De eerste keer dat ik Renaldo & Clara zag was ik verward. Ik zag de logische verbanden, de verbeelde associaties van de maker – Bob Dylan – niet. Dat kwam allemaal later. Met iedere keer kijken zag ik meer.
Vanmiddag zag ik Renaldo & Clara voor de zevende of achtste keer en nooit eerder zag ik zoveel in die film als vandaag. Zo was me nog nooit eerder opgevallen dat Phil Lesh – bassist van The Grateful Dead – voorbij flitst. Hij is maar even te zien en al weer uit beeld verdwenen voor je je kunt afvragen wat hij in Renaldo & Clara doet.
Bob Dylan ging toch pas in 1987 met The Grateful Dead op tournee? Dat is twaalf jaar nadat de beelden voor Renaldo & Clara zijn geschoten. Op het album Dylan & the Dead – het officiële souvenir van die tournee uit 1987 – bevat zeven nummers waarvan er twee nog niet waren geschreven toen Renaldo & Clara werd gefilmd: “Slow Train” en “Gotta Serve Somebody”.
In tegenstelling tot Renaldo & Clara vond ik Dylan & the Dead bij de eerste keer ondergaan gelijk goed. Dylan & the Dead was het derde of vierde album van Bob Dylan dat ik hoorde. Een jochie was ik nog. De muziek op dit album is anders dan de muziek die ik in die dagen van de radio kende. Zo uit de losse pols, dat ik voor het eerst begreep dat perfectie de doodsteek voor schoonheid is. Muziek moet rammelen om te ontroeren.
Een mooi voorbeeld van de voor ontroering zorgende rammel is, net als Phil Lesh, te vinden in Renaldo & Clara. “People Get Ready” komt langzaam aandrijven terwijl de beelden van de film verder flitsen, grijpt me beet en laat me verslagen achter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten