Interview met Patrick Roefflaer

Sinds afgelopen zaterdag ligt Bob Dylan in de studio van Patrick Roefflaer in de winkel. Dit boek is niet alleen het eerste boek in een zéér lange tijd dat over Bob Dylan in het Nederlands is geschreven, maar ook bevat het voor het eerst - in het Nederlands – de ontstaansgeschiedenis van al Dylans albums van zijn debuut Bob Dylan (1962) t/m zijn meest recente album Christmas in the heart (2009). Ik heb Patrick in de afgelopen weken - dus voor het verschijnen van het boek - via de e-mail een aantal vragen over zijn boek gesteld.

Patrick, binnenkort verschijnt je boek Bob Dylan in de studio. Waarom een boek over Dylan?

Zoals een grote winkelketen ooit riep: ‘waarom niet meteen naar de grootste gaan?’ Bob Dylan neemt een unieke plaats in, binnen het muzieklandschap. Ik vind hem een van de boeiendste figuren uit de muziekgeschiedenis. Onvatbaar. Telkens weer anders, zowel op het podium als in de studio. Hij slaagt er in om elk van zijn platen een andere klankkleur te geven.
Daarnaast is er ook een praktische reden: er is ook heel wat informatie beschikbaar over de opnamen.

In je boek beperk je je – zoals de titel al aangeeft – tot de door Dylan gemaakte opnames in de studio. Waarom deze beperking in je onderwerpkeuze, waarom niet ook aandacht voor bijvoorbeeld de concerten van Dylan, of diens ‘nevenactiviteiten’ als disc jockey voor XM radio, filmprojecten en schilderijen?

Het oorspronkelijke opzet was inderdaad ruimer. Het was mijn bedoeling om alle plaatwerk van Bob Dylan te behandelen, in chronologische volgorde. Dus ook de verzamelalbums en live-platen.
De keuze om me te concentreren op de studio elpees is een beperking die is voortgevloeid uit de besprekingen met de uitgever. Om de prijs redelijk te houden, mag het boek slechts een zeker aantal bladzijden tellen. Alternatieven zijn overwogen en verworpen. Zo is er even over gedacht om het verhaal op te splitsen in meerdere delen, maar de uitgever dacht dat zoiets “niet zou werken”. Voor heel wat muziekliefhebbers is Dylan in de jaren tachtig en negentig een beetje uit beeld verdwenen en de kans bestaat dat vele lezers dan na het eerste deel zouden afhaken. Ook de mogelijkheid van een cd-rom met extra informatie kwam ter sprake, maar ook dat idee is om financiële redenen afgevoerd.

Je zegt: Voor heel wat muziekliefhebbers is Dylan in de jaren tachtig en negentig een beetje uit beeld verdwenen. Geldt dit ook voor jou? Heeft Dylan volgens jou zijn beste werk in de jaren zestig / zeventig gemaakt en zo ja, hoe zou je albums als Empire burlesque en Knocked out loaded in Dylans oeuvre willen plaatsen?

Het valt niet te ontkennen dat Bob Dylan het erg moeilijk heeft gehad in de jaren tachtig en negentig. Zo kunnen Empire Bulesque en Knocked Out Loaded mij niet erg boeien. Zelfs ‘Brownville Girl’ doet mij weinig. Ik luister liever naar de originele versie, toen de song nog ‘New Danville Girl’ heette. Ik heb dan weer wel een zwak voor Down In The Groove.
Anderzijds bracht hij in diezelfde periode toch ook enkele zeer sterke platen uit. De beide cd’s met Daniel Lanois bijvoorbeeld. Ook de twee akoestische coverplaten uit het begin van de jaren negentig vind ik fantastisch. Ze hebben me op het spoor gezet van heel wat prachtige muziek uit de mythische South.
Infidels had een absoluut meesterwerk kunnen zijn, mocht Dylan niet enkele van de sterkste songs hebben geschrapt. ‘Blind Willie McTell’ is één van mijn favoriete Dylancomposities. Maar de plaat zoals die in de winkels verscheen is eigenlijk ook heel goed en sterk onderschat.

Komt in je boek je eigen voorkeur voor bepaalde periodes / albums uit Dylans carrière naar voren en zo ja, hoe?

Dat is eigenlijk niet de bedoeling. Het zijn geen cd-recensies. Ik wil een beeld schetsen van hoe Dylan te werk gaat in de studio. Hoe zijn studioplaten tot stand gekomen zijn. Daarbij geef ik dan ook aan hoe dit werk ontvangen is, door de critici en de fans. Het blijkt dat de reacties soms erg uiteenlopend zijn. Zo zijn vele platen veel beter ontvangen in Europa dan aan de andere kant van de oceaan. Ik heb er uit geleerd dat de omstandigheden en het beeld dat men op dat moment van een artiest heeft voor een heel groot stuk bepaald wat men van een bepaald werk vindt.

Ik weet dat je voor het schrijven van je boek een groot aantal mensen gesproken hebt en / of contact mee hebt gehad via e-mail. Hierdoor bevat je boek een aantal tot op heden onbekende feiten, waarvoor alle lof. Kun je iets vertellen over deze contacten? Wie heb je gesproken en wat was voor jou het meest opzienbarende dat je van een van deze contacten te horen kreeg?
Er zijn geen wereldschokkende dingen bij. Het zijn meer kleine dingen die helpen om een beter beeld te krijgen. Of om fouten recht te zetten. Een van de eerste mensen die ik aanschreef was bijvoorbeeld Don Preston. In vele boeken staat aangegeven dat hij gitaar speelde bij de opname van ‘Watching The River Flow’. Dan ga ik op zoek waar zo’n man vandaan komt en wat hij nog heeft gedaan. Op zijn website vond ik wat Short Tales. In een daarvan vertelt hij hoe hij meedeed met het Concert For Bangla Desh, dat enkele weken na die sessie plaats vond. Hij vertelt er dat Bob backstage ‘When I Paint My Masterpiece’ speelde. “Ik had dat nummer nog nooit gehoord toen”, schrijft hij. Merkwaardig, want die song is tijdens dezelfde sessie als ‘Watching The River Flow’ op band gezet.
Wanneer ik hem daarover mailde, antwoordde hij mij dat niet hij maar Jesse Ed Davis op die opname te horen is.
Aangemoedigd door dat eerste antwoord heb ik daarna andere mensen aangeschreven die met Bob Dylan hebben samengewerkt in de studio. Muzikanten, maar ook geluidstechnici en producers. Tot mijn verrassing was zowat 80% bereid te antwoorden op mijn gerichte vragen. Daar zijn toch grote mannen bij als Rob Stoner die bandleider was tijdens de Rolling Thunder Revue en het eerste deel van Tour ’78. Ook Ira Ingber was bandleider, maar dan een decennium later.
Britt Bacon, de technicus die de opname van Knocked Out Loaded leidde, was zo vriendelijk om mij vanuit Californië op te bellen, om uitgebreid te vertellen over zijn werk met Bob.
Ook heel interessant was Jim Rasfeld, die me kon vertellen over de onuitgebrachte sessies in de Acne studio, begin jaren negentig.
Hoewel ik altijd uitdrukkelijk vermelde dat ik niet uit was op verhalen over het privé leven van Bob Dylan, merkte ik wel dat mensen die nu nog met hem samenwerken, de lippen stijf op mekaar houden. Zelfs de opnamedata van de recente cd’s lijken wel staatsgeheim.

Je hebt veel mensen gesproken, maar wie had je graag willen spreken, wat onmogelijk bleek?
Ik had graag iemand van The Heartbreakers gesproken: liefst Benmont Tench of Tom Petty zelf. Of Mark Knopfler natuurlijk, of Bob Johnston, Charlie McCoy…. Maar die hele grote namen zijn moeilijk te benaderen door een totaal onbekende Belg.
Anderzijds hebben de bekendere muzikanten, producers enz… hun zegje al lang en breed gedaan in allerhande interviews. Daarom vind ik het ook interessanter om precies de minder bekende mensen aan het woord te laten. Zij zijn dikwijls best wel trots om hun verhaal te kunnen doen.

Kun je in het kort vertellen hoe het boek tot stand is gekomen? Als mijn geheugen me niet in de steek laat, is het ooit allemaal begonnen met een weblog.

Zo’n jaar of vier geleden vroeg iemand op een Vlaams muziekforum naar informatie over een bootlegversie van de oorspronkelijke opname van Blood On The Tracks. Ik heb dan het verhaal achter die opnamen uit de doeken gedaan. Daarop kreeg ik zo’n enthousiaste reacties dat ik een eigen blog begonnen ben, waarop ik nog wat nieuwe stukken heb geplaatst over andere elpees van Bob Dylan. Na een paar maanden kreeg ik steeds meer vragen of die verhalen niet in boekvorm verkrijgbaar waren. Een uitgever toonde meteen interesse en de bal ging aan het rollen.
Daarna heb ik bijkomende research gedaan en alle stukken helemaal herschreven, want een blog is natuurlijk geen boek.

In je boek beschrijf je opnamesessies van Dylans albums. Er is onder de verschillende 'discografieën" - zoals die van Glenn Dundas, Michael Krogsgaard en Clinton Heylin - soms wat verschillen te bespeuren. Heb jij je voor de informatie voor je boek beperkt tot één "discografie" of meerdere "discografieën'? Welke discografie(ën) heb je gebruikt?

Voor de opnamedata zijn mijn voornaamste bronnen: Michael Krogsgaard, Clinton Heylin en Olof Björner. Voor de eerste twintig jaar van Bobs carrière komen die grotendeels overeen.
Vanaf de jaren tachtig wijken de opgegeven data en volgorde van opnemen nogal eens af met de verslagen van ooggetuigen. Dylans eigen Kronieken bijvoorbeeld of het dozijn interviews met betrokken muzikanten en producers die zijn gepubliceerd op de website van het Britse muziektijdschrift Uncut geven soms een heel ander verhaal dan de beschikbare data.

N.a.v. wat ik van je boek reeds heb mogen lezen, vind ik dat iedere (Nederlandstalige) Dylanliefhebber je boek zou moeten lezen. Het is gedegen, overzichtelijk en bevat nieuwe informatie. Wat zijn volgens jou de redenen dat Bob Dylan in de studio gelezen moet worden?

Omdat het een fantastisch verhaal is. De merkwaardige, eigenzinnige manier waarop Bob Dylan muziek maakt zou eigenlijk niet mogen werken. Maar toch slaagt hij er telkens weer in met prachtige dingen voor de dag te komen.
Ook geeft het boek een inzicht in de invloed van de pers op de perceptie van de luisteraar. Het is merkwaardig om te lezen hoe veel van Dylans platen helemaal anders werden ontvangen in Europa dan in zijn thuisland. En ook hoe hij iedere keer weer uit een diep dal raakt om terug aan de top te bereiken.
Het is ook voor het eerst dat het volledige platenverhaal, tot en met zijn laatste studioelpee, in één boek is verzameld.

Nu dit boek klaar is, heb je al plannen voor een volgend boek?

Ik zou graag een boek schrijven over de rijke muziekgeschiedenis van het Zuiden van de Verenigde Staten: de geboorteplaats van haast alle moderne muziek: blues, jazz, country, rockabilly, rock ‘n’ roll… kortom de wortels van de Americana of rootsmuziek.
Op mijn blog Peerke’s Plaatjes (http://peerke3.wordpress.com/) heb ik al een aantal stukken geplaatst over de typische instrumenten als banjo, mandoline, dobro en National gitaren, steelgitaar en slidegitaar. Op die weg zou ik willen verder gedaan: de geschiedenis induiken om de banden met het heden bloot te leggen.
En Bob Dylan zal daarbij zeker nooit ver af zijn.

1 opmerking:

yapyap zei

Boek besteld, hopelijk voor het weekend binnen. Ben erg benieuwd; hoge verwachtingen na de berichten op je blog.