Knockin’ On
Heaven’s Door (1973)
De Indonesische
schrijver Eka Kurniawan schrijft prachtige boeken en zal ooit nog wel eens de
Nobelprijs winnen voor zijn magisch realistische, maatschappijkritische oeuvre,
maar liedjes schrijven kan hij niet. “Het is het moeilijkste dat er is. Je hebt
maar zo weinig woorden tot je beschikking,” analyseert hij, met spijt, in het
Volkskrantinterview, 26 januari 2019.
“Ik heb het geprobeerd, maar ik kan het niet. Een klein verhaal dijt bij
mij al snel uit. (…) Songwriters maken een omgekeerde beweging: die kunnen een
groot verhaal in iets heel kleins gieten.”
Hij zegt het naar aanleiding van zijn bewondering voor "Knockin’ On
Heaven’s Door", dat hij in de versie van Guns ‘n’ Roses heeft leren
kennen. En in het verlengde daarvan verklaart hij een fan te zijn van de
Indonesische Bob Dylan, Iwan Fals: “Ik hou ervan hoe hij in zijn liedjes kleine
verhaaltjes vertelt.”
De scenarist van Pat Garrett &
Billy The Kid, de schrijver Rudy Wurlitzer deelt Kurniawans bewondering,
maar bewondert vooral de omstandigheden waaronder en de snelheid waarmee de
bard dat lied weet te fabriceren:
“Bob schreef de filmmuziek in Mexico-stad,” zegt Wurlitzer. “Maar daarvoor,
op een avond toen we vanuit Mexico-stad terugkeerden naar Durango - ik ben
vergeten waarom we daar waren - zei hij dat hij nog iets wilde schrijven voor
de sterfscène van Slim Pickens, die de volgende dag zou worden opgenomen. Hij
krabbelde iets in het vliegtuig en liet het me regel na regel zien en toen we
uit het vliegtuig stapten, was het klaar, Knockin’
on Heaven's Door.”
Wurlitzer vertelt ook hoe Dylan zich voorbereidt op de film, de ijver
waarmee hij zich op het project stort en hij claimt dat Dylan via hem überhaupt
een rol in die film krijgt:
“Toen Dylan hoorde dat er een Billy the Kid-film in de maak was, zocht hij
me thuis in Lower East Side op, om te vragen of er een manier was om mee te
kunnen doen. Hij zei dat hij in een vorig leven Billy the Kid was. Nadat ik een
rolletje voor hem erin had geschreven, vlogen we naar Durango zodat hij Sam kon
ontmoeten. Na het eten liepen we naar zijn huis waar Sam in zijn eentje in zijn
slaapkamer zat te drinken en naar zichzelf zat te staren in een grote spiegel.
Hij wendde zich tot Dylan en zei: ‘Ik ben zelf een grote Roger Miller-fan. Kan
niet veel met jouw werk.’”
(interview in
Arthur Magazine, mei 2008)
Bloody Sam Peckinpah slaat om
als hij Dylan de ruimte geeft om “Billy” voor te zingen, weet James Coburn.
Hoofdrolspeler Coburn (Pat Garrett) noemt niet die afwijzende Roger Miller-opmerking,
maar weet vrij stellig dat Peckinpah geen idee had wie Dylan was (“Sam didn’t know who the fuck Dylan was”).
Hij herinnert zich echter ook, dat de regisseur al na één luistersessie is
bekeerd:
“Maar toen hij Dylan hoorde zingen, was Sam de eerste om toe te geven dat
hij werd geraakt door Dylans zang. Hij hoorde Dylans Ballad of Billy the Kid en liet het onmiddellijk op tape zetten
zodat hij het bij zich kon hebben om af te spelen.”
(interview met
Garner Simmons voor Peckinpah: A Portrait in Montage, 2004)
"Knockin’ On Heaven’s Door" is natuurlijk een onaantastbaar
monument. Het lied behoort tot de meest gecoverde Dylansongs, en misschien ook
wel tot de meest gecoverde songs überhaupt. De filmsite imdb.com telt 78 films en televisieseries die het lied voor de
soundtrack gebruiken en iedereen die wel eens een gitaar heeft vastgehouden,
heeft ook deze song gespeeld.
De populariteit dankt het echter niet aan de kwaliteit die schrijver
Kurniawan zo bewondert, niet aan “een groot verhaal” dat in “iets heel kleins
wordt gegoten.” Knockin’ heeft
inderdaad maar erg weinig woorden (zo’n 45), maar die weinige woorden vertellen
niet een verhaal - dit is toch wel lyriek,
het verwoorden van een gevoel.
Dat doet deze korte tekst groots, en vooral dat zal scenarioschrijver
Wurlitzer hebben geraakt.
Rudy Wurlitzer verdeelt zijn talent tussen romans en filmscripts schrijven,
en heeft op beide terreinen zijn sporen wel verdiend. Zijn experimentele,
psychedelische debuutroman Nog (1968)
trekt meteen al de aandacht en levert hem zijn eerste filmopdracht op: het
herschrijven van het script voor de cultklassieker Two-Lane Blacktop (1971), de enige film waarin James Taylor als
acteur is te zien. Kris Billy The Kid Kristofferson
zingt zijn eigen "Me And Bobby McGee" voor de soundtrack en ook Harry
Dean Stanton, die op de een of andere manier als een rode draad door Dylans
leven loopt, speelt een bijrol.
Inhoudelijke referenties naar de film zijn links en rechts wel te vinden,
in Dylans songs (Tail of the dragon in
"Señor", bijvoorbeeld), maar vooral Wurlitzers stijl en thematiek lijkt
door te dringen tot "Knockin’ On Heaven’s Door": met zo min mogelijk
woorden de paradox uitdrukken dat een verteller zowel de dood vreest als verwelkomt.
Zelf bedankt Wurlitzer zijn leermeester Robert Graves (de schrijver van I, Claudius) voor zijn vaardigheid “to write short sentences, om korte
zinnen te schrijven” en het best demonstreert hij dat misschien wel in het
onderschatte en het onterecht vergeten meesterwerk Homo Faber (1991, Volker Schlöndorff), de verfilming van een van de drie Grote Romans van Max Frisch.
De hoofdrol wordt in die film gespeeld door die andere grootheid op het
gebied van woordarme, veelzeggende filmscripts, Sam Shepard (Paris, Texas is het hoogtepunt), maar
voor zover bekend heeft Shepard zich verder niet bemoeid met dit scenario.
Walter ‘Homo’ Faber is een twintigste-eeuwse Oedipus,
moeizaam communicerend, die rotsvast in techniek, controle en ratio gelooft -
en daarvoor door het Noodlot wordt gestraft met onwaarschijnlijke, wrede
‘toevalstreffers’. Wurlitzers script is schraal, broeierig en onder de
oppervlakte overvol - het ideaalbeeld van Kurniawan dus; met weinig woorden een
groot verhaal vertellen.
Thematisch ambieert Wurlitzer ook daarin weer wat Dylan in die paar woorden
van "Knockin’ On Heaven’s Door" lukt: het verzoenen van uitersten, zoals
Dylan doet met de uitersten ‘doodsangst’ en ‘berusting’.
Hulpsheriff Cullen Baker (Slim Pickens) is dodelijk geraakt en wankelt naar
de oever van de rivier, waar hij op een grote steen in elkaar zakt. Ontsteld ziet
zijn stoere vrouw (Katy Jurado) het gebeuren. Ze snelt naar hem toe, maar durft
de laatste stappen niet te zetten en zit, gebroken, drie meter bij hem vandaan
en kijkt geluidloos huilend toe hoe haar geliefde man stervend, in zijn ogen
een mengeling van spijt en berusting, over de traag stromende rivier uitkijkt.
En daaroverheen zwelt dan "Knockin’ On Heaven’s Door" aan,
waarvan de tekst niet alleen deze specifieke sterfscene, maar ook de hele film
verwoordt: de grote zwarte wolk daalt
neer, het voelt alsof ik aan de Hemelpoort sta te kloppen.
De gekozen beeldspraak is niet nieuw en illustreert het grootmeesterschap
van de kersenplukkende thief of thoughts Dylan.
De song is feitelijk een amalgaam van "Fixin’ To Die", de klassieker
van Bukka White die Dylan al op zijn eerste plaat bewerkt, en "Trying To
Get To Heaven" van Reverend Gary Davis, en dan vooral Al Koopers variant
met het refrein “Tryin’ to get to heaven in due time / Before the heaven doors
close” ("Wake Me Shake Me", The Blues Project, 1966)… dat nog
letterlijker in "Tryin’ To Get To Heaven" (1997, Time Out Of Mind) zal neerdalen, natuurlijk.
Een deel van de populariteit bij de collega-muzikanten zal aan de eenvoud
van de muziek te danken zijn. Drie akkoorden slechts, G-D-C, nou vooruit: vier
(de C wordt afgewisseld met tweelingbroertje Am7), een akkoordenschema dat elke
beginnende gitarist na een uurtje wel in zijn vingers heeft. Hoewel het volgens
een meesmuilende George Harrison toch niet altijd vanzelf gaat, zoals hij
opmerkt in een interview met Paul Cashmere in 1993:
PC:
Ken je "Knocking
on Heaven’s Door" van
Guns ‘n’ Roses?
GH: Yeah, die hadden zelfs de akkoorden niet goed, toch?
PC: Ik begrijp dat je er niet erg kapot van bent, dus?
GH: Het heeft maar drie akkoorden, en het lukt ze toch nog om er nog eentje verkeerd te hebben (lacht)
GH: Yeah, die hadden zelfs de akkoorden niet goed, toch?
PC: Ik begrijp dat je er niet erg kapot van bent, dus?
GH: Het heeft maar drie akkoorden, en het lukt ze toch nog om er nog eentje verkeerd te hebben (lacht)
Een beetje vilein, maar wel grappig. Ondertussen is de cover van Guns ’n’
Roses wel de meest succesvolle versie van de song (Top 10 in veertien landen, in
drie daarvan op nummer 1) en kun je van Axl Rose’s vocale acrobatiek vinden wat
je wilt, maar zingen kan hij wel, met zijn onvoorstelbare bereik van vijf
octaven en een beetje. De talenten van gitarist Slash worden eveneens algemeen,
ook door Dylan, erkend (Slash wordt uitgenodigd voor de sessies van under the red sky). En ach, sjoemelen
met het akkoordenschema past ook wel bij het rebelse imago van de band.
Voor de tekst houdt Axl Rose zich wel nauwgezet aan de gepubliceerde
liedtekst, terwijl die nou juist niet in steen is gehouwen. Dylan zingt
tientallen varianten. Een outtake van de oorspronkelijke sessies in Burbank,
februari ’73, heeft een extra couplet, de long
black cloud is een long black train, en
de Before The Flood-versie van 1974 heeft ook een extra, derde
couplet:
Mama wipe
the blood from my face
I’m sick and tired of the war
Got a lone black feelin’, and it’s hard to trace
Feel like I’m knockin’ on heaven’s door
I’m sick and tired of the war
Got a lone black feelin’, and it’s hard to trace
Feel like I’m knockin’ on heaven’s door
Tijdens de Rolling Thunder Revue (’75-’76) verschilt de tekst bijna per
avond. Behalve “bloed van mijn gezicht” haalt Mama ook “bellen uit mijn oren”, “tranen uit mijn ogen”, “mijn boot
naar de kust” (Sheriff Baker bouwt een eigen sloep en droomt ervan om weg te
varen), maar de meest statige, ouderwetserige variant mag Roger McGuinn zingen,
november ’75 in Waterbury:
Mama I
can hear that thunder roar
Echoin’ down from God’s distant shore
I can hear it callin’ for my soul
Feel I’m knockin’ on heaven’s door
Echoin’ down from God’s distant shore
I can hear it callin’ for my soul
Feel I’m knockin’ on heaven’s door
De duiders die zo graag autobiografische sporen in Dylans songs willen
zien, komen aan hun trekken in de versies van 1981, als de bard herhaaldelijk
zingt: Two brown eyes are looking at me. Anderzijds:
‘Mama’, Mrs. Cullen Baker, Katy
Jurado dus, heeft ook grote, mooie, bruine ogen. Vraag maar aan John Wayne,
Elvis, Marlon Brando, Ernest Borgnine, Tyrone Power, aan de mannen die allemaal
van dichtbij in die ogen mochten kijken en vaak genoeg bezweken:
“Die mysterieuze ogen, zwart als de hel, als vurige pijlen op je gericht”
(uit: Darwin
Porter, Brando Unzipped, 2006)
Marlon Brando, bijvoorbeeld, krijgt het gevoel alsof hij op een poort naar
de hemel staat te kloppen.
De covers zijn ontelbaar. Een site als secondhandsongs.com
houdt op na 139 versies, allmusic.com geeft
633 hits (maar daarbij zitten behoorlijk wat dubbeltellingen), Björner komt tot
165 en Wikipedia probeert het niet eens, maar beperkt zich tot het noemen van
de meest bekende. Warren Zevons ingetogen bewerking, vlak voor zijn dood
opgenomen, is hartverscheurend. Guns ‘n’ Roses en Clapton zijn de bekendste,
Randy Crawford, Kevin Coyne en Roger Waters bijzonder, maar het Dunblane
Tribuut, de herschreven versie die met toestemming van Dylan voor een goed doel
wordt opgenomen, steekt erbovenuit.
Naar aanleiding van de gruwelijke moordaanslag op schoolkinderen in het
Schotse dorp Dunblane, waarbij een 43-jarige man vijftien kinderen in de
leeftijd van vijf en zes plus een onderwijzeres dood schiet, herschrijft
muzikant Ted Christopher de tekst. Mark Knopfler helpt belangeloos mee en in de
Abbey Road studio’s wordt, met een koor van broertjes en zusjes van de
slachtoffertjes, op 9 december 1996 de single opgenomen die meteen naar de
eerste plaats in de Engelse hitlijsten klimt.
Psalm 23 is erin verwerkt (De Heer is
mijn herder), het tweede couplet is herschreven en een derde couplet
toegevoegd:
Lord these guns have caused too much
pain
This town will never be the same
So for the bairns of Dunblane
We ask please never again
This town will never be the same
So for the bairns of Dunblane
We ask please never again
Lord put all these guns in the ground
We just can't shoot them anymore
It's time that we spread some love around
Before we're knockin' on heavens door
We just can't shoot them anymore
It's time that we spread some love around
Before we're knockin' on heavens door
Niemand weet wat de moordende lafaard, die ter plekke zelfmoord pleegt,
bezielde. Aan de Hemelpoort zal hij niet zijn binnengelaten, in ieder geval.
Dunblane:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten