft achttien te zijn, dat hij, voor zijn gevoel nog steeds achter de meiden aan zou kunnen gaan, maar dat hij ook wel wist dat dat niet meer kon. Het verschil tussen weten en voelen.
Ik weet donders goed dat ik veranderd ben, maar zo voelt het absoluut niet. Ja, mijn grens m.b.t. wat ik uitgeef aan Dylan is in de afgelopen vijftien jaar verschoven - om terug te komen op bovenstaande - maar net als vijftien jaar geleden, heb ik nog steeds een grens. In essentie ben ik dezelfde man gebleven. De buitenstaander die naar mij kijkt, zal mij hebben zien veranderen, simpelweg omdat hij alleen kan zien wat geweten kan worden, niet wat er gevoeld wordt.
De cd HOOP van WarChild ken ik overigens niet. Wat ik begrijp van wat je schrijft, bevat deze cd - even alleen kijkend met mijn Dylanbril - slechts covers van Dylannummers door anderen en geen opnames van Dylan zelf. Indien dit het geval is, ben ik alle interesse in deze cd gelijk kwijt. Ik heb - tot een paar jaar terug - redelijk fanatiek ook coverversies van Dylannummers verzameld. Maar ik merkte dat ik - op een heel enkele uitzondering na - deze covers slechts één keer draaide en bij het luisteren alleen maar verlangde naar het horen van het origineel. Vlak voor ik stopte met het verzamelen van coverversies, had ik zo'n 500 verschillende opnames. Daar is bijna niks meer van over. Het gros is inmiddels verkocht, weggegeven of verstoft. Conclusie: Dylan is een briljant zanger.
Omdat ik toch al heerlijk van de hak op de tak bezig ben, nog even iets over: Dylan wordt gekleurd door je eigen levenservaringen. Die kleuren dan ook de kameleon. Blood on the Tracks heeft meer tot je te zeggen als je in een scheiding zit, dan wanneer je net verkering hebt. Time out of Mind spreekt beter tot je verbeelding als je zelf bijna stervende bent geweest, dan wanneer je net geboren wordt. Met uitzondering van de eerste zin, ben ik het hier hartgrondig mee oneens. Blood on the tracks kreeg ik ooit voor mijn verjaardag van de vrouw waar ik toen mee samenwoonde. De plaat toen veel gedraaid. Een paar maanden later pakte ze haar koffers, om voor eeuwig te vertrekken. Door haar vertrek ben ik Blood on the tracks niet beter gaan begrijpen. De kracht van een groot artiest - zoals Dylan is - is juist om de luisteraar mee te nemen in het te vertellen verhaal, ondanks de levenservaring van de luisteraar.
Zoals ik eerder schreef: wanneer ik luister naar Slow train coming geloof ik heilig in God, maar zodra de naald van de plaat glijdt, is al het geloven ook voorbij.
Wanneer ik luister naar Not dark yet voel ik mij als in de herfst van mijn leven. Als ik gelijk daarna Like a rolling stone draai, word ik dertig jaar jonger in enkele seconden, terwijl ik luisterend naar North country blues mij vooral vrouw voel.
De kracht van Dylan is dat hij mij meeneemt in zijn verhaal, ondanks mijn levenservaring.
Met vriendelijke groet,
Als altijd,
Tom
Geen opmerkingen:
Een reactie posten