Odds And Ends (1967) - door Jochen Markhorst


Odds And Ends (1967)
Op maandag 11 februari 1963 nemen The Beatles in 585 minuten alle liedjes (plus nog een, “Hold Me Tight”) op voor hun debuutalbum Please Please Me. Gewoon, als een live-optreden, zoals ze de songs ook in de Cavern Club spelen, zoals Dylan zijn eerste platen opneemt en zoals Dylan en The Band hun liedjes in de kelder van de Big Pink zullen opnemen. Het spelplezier spat er vanaf, de toenemende slijtage van de stembanden is hoorbaar en de plaat is meer dan een halve eeuw later nog net zo opwindend, fris en aanstekelijk als bij verschijnen, 27 maart 1963.
De plaat zit kennelijk diep in Robbie Robertsons systeem. Als Dylan, in die mythische zomer van ’67, The Band week in week uit terugdrijft naar de roots, naar oude blues, folk en country en ergens halverwege met “Odds And Ends” komt aanzetten, breekt de dam. Dat tempo, het ritme, dat akkoordenschema… we zijn weer aangekomen bij Chuck Berry, bij Mersey Beat en “Mystery Train”. De rocker Robertson ontwaakt en als vanzelf spat het intro van zijn gitaar: een perfecte mash-up van “I Saw Her Standing There” en “Twist And Shout”, van het eerste en het laatste nummer van Please Please Me. In diezelfde flow zet Robertson de solo in: niet helemaal een kopie, maar toch wel érg à la George Harrison op track 5, op “Boys”.
Het spreekt voor Robertson dat hij, anders dan bij andere herinneringen, bescheiden blijft in zijn autobiografie Testimony. “Ondertussen trok Bob alweer een ander juweeltje uit zijn typemachine, Odds And Ends, en die knalden we er meteen uit in de kelder, nog voordat Bob terug naar huis moest voor het avondeten.” Levon Helm, die zich dan nog niet bij de mannen heeft gevoegd, heeft bij terugkeer de afstand om de aparte klasse van het lied te onderkennen:

Ik kon merken dat Bob dankzij al die tijd samen met de jongens een klik had weten te maken met de dingen die ons boeiden: blues, rockabilly, R&B. Ze hadden hem een beetje aangestoken. Ze hadden een geweldige rock-’n-rollsong gemaakt, die heette ”Odds And Ends.”
(Levon Helm, Wheels On Fire, 1993)

Helm heeft gelijk, het is een geweldige rock-‘n-rollsong, maar de meeste commentaren besteden daaraan weinig aandacht. Die blijven vooral hangen bij de tekst. Over het algemeen is men het wel erover eens dat Dylan hier met gebruik van doordeweeks bluesidioom wat loos relatiegejammer en een paar vage seksuele dubbelzinnigheden uit zijn broekspijp schudt, plus één poëtische, Dylanwaardige oneliner: Lost time is not found again.
Het overgrote deel van de versregels lijkt inderdaad weinig geïnspireerd en nog minder doordacht, maar het perspectief is dan weer wel origineel; zo vaak zingt een mannelijke blueszanger niet vanuit het perspectief van de bedrogen vrouw.
Spilling the juice is sinds Robert Johnsons “Traveling Riverside Blues” (1937)  een ingeburgerde metafoor voor geslachtsverkeer:

you can squeeze my lemon 'til the juice run down my
('til the juice run down my leg, baby, you know what I'm talking about)
   
… waaruit Dylan dan ook maar meteen, geparafraseerd, dat you know what I’m talking about meeneemt (‘You know what I’m sayin’ and you know what I mean’). Maar de protagonist in “Odds And Ends” is de ontvangende partij van de juice, dus als we gemakshalve ervan uitgaan dat de dichter geen oprisping van homo-emancipatoire strijdlust heeft, is die verteller een vrouw. Een vrouw die de man giftig verwijt dat hij zijn beloftes niet nakomt, haar alleen maar voor de bevrediging van zijn lichamelijke behoeftes gebruikt en die nu, in het derde, laatste couplet zijn broek onverrichter zake weer mag optrekken en zijn heil elders mag gaan zoeken. Memphis Minnie doemt op. Het lied past moeiteloos in haar repertoire, ergens tussen “I Don’t Want That Junk Outa You”, “Keep On Goin’” en “Hoodoo Lady”. Alleen dat Dylaneske Lost time is not found again is dan wat wezensvreemd.

Niet in Dylans catalogus, natuurlijk. In het erg aardige reclamefilmpje voor IBM praat Dylan met ‘Watson’, de computer die beweert dat hij alle Dylansongs heeft geanalyseerd en daaruit twee terugkerende thema’s heeft kunnen filteren: het Verstrijken der Tijd en het Vervagen van Liefde. In het filmpje kan een geamuseerde Dylan zich daarin wel vinden (‘That sounds about right’), maar een woordvoerster (Laurie Freedman van IBM) beweert dat het ook écht waar is, Watson heeft werkelijk Dylans gehele oeuvre geanalyseerd en daaruit deze twee Grote Thema´s gedestilleerd.
Oppervlakkig bladeren door Dylans catalogus bevestigt dat al - het woord time staat hoog in de Top 10 van meestgebruikte zelfstandige naamwoorden. En helemáál in de songs die vlak voor het motorongeluk op 29 juli 1966 zijn geschreven, als Dylans leven het centrum van een uitputtende draaikolk van optredens, plaatopnames, drugsgebruik en slaaptekort begint te naderen. Al te diep heeft de dichter het dus niet hoeven opgraven; tijd is wel een dingetje, deze dagen. Het woord komt in negen van de veertien songs op Blonde On Blonde langs, bijvoorbeeld, en in het afdankertje “I’ll Keep It With Mine” lijkt de ik-figuur zelfs te bedelen om de tijd die hij in “Pledging My Time” nog zo genereus afstond:

But if I can save you any time
Come on, give it to me
I’ll keep it with mine.

Het prachtige, aforistische lost time is not found again lijkt dan weliswaar onnadenkend uit Dylans mouw te zijn geschud, en ook ietwat misplaatst in die verder weinig poëtische tekst te zijn geplakt, het slaat wel een brug tussen Blonde On Blonde en de ontheemde sfeer van John Wesley Harding.


De poëtische kracht dankt het aforisme behalve aan de schijnbare vertrouwdheid en de herkenbare schoonheid van de uitdrukking ook aan zijn literaire wortels. Het varieert immers, niet al te afwijkend, op de titel van Prousts magnum opus, op À la recherche du temps perdu. Het laatste deel daarvan, Le temps retrouvé (‘De tijd hervonden’) is een troostrijk weerwoord op Dylans mismoedige oneliner. De bard lijkt er gevoelig voor: vanaf de jaren 90 gaat hij actief op zoek naar de verloren tijden en begint hij met het herstellen, het herscheppen, het hervinden van de temps perdu, van de lost time. Eerst door oude liedjes op te graven en opnieuw, zonder moderne poespas, op te nemen (Down In The Groove en Good As I Been To You), dan door steeds fanatieker de sound van de eerste helft van de twintigste eeuw te recreëren (“Sugar Baby” op “Love And Theft” is een goed voorbeeld) en ten slotte door, zoals de verteller in Prousts roman, zijn herinneringen op papier te zetten: in oktober 2004 verschijnt het eerste deel van zijn autobiografie, Chronicles.

Daarin is de invloed van Proust inderdaad bespeurbaar. Net als die grote Franse roman is Dylans werk een associatief werk over een ik-persoon wiens intellectuele en artistieke groei aan de hand van een mozaïek van herinneringen wordt gedocumenteerd. De echt aanwijsbare connectie zit hem echter in een stukje knip- en plakwerk van de Nobelprijswinnaar, zoals dr. Edward M. Cook uit Washington heeft aangetoond. In deel 2, À l'ombre des jeunes filles en fleurs, heeft Dylan kennelijk twee zinsdelen gemarkeerd (“I caught a glimpse of the sea through the leafy boughs of trees” en “I was no longer near enough to the sea which seemed to me not a living thing now, but fixed; I no longer felt any power beneath its colours”), want die zien we terugkeren in Chronicles:

Walking back to the main house, I caught a glimpse of the sea through the leafy boughs of the pines. I wasn't near it, but could feel the power beneath its colors.
(Chronicles, hoofdstuk 4 ‘Oh Mercy’, p. 162)

Het illustreert allemaal dat het Dylan ernst is met de versregel die hij zo’n negenhonderd keer, het meest van allemaal, zingt in de eenentwintigste eeuw. Dat is de kernzin uit “Summer Days” (dat relatief, rekening houdend met de leeftijd van de song, zelfs Dylans meest gespeelde song überhaupt is):

She says, “You can’t repeat the past.” I say, “You can’t? What do you mean, you can’t? Of course you can.”

Een regel die, geheel in stijl, van zichzelf alweer een herhaling van het verleden, in de verloren tijd gevonden is: het komt uit The Great Gatsby van F. Scott Fitzgerald, 1925.

Interessant genoeg allemaal, de relevantie die zo’n enkele, achteloos neergeschreven versregel uit een wegwerpliedje een halve eeuw later blijkt te hebben, maar het leidt wel af van de andere sterkhouder van het lied: het pure rock-‘n-rollplezier van een ontspannen club volbloedmuzikanten. Maar kennelijk toch niet aanstekelijk of inspirerend genoeg; er zijn nauwelijks covers geproduceerd.
Afgezien van de gebruikelijke, en doorgaans weinig verheffende, versies van tribuutartiesten zijn ze zelfs op een hand te tellen.
Usual suspects Coulson, Dean, McGuinness, Flint zijn de eersten, op hun onvolprezen Dylantribuut Lo And Behold! (1972). Producer Manfred Mann heeft kennelijk ook The Beatles erin gehoord en laat de mannen, kundiger nog dan The Band, een Beatlesrockertje ervan maken. Ringo Starrachtig drumwerk, handklap en een saxsolo zoals Paul McCartney ze laat spelen, een badkamergalm over de zang à la John Lennon en als kers op de taart Harrisons gitaarsolo uit “Dizzy Miss Lizzy”.
De Engelse Italiaan Emanuele Fizzotti is minder avontuurlijk, maar niet minder leuk – een ouderwetse bluesrocker met een ijzeren stomp, spetterende harmonica en de obligate gitaar- en pianosolo, waardoor het lied bijna dubbel zo lang duurt – en dat is helemaal niet bezwaarlijk (Manny’s Blues, 2012).
De leukste cover komt uit Dylans geboortestaat, uit de buurt van Minneapolis, en is van The Gated Community, een bandje dat zich onderscheidt met aanstekelijke cowpunk en vrolijke countryfolk. Van “Odds And Ends” maken ze een speedy, dynamische countryswing met – heel brutaal – een zelfgeschreven, erg passende bridge (op Country Hymn, 2016).  

Odds And Ends

I stand in awe and shake my face
You break your promise all over the place
You promised to love me but what do I see ?
Just you comin' in and spillin' juice over me
Odds and ends, odds and ends
Lost time is not found again.

Now you take your file and you bend my head
I never can remember anything that you said
You promised to love me, but what do I know ?
You're always spillin' juice on me like you got some place to go
Odds and ends, odds and ends
Lost time is not found again.

Now I've had enough, my box is clean
You know what I'm sayin' and you know what I mean
From now on you'd best get on some-one else
While you're doin' it, keep that juice to yourself
Odds and ends, odds and ends
Lost time is not found again.

Geen opmerkingen: