Bericht uit de stilte

Ik voel me op z'n zachtst gezegd onthand zonder internet. Ondanks de belofte die mij afgelopen vrijdag is gedaan, heb ik ook vandaag nog geen werkende internetaansluiting. En het gaat ook nog wel een paar dagen duren voor het weer werkt, zo begreep ik net aan de telefoon.
Het enige alternatief dat me rest is thuis een stuk schrijven, op een usb-stick zetten, enkele kilometers rijden naar mijn ouders en m.b.v. hun computer bewust stuk tekst op de blog plaatsen. Deze woorden zijn die weg gegaan.
Het enige voordeel aan het ontbreken van een internetaansluiting is dat ik tijd overhoud, tijd bijvoorbeeld om te lezen. In de afgelopen dagen heb ik Bob Dylan Man on the road; The Never Ending Tour 1988 - 1999 van Christof Graf gelezen. Het boek is al wat ouder, het werd in 1999 uitgebracht en - ondanks dat de titel anders doet vermoeden - is het een Duitstalig boek. Althans, grotendeels Duitstalig. Volgens de kaft is het een Zweisprachige Ausgabe, een tweetalige uitgave, Engels en Duits. Echter, 80% van de tekst is Duits, de resterende 20% is Engels. Geen tweetalige uitgave in de betekenis dat alle teksten in zowel het Engels als het Duits zijn opgenomen.
Het boek telt iets meer dan 200 bladzijdes waarvan de laatste 80 bladzijdes overzichten bevatten van alle door Dylan gespeelde nummers tijdens concerten van The Never Ending Tour t/m 31 juli 1999. Een aardig overzicht, maar wie de boeken van bijvoorbeeld Olof Björner of Glen Dundas is huis heeft, heeft dit niet nodig.
De 'hoofdtekst' bevat stukken over de afzonderlijke jaren van The Never Ending Tour van 1988 t/m 1999. Ieder stuk over een jaar bevat een algemene introductie, waarin o.a. een overzicht wordt gegeven van officieel uitgebrachte albums, bijzondere concerten (denk Rock n roll Hall of fame, Woodstock II, Supper club, Unplugged, enz.) en - indien van toepassing - wisselingen in Dylan's band. Na de algemene introductie volgen nog lijsten met alle concerten uit bewust jaar, een kalender met belangrijke data / gebeurtenissen en nog wat teksten over bijvoorbeeld bijzondere concerten, andere muzikanten met een Dylan-connectie, enz.
Man on the road is een aardig boek, maar zeker geen must.

De laatste jaren lijken er steeds minder 'algemene' boeken over Dylan te verschijnen, boeken waarin gepoogd wordt Dylan's gehele leven / carrière te vangen. In het Engels verschijnen dan weer steeds meer 'specifieke' boeken, boeken over een klein deel / aspect van Dylan's leven / carrière. Ik denk hierbij o.a. aan het boek over de door Dylan gespeelde covers van Derek Barker, de boeken over The Basement tapes en de Rolling Thunder Revue van Sid Griffin, de boeken over de invloed van de bijbel op Dylan's songs van o.a. Michael Gilmour en Stephen Webb, enz. enz. De lijst is eindeloos lang.
In dit rijtje past ook Song of the North country; a midwest framework to the songs of Bob Dylan van David Pichaske. Dit boek is net uit en ik ben ere en dag of twee geleden in begonnen. Ik heb het nu ongeveer voor de helft gelezen en ik moet zeggen dat ik onder de indruk ben. In dit boek probeert Pichaske de invloed van Dylan's geboortegrond op zijn werk te traceren. Dit gaat vrij ver, van dialect, tongval, voorkeur voor woorden tot het weer, enz. (en dan ben ik nog maar halverwege…) Vanuit deze invalshoek is, bij mijn weten, nog nooit zo uitgebreid gekeken naar Dylan's werk.
In één van de hoofdstukken gaat Pichaske in op de voorkeur voor woorden met dezelfde betekenis. Zo zijn er in het Engels drie woorden voor een broek: pants, slacks en trousers. Uit onderzoek is gebleken dat in de regio waar Dylan vandaan komt er een sterke voorkeur voor het woord pants is. Vervolgens geeft Pichaske zeven voorbeelden uit Dylan's werk waarin hij inderdaad pants gebruikt, terwijl nergens in zijn werk - aldus Pichaske - de woorden slacks of trousers te vinden zijn.
In ditzelfde hoofdstuk maakt hij overigens één kapitale fout, wanneer het gaat over de woorden shut en close. Hierin citeert hij een regel uit Tryin' to get to heaven als

Tryin' to get to heaven before they shut the door

wat natuurlijk moet zijn:
Tryin' to get to heaven before they close the door

Deze ene fout daargelaten, kan ik eenieder aanraden, die van een beetje mierenneuken houdt - want mierenneuken is het wel - om Song of the North country aan te schaffen.
Duur is het boek niet.

Al een aantal malen heb ik hier (kort) aandacht besteed aan de film My own love song waarvoor Dylan een groot aantal nummers aan de soundtrack heeft bijgedragen. Ik heb mij laten vertellen dat deze film op 18 augustus (in Frankrijk) op dvd zal verschijnen. Ik heb nog niks gehoord over een eventuele soundtrack-cd.

Gisteren, terwijl het zonnetje op de ramen beukte, met de ramen en deuren open op vol volume Pledging my time uit de boxen laten knallen. De harmonicaklanken zwierven door de kamer, de deuren en ramen uit, over de schuttingen richting de stinkende barbecues van de buren. Ik waak er over het algemeen voor dat buren last van mij hebben - ik wil ook geen last van mijn buren hebben - maar soms is het even nodig om de boxen te laten knallen. Gelukkig zijn mijn buren zo vriendelijk om mijn eigenaardigheden oogluikend toe te staan, mede omdat ik hun eigenaardigheden - denk Frans Bauer en de dreun van de dansvloer - ook oogluikend, enz.
In dit dorp waar ik woon is - bij mijn weten - slechts een andere Dylan-liefhebber te vinden. Ik spreek hem nooit, herken hem alleen wanneer hij de straten afschuimt. Jaren geleden droeg hij daarbij nog een t-shirt met daarop een portret van Dylan, maar dat t-shirt heb ik al jaren niet meer gezien. Lang heb ik gedacht dat zijn liefde voorbij was, maar door een bericht in het plaatselijke suffertje weet ik inmiddels beter.
Ik ben niet alleen in dit dorp, al spreek ik hem nooit.

Starend naar mijn boekenkast valt mijn oog op het AO-deeltje 1304 uit 1970 met de titel Underground. Het is geschreven door Maryke Borghardt. Op de eerste bladzijde lees ik: De anti-establishment-houding heeft zich natuurlijk in alle tijden voorgedaan. Immers, de tijden veranderen, 'the times, they are a-changin' zingt Bob Dylan, een kulturele held in de underground van tegenwoordig. Twee bladzijdes verder staat het hoesje van de single Subterranean homesick blues afgebeeld, genoeg reden om het boekje zorgvuldig te bewaren.
Een paar boekenplanken in dit huis zijn gevuld met uitgaven met dit soort zinsneden. Eens in de zoveel tijd pluk ik ze van de plank, blader ik ze nog eens door en grijns. Wie heeft er nog internet nodig?

Frits, ik heb begrepen dat je inmiddels een nieuwe - vierde - open brief aan mij hebt geschreven. Ik heb nog niet de kans gehad om deze brief te lezen, laat staan te antwoorden. En lezen moet ik. Dit zijn de dagen waarop ik de kans heb om te lezen. Starend naar de boekenkast denk ik dat ik nog eens wat woorden moet morsen over de boeken die ik heb gelezen vanwege Dylan en / of boeken welke van invloed zijn geweest op Dylan's werk. Ik denk aan Allen Ginsberg, Jack Kerouac, Arthur Rimbaud, Charles Baudelaire, Ovidius. Maar ook de andere kant op, schrijvers die beïnvloed zijn door Dylan, zoals Charles Bukowski en Simon Vinkenoog.
Vanochtend las ik in een boek van A.L. Snijders een citaat van Bukowski en ik moest gelijk aan Dylan denken. Het kan raar lopen in de gedachtengang.
Maar dan, er moet nog zoveel gebeuren en ondanks dat ik zeeën van tijd heb nu ik niet zoveel kwijt ben aan internet, hol ik nog steeds achter mijn eigen gedachten aan.

Time is an ocean, but it ends at the shore You may not see me tomorrow

Later.

Geen opmerkingen: