de hoezen #22 - door Patrick Roefflaer


24 – Infidels
Uitgebracht: 27 oktober 1983
Fotograaf: Sara Dylan
Tekening achterzijde: Bob Dylan
Art-director: Lane/Donald

Zo’n vijf maanden na het verschijnen van Infidels geeft Bob een interview aan Rolling Stone. Kurt Lodger sluit het gesprek af met een vraag over de hoes:  “Ik denk dat veel mensen je tegenwoordig voor een behoorlijk somber karakter nemen, alleen al op basis van je foto's. Waarom dat imago nog versterken door je nieuwste album Infidels (Ongelovigen) te noemen?”
Het antwoord is typisch Dylan: “Nou, er waren andere titels voor. Ik wilde het Surviving in a Ruthless World noemen. Maar iemand wees me erop dat mijn meest recente albums allemaal begon met de letter S. Dus dacht ik: Daar wil ik niet op vastgepind worden. Op een dag kwam Infidels in mij op. Geen idee of het iets betekent.

Lodger dringt nog even aan: “Denk je niet dat wanneer mensen die titel zien, met dat soort stoere foto op de voorkant, zich zullen afvragen: ‘Bedoelt hij ons?’.”

“Ik weet het niet. Ik had het album Animals kunnen noemen, en mensen zouden hetzelfde hebben gezegd. Ik bedoel, wat zou een term zijn die mensen graag over zichzelf zouden willen horen? […] Maar het betekent  wat men er in wil zien - als het al iets voor hen betekent. ‘Infidels’ staat in het woordenboek en op wie het van toepassing is op ... op iedereen op dit album, elk personage. Misschien draait het allemaal om ongelovigen. "

Het sombere gevoel dat Lodger heeft bij de foto, hebben Tony Lane en Nancy Donald, die het ontwerp van de hoes hebben verzorgd, nog versterkt door de naam van de zanger in grote zwarte letters te schrijven, afgewerkt met een rode schaduwlijn aan de onderzijde. De enige versiering aan het hele ontwerp is een dunne grijze (!) omranding.

De foto zelf is een close up van Dylans hoofd. Hij poseert niet, maar kijkt strak voor zich uit. In de glazen van zijn donkere zonnebril zien we de weerspiegeling van de witte middenstreep op het zwarte asfalt. Het lijkt nog het meest op het werk van een paparazzi, die een bekend iemand fotografeert, wachtend in een stilstaande auto.   

Op de hoes staat geen fotograaf aangegeven, maar Rod MacBeath vermoedt dat het Sara Dylan is die op het knopje drukte. Zij maakte ook de foto die de binnenhoes siert. Hierop staat Dylan hurkend op de Olijfberg, met Jeruzalem op de achtergrond.

De reden voor hun aanwezigheid daar, verklapt hij in juni 1984 aan Mick Brown, die hem interviewt voor het Britse Sunday Times: de bar mitswa van hun oudste zoon, Jesse. “Een idee van zijn grootmoeder”, voegt hij er lachend aan toe.  Volgens de Joodse traditie had dit overgangsritueel moeten plaatsvinden, kort na de dertiende verjaardag van de jongen, op 6 januari 1979. Maar toen had papa het te druk met een intensieve drie maand durende cursus Bijbelstudie aan de School of Discipleship.


Op de achterzijde van de hoes prijkt een zelfgemaakte tekening van een man die een vrouw kust. Wanneer Bob Coburn (op 17 juni 1985 tijdens een radio interview voor Rockline KLOS-FM Los Angeles) hem vraagt wie het koppel voorstelt, antwoordt Dylan vaag: ‘Hmm, wel, de vrouw is iemand die ik kende.  [lacht] De man wou ik dat op mij leek, denk ik.”
Deze tekening  zou hij oorspronkelijk voorzien hebben, als voorzijde van de hoes.







2 opmerkingen:

Anoniem zei

De RS interviewer heet Kurt Loder.

peerke zei

Oeps. Sorry.

Patrick