24 – Infidels
Uitgebracht: 27
oktober 1983
Fotograaf: Sara
Dylan
Tekening achterzijde: Bob
Dylan
Art-director: Lane/Donald
Zo’n vijf maanden na het verschijnen van Infidels
geeft Bob een interview aan Rolling Stone. Kurt Lodger sluit het gesprek
af met een vraag over de hoes: “Ik denk
dat veel mensen je tegenwoordig voor een behoorlijk somber karakter nemen,
alleen al op basis van je foto's. Waarom dat imago nog versterken door je
nieuwste album Infidels (Ongelovigen) te noemen?”
Het antwoord is typisch Dylan: “Nou, er waren andere
titels voor. Ik wilde het Surviving in a Ruthless World noemen. Maar
iemand wees me erop dat mijn meest recente albums allemaal begon met de letter S.
Dus dacht ik: Daar wil ik niet op vastgepind worden. Op een dag kwam Infidels
in mij op. Geen idee of het iets betekent.
Lodger dringt nog even aan: “Denk je niet dat wanneer
mensen die titel zien, met dat soort stoere foto op de voorkant, zich zullen
afvragen: ‘Bedoelt hij ons?’.”
“Ik weet het niet. Ik had het album Animals
kunnen noemen, en mensen zouden hetzelfde hebben gezegd. Ik bedoel, wat zou een
term zijn die mensen graag over zichzelf zouden willen horen? […] Maar het
betekent wat men er in wil zien - als
het al iets voor hen betekent. ‘Infidels’ staat in het woordenboek en op wie
het van toepassing is op ... op iedereen op dit album, elk personage. Misschien
draait het allemaal om ongelovigen. "
Het sombere gevoel dat Lodger heeft bij de foto, hebben
Tony Lane en Nancy Donald, die het ontwerp van de hoes hebben verzorgd, nog
versterkt door de naam van de zanger in grote zwarte letters te schrijven,
afgewerkt met een rode schaduwlijn aan de onderzijde. De enige versiering aan
het hele ontwerp is een dunne grijze (!) omranding.
De foto zelf is een close up van Dylans hoofd. Hij
poseert niet, maar kijkt strak voor zich uit. In de glazen van zijn donkere
zonnebril zien we de weerspiegeling van de witte middenstreep op het zwarte
asfalt. Het lijkt nog het meest op het werk van een paparazzi, die een bekend
iemand fotografeert, wachtend in een stilstaande auto.
Op de hoes staat geen fotograaf aangegeven, maar Rod
MacBeath vermoedt dat het Sara Dylan is die op het knopje drukte. Zij maakte
ook de foto die de binnenhoes siert. Hierop staat Dylan hurkend op de
Olijfberg, met Jeruzalem op de achtergrond.
De reden voor hun aanwezigheid daar, verklapt hij in
juni 1984 aan Mick Brown, die hem interviewt voor het Britse Sunday Times: de bar
mitswa van hun oudste zoon, Jesse. “Een idee van zijn grootmoeder”, voegt hij
er lachend aan toe. Volgens de Joodse
traditie had dit overgangsritueel moeten plaatsvinden, kort na de dertiende
verjaardag van de jongen, op 6 januari 1979. Maar toen had papa het te druk met
een intensieve drie maand durende cursus Bijbelstudie aan de School of
Discipleship.
Op de achterzijde van de hoes prijkt een zelfgemaakte tekening
van een man die een vrouw kust. Wanneer Bob Coburn (op 17 juni 1985 tijdens een
radio interview voor Rockline KLOS-FM Los Angeles) hem vraagt wie het koppel voorstelt,
antwoordt Dylan vaag: ‘Hmm, wel, de vrouw is iemand die ik kende. [lacht] De man wou ik dat op mij leek, denk
ik.”
Deze tekening zou hij oorspronkelijk voorzien hebben, als voorzijde van de hoes.
Deze tekening zou hij oorspronkelijk voorzien hebben, als voorzijde van de hoes.
2 opmerkingen:
De RS interviewer heet Kurt Loder.
Oeps. Sorry.
Patrick
Een reactie posten