Tuba players now rehearse around the flagpole
Bob Dylans songteksten zitten vol namen, zoals Ma Rainey en Beethoven in bovenstaand voorbeeld uit "Tombstone Blues". Het horen van die namen ervaar ik steeds weer als een uitnodiging om verder te kijken dan alleen dieper in Bob Dylans oeuvre. Met dank aan Bob Dylan luister ik regelmatig naar "De Kreutzersonate" van Ludwig van Beethoven en staan de filmbeelden van Ma Rainey die ik meer dan een decennium geleden zag nog steeds op mijn netvlies.
Gisteren vond ik in de kelder van een platenzaak een plaat van Ma Rainey. Het oude formaat: 10 inch. Ik heb getwijfeld of ik de plaat moest kopen, maar toen ik zag dat het nummer "Rough And Tumble Blues" op de plaat staat - een van de vele voorlopers van Bob Dylans "Rollin' And Tumblin'" - was ik verkocht. De plaat kraakt, piept en zucht als een bejaarde zeurkous wanneer het rondjes maakt onder de naald, maar mooi is het wel.
~ * ~ * ~ * ~
Iedere zondagochtend begint voor mij met de nieuwsbrief van Meander Magazine. Die nieuwsbrief is voor iedereen die ook maar een beetje geïnteresseerd is in poëzie essentieel. Vanochtend werd ik, met dank aan die nieuwsbrief, gewezen op een bespreking van het gedicht "1975" van Frank Koenegracht door Jeroen van den Heuvel. Voor het bespreken van het gedicht van Koenegracht gebruikt Van den Heuvel twee andere gedichten: "Sociëteitsfeest" van Lucebert en "1975" van Remco Campert. Het gaat me om het tweede gedicht, "1975" van Campert, dat begint zo:
niets komisch veel mislukt
rollende stenen zonder mos.
Tegen beter weten in denk ik bij die derde regel aan Bob Dylans "Like A Rolling Stone". De jazz-liefhebber Campert zal met deze regel niet verwijzen naar de Dylan-song en toch lukt het mij maar niet om tijdens het lezen van dit gedicht ergens in mijn achterhoofd die bekende stem te horen:
How does it feel
How does it feel
To be on your own
With no direction home
Like a complete unknown
Like a rolling stone?
De schrijver van het stuk over Koenegrachts gedicht, Jeroen van den Heuvel, heeft ook een associatie bij die derde regel, maar zijn associatie is anders dan die van mij. Hij schrijft: "Het gedicht van Campert typeert de tijdgeest en de veranderingen met duidelijke verwijzingen. Bijvoorbeeld naar popmuziek, de Bijbel, de Tweede Wereldoorlog, de beat generation, en ook Lucebert. Hij doet dat specifieker dan Koenegracht. Waar die refereert aan popmuziek via ‘versterkte muziek’, wijst Campert specifieker op de Rolling Stones."
Waar ik aan Bob Dylans "Like A Rolling Stone" denk, denkt Van den Heuvel aan The Rolling Stones.
Ik herinner mij een recensie van Bob Dylans "Like A Rolling Stone" van niet lang na het verschijnen van die single in de zomer van 1965, volgens de recensente is de song een verwijzing naar The Rolling Stones, maar dit terzijde.
Slaan Van den Heuvel en ik met onze associaties niet beiden de plank mis? Is de regel van Campert niet gewoon een verwijzing naar het Engelse gezegde "a rolling stone gathers no moss"?
~ * ~ * ~ * ~
In de zaak waar ik gisteren Ma Rainey kocht, kocht ik ook een cd van Karen Dalton. Nog een naam die ik associeer met Bob Dylan. Ik kan me niet herinneren ooit muziek van Dalton gehoord te hebben.
Op de cd staat "Nottingham Town", een nummer dat Dylan gebruikte voor het componeren van "Masters Of War".
In de auto onderweg naar huis hoor ik voor het eerst Karen Dalton. Het bevalt.
Dick Weissman in de liner notes bij deze cd: "In his autobiography. Chronicles, Vol. 1, Bob Dylan refers to Karen as his favorite of the Village coffeehouse singers."
~ * ~ * ~ * ~
1 opmerking:
Er is een best-of-both-worlds opname uit 1966 van Bob Marley & The Wailers (vermoedelijk), een prettige, nogal vrije bewerking van “Like A Rolling Stone”. Een voltreffer is de regel “Time like scorpion / Stings without warning”. En afsluitend zingt Marley dan enkele keren “Like a rolling stone - gathers no moss”.
https://www.youtube.com/watch?v=-BBBMNjPblY
Een reactie posten