Toen ik vanmiddag in de platenzaak aan de man achter de balie vroeg of hij toevallig nog een 130 grams persing van de Record Store Day-uitgave The Basement Tape had, werd ik in mijn gezicht uitgelachen. Ik vroeg het uit nieuwsgierigheid, maar dat wist ik blijkbaar niet over te brengen op de man die keek alsof hij zijn zaterdag liever aan de rand van een zwembad vol schreeuwende kinderen had doorgebracht. De platenzaak zat hem niet als gegoten, zal ik maar zeggen.
En dan stelde ik ook nog een vraag.
Uit de paar halve zinnen die hij daarna uitsprak maakte ik op dat hij tot zijn spijt niet één exemplaar van The Basement Tape had ontvangen terwijl zijn collega's wel dozen vol hadden gekregen.
De Dylan-sectie was 'gevuld' met twee exemplaren van Self Portrait, niet meer, niet minder en dus verliet ik de zaak met een tweedehands jazz-cd.
Lee Morgan. Ik heb een paar jaar geleden hier al eens over deze trompettist geschreven. Mooie muziek, maar geen Dylan.
Bij thuiskomst lagen er twee boeken op de deurmat: A Picnic Surprise; Bob Dylan & the Road to Blackbushe van Derek Barker en Text and Drugs and Rock 'n' Roll; The Beats and Rock Culture van Simon Warner. Die boeken heb ik onderop de hoge stapel nog te lezen boeken gelegd. Ik geef het toe, ik koop meer boeken dan goed voor mij is. Ik ben een boeken-junkie. En ja, het was verstandiger geweest wanneer ik deze twee boeken niet had gekocht, maar ja, deze twee kon ik toch niet aan me voorbij laten gaan.
Het is de zaterdag van het Pinksterweekend. Ik denk dat ik me de rest van dit lange weekend maar opsluit met niet meer dan boeken, muziek (veel Dylan, uiteraard) en een paar potten koffie.
Ik denk zelfs dat ik daar nu maar vast mee ga beginnen.
Het is veel te aangenaam in mijn eigen, kleine wereldje om dit weekend nog door de ramen naar buiten te willen kijken.
Geluk moet je koesteren.
Vergeet niet de bijdrage van Jochen over "One Too Many Mornings" (hieronder) te lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten