Yea! Heavy And A Bottle Of Bread - door Jochen Markhorst


Yea! Heavy And A Bottle Of Bread (1967)


In 1968 verklapt Beatty Zimmerman, Dylans moeder, in een interview met schrijver Toby Thompson (Positively Main Street, 1971) dat zij tijdens haar logeerpartijen bij het jonge gezinnetje van Dylan in Woodstock haar zoon zo vaak in de Bijbel heeft zien bladeren:

Er ligt een enorme Bijbel opengeslagen op een standaard midden in zijn studeerkamer. Het huis barst uit de voegen van alle boeken. En van al die boeken waarmee zijn huis is volgestouwd, krijgt die Bijbel de meeste aandacht. Hij staat voortdurend op, loopt erheen en zoekt weer iets op.

De sporen ervan zijn moeiteloos te traceren in de liedteksten op John Wesley Harding, maar daaromheen, in de songs van de Basement Tapes, duiken echo’s van het statige, antieke idioom uit de King James Version van de Bijbel (de Engelse vertaling uit 1611) ook al op. Sowieso in de paar ‘serieuzere’ songs, songs waaraan duidelijk enig eerlijk handwerk en – beperkt – geschaaf vooraf gaat (“This Wheel’s On Fire”, “I Shall Be Released”, “Down In The Flood”, bijvoorbeeld) maar die oudtestamentische echo’s klinken ook in de halfgeïmproviseerde, nonsensicale liedjes als “Open The Door, Homer” en “Lo And Behold!”. En in de misschien wel aller-onzinnigste van allemaal, in “Yea! Heavy And A Bottle Of Bread”.

De eerste keer dat Het Kwaad aan het woord komt in de Bijbel is in Genesis 3, het hoofdstuk over de zondeval, als meteen in vers 1 de slang aanpapt met de naïeve Eva: Yea, hath God said, Ye shall not eat of every tree of the garden? (“Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs?”)
Genesis 3, dus ‘Yea’ is meteen ook de binnenkomer van Het Kwaad in Gods schepping überhaupt, en lijkt daarom volkomen misplaatst in Dylans onbegrijpelijke, dwaze, vrolijke Basementsong.

Hoewel? ‘Yea! Heavy’ kan ook gelezen worden als een alternatieve verklanking van יהוה, van Jehova – de Thora is geschreven in de oorspronkelijke, klinkerloze oervorm van het Hebreeuws, dus zo groot is die sprong niet. En een paar hoofdstukken later, in Genesis 21, vinden we de combinatie bottle en bread (And Abraham rose up early in the morning, and took bread, and a bottle of water). Maar ja: alles bij elkaar klinkt Dylans refrein dan weer meer naar een melige variant op het feestelijke piratenmotto uit Stevensons Schateiland (1883), naar Yo-ho and a bottle of rum en daarmee gaat de Bijbelse ernst wel weer verloren. Om nog maar te zwijgen over oeverloze versregels als Slap that drummer with a pie that smells of Get the loot, don’t be slow, we’re gonna catch a trout.
Nee, weinig Bijbels. Bijbelse connotaties zijn hoogstens te wijten aan de vrije, associatieve werkwijze waaraan de dichter zich hier overgeeft. En daarmee zou een duiding meer op de weg van de kenners van het onbewuste, van de psychoanalytici moeten liggen.

Vrij vroeg in zijn carrière stapt Sigmund Freud af van hypnose en wordt hij nogal een fan van Vrije Associatie. Hij raakt overtuigd dat het hem meer vertelt over de patiënt dan hypnose kan bereiken en dat het bovendien het grote nadeel van hypnose elimineert: het feit dat de patiënt zich naderhand niets herinnert en weigert zich te herkennen in hetgeen hij in trance heeft blootgegeven.
In de tweede helft van de twintigste eeuw wordt Freud langzaam van zijn marmeren voetstuk gehaald, ontstaat er zelfs oppositie tegen de ‘pseudowetenschap’ die psychoanalyse zou zijn en een van Freuds ontdekkingen die het nogal moet ontgelden betreft dan dat belang van vrije associatie. Freuds cocaïnegebruik wordt er vaak bijgehaald om zijn preoccupatie met het onbewuste onderuit te halen en de Weense grondlegger zou daarnaast resultaten van vrije associatie nogal gemanipuleerd hebben om maar vast te kunnen houden aan de theorie dat het een sleutel naar het onbewuste is.

Hoe het ook zij, de kunstenaars maken graag gebruik van Freuds vinding. In het begin van de twintigste eeuw wagen de surrealisten zich aan een literaire variant van het diagnostisch bedoelde vrije spreken en keren zo feitelijk terug naar de bron van Freuds ideeën: Freud kwam erop door een van zijn lievelingsschrijvers, Ludwig Börne (1756-1837), die in 1823 Die Kunst, in drei Tagen ein Originalschriftsteller zu werden publiceert. Een kort essay, waarvan de uitsmijter zijn ‘geheim’ is om een goede schrijver te worden: pak een stapel papier en schrijf drie dagen achter elkaar klakkeloos alles op wat je door het hoofd schiet.
Freud, die Börne’s beschouwingen al als veertienjarige leest, herleest het werk jaren later weer, herkent verrast zijn eigen diagnostische methode en schrijft eerlijk, in een brief aan concullega Ferenczi: “Dat zou dus zomaar de bron van mijn originaliteit kunnen zijn.” Börne’s essay was overigens ironisch bedoeld, maar dat lijkt Sigmund te ontgaan.

In de psychoanalyse is de methode dan weliswaar flink omstreden, de kunstenaars van het Surrealisme blijven op hun voetstuk staan. Na de Surrealisten en de daarvan afgeleide Dadaïsten grijpen hordes kunstenaars naar vrije associatie om kunst te scheppen, inspiratie te vinden of om juist het gebrek aan inspiratie te maskeren. André Breton, Jackson Pollock, de Vijftigers in Nederland, Salvador Dali, Allen Ginsberg, John Lennon, Jack Kerouac… het zijn vooral schrijvers, en dat is ook wel te begrijpen. Een deel van de charme is immers om naderhand, na de schepping, proberen te achterhalen waarvandaan dat nu in hemelsnaam komt, achter welke sluisdeur van het onder- of onbewuste oote oote boe  of I am the eggman zat verstopt en: wat het zou betekenen.

Dylans liedtekst zou dan ontsprongen kunnen zijn uit een vermenging van die Bijbelse echo’s en dat ‘Yo-ho and a bottle of rum’ uit het lied Dead Man’s Chest. Daarin is ook de versregel With a Yo-Heave-Ho! and a fare-you-well te horen en dat komt wel érg dichtbij. Het lied hangt nog in de lucht, in de jaren 60. Het is weliswaar lang geleden, in 1901, geschreven voor een Broadwayversie van Treasure Island (op basis van dat enkele refreintje in Schateiland), maar in 1954 wordt het weer opgepakt voor de verfilming (Return To Treasure Island) en vanaf 1956 is het ook in Duluth wekelijks te horen als herkenningsmelodie voor de televisieserie The Adventures Of Long John Silver.


Herkenbaarder zijn de korte imperatieven. Pack up the meat, Get the loot, Slap that drummer, Take me down… net als de kolder in gebiedende wijs in een ander Basementpareltje, in “Tiny Montgomery” (Scratch your dad, Suck that pig, Trick on in) resonanties van Alexander Pope’s voorbeelden van catachresis, van ‘verkeerd-gebruik’ uit 1728 (Pin the plank, Nail my sleeve).

Herleiden van de overige versregels of –fragmenten is een mijl op zeven. Voor een belangrijk deel lijkt de springerige Dylan zich te laten leiden door het eerste de beste rijmwoord dat zich na de eerste spontane oprisping aandient: just us – caught the bus – full of pus, one-track town – just brown, headin’ out – catch a trout… het ontbeert lineaire verbanden, oorzaak-en-gevolg structuur of ook maar enige vertellogica.
Het enige dat Dr. Freud vermoedelijk zou onderstrepen is de weerkerende romantische wanderlust: in elk couplet verheugt de verteller zich op vertrek, op weg-van-hier. We caught the bus in het eerste couplet, daarna we’re headin’ out for Wichita en ten slotte take me down to California. Waarna de kersenplukkende psychoanalyticus ongetwijfeld tevreden zou concluderen dat zijn methode meneer Dylans onbewuste bindingsangst heeft blootgelegd, dat meneer Dylan zich opgesloten voelt in zijn benauwende gezinsleventje, hier in Woodstock.

Hoewel vergelijkbaar in structuur, melodische charme, meezingbaarheid en kolder, bereikt “Yea! Heavy And A Bottle Of Bread” nooit een status als “Quinn The Eskimo”, “You Ain’t Going Nowhere” of “Million Dollar Bash”. Geen Manfred Mann, Byrds of Fairport Convention en zelfs geen Coulson, Dean, McGuiness, Flint wil zich over het lied ontfermen. Pech, waarschijnlijk.
Het duurt een kleine twintig jaar voor een eerste, misschien wat vlakke, maar toch reuze aantrekkelijke en in elk geval vermeldenswaardige cover omhoog komt drijven (van de leuke post-punkers The Creepers uit Manchester, John Peel Session 5 1987).
Het vrolijke, respectvolle Basement Tapes Project (live in Joe’s Pub in Manhattan, ’07) de driedaagse van de sympathieke rasmuzikant Howard Fishman is sowieso een erg geslaagd project, en Fishman’s renditie van Yea! Heavy is een van de hoogtepunten: droogkomisch, soepel swingend en aanstekelijk, met hoorbaar plezier gespeeld.

Nog intrigerender is de bijdrage van Taylor Bacon op een van de meest geslaagde Dylantribuutplaten, Million Dollar Bash – Missouri Salutes Bob Dylan (2006), een terecht bejubeld dubbelalbum waarop achtendertig merendeels volslagen onbekende artiesten uit Missouri Dylans oeuvre met een cover eren. Taylor Bacons cover is een licht psychedelische kruising van The Velvet Underground en jaren 80 New Wave, en nogal onweerstaanbaar. Prachtige tweede stem, ook.
De definitieve cover wordt een jaar later geproduceerd, in 2007 door Hank Shizzoe & The Directors (op Headlines). Twintig jaar te laat om door David Lynch te worden gekozen voor de soundtrack van Blue Velvet of Wild At Heart, veertig jaar te laat om Yea! Heavy tot dezelfde hoogte als “The Mighty Quinn” te laten opstijgen, maar ja: toen was de meesterlijke rootsrocker uit het Zwitserse boerendorpje Grüt (kanton Zürich) nog maar net geboren.



Yea! Heavy And A Bottle Of Bread

Well, the comic book and me, just us, we caught the bus
The poor little chauffeur, though, she was back in bed
On the very next day, with a nose full of pus
Yea! Heavy and a bottle of bread
Yea! Heavy and a bottle of bread
Yea! Heavy and a bottle of bread

It’s a one-track town, just brown, and a breeze, too
Pack up the meat, sweet, we’re headin’ out
For Wichita in a pile of fruit
Get the loot, don’t be slow, we’re gonna catch a trout
Get the loot, don’t be slow, we’re gonna catch a trout
Get the loot, don’t be slow, we’re gonna catch a trout

Now, pull that drummer out from behind that bottle
Bring me my pipe, we’re gonna shake it
Slap that drummer with a pie that smells
Take me down to California, baby
Take me down to California, baby
Take me down to California, baby

Yes, the comic book and me, just us, we caught the bus
The poor little chauffeur, though, she was back in bed
On the very next day, with a nose full of pus
Yea! Heavy and a bottle of bread
Yea! Heavy and a bottle of bread
Yea! Heavy and a bottle of bread
    


2 opmerkingen:

Anoniem zei

Weer prachtige analyse, en dat van een onmogelijk, maar zo mooi lied. Enige kanttekening, surrealisme is geboren uit het dadaïsme, of als reactie daarop...
groet hans altena

Jochen zei

Dank je Hans. Ja, beetje definitiekwestie. Het etiketje 'surrealisme' valt zonder veel discussie ook op Rimbaud en vooral Kafka te plakken, vandaar. Maar ik zal het bij een revisie meer in het midden laten.