All Along The Watchtower (1967)
De
karige instrumentatie en de ouderwetserige, eenvoudige songstructuren van The Basement Tapes neemt Dylan mee naar
Nashville, waar hij in oktober 1967 na anderhalf jaar afwezigheid weer eens een
heuse studio betreedt om aan een heus album te werken. Dat wordt John Wesley Harding, Dylans achtste LP. Het
grote verschil met die Basement Tapes zit
’m in de teksten. De liedjes in de kelder worden veelal ter plekke bij elkaar
gefantaseerd, zijn nonsensicaal, grappig, gedragen ("I
Shall Be Released"), vrolijk en zelfs
kinderlijk. Voor de teksten van John
Wesley Harding is Dylan gaan zitten – daaraan is geschaafd, die zijn al
geschreven ruim vóór de opnames – overigens een ongebruikelijke werkwijze voor de
bard.
Net
als op Blonde On Blonde zijn de
teksten nog steeds suggestief en ongrijpbaar, maar óók veel preciezer, kordater
en schijnbaar begrijpelijker. “Ik
probeer niet teveel woorden te gebruiken,” zegt Dylan in een interview in 1968,
“er zitten geen gaten in de versregels. Er is geen opvulling. Elke regel
betekent iets.” De versieringen uit liedjes als "Visions
Of Johanna" en "Desolation Row" vermijdt Dylan nu – elke metafoor, alle
beelden, zijn volgens zijn zeggen functioneel. Maar ook al is de poëzie nu
precies, beknopt, af – het blíjft meerduidig.
Het
is Kafka. De Kafka die al in 1898 een voorstelling heeft van de literatuur die
hij wil schrijven: de werkelijkheid realistisch beschrijven, maar
tegelijkertijd als een ‘zwevend niets’, als een duidelijk waargenomen droom, dus
als een realistisch waargenomen irrealiteit (het zogeheten Laurenziberg-Erlebnis, dat hij in zijn Aufzeichnungen aus dem Jahre 1920 noteert). En, net als Kafka,
schuwt Dylan de verwijzingen naar en het taalgebruik van het Oude Testament
niet.
Moeder
Beatty Zimmerman bevestigt dat haar Bob in die tijd veel in de Bijbel bladert.
Die ligt altijd open, op een standaard in de woonkamer, en Bob “staat constant
op, loopt er heen en zoekt weer iets na.” Duidelijke, aanwijsbare Bijbelreferenties
zijn hier echter eigenlijk niet. In het boek Jesajah (20 en 21) vinden we een paar
beelden terug (de barefoot servant, een
paar ruiters, een leeuw en een watchtower),
maar zonder verdere relatie met de songtekst. Het is overigens een inspirerend
hoofdstuk, kennelijk; het ‘vervolg’ van Harper Lee’s meesterwerk To Kill A Mockingbird, dat in 2015 wordt
gevonden, heet Go Set A Watchman -
ook al een citaat uit Jesaja 21.
Het
verband tussen het Bijbelboek en Harper Lee’s jeugdwerk (het is feitelijk Lee’s
eerste werk, het werk waaruit Mockingbird
uiteindelijk werd gedestilleerd) is vrij eenvoudig aanwijsbaar. Dat lukt
niet met "All Along The Watchtower". Een klik met Kafka, met een verhaal als Der Aufbruch (“Het Vertrek”), is duidelijker:
Ik beval mijn paard uit de
stal te halen. De knecht begreep mij niet. Ik ging zelf naar de stal, zadelde
mijn paard en besteeg het. In de verte hoorde ik trompetgeschal, ik vroeg hem
wat dat te betekenen had. Hij wist van niets en had ook niets gehoord. Bij de
poort hield hij mij tegen en vroeg: “Waarheen rijdt mijn Heer?” “Ik weet het
niet”, zei ik, “als het maar weg is, weg van hier, almaar weg van hier, alleen
zo kan ik mijn doel bereiken.” “Je kent dus je doel”, vroeg hij. “Ja”,
antwoordde ik, “ik zei het toch ‘weg-van-hier’ – dat is mijn doel.” “Je hebt
geen mondvoorraad mee”, zei hij. “Die heb ik niet nodig”, zei ik, “de reis is
zo lang, dat ik toch zal verhongeren als ik onderweg niets vind. Een
mondvoorraad zal mij niet kunnen redden. Het is gelukkig een waarlijk ontzaglijke
reis.”
Het
miniatuurtje illustreert in het klein de magische kracht van Kafka’s langere
verhalen en romans. Heldere, eenvoudige zinnen, doorzichtig, toegankelijk
taalgebruik, waardoor de geslotenheid van de inhoud in eerste instantie niet
doordringt. Het onbehagen kruipt gaandeweg op - iets klopt er niet. Pas bij
herlezing valt op: inhoudelijk sluit geen enkele zin logisch aan op de vorige.
De knecht begrijpt hem niet? Hij begrijpt “Haal mijn paard” niet? Vreemd. Net
zo vreemd als de reactie van de heer dáárop: hij gaat zelf naar de stal. En zo
gaat het verder; op de ene ongerijmdheid volgt de andere. De knecht houdt zijn
meester tegen en tutoyeert hem, de meester laat zich tegenhouden en geeft nog
antwoord ook - en ook dat antwoord spoort weer niet met zijn eigen, volgende
antwoord.
Kafka
maakt hier tamelijk expliciet wat de premisse is van zijn grote werken: het
weglaten van context. We zullen nooit weten hoe en waarom Gregor Samsa in een
kever verandert (Die Verwandlung),
net zomin als er onthuld wordt waarom Josef K. wordt gearresteerd of waarvan
hij wordt beschuldigd (Der Prozeß).
Dylan
de Dichter grijpt in deze fase van zijn scheppen naar eenzelfde procedé.
Kraakhelder taalgebruik, korte, ongecompliceerde zinnen, maar het narratief is
door het ontbreken van context ontoegankelijk, onwezenlijk; als een droom, als
een realistisch beschreven irrealiteit.
De
joker ervaart de situatie waarin de dief en hij zich bevinden kennelijk als
bedreigend, of in elk geval toch onbehaaglijk, maar de context blijft voor de
lezer/luisteraar buiten beeld - wij krijgen alleen maar verwarring vergrotende,
vermoedelijk metaforische hints over de omstandigheden. Zijn wijn wordt
opgedronken door zakenlieden, landarbeiders spitten zijn grond om.
Ook
de troostende woorden van de dief zijn in deze werkelijkheid ongetwijfeld
relevant, maar voor de lezer extra beklemmend: this is not our fate. “This”?
Wat is dit? We zullen het niet weten.
De camera zwenkt, in de verte komen twee ruiters aan - of zijn dat de joker en
de dief, en begint hier de flash-back?
Anderen
vinden wel degelijk Bijbelse verwijzingen (Openbaringen
is populair), of kunnen biografisch interpreteren. De zakenlui die zijn
wijn drinken zijn dan de platenbonzen die met Dylans verdiensten aan de haal
gaan, bijvoorbeeld, de ploegers die ‘in zijn aarde graven’ zijn de artiesten
die proberen Dylan te imiteren. En de onvermijdelijke dagboekgravers, die weer
iets met Sara, Joan Baez of gerommel met andere vrouwen (de wildcats) eruit weten te wringen. Versregels
worden gehusseld op instigatie van Dylan zelf, die in het interview met John
Cohen (1968) over deze song zegt: “Here we have the cycle of
events working in a rather reverse order” - het derde couplet is dan dus “eigenlijk” het eerste.
Een
filmliefhebber wijst op de wel erg toevallige overeenkomsten met de
openingsscene van het monumentale The
Good, The Bad and The Ugly (Sergio Leone, 1966); daar naderen uit de verte
inderdaad twee ruiters, en ja, de wind huilt en een beest (wildcat?) grauwt agressief.
Dave
Van Ronk, die Dylan goed kent, al sinds diens eerste stappen in de folkscene
van New York, heeft minder illusies: “Na een tijdje kreeg Dylan door dat hij
alles kon maken – hij was Bob Dylan en iedereen accepteerde alles wat hij
schreef. Dus hij kon zoiets als "All
Along The Watchtower" doen, waarvan alleen al de titel fout
is: een wachttoren is geen weg of muur, je kunt niet “langs de wachttoren”
staan.”
Hetgeen ook wel
nieuwsgierig maakt naar de mening van Dave over Kafka’s bekendste parabel Vor dem Gesetz, uit de roman Der Prozeß (1925). Daarin wacht een volhardende plattelander jaren en jaren ‘voor de
Wet’, want een onvermurwbare poortwachter kan hem ‘nog niet’ toelaten.
Waarschijnlijk
vindt meneer Van Ronk alleen al de titel fout; “je kunt niet ‘voor de Wet’
staan.”
Dylans
toonzetting en instrumentatie zijn perfect. Drie akkoorden (in het ongecompliceerde
schema Am-G-F), drums, bas en een gitaar en een onheilspellende, lugubere
harmonicapartij. Net als de tekst belooft de muziek een climax, een alles
verklarende apotheose, die net als in de tekst nooit komt.
De
meeste covers, en dat zijn er véél, bezwijken onder de spanning en monden wél
in een climax uit, brengen kunstmatige spanningsbogen aan (het stapsgewijs
toevoegen van instrumenten en melodielijntjes per volgend couplet is bijzonder
populair), maken een vertellende symfonie ervan.
Niks
mis mee overigens - "All Along The
Watchtower" is onverwoestbaar, elke
cover heeft wel een aantrekkingskracht. Als niet op emotioneel, dramatisch
niveau, dan toch op zijn minst op fysiek gebied: het is een geliefde meeswinger
en headbanger.
Multi-inzetbaar
ook, blijkbaar. De song wordt in tientallen films gebruikt, geciteerd in
literatuur, kranten en in graphic novels, duikt op in videogames (in Ghost Recon, Just Cause 3 en in Mafia III, bijvoorbeeld), de versie van
Hendrix is samen met Creedence’s "Fortunate
Son" onvermijdelijk in
Vietnamdocumentaires, het lied en de liedtekst spelen een sfeer- of zelfs
dialoogsturende rol in televisieseries als Lucifer,
The Young Pope en vooral Battlestar
Galactica en het is al een halve eeuw een klassieker die honderden, nee
duizenden keren is gecoverd; van de Olympus (U2, Clapton, Neil Young) via de
Toren van Babel (de song is in elke denkbare taal vertaald) tot aan de schoolbandjes
in de fietsenkelder: iedereen die een gitaar kan vasthouden is wel eens
bezweken.
De
ultieme cover is uiteraard de versie van Jimi Hendrix. Ook Dylan erkent dat die
versie krachtiger is dan zijn origineel. Die erkenning heeft hij niet alleen
uitgesproken (in de liner notes bij Biograph,
bijvoorbeeld), maar demonstreert hij tot op de dag van vandaag – Dylan
speelt "All Along The Watchtower" meestal á la Hendrix. En dat doet hij vaak:
honderden en honderden concerten heeft hij ermee afgesloten, het is zijn
meestgespeelde live-nummer (ruim tweeduizend keer).
De
tekst van dit lied verandert hij trouwens nooit.
“There must be some way out of here,”
said the joker to the thief
“There’s too much confusion,
I can’t get no relief
Businessmen, they drink my wine,
plowmen dig my earth
None of them along the line
know what any of it is worth”
“No reason to get excited,”
the thief, he kindly spoke
“There are many here among us
who feel that life is but a joke
But you and I, we’ve been through that,
and this is not our fate
So let us not talk falsely now,
the hour is getting late”
All along the watchtower,
princes kept the view
While all the women came and went,
barefoot servants, too
Outside in the distance
a wildcat did growl
Two riders were approaching,
the wind began to howl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten