Ik ben een paar dagen geleden begonnen met lezen in Testimony, de autobiografie van Robbie Robertson. Robbie Robertson is de gitarist van The Band, in die hoedanigheid heeft hij veel samengespeeld met Bob Dylan. (Zijn er Dylan-liefhebbers die dat niet weten? Ik kan het me niet voorstellen.)
Ik heb Testimony inmiddels ongeveer voor de helft gelezen. Ik worstel met dit boek, of liever: ik worstel met wat ik van Testimony vind. Aan de ene kant is het een boek dat lekker wegleest. Bovendien kom ik dingen te weten. Zo wist is voor het lezen van Testimony niet dat het idee om een grote Amerikaanse vlag achter het podium te hangen tijdens Bob Dylans concert in Parijs in 1966 afkomstig was van Dylans manager Albert Grossman.
Aan de andere kant trekt mijn achterdocht zo'n nieuw feitje gelijk weer in twijfel. Die achterdocht wordt mede gevoed doordat Robertson zo nu en dan dingen beweert die niet kloppen. Zo heeft Bob Dylan tijdens het concert in Parijs in 1966 veel gespeeld, maar geen "Maggie's Farm", zoals Robertson beweert. Maar nog veel meer dan zo'n stom foutje als "Maggie's Farm" in Parijs is het de toon van Robertson, de sfeer van het boek dat me doet twijfelen aan veel van wat er in Testimony staat. Het beschrevene is allemaal net een beetje te lief, te gemoedelijk, te perfect in elkaar vallend om nog geloofwaardig te kunnen zijn.
Zaterdagochtend, met het gisteravond gelezen stuk over de Europese tournee van 1966 van Bob Dylan in Testimony nog in het achterhoofd pak ik de grote box met concertopnamen van deze tournee uit de kast en trek er willekeurig een cd uit en schuif die in de cd-speler. Het is Birmingham geworden, het deel voor de pauze. Bob Dylan alleen op een podium met een gitaar en een mondharmonica.
Dit is een goed begin van een zaterdag. Testimony pak ik later wel weer op, voorlopig houd ik het bij luisteren naar de man daar op het podium, ruim vijftig jaar geleden. De klankenbuiger, de woordenkauwer, de poëet die schrijft met zijn intonatie. Iedere klank is belangrijk voor het verhaal.
Iedere klank. Luister maar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten