Terwijl 'mevrouw Tom' naar Netflix kijkt, blader ik gedachteloos door een boek over de Amerikaanse popart kunstenaar Robert Rauschenberg. Ik kan me meestal redelijk afsluiten voor het geluid van de televisie, tenzij ik iets bekends hoor.
Het is de klank van de mondharmonica die mij uit mijn boek trekt. Het snerpende, bijna zwevende geluid dat ik uit duizenden herken: het intro van "All Along The Watchtower". En zoals dat vaak gaat op dat soort momenten, word ik niet alleen uit mijn boek getrokken, maar ook in het verleden, in een herinnering gezet. Ik ben zestien jaar. Een vriend heeft op zijn zolderkamer "All Along The Watchtower" van Jimi Hendrix voor mij gedraaid. Het is de vetste song die ik ooit gehoord heb, maar nieuwsgierig als ik ben, wil ik het origineel horen.
Ik leg iedere week een paar gulden van mijn zakgeld opzij en als ik na een paar weken twintig gulden heb, stap ik op de fiets. De stad is zo'n zeventien kilometer verderop, ongeveer een uur fietsen. In de stad is één platenzaak. Ik wil Bob Dylans versie van "All Along The Watchtower" horen, simpelweg omdat ik nieuwsgierig ben. Ik weet niet op welk album het nummer staat, laat staan of de platenzaak een uur fietsen van huis de plaat op voorraad heeft. En als die plaat op voorraad is, of mijn 20 gulden genoeg is om de plaat mee te mogen nemen. Het zijn de dagen voor internet en smartphone.
De drang om geluk te hebben, om "All Along The Watchtower" te vinden reduceren de zeventien kilometer peddelen tot niet meer dan een eenvoudig te overwinnen noodzakelijk kwaad.
In die platenzaak zie ik voor het eerst van mijn leven de hoes van John Wesley Harding - het album waar "All Along The Watchtower" op te vinden is. Mijn 20 gulden is genoeg om de plaat mee naar huis te kunnen nemen. Ik houd nog een paar gulden over.
De plaat zit in een plastic tas, de plastic tas heb ik aan het handvat vast - een plaat doe je niet onder snelbinders en een fietstas heb ik niet. De wind slaat regelmatig tegen de tas waardoor de plaat tegen mijn peddelend been slaat. En iedere keer ben ik bang dat de plaat zal breken. Zeventien kilometer lang.
De plaat breekt niet. Goddank.
Tussen het besluit om op de fiets te stappen en het uit zijn wat vreemd ogende hoes halen van de plaat zit zo'n tweeënhalf uur - wie zijn die mannen naast Bob Dylan op de foto? Tweeënhalf uur waarin mijn hersens overuren hebben gedraaid. Ik heb me veel verschillende voorstellingen gemaakt van de muziek op John Wesley Harding, maar niet een komt er in de buurt van wat ik te horen krijg. Na drie nummers die ik niet echt gehoord heb - ik wacht op "All Along The Watchtower" - is het eindelijk zo ver. Hendrix' versie is vet, ik verwacht dat Dylans versie nog vetter is. Ronkende gitaren, knallende drums, orgels, pompende bassen, overslaande stemmen, psychedelica, trillende borstbenen, een moeder die onder aan de trap schreeuwt of 't wat zachter mag, ik verwacht het allemaal, maar krijg het niet.
Ik hoor een akoestische gitaar en een mondharmonica. Meer niet. Is dit het?
Drums en basgitaar vallen in, niet te veel op de voorgrond.
Een stuwend ritme, dat dan wel.
En dan die stem:
“There must be some way out of here,” said the joker to the thief
De springstof in mijn kop gaat af.
In dat moment, na die ene zin weet ik het: dit is het.
Alle respect voor Jimi Hendrix, maar zijn "Watchtower" hoef ik nooit meer te horen.
Het komt allemaal terug, dertig jaar later, als de Netflix-serie "All Along The Watchtower" mijn kamer in spuugt. Dat was gisteravond.
Maandagochtend, half vijf. Ik kan niet meer slapen. De spoken in mijn hoofd zingen die ene regel. En na die regel volgt vanzelf de rest.
Ik stap uit bed, zet John Wesley Harding op. Althans, wil dat doen. Realiseer me dat ik een lijstje in mijn kop heb en dat lijstje bepaalt welke John Wesley Harding ik draai.
Het lijstje van de best klinkende versies van dit album:
1. originele Amerikaanse mono-persing
2. reel to reel-versie
3. Engelse heruitgave uit jaren negentig
4. originele Amerikaanse stereo-persing
5.
Ik leef inmiddels zo lang met John Wesley Harding dat ik een lijstje in mijn kop heb.
Soms wil ik vergeten, opnieuw kunnen beginnen.
De volgorde van de platen op het lijstje is niet in steen gebeiteld. Er wil nog wel eens iets schuiven.
Plek vijf is nog leeg. Ik twijfel welke persing daar moet komen. Eigenlijk al jaren. De Japanse persing? De eerste cd-versies? In ieder geval niet de cd-heruitgave uit 2003. Die klinkt gewoon slecht.
Het lijstje bepaalt niet alleen welke John Wesley Harding ik meestal draai, maar vooral ook welke ik niet draai. Zoals de Engelse mono-persing, staat in de kast, draai ik eigenlijk nooit.
Daar moet verandering in komen, al is het maar voor één keer. Vandaag draai ik die Engelse mono. Een paar maal.
Klinkt goed.
Ik ben toe aan een nieuwe explosie in mijn hoofd. Een explosie die de lijstjes eruit blaast.
Maandagochtend, het is dertig jaar geleden dat ik voor het eerst John Wesley Harding hoorde. Ik veer nog steeds op als "All Along The Watchtower" begint.
Goed nummer, mysterieuze tekst.
Ik begrijp die tekst niet. Althans, niet helemaal. De grote lijn wel.
Zolang Dylan zingt, zie ik het voor mij. Denk ik het te begrijpen. Maar vraag het me niet na te vertellen. Dan moet ik zeggen dat ik het niet begrijp. Ik snap de muziek waar ik zo van houd niet. Het is een vloek, een absurditeit.
Het is een paradox. Ik houd er van.
Lang leve de paradoxen.
Dat ik het niet begrijp, zorgt er mede voor dat ik na dertig jaar luisteren nog steeds gefascineerd ben.
Natuurlijk, ik heb de tekstanalyses gelezen. Dylan had een bijbel en daar heeft hij wat regels uit gehaald. Maar staren naar die bron, is uiteindelijk niet de ingang tot begrip. Wat het staren naar die bron vooral bewijst, is dat Bob Dylan een interessantere schrijver is dan de krabbelaar die jaarlijks royalty's voor de verkochte bijbels op zijn bankrekening bijgeschreven krijgt.
Er is een theorie die beweert dat de coupletten in de verkeerde volgorde staan, dat je, om "All Along The Watchtower" te begrijpen, de tekst van achter naar voren moet lezen.
Flauwekul.
Klinkklare onzin.
Kletspraat.
Het gewauwel van een dronken aardbei met een tikkeltje grootheidswaanzin onder z'n kroontje.
Als de tekst in een andere volgorde gelezen had moeten worden, dan had Dylan die tekst wel in die andere volgorde gezet.
Bovendien moet de tekst niet gelezen worden, de lezer moet luisteren voor begrip.
Er is een reden waarom "All Along The Watchtower" met een mondharmonica begint. Er is een reden waarom Dylan de nadruk legt op sommige woorden tijdens het zingen. Alleen daarom al moet er geluisterd worden.
“There must be some way out of heeere,”
saidthe joker to the thief
“There’s too much confusion, I can’t get no relief
Businessmen, theeeey drink my wine, plowmen dig my earth
None of them along the line
know what any of it is worth”
Er zit woede, verontwaardiging in de woorden van de joker. Dat zit 'm in de tekst, maar vooral in hoe Dylan die woorden zingt. En meer nog dan verontwaardiging is het onrust dat te horen is in dat eerste couplet. De joker zit op hete kolen. Hij heeft het niet breed.
Eenzelfde exercitie is te doen voor het tweede couplet, voor hetgeen de dief tegen de joker zegt. De dief relativeert. Hij lijkt de joker gerust te willen stellen. "Doe maar rustig, komt allemaal goed", lijkt hij te willen zeggen. En toch krijg ik als luisteraar het idee dat hij de boel belazert, dat hij een dubbele agenda heeft.
In het derde couplet komt niemand meer aan het woord. het is een couplet dat zich het beste laat lezen (beluisteren) als regieaanwijzingen.
Daarmee is het mysterie dat "All Along The Watchtower" is niet opgelost. Gelukkig maar.
"All Along The Watchtower" draait - voor mij - om het naar het puntje van mijn stoel gedreven worden op het moment dat ik die huilende mondharmonica hoor, de onrust zich in mijn donder begint te roeren.
Outside in the distance a wildcat did growl
Two riders were approaching, the wind began to howl
En dan gewoon weer vooraan beginnen.
5 opmerkingen:
Erg mooi stuk Tom, heel herkenbaar ook, al zal voor mij altijd The Times They Are A-Changin' die lading hebben, omdat dat lied mij in '65 als zevenjarige kennis liet maken met Dylan, over de radio. Toegegeven, ik vind het niet het beste nummer, zeker niet, en ook mist het die mysterieuze dimensie zoals jij die beschrijft bij Watchtower, maar de opzwepende, snijdende klank komt elke keer weer binnen alsof ik daar met mijn soldaatjes weer onder de radio zit en een ervan naar mijn moeder gooi als zij de knop om wil draaien om een andere zender te zoeken. Overigens is de uitgave uit de Mono-box voor mij de mooiste, de mondharmonika daar met de meeste dimensie en minder schril, het geheel zonder de nogal zware compressie van de eerste mono uitgave, de stereo uitgaven van dit bijzondere album hebben me altijd teleurgesteld, maar ieder zijn meug!
groet hans altena
Dag Tom,
leuk verhaal, maar wat ik me nu afvraag is: in welk programma werd Watchtower eigenlijk gebruikt? Ik heb geen Netflix dus ik heb niet zoveel aan de informatie, maar toch ...
En was Hans Altena echt pas zeven toen hij met Dylan kennis maakte via de radio? Of moet dit misschien zeventien zijn?
Groeten,
Hans Bosch
mooi stuk, Tom!
Ha Hans,
Het gaat om Blacklist, seizoen 4 aflevering 15.
groet,
Tom
Zie dit nu pas, maar ja Hans, ik was zeven, geboren in 58 en het was in 65 toen de single hier in Nederland op de markt kwam. Een klein wonder was dit wel, ik groeide op in een streng religieus gezin, en het leidde letterlijk tot kastijding dat ik naar deze muziek wilde luisteren, al vroeg daarop stiekem met een transistor die nog op zolder lag van een veel oudere broer die in Nieuw Guinea had gevochten en toen al het huis uit was, het was duivels wat ik deed in de ogen van mijn ouders.
groet hans altena
Een reactie posten