“Een van mijn tekortkomingen is dat mijn stem zo oprecht klinkt,” zegt Paul Simon in het interview met Rolling Stone (april 2011). “Ik heb geprobeerd om ironisch te klinken. Lukt niet. Kan ik niet. Alles wat Dylan zingt heeft twee betekenissen. Hij vertelt je de waarheid en houdt je tegelijkertijd voor de gek. Ik klink altijd serieus.”
Simon is wat al te bescheiden over de beperktheid van de kleur van zijn zangstem, maar inderdaad: de ironie, het sneren en het sarcasme dat Dylan vooral in de kwikzilveren jaren ’65-’66 in zijn zang weet te leggen, valt buiten Simons bereik. Daar staat tegenover dat hij een grootmeester is, vergelijkbaar is met Randy Newman, op het terrein van onderkoelde understatements, droge humor en gespeelde sulligheid. “50 Ways To Leave Your Lover”, “Paranoia Blues”, “Have A Good Time”… Paul Simons palet heeft heus wel meer kleuren dan alleen sincere, oprechtheid.
Hij verklapt niet waar hij heeft ‘geprobeerd om ironisch te klinken’, maar Simon refereert in een adem door aan Dylan, dus de link met “A Simple Desultory Phillipic” (1965 en 1966) is gauw gelegd. Of hij daar ironisch klinkt, daarover valt te twisten, maar hij doet in ieder geval enorm zijn best om als Dylan te klinken. Sowieso is het een Dylanpastiche waarvoor de tijd vriendelijk is geweest. Destijds werd het wat flauw gevonden, verkeerd begrepen (ironisch genoeg als een verachtenswaardige poging om mee te liften op Dylans succes) en een enkele keer met enige welwillendheid gewaardeerd, maar in fankringen en bij biografen wordt er in de eenentwintigste eeuw met meer liefde op teruggekeken. Soms wat al te himmelhochjauchzend (biograaf Marc Elliot noemt het a vicious burlesque, een venijnige karikatuur, op fansites getuigen fans o.a. ‘een van de beste politieke songs ooit’ en ‘groots en hilarisch’), maar leuk is het lied zeker.
Er bestaan twee versies. De eerste stamt uit Simons Londense periode, is akoestisch en duidelijk geïnspireerd op Bringing It All Back Home. Simon kopieert “It’s Alright Ma (I’m Only Bleeding)” op zijn gitaar en ratelt daaroverheen verzen als:
I was Union Jacked, Kerouac'd
John Birched, stopped and searched
Rolling Stoned and Beatled till I'm blind
I've been Ayn Randed, nearly branded
Communist 'cos I'm lefthanded:
That's the hand I use, well, never mind!
De opname komt terecht op het curieuze soloalbum The Paul Simon Songbook (1965), een in Londen, zonder Art Garfunkel, opgenomen plaat die gauw aan de plots opgekomen vraag naar een folky Paul Simon moest voldoen. Het is een rammelend, sjofel allegaartje van songs van het geflopte Wednesday Morning 3.A.M. (“The Sounds Of Silence”, bijvoorbeeld), nieuwe songs en songs die een jaar later voor Simon & Garfunkels doorbraakalbum Parsley, Sage, Rosemary And Thyme opnieuw zullen worden opgenomen.
Tot de laatste groep behoort “A Simple Desultory Phillipic”. Voor die tweede versie heeft Simon om te beginnen de tekst aangepast; veel namen zijn veranderd. Het eerste couplet begint nu met:
I been Norman Mailered, Maxwell Taylored
I been John O'Hara'd, McNamara'd
Maar dat is niet de meest ingrijpende verandering; die betreft de muzikale omlijsting. Dylan heeft inmiddels Highway 61 en Blonde On Blonde uitgebracht en dat brengt Paul Simon tot de originele ingreep om de muziek te actualiseren; hij kopieert de kwikzilversound en kiest nu als model voor de muziek: “From A Buick 6”. Een uitdaging, want Simon is natuurlijk berucht om zijn schier neurotische productionele perfectiedrang, maar het moet gezegd: voor deze keer klinkt het – voor zijn doen dan – redelijk gruizig.
Overigens inspireert Dylans succes producer Tom Wilson, zonder medeweten van Paul Simon, tot een ‘folkrock’-remix van het geflopte Sounds Of Silence. Het wordt een enorme wereldhit, in sommige naslagwerken zelfs (ietwat discutabel) tot “the quintessential folk rock release” benoemd. De astronomische verkoopcijfers leiden tot de haastige hereniging van Simon and Garfunkel en uiteindelijk tot de verheffing van het duo tot poplegende.
“From A Buick 6” wordt nog wel eens weggezet als filler, als een weinig opzienbarend tussendoortje op een album vol eeuwige klassiekers. En inderdaad, tussen songs als Like A Rolling Stone, It Takes A Lot en Thin Man straalt de Buick wat minder glanzend dan ze alleenstaand zou doen, ergens op een verlaten parkeerdek in het maanlicht. Losgezongen van die overdonderende plaatkant A komt “From A Buick 6” echter beter tot zijn recht: een van die kwikzilveren parels uit de hoogtijdagen van een geniale kunstenaar, een bitterzoete, onbehouwen bluesrock vol halfvertrouwde referenties en buitenissige metaforen.
De titel heeft, zoals de meeste songs op Highway 61, geen directe relatie met de tekst. De Buick 6-serie werd van 1914 tot 1930 geproduceerd, dus hoogstens heeft die titel een soort gevoelsmatige link met de roots van de muziek bij het lied. En thuis hadden de Zimmermans vroeger een Buick; in Chronicles herinnert de bard zich familietripjes naar Duluth met de ‘old Buick Roadmaster’, de auto waarin Dylan heeft leren rijden, het merk waaraan hij ook in latere jaren trouw blijft. Een Buick 6 associeert de dichter dus vermoedelijk met zoiets als oud en vertrouwd of van blijvende waarde.
Het lied zelf is losjes gebaseerd op “Milk Cow Blues” van Sleepy John Estes uit 1930, een song waaruit Dylan wel vaker put. Killing you by degrees, bijvoorbeeld, keert terug in “Where Are You Tonight?”, Some said disease, some said it was degree’in echoot door in de opening van “Legionnaire’s Disease” en ook de eerste regels van “From A Buick 6” zijn geïnspireerd op Estes’ klassieker:
Now asks sweet mama
Lemme be her kid
She says, 'I might get boogied
Like to keep it hid'
Los daarvan is er dan ook nog de inhoudelijke overeenkomst: beide bluessongs thematiseren overspel. Alleen kiest de dichter Dylan daarvoor – uiteraard – hallucinantere beelden en kleurrijkere metaforen dan Estes.
Dylans ik-persoon heeft thuis een graveyard woman, een dooie huismus, die voor de kinderen zorgt terwijl hij de bloemetjes buiten zet met zijn soulful mama, met een spetterende dame die bruist van leven. Haar bijzondere kwaliteit is haar vermogen om hem weer op te peppen als hij het allemaal niet meer ziet zitten. De mismoedigheid die de verteller kan kwellen verwoordt de dichter dan niet met de gebruikelijke bluesclichés als down and out of feelin’ blue of I’m so lonesome, maar met sprankelende beeldspraak zoals lost on the river bridge, ‘verdwaald op de brug over de rivier’ – een prachtig en volstrekt origineel beeld voor de verlorenheid van een wankelmoedig man die verscheurd wordt tussen een leven op de rechteroever, bij de moeder van zijn kinderen, of op de linkeroever, bij de vrouw die hem gelukkig maakt.
Desondanks leidt het lied een vrij obscuur bestaan. Dylan zelf speelt het vrijwel nooit (twee keer, beide keren in ’65), al te veel covers zijn er niet en de filmwereld negeert de song ook al. Op één uitzondering na dan toch: het pakkende, charmante sociale drama Kisses, een meesterlijke Ierse film uit 2008. Twee verliefde, jonge pubers lopen weg en beleven een woeste, beangstigende en betoverende nacht in Dublin. De jongen heet Dylan en Bob Dylan is (dus) een rode draad in de film. “From A Buick 6” wordt gekozen als soundtrack bij de scene waarin de twee, na een half flesje bier te hebben gedeeld, baldadig en relschoppend door de stad rennen.
Onder de weinige covers bevinden zich gelukkig wel een paar bijzonder geslaagde.
Op de geremasterde versie van Johnny Winters Still Alive And Well (1973) staat de song als bonustrack, in een uitvoering zoals je mag verwachten van de albino gitaargod: vuig, rauw en zonder flauwekul.
De getalenteerde Chuck Prophet schrijft prachtige liedjes (voor o.a. Solomon Burke, Heart en Kim Carnes), heeft in de jaren 80 succes met zijn bandje Green On Red en schuwt als soloartiest het experiment niet. “From A Buick 6” staat al jaren op zijn setlist, is altijd geslaagd maar het meest opmerkelijk als hij het bijna helemaal alleen doet; gedragen door een bijzonder aantrekkelijke gitaarlick, begeleid door een ritmebox en meer declamerend dan zingend via een stemvervormer. Op de achtergrond duwt echtgenote Stephanie Finch zoekend op de toetsen van haar wonderorgeltje – dat had eigenlijk nog wel wat verder naar de achtergrond gemogen.
De beste cover staat op naam van veteraan Gary U.S. Bonds en hebben we te danken aan Bruce Springsteen, die samen met Steven Van Zandt de herrijzenis van Gary regisseert. Het duo schrijft songs, selecteert covers, speelt mee en produceert Bonds’ comebackalbum Dedication (1981), een van de meest succesvolle comebackalbums uit de pophistorie. Bonds, Little Steven en The Boss benaderen “From A Buick 6” als een eerbiedwaardige, monumentale popklassieker en dat pakt goed uit; Dylans tussendoortje heeft plotseling de allure van een “I Heard Through The Grapevine” of een “Twist And Shout”.
De cover is trouwens ook te vinden op de erg leuke verzamelaar How Many Roads; Black America Sings Bob Dylan (2010).
From A Buick 6
I got this graveyard woman, you know she keeps my kids
But my soulful mama, you know she keeps me hid
She's a junkyard angel and she always gives me bread
Well, if I go down dyin', you know she's bound to put a blanket on my bed
Well, when the pipeline gets broken and I'm lost on the river bridge
I'm all cracked up on the highway and in the water's edge
And then she comes down a thruway, ready to sew me up with a thread
Well, if I go down dyin', you know she's bound to put a blanket on my bed
Well, she don't make me nervous, she don't talk too much
She walks like Bo Diddley and she don't need no crutch
She keeps this four-ten all loaded with lead
Well, if I go down dyin', you know she's bound to put a blanket on my bed, c'mon
Well, you know I need a steam shovel, mama, to keep away the dead
I need a dump truck, baby, to unload my head
She brings me everything and more, and just like I said
Well, if I go down dyin', you know she's bound to put a blanket on my bed
Geen opmerkingen:
Een reactie posten