Make You Feel My Love (1997)
Man Of Constant
Sorrow, de autobiografie van Ralph Stanley (geschreven met Eddie Dean, 2007), is
een wat dubbelhartige affaire. De legendarische bluegrasspionier is een
bescheiden, nuchter en eenvoudig man, maar benadrukt dat zo vaak dat het
onbescheiden, borstklopperig en uitbundig begint te worden. Het zijn de fans,
zegt de bejaarde Stanley dankbaar, die hem actief en vief houden. Fans zoals
Bob Dylan voegt hij dan echter herhaaldelijk, ietwat snoeverig, eraan toe. En
hij vertelt graag dat hij samen met Dylan “The Lonesome River” heeft opgenomen.
Dat vertelt hij twee keer, zelfs – en beide malen vermeldt Stanley daarbij:
“Hij zei dat zingen met mij het hoogtepunt van zijn carrière was.”
Eveneens tweemaal vertelt hij de anekdote dat Dylan hem
een gelukstelegram stuurde ter gelegenheid van de viering in Nashville van zijn
vijftigjarige jubileum in de muziekbusiness, in 1996.(het eerste radio-optreden
van The Stanley Brother And The Clinch Mountain Boys was 26 december 1946, WCYB
in Bristol, Tennessee). De tweede keer citeert hij ook de inhoud van dat
telegram:
“dear dr. ralph.
the fields have turned brown.
not for you, though.
you’ll live forever.
best wishes, bob dylan.”
En net zo kinderlijk trots verhaalt hij over die keer ‘not too long ago’ dat een anonieme
vreemdeling met een zonnebril en een hoodie
het gedenkteken bij zijn geboorteplaats bezoekt, foto’s maakt en bij de
plaatselijke kruidenier de weg naar zijn huis vraagt. “Herkende je hem niet,”
vraagt de vakkenvuller aan de kassajuffrouw, “dat was Bob Dylan.”
Snoeverig of niet, Ralph Stanley hééft natuurlijk alle
recht om trots te zijn op zijn carrière en op de bewondering van Bob Dylan. Die
bewondering is diep en oprecht. In Theme
Time Radio Hour draait radiomaker Dylan vijf keer een lied van The Stanley
Brothers, de laatste keer (aflevering 72, More
Birds) vergezeld van een ronkende aanbeveling:
“We hebben The Stanley
Brothers vele, vele malen gedraaid. Je kunt een plaat van The Stanley Brothers
niet zomaar laten liggen. Mocht je een plaat met hun naam erop zien liggen, op
een vlooienmarkt of bij een uitverkoop, dan is die altijd goed.”
In 1997 speelt Dylan drie songs van de broers op het
podium (“I’ll Not Be A Stranger”, “Stone Walls And Steel Bars” en “White
Dove”), de cover van “Man Of Constant Sorrow” op zijn allereerste album danken
we aan zijn liefde voor de Stanleys en in het Newsweekinterview (1997) noemt hij songs als “Let Me Rest On A
Peaceful Mountain” zijn ‘religie’. “Die songs zijn mijn lexicon. Ik geloof die
songs.”
Een ‘lexicon’, een woordenboek is dan eerder “Highway Of
Regret”, de Stanley Brotherssong waarvan hij de opening en de derde regel gebruikt
voor “Ain’t Talkin’” (Ain’t talkin’, just
walkin’ en Heart’s burning, still yearning), en de tweede regel (Down that highway of regret) meeneemt
naar een van zijn grootste hits, naar “Make You Feel My Love”.
De metafoor springt er meteen uit, tussen al die weinig
oorspronkelijke, poesiealbumachtige zoetigheden en afgesleten beelden. Ironisch
genoeg is het liefdevol gestolen highway
of regret dan nog het meest dylanesk, net zo een metafoor als Desolation Row, Heartbreak Hill, river of
tears en Rue Morgue Avenue, die
op hun beurt ongetwijfeld weer allemaal in de buurt van Presleys Heartbreak Hotel in de Lonely Street liggen.
Het zoetige karakter van de rest van de tekst valt ook de
succesvolste ambassadeur van de song, Adèle, op. Haar reserves betreffen in
eerste instantie haar onwil om een cover op te nemen voor haar debuutalbum (19, 2008). Haar manager is een groot
Dylanfan en blijft doorzeuren, net zo lang tot ze dan in hemelsnaam maar eens
naar dat lied luistert.
“En toen hoorde ik het in
New York, toen hij het voor me draaide, en het raakte me echt. Het is
kitscherig, maar ik vind het een verbijsterend lied en het vat gewoon in een
keer alles samen wat ik mijn songs probeerde te schrijven.”
Door die kitscherigheid ligt het lied doorgaans niet heel
goed bij de doorgewinterde fans. De ergst teleurgestelden schuwen de grote
woorden niet, op fanfora als expectingrain: ‘afschuwelijk’, ‘dieptepunt’,
‘weerzinwekkend sentimenteel’. De iets trouwere fans sputteren dat het lied
‘best wel leuk’ is of kan zijn (en verwijzen dan naar illegale live-opnames
waarop het dan allemaal wel meevalt), een deel verschuilt zich achter het
dubieuze compliment dat het lied een guilty
pleasure is en een factie verontwaardigden bezweert dan dat “Make You Feel
My Love” écht een heel goed lied is.
De professionals zijn evenmin onder de indruk. Clinton
Heylin serveert de song kort en bondig af; met dedain stelt hij dat het
inderdaad ‘thuishoort op een Billy Joel album’ (Billy Joel is inderdaad de
eerste, eerder nog dan Dylan, die het lied uitbrengt, op Greatest Hits Volume III, 1997) en dat ook Dylans live-uitvoeringen
geen verborgen dieptes onthullen. Greil Marcus is vol lof over Time Out Of Mind, maar negeert dit lied
volledig, Greg Kot in Rolling Stone vindt
dat de betovering van het album wordt verbroken door deze ‘kale ballade,
ondermijnd door wenskaartenlyriek’ en een snibbige Ian Bell bitst dat het lied
‘meteen afgevoerd had moeten worden, gratis, naar Billy Joel, Garth Brooks en
al die andere balladezangers die zo dol zijn op dit soort sentimentele
trivialiteiten.’
Dat lijkt wat al te kort door de bocht. Zó triviaal is
dit lied nou ook weer niet. De muziek, bijvoorbeeld, blijkt genoeg snaren te
beroeren om “Make You Feel My Love” langzaam maar zeker te doen opstijgen naar
de canon. Tot de honderden artiesten die het lied inmiddels op het repertoire
hebben, behoren zeker niet de minste; behalve voornoemde megasterren als Adèle,
Billy Joel en Garth Brooks, is het ook opgepakt door collega’s als Neil
Diamond, Bryan Ferry, Joan Osborne, Timothy B. Schmit en Ed Sheeran. Artiesten
waarover men een mening kan hebben, maar in ieder geval musici die kijk hebben
op popmuziek, op pakkende melodieën en aansprekende composities.
Die ijzersterke melodie lijkt Dylan deels te hebben
geleend van een lied dat kennelijk nog door zijn hoofd zoemt: “You Belong To
Me”.
“You Belong To Me” is een prachtig liedje uit 1952, dat
Dylan vermoedelijk bewondert in de uitvoering van Dean Martin – of anders wel
de hitversie van Jo Stafford, of de popversie van Gene Vincent, of die van The
Duprees, of Bing Crosby, of Patsy Cline… het is een lied dat vaak wordt opgenomen
en vaak een hit wordt in de jaren dat Dylans muzieksmaak wordt gevormd, dus
onder zijn huid zit het sowieso. Zelf neemt hij het in 1992 op, voor Good As I Been To You, maar selecteert
het uiteindelijk niet. Dylans opname duikt dan in ’94 op, op de soundtrack van
Oliver Stone’s filmhit Natural Born
Killers.
Tegen de vermeende zoetigheid van de tekst valt ook nog
wel het een en ander in te brengen. Toegegeven, als je het lied voor het eerst
hoort, lijkt het inderdaad het werk van een luie tekstdichter die even een
rijtje clichés uit zijn mouw schudt. Maar bij een tweede keer luisteren, en
vooral bij droge herlezing van de tekst, begint er toch iets te knagen. Is de
verteller niet een beetje al te opdringerig? En is het niet wat vreemd dat hij
geen enkel woord aan zijn geliefde wijdt, behalve dan het intrigerende gegeven
dat zij kennelijk ernstige twijfels heeft (‘you
haven’t made your mind up yet’). Verder somt de verteller enkel en alleen
op wat hij allemaal zou doen om haar
‘zijn liefde te doen voelen’. Dat, dat ‘ik zal je mijn liefde laten voelen’
klinkt ook al weinig teder – zeker niet na zo’n dubieuze gelofte als ‘ik zou je
een miljoen jaar kunnen vasthouden’.
Tegen die tijd begint ook op te vallen dat het wel een en
al ellende is. De regen slaat in je gezicht, de hele wereld zeurt tegen je aan,
tranen, honger, bont en blauw, storm en een ‘snelweg van spijt’… en desondanks heeft die meid nog steeds haar
bedenkingen over zijn ‘warme omhelzing’, zijn troost en überhaupt al zijn
aanbiedingen. Benauwend eigenlijk, om niet te zeggen: stalkerig. Nee, misschien
is het maar goed dat die dame de boot afhoudt.
Het gros van de covers ontloopt elkaar niet veel. Vrijwel
iedereen kiest voor eenzelfde tempo, vergelijkbare arrangementen en suiker
overheerst.
Van al die eensluidende bewerkingen is die van Adele
inderdaad een van de fraaiere; het Engelse talent kan nu eenmaal geweldig
zingen en de Londense lijkt een aangeboren, superieur muziekgevoel te hebben.
Achter die grote kopgroep van supersterren bevindt zich
een enorm peloton van artiesten van de tweede categorie. Ane Brun uit Noorwegen
(die overigens een van de mooiste versies van “She Belongs To Me” op haar naam
heeft staan) doet het prachtig, breekbaar en eenzaam bij het Nobelbanket in
2016, stukken aangrijpender dan de geposeerde edelkitschparade van die andere
Girl From The North Country, Sissel Kyrkjebø in 2014. Een tweede topper komt
echter ook uit Scandinavië: de Zweedse Pernilla Andersson fabriceert een
hartverscheurende, kaal gearrangeerde “Make You Feel My Love”, gedragen door
een gedempte gitaar, in 2004 op haar plaat Cradlehouse.
De kroon wordt gezet door een man, dit keer. Josh Kelley
uit Georgia is een redelijk succesvolle singer-songwriter die wint met zijn
bijdrage voor de soundtrack van de film A
Cinderella Story (2004). Met enige goede wil hoor je hoe Jakob Dylan dit
lied van zijn vader zou aanpakken; de stemmen lijken op elkaar en Josh kiest
voor een Wallflowers-aanpak: prominente drums, geluidseffectjes, orgel en elektrische
gitaren – en geen gezever met violen en gevoelig pianogepingel en zo. Wat een
schitterende song blijkt het dan toch te zijn.
When the rain is blowing in your face
And the whole world is on your case
I could offer you a warm embrace
To make you feel my love
When the evening shadows and the stars
appear
And there is no one there to dry your
tears
I could hold you for a million years
To make you feel my love
I know you haven’t made your mind up yet
But I would never do you wrong
I’ve known it from the moment that we met
No doubt in my mind where you belong
I’d go hungry, I’d go black and blue
I’d go crawling down the avenue
There’s nothing that I wouldn’t do
To make you feel my love
The storms are raging on the rollin’ sea
And on the highway of regret
Put your hand in mine and come with me
I’ll see that you don’t get wet
I could make you happy, make your dreams
come true
Nothing that I wouldn’t do
Go to the ends of the earth for you
To make you feel my
love
2 opmerkingen:
Vanaf het eerste moment dat ik dit hoorde dacht ik: dit zou een zangeres moeten zingen. En dan gebeurt het nog ook en wordt het een knoeperd van een hit!
Nog een weetje: ook Prince heeft het een paar keer gespeeld tijdens concerten, ook al zong hij het niet zelf, maar liet hij dat over aan zijn achtergrondzangeressen.
@Jochen: mooi stuk alweer.
@Frans: die knoeperd van een hit kwam er echter pas na een cover van de cover in een talentenwedstrijd: X-Factor.
Grappig ook : in 2013 is Adele's versie uitgeroepen door Heart Radio tot 'UK's number one song of all time'.
Een reactie posten