Apekool

Zo rond 2015 – de precieze datum weet ik niet meer – heb ik het mopperen over wat anderen over Bob Dylan en zijn muziek schrijven afgezworen. Niemand is feilloos, dus waarom mopperen? Het levert zo weinig op.
Die mopper-stop bevalt me wel. Het geeft rust in de kop.
Maar soms, heel soms…
Heel soms knapt er iets.

Ergens halverwege de jaren negentig besluit de redactie van Vooys het artikel “De nederlaag als levensvorm; Bob Dylan als outsider” van Jeroen Steenbakkers af te drukken in het aan de vakgroep Nederlands van de Universiteit Utrecht verbonden literaire tijdschrift.
Dat de door Steenbakkers gedane research voor zijn acht pagina’s tellende artikel zich heeft beperkt tot het doornemen van drie Engelstalige artikelen, allen opgenomen in een herdruk van het door Craig McGregor samengestelde boek Bob Dylan; A Retrospective uit 1972, een door Wouter van Oorschot geschreven bericht uit een Volkskrant van juni 1989 en een roofdruk van Bob Dylans verzamelde songteksten, moet voor de redactie van Vooys toch een hint zijn geweest dat “De nederlaag als levensvorm” geen doorwrocht stuk is.
De redactie doet niets met de hint en plaatst “De nederlaag als levensvorm” in de editie van februari / maart 1995 van het tijdschrift.
Bijna een kwart eeuw later lees ik dat artikel. Er knapt iets in mij.
Het artikel telt meer fouten dan pagina’s. Onnodige, makkelijk te controleren feiten zijn door Steenbakkers alinea na alinea verhaspeld tot onzin. Hij heeft het over Woody Guthry in plaats van Guthrie, de albums The Basement Tapes en Slow Train Coming laat hij een jaar te vroeg uitkomen en de song “Tonight I’ll Be Staying Here With You” verplaatst hij van 1969 naar 1967 alsof het niks is.
Een verhaspel-dieptepunt bereikt Steenbakkers in twee zinnen over het concert tijdens de tournee van 1966 waarbij Bob Dylan vanuit het publiek “Judas!” naar zijn hoofd geslingerd krijgt.
Hoeveel fouten kan een mens in twee zinnen maken?
Steenbakkers: “De tweede keer verschijnt hij [Dylan] met een rockband, waarin onder andere Robbie Robbertson en Levon Helm meespelen. Op 10 mei staat hij in de Royal Albert Hall in Londen.”
Even drie keer diep adem halen…
Oké, ik blijf kalm.
Iedereen kan zich vergissen.
Daar gaat ‘ie, met respect.

1. Het concert waarbij Bob Dylan werd uitgescholden voor “Judas!” was niet in de Royal Albert Hall in Londen, maar in de Free Trade Hall in Manchester. Een feit dat anno 1995, in de tijd waarin Steenbakkers zijn artikel schreef, nog niet algemeen bekend was. Het is hem vergeven.
2. Op 10 mei 1966 – zoals Steenbakkers schrijft - staat Bob Dylan niet in de Royal Albert Hall in Londen. Ook staat hij op die dag niet in de Free Trade Hall in Manchester, waar hij werd uitgemaakt voor Judas. Op 10 mei 1966 staat Bob Dylan op het podium van Colston Hall in Bristol.
10 mei Bristol, 17 mei Manchester en 26 en 27 mei Londen. Zo zit het.
Hoe komt Steenbakkers dan aan die datum van 10 mei? Steenbakkers heeft moeite met jaartallen. Slow Train Coming en The Basement Tapes komen ineens respectievelijk in 1978 en 1974 uit in plaats van in 1979 en 1975, “Tonight I’ll Be Staying Here With You” speelt Dylan al in 1967, niet in 1969. En zo gaat het ook met die tiende mei. Op 10 mei is Bob Dylan wel degelijk in de Royal Albert Hall, alleen niet in 1966, maar in 1965.
3. De naam van Dylans gitarist tijdens tournee 1966 schrijf je met drie b’s, niet met vier, zoals Steenbakkers doet.
4. En Levon Helm heeft regelmatig achter het drumstel gezeten terwijl Bob Dylan stond te zingen, maar niet tijdens het concert op 10, 17, 26 of 27 mei 1966 en ook niet tijdens het concert een jaar eerder, op 10 mei 1965.

Goed, Steenbakkers had er goed aan gedaan de feiten te checken voor hij zijn “De nederlaag als levensvorm” publiceerde. Dat heeft hij niet, of in ieder geval onvoldoende gedaan.
Het ergste is dat dit nog te accepteren is. Iedereen maakt tenslotte wel eens een fout.
Echt kwalijk wordt “De nederlaag als levensvorm” pas op de momenten dat Steenbakkers pretendeert in het hoofd van Bob Dylan te kunnen kijken om vervolgens de apekool door de strot van de achteloze lezer drukken.
Steenbakkers: “sinds zijn motorongeluk lijkt hij [Dylan] er veeleer op gericht fans te verliezen dan fans te winnen.”
En iets verderop:
“Het laatste echt grootse nummer dat hij heeft geschreven, is ‘Blind Willie McTell’ (1983), dat hij, waarschijnlijk om te jennen, niet op de lp Infidels heeft geplaatst.”
Bob Dylans doel in dit leven – aldus Steenbakkers - is om zijn fans af te schrikken, om de mannen en vrouwen die er voor zorgen dat er een boterham op de plank komt van zich te vervreemden, dusdanig te schofferen dat ze nooit meer een Dylanplaat kopen.
Er is maar één woord voor de onzin die Steenbakkers op papier slingert: apekool.
En het meest idiote is nog dat ieder weldenkend mens weet dat het apekool is en toch schrijft Steenbakkers het op. Een koekenbakker, dat is Steenbakkers.
Beweren dat Bob Dylan er op uit is om de fans van zich te vervreemden is ongeveer net zo logisch als een marktkoopman die roept dat zijn groente niet te vreten is.
Ik zeg het nog één keer: apekool.
Goed, terzijde schuiven dat artikel, rustig blijven ademhalen en verder gaan. Het leven is te mooi om alleen zure appels te eten.

Maar voor ik dat doe nog even over “Blind Willie McTell” en Infidels. Steenbakkers sluit zich aan bij de breed gedragen mening dat een Infidels met “Blind Willie McTell” beter is dan een Infidels zonder.
Hoewel er altijd twijfel bij mij zal blijven bestaan over de juistheid van mijn gedachten, ben ik er op dit moment van overtuigd dat de breed gedragen mening dat “Blind Willie McTell” op Infidels had moeten staan niet alleen een onzinnige gedachte is – “Blind Willie McTell” staat immers niet op Infidels – maar ook dat die gedachte berust op het misverstand dat één sterke song een album als geheel beter maakt.

Er bestaat voor mij geen twijfel over de schoonheid van “Blind Willie McTell”. “Blind Willie McTell” is naar mijn smaak beter / mooier dan alle songs op Infidels als songs an sich.
Maar… de acht songs die op Infidels staan vormen samen een uitstekend, samenhangend album. Wanneer “Blind Willie McTell” aan deze acht songs wordt toegevoegd, of wanneer één van de acht songs op Infidels wordt vervangen door “Blind Willie McTell”, dan is de balans van het album weg. Dan zal Infidels geen album meer zijn, maar een verzameling songs.
Daarom is naar mijn smaak een Infidels zonder “Blind Willie McTell” beter dan een Infidels met “Blind Willie McTell”.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Andermaal een mooi prikkelend artikel, en helaas weer de vinger bij een pijnlijke plek in literair Nederland, dat ik soms vergelijk met het land der blinden waar eenoog koning is, hoewel er gelukkig uitzonderingen zijn die deze, toegegeven, gefrustreerde constatering logenstraffen, maar vergeleken met het buitenland (Engeland, Duitsland en Frankrijk voorop) is het literaire debat hier er meestal een van persoonlijke vetes, richtingloosheid en gebrek aan fundering. De mate waarin jij je inleest en zoekt naar genuanceerde stellingname is daarom te prijzen. Toch verschil ik hier voorzichtig van mening wat betreft het nummer Blind Willie McTell en Infidels. Het nummer is als ik het goed heb niet van de plaat gehaald omdat het niet zou passen, anders was het nooit in de oorspronkelijke opzet opgenomen samen met Foot of Pride. Dylan, berucht om zijn rookgordijnen, noemt zelf als argument dat beide geschrapte songs niet uit de verf kwamen zoals hij ze had gehoord in zijn hoofd. Ik zelf vermoed dat zijn enthousiasme over de recentste opname van een nieuw nummer, namelijk Union Sundown, waarbij hij een eigentijdse sound vond, een grotere rol speelde, maar ook ik kan niet in zijn kop kijken. Waar je wel groot gelijk in hebt is dat de officiële Infidels heel samenhangend is, een verhaal vertelt (Neighbourhood Bully wordt bv gevolgd door Man of Peace, persoonlijke nummers worden als peper tussen de filosofische/politieke in gestrooid) en een unificerende sound heeft, iets dat met de insluiting van de akoestische Blind Willie McTell niet zo was geweest. Toch zie ik ook in de eerste versie, zoals te horen op de Bootleg Outfidels logica, en hoor ik eveneens een overkoepelend, maar meer ruig, minder gladgestreken gemixt geluid, zeker ook omdat daarbij de elektrische versie van McTell wordt opgevoerd terwijl de oorspronkelijke zangpartijen feller zijn, meer de Dylan rammel vertonen, wat hij zelf te voorspelbaar vond, volgens bepaalde bronnen. Kant één bevat hier meer filosofisch/politieke songs, kant twee de meer persoonlijke, hoewel aan het eind met Foot of Pride de koppeling met kant één weer wordt gelegd, terwijl overal de (ver)twijfel(ing) boventoon voert (Neighbourhood Bully, hier voorafgegaan door Man of Peace, is niet zo ongenuanceerd als wordt gedacht, lees de titel goed, het mag een geuzennaam zijn, het wijst op iets negatiefs). Ik voor mij wordt meer gegrepen door die bootleg en vind dat de aarzelende houding van de latere Dylan ook in dit geval heeft geleid tot verkeerde keuzes, maar daar valt over te strijden, dat hij er op uit zou zijn (bepaalde fanatieke) fans van zich te vervreemden gaat waarschijnlijk alleen op in het geval van de zelfbescherming die hij wel moest toepassen rond de tijd van Self Portrait, hoewel hij toen evenmin alle fans wou wegjagen, getuige zijn teleurgestelde reactie op de hoon destijds.
groet hans altena

tom w zei

Dank voor je reactie, Hans. En ja, ik begrijp wat je zegt. Daarom begon ik mijn mening over het ontbreken van "Blind Willie McTell" op Infidels met: "Hoewel er altijd twijfel bij mij zal blijven bestaan over de juistheid van mijn gedachten, ben ik er op dit moment van overtuigd dat..."
Die twijfel zal er altijd zijn. Die twijfel is ook goed. Door de twijfel blijf je (ik) luisteren.
groet,
Tom