Tim Knol & Friends: Tribute To Bob Dylan - door Ed

Dylan in het Concertgebouw. Dat klinkt goed met die fluweelzachte akoestiek. Alleen daarom al verdiende het initiatief van Tim Knol en zijn vrienden lof. We waren er woensdagavond: ik en mijn vrouw/vriendin Dity. Een Tribute to Bob Dylan door Tim Knol & Friends. Dylan tussen Mozart, Beethoven, Schubert, Bach en Brahms. In dat rijtje hoort hij ook thuis.

En de aftrap was puik: Tim Knol met pet die in de verte wel iets deed denken aan de jonge Dylan uit Greenwich Village. Zijn buik is te dik, zijn wangen zijn te bol, maar hij heeft wel een stem voor de jonge Dylan. En een feeling. Going To Acapulco, een Basement-Tape song –wel, je kan obligater beginnen. Blazersgroep erbij en deze heerlijk dromerige song beloofde veel.

Of dat eruit kwam? Ja en nee.  Veel vrienden, veel vertolkingen, maar de kwaliteit wisselde sterk, zoals bijna altijd het geval is met tribute-concerten. Vooral voor de pauze een sterk wisselvallig concert. Topper: Admiral Freebee met Man In The Long Black Coat. Rauwe stem, muzikaal top begeleid. Voor hem een van de missers: Djurre de Haan met A Hard Rain’s Gonna Fall. Vreselijk braaf gezongen, met een benepen stemmetje. Sorry, maar direct doorspoelen.

Bent van Looy struikelde over de tekst van Make You Feel My Love. Jammer, deed het best goed achter de piano. Maar diezelfde Van Looy revancheerde zich na de pauze in de persoon van…David Bowie. Hij zong als een volleerde Bowie diens Song For Bobby (album Hunky Dory).

En dat valt Tim Knol en vrienden te prijzen: het was geen doorsnee tribute-concert. In de (uitverkochte) zaal veel a-typische Dylan-concertgangers: oudere vrouwen en nette mannen. Maar juist de typische Dylan-liefhebber kwam aan zijn trekken met allesbehalve de usual suspects. Wat te denken van Days Of 49? Eigenlijk een song die Dylan zelf covert op Self Portrait, de club van Anne Soldaat maakte er een spetterend nummer van. Tim Knol zelf verraste met The Man In Me.

Natuurlijk, Blowin’ In The Wind (subtiel gezongen door Tangarine onder het grote orgel, het Asser duo dat even fijntjes You Ain't Going Nowhere voor het voetlicht bracht). Maar ook … The Tweeter And The Monkeyman op tekst gezet door Freek de Jonge. Uiteraard, The Traveling Willburys

Een hoogtepunt. Geweldig optreden. Freek kreeg de zaal plat met zijn sublieme en ter plekke verzonnen sketch. Het publiek achter de band (naast het orgel) had last van een slecht geluid. Een groepje mensen verliet zelfs de zaal. Nou, dat kun je beter niet doen als Freek in de buurt is.

Chapeau voor Nico Dijkshoorn. Hij (en vooral de band) was op dreef met Most Of The Time, dat hij vooraf liet gaan door een typisch Dijkshoorn-verhaal. Ernst Jansz excelleerde; hij vlamde met De Verloren Straat, het vertaalde Desolation Row. Nee, ik houd niet van vertalingen van Dylan-teksten (hoe knap ook gedaan), maar Jansz deed wel iets heel moois met de tekst. En hij zong het complete nummer van A tot Z, en dat kun je van Dylan zelf niet zeggen tijdens zijn concerten. Met strakke band.

Dolf Jansen, ook zo’n dwarsstraat. Dolf (Freek: “Tijdens de repetitie rende hij alleen maar de trappen op en af in de grote zaal”) vertolkte Loudon Wainwright’s Talking To Bobby. Geestig en gedreven. Applaus.

Jan Donkers, de muziekjournalist, was er, evenals Leo Blokhuis. Hmmm, hadden voor mij wel mogen wegblijven. Gek, beide heren moeten ALTIJD iets zeggen over de gruizige stem van Dylan tijdens diens concerten. Voorspelbaar en eeuwig hetzelfde deuntje. Ik vind dat dodelijk voor journalisten. En Henk Hofstede (Love Minus Zero) en Marike Jager (Mama, You’ve Been On My Mind)? Niet slecht, maar niet bijzonder.

En dan toch maar even aan het eind: Roos Rebergen (Roosbeef) had daar niet mogen staan.Tenminste, niet met haar vertolking van Dylan-covers.  Zij kwam op met een leuk praatje. Spontaan en geestig, zoals ze is. En scoorde nog net een mager zesje met Lay Lady Lay. Maar haar Simple Twist Of Fate (samen met Djurre de Haan)? Rampzalig! Sorry, Roos, ik vind je een aanwinst voor Nederland, maar vertil je niet aan Dylan. Simple Twist Of Fate is een wonderschone song, maar die werd nu geruïneerd.

Oké, een beetje rommelig was het af en toe wel woensdagavond. En Tim Knol moet nog leren hoe hij een groepje boe-roepend publiek (vanwege het slechte geluid bij het orgel) netjes tot de orde moet roepen. Hoewel, het deed, heel even, denken aan het Judas-concert in Manchester 1996 toen de elektrische gitaren van Dylan en The Hawks (aka The Band) het publiek in de gordijnen joegen.

Tim Knol deed dat feitelijk ook. Hij snauwde, pakte zijn gitaar en Playde Fucking Loud met zijn bandleden. En dat in het deftige Concertgebouw. Daar had je bij moeten zijn. Nou, dat was ik.

Ed

Geen opmerkingen: