Dylan kort #1219

setlist 30 oktober: Things Have Changed / It Ain't Me, Babe / Highway 61 Revisited / Simple Twist Of Fate / Cry A While / When I Paint My Masterpiece / Honest With Me / Tryin' To Get To Heaven / Scarlet Town / Make You Feel My Love / Pay In Blood / Like A Rolling Stone / Early Roman Kings / Don't Think Twice, It's All Right / Love Sick / Thunder On The Mountain / Soon After Midnight / Gotta Serve Somebody // [encores] // Blowin' In The Wind / Ballad Of A Thin Man
JanVollaard over More Blood, More Tracks, zie hier. Zeer positief, maar Vollaard vergist zich ook. De standaard-editie van More Blood, More Tracks is niet identiek aan de bootlegs met New York-opnamen van Blood On The Tracks. Verre van zelfs.
De Morgen met (een deel van) een recensie van More Blood, More Tracks, zie hier.

Dylan kort #1218

Setlist 28 oktober: Things Have Changed / It Ain't Me, Babe / Highway 61 Revisited / Simple Twist Of Fate / Cry A While / When I Paint My Masterpiece / Honest With Me / Tryin' To Get To Heaven / Scarlet Town / Make You Feel My Love / Pay In Blood / Like A Rolling Stone / Early Roman Kings / Don't Think Twice, It's All Right / Love Sick / Thunder On The Mountain / Soon After Midnight / Gotta Serve Somebody // [encores] // Blowin' In The Wind / Ballad Of A Thin Man
More Blood, More Tracks: op de website van Humo staat een recensie, zie hier.
60's Dylan op 4 november in Borger, zie hier.

Neighborhood Bully (1983) - door Jochen Markhorst

Op verzoek van een lezer van de blog boog Jochen zich over "Neighborhood Bully", het vergeten nummer van het album Infidels. Onderstaande is de honderdste bijdrage van Jochen op deze blog! Er gaan geen bloemen of taart richting huize Markhorst, maar ik ga wel de lokale fanfare verzoeken vanavond nog "Rainy Day Women #12 & 35" te blazen voor huize Markhorst.
Dank Jochen voor 100 bijdragen aan Bob Dylan in (het) Nederland(s)!

Neighborhood Bully (1983)

De dichter Dylan heeft ongetwijfeld het archetype pestkop, de neighborhood bully uit The Little Rascals voor ogen, Tommy ‘Butch’ Bond, die de rol tussen 1931 en 1938 zevenentwintig keer speelde. Our Gang, zoals de serie oorspronkelijk heet, gaat in 1922 van start en is nog steeds een van de meest succesvolle komische filmseries uit de geschiedenis. Tot 1944 worden er 220 afleveringen van opgenomen, er verschijnen speelfilm- en tekenfilmversies tot diep in de twintigste eeuw (de bioscoopversie van 1994 is een hit), in de eenentwintigste eeuw worden zelfs ingekleurde versies heruitgegeven en op Netflix doen De Boefjes het ook in 2018, bijna honderd jaar na de eerste aflevering, weer goed.
Het is dan ook een verleidelijke, en hoogstwaarschijnlijk waarheidsgetrouwe fantasie om je het jongetje Robert Zimmerman voor te stellen die na het zaterdagse bad met gekamde haartjes in zijn pyjama met een glas limonade in kleermakerszit op de woonkamervloer voor de buis zit en diepe bevrediging ervaart als die lelijke pestkop Butch weer eens aan het kortste eind trekt.

Een dikke dertig jaar later doemt dat beeld uit zijn jeugdjaren weer op als de protestzanger zich op het politiek gladde ijs van het Israëlische vraagstuk waagt. Hoewel… ‘politiek’?
“Ik beschouw niets van wat ik schrijf als politiek,” schrijft Dylan in de vroege jaren zestig, in de (geschrapte) liner notes voor “Let Me Die In My Footsteps” op The Freewheelin’ (1963). Tot diep in de jaren 90 is dat een refrein in de interviews, soms ongevraagd, maar meestal als reactie op een journalist die nietsvermoedend het bijvoeglijk naamwoord ‘politiek’ gebruikt: “Ik schrijf geen politieke songs.” Zelfs “Masters Of War”, verklaart Dylan defensief bij een persconferentie in Londen, 1997, “is a very non-political song.” Wonderlijk, maar nog wonderlijker is Dylans toelichting daarbij: “Ik weet niet wat politiek is, om eerlijk te zijn. Ik weet het verschil niet tussen links en rechts. Ik ken die verschillen niet.”
Die toevoeging bevestigt dan wat we sinds de jaren 60 al vermoeden: Dylan heeft een nogal particuliere, simplistische voorstelling van de betekenis van het woord ‘politiek’. Hij schijnt te denken dat het zoiets als ‘actief voor een erkende politieke partij’ betekent. Al in 1965, in een Engels interview met Ray Coleman, stelt hij ietwat dommig:

Geen politiek. Het is ondenkbaar dat ik me zou inzetten voor of gelinkt zou kunnen worden aan een politieke partij. Ze zijn allemaal onzin (‘crap’) – elke partij is onzin. Ze denken allemaal dat ze beter dan een ander zijn. Huh.

Dylans commentaar bij het door en door politieke “Neighborhood Bully” is in dat licht wat beter te volgen. Onzinnig, maar in elk geval binnen zijn eigen, naïeve definitie van het begrip ‘politiek’ navolgbaar:

En Neighborhood Bully is in mijn ogen geen politiek lied, want als het dat zou zijn, zou het bij een bepaalde politieke partij te plaatsen zijn. Als je het een Israëlisch politiek lied noemt – zelfs als het een Israëlisch politiek lied is – alleen al in Israël zijn er zo’n twintig politieke partijen. Ik zou niet weten waarbij het dan zou horen, bij welke partij.
(Rolling Stone interview met Kurt Loder, 1984)

“Je kunt er niet zomaar een partijpolitieke leus op plakken,” verduidelijkt de bard dan nog. En in het Robert Hilburninterview,1992, zit hij nog steeds op dat dwaalspoor: “Een heleboel van mijn songs worden politieke songs genoemd, maar in werkelijkheid gingen ze nooit over politici.” Overigens geeft hij in dat gesprek toe, half schertsend, wel ooit één politieke song te hebben geschreven: “All Along The Watchtower”.

Nu is het begrip inderdaad niet heel scherp te definiëren, maar in zijn algemeenheid bedoelen we zoiets als ‘het bestuur van een gemeenschap betreffend’, waarbij gemeenschap heel ruim wordt begrepen. We bedrijven immers ook ‘politiek’ in de kantoortuin, op de voetbalclub, in het klaslokaal en zelfs in de zandbak. En daar gaat het mis, in al die interviews met Dylan. Journalisten en radio-interviewers die, geheel terecht, terloops de politieke impact van “The Times They Are A-Changin’” of “Blowin’ In The Wind” memoreren, denken heus niet dat die songs als partijpolitieke deuntjes voor de Farmer Labor Party, de communisten of de Republikeinen zijn bedoeld, maar refereren aan de gewone, aan de woordenboekbetekenis van ‘politiek’: die songs belichten en becommentariëren maatschappelijke en sociale machtsstructuren. Vreemd genoeg wordt Dylans reflex, het weerwoord dat zijn songs geen partijpolitieke songs zijn, nooit gecorrigeerd. Ontzag voor ’s mans status of diens vermeende intellectuele superioriteit, vermoedelijk.

Pas in de eenentwintigste eeuw lijkt voortschrijdend inzicht in te dalen. Nadat hij zo’n veertig jaar heeft volgehouden géén politieke songs te schrijven, zegt Dylan in 2001 opeens, naar aanleiding van de humor in de songs van “Love And Theft”:

“Basically, the songs deal with what many of my songs deal with – which is business, politics and war, and maybe love interest on the side.” 
(Rolling Stone interview met Mikal Gilmore)

Daar beweert de bard dus opeens, zonder met zijn ogen te knipperen, dat de songs van “Love And Theft” net zoals ‘veel van mijn songs politiek behandelen’.
Kort daarna, in de autobiografie Chronicles Vol. 1 gebruikt de schrijver het begrip (eindelijk) in de gewone, universele betekenis. Terugblikkend zal Dylan dan ook, in een hopelijk ooit nog te verschijnen Chronicles Vol. 2, “Neighborhood Bully” vermoedelijk wel als een political song kwalificeren.

Het lied is een vreemde eend in Dylans catalogus, vergelijkbaar met de positie van een “Give Ireland Back To The Irish” in McCartneys portfolio of een “Russians” van Sting – simplistische, eendimensionale, pamfletachtige liedjes over complexe, politiek geladen problemen. Enig literair cachet geeft Dylan de song dan nog door een allegorie ervan te maken, door een gepersonifieerd ‘Israël’ op te voeren als een denkend en handelend mens, als ‘just one man’. Personificaties gebruikt de dichter Dylan doorlopend, in alle decennia van zijn schrijversbestaan, maar allegorieën schrijft hij zelden. “Dignity” is de duidelijkste, andere songs zijn allegorisch te duiden, maar zijn poëtisch vaag genoeg om zich aan dat stempel te onttrekken (“Maggie’s Farm”, “Dear Landlord”, “Man In The Long Black Coat”, om maar een paar te noemen).
Die aantrekkelijke, nevelige, Dylaneske poëtische vaagheid mist het uitzonderlijke “Neighborhood Bully”. Akkoord, de titelkeuze echoot dus nog een romantisch, nostalgisch residu uit de jeugdjaren in Minnesota, en hooguit de laatste twee regels vallen wat dat betreft, qua literaire sprankeling, ook nog uit de toon. Maar daarbij blijft het. De liedtekst zelf is ongenuanceerd, verongelijkt en zelfs wat drammerig, het verraadt eenzelfde soort Calimerocomplex als we ook al uit “Rainy Day Women #12 & 35” kennen: wat de protagonist ook aan goeds en bewonderenswaardigs onderneemt, ‘ze’ stenigen hem. De kracht van de ironische omkering om de good guy consequent met ‘pestkop’ aan te duiden is na twee coupletten ook wel uitgemolken, en wordt dan nog eens negen coupletten lang uitgeserveerd – geen Dylanbril is roze genoeg om zo lang geraakt, verrast of ontroerd te blijven.

Dylan kort #1217

setlist 27 oktober: Things Have Changed / It Ain't Me, Babe / Highway 61 Revisited / Simple Twist Of Fate / Cry A While / When I Paint My Masterpiece / Honest With Me / Tryin' To Get To Heaven / Scarlet Town / Make You Feel My Love / Pay In Blood / Like A Rolling Stone / Early Roman Kings / Don't Think Twice, It's All Right / Love Sick / Thunder On The Mountain / Soon After Midnight / Gotta Serve Somebody // [encores] // Blowin' In The Wind / Ballad Of A Thin Man
More Blood, More Tracks, de prijs: de prijs voor de luxe editie van More Blood, More Tracks is bij Amazon Duitsland gezakt tot €99,99. Zie hier. [met dank aan Evert]
The Guardian over More Blood, More Tracks, zie hier.


the Comic book and me #55

Well, the comic book and me, just us, we caught the bus
The poor little chauffeur, though, she was back in bed
On the very next day, with a nose full of pus
Yea! Heavy and a bottle of bread
Bob Dylan - "Yea! Heavy And A Bottle Of Bread"

Het comic book All The Sad Songs van Summer Pierre vertelt (een deel van) het levensverhaal van Pierre met al rode draad de muziek in het leven van Pierre. Bob Dylan komt een aantal malen voorbij in All The Sad Songs. Om een beeld te krijgen van de tekenstijl van Summer Pierre, bezoek haar website, hier.





de hoezen #8 - door Patrick Roefflaer

11 – Self Portrait
Uitgebracht: 8 juli 1970
Schilder: Bob Dylan
Fotografen: Al Clayton, John Cohen en David Redfern
Art-director: Ron Coro

Bob Dylans tiende elpee is opnieuw een dubbelaar en heeft dus weer een openklappende hoes. Daarop is het werk te zien van maar liefst drie fotografen.

Fotograaf 1: Al Clayton

In de vorige aflevering kon je lezen hoe Al Clayton bijna de hoesfoto voor Nashville Skyline had mogen verzorgen. Je las er ook hoe het eerste contact van de fotograaf met de zanger eerder stroef was verlopen. Dat veranderde kort daarna.
Op 1 mei 1969 was Dylan opnieuw in Nashville. In het Ryman Auditorium - de legendarische zaal van waaruit sinds 1943 wekelijks de Grand Ole Opry wordt uitgezonden - vinden de opnamen plaats voor een nieuwe TV-reeks: The Johnny Cash Show. Cash mag telkens een paar gasten uitnodigen. Voor de allereerste uitzending zijn dat: Cajun fiddler Doug Kershaw, de jonge folkzangeres Joni Mitchell en zijn vriend Bob Dylan.

In een artikel over de opnamen, gepubliceerd in Rolling Stone op 1 juni 1969, staat:

“Na het concert zei een fotograaf tegen hem: ‘Je zag er nerveus uit vandaag, Bob.’
‘Ik stond doodsangsten uit,’ antwoordde hij glimlachend.”

De auteur, Patrick Thomas, had waarschijnlijk geen idee dat Dylan het letterlijk bedoelde. Al Clayton vertelt wat er gebeurde: “We zaten allemaal in de kleedkamer, toen opeens iemand door het dak viel. De man probeerde zo binnen te raken. Die arme Dylan riep: ‘Al, haal hem hier weg!’ De politie kwam en nam hem mee.
Daarna was Dylan vriendelijk tegen me. Ik denk dat hij mij vertrouwde.”

Twee dagen later is Clayton dan ook present in de studio tijdens de (voorlopig) laatste sessie voor Dylans volgende elpee. Ook Doug Kershaw is uitgenodigd om met zijn fiddle de opnamen op te leuken van enkele covers: “Take A Message To Mary”, de klassieker “Blue Moon” plus twee nummers van Johnny Cash.

Op de linkerzijde van de binnenhoes van Self Portrait staan maar liefst zeven foto’s van deze sessie. Op de zwart-wit foto’s is Dylan aan het werk – of aan het luisteren naar een playback, terwijl zoontje Jesse op de grond dolt. Daarnaast zijn er twee kleurenfoto’s: een van de lege Columbia Studio A in Nashville en een van het mengpaneel.

Fotograaf 2: David Redfern

Aan de rechterzijde is ook één kleurenfoto te zien, van het optreden van Bob Dylan op het Isle of Wight. Die is het werk van de David Redfern.

De Brit valt op omdat hij, als één van de weinigen in die tijd, optredens van jazz muzikanten vereeuwigd in kleur. Hij doet dat zo goed dat wanneer de Amerikaanse post in de jaren negentig tien postzegels uitgeeft gewijd aan jazz muzikanten, maar liefst drie daarvan gebaseerd zijn op foto’s van hem.
Zijn reputatie als de “Cartier Bresson van de jazz” bezorgt hem uitnodigingen voor de grote jazz festivals in Newport, New Orleans en Montreux, waarna hij zijn terrein uitbreidt naar de grote rock festivals, waaronder dat op het eiland Wight, waar hij op 31 augustus 1969 Bob Dylan vastlegt.

Fotograaf 3: John Cohen 

In januari 1970 verhuist Bob Dylan weer naar New York, om te ontsnappen aan al te opdringerige fans die hem en zijn familie in Woodstock kwamen opzoeken. Omdat afgelegen gaan wonen blijkbaar niet helpt, besluit hij het te proberen door op te gaan in de grote stad. Hiding in plain sight.
Om uit te zoeken of dat werkt, roept hij de hulp in van een oude vriend. “Hey John, ik heb wat foto’s nodig. Kom naar de stad en breng een camera mee waarmee je foto’s kunt maken vanop een huizenblok afstand.”

John is John Cohen, een musicoloog en muzikant, maar ook fotograaf en cineast.
Cohen richtte in 1958, samen met Mike Seeger en Tom Paley de New Lost City Ramblers op, een string-band die het geluid van de old-time muziek uit de Appalachen weer tot leven wil brengen. Daarvoor willen ze terugkeren naar de bron, door op zoek te gaan naar nog levende muzikanten die in de jaren twintig en dertig opnamen maakten, die later zijn verzameld door Harry Smith op Anthology of American Folk Music. Van die speurtocht maakt Cohen beelden, die hij bundelt in de film High Lonesome Sound (1962).

In september 2013 worden zijn foto’s tentoongesteld in New York: Been Here and Gone: Photographs by John Cohen of Bob Dylan and Woody Guthrie. Bij die gelegenheid vertelt hij in diverse krantenartikels het verhaal van zijn drie fotoshoots met Bob Dylan.

“Ik ontmoette Bob toen hij voor het eerst naar New York kwam. Het was in een van die koffiehuizen in Greenwich Village, waar hij toen woonde. […] Het jaar daarna [lente 1962] maakte ik heel wat foto’s van hem in zwart-wit. De bekendste is misschien wel die van een getormenteerd kijkende Bob die verwoed aan een sigaret trekt.”

Acht jaar na die eerste fotosessie, krijgt hij dus opeens dat telefoontje van Bob Dylan. Gewapend met een gehuurde telelens, trekt hij naar Dylans huis in MacDougal Street in Greenwich Village. Het plan is dat Dylan gewoon in de buurt wandelt en dat Cohen hem volgt van op een grote afstand. Zo wil hij weten of hij kan opgaan in de massa. “Ik werkte vooral intuïtief,” vertelt Cohen, “want ik kon onmogelijk communiceren met Bob van op zo’n afstand.  Hij wandelde want rond en ik probeerde hem in beeld te krijgen. Het waren spontane composities – van zorgvuldig focussen was geen sprake. […] Hij was in z’n eentje en niemand keek naar hem. Hij bleef onopgemerkt, werd niet herkend.”

Een week later spreken ze opnieuw af, dit keer bij Cohen thuis, op diens boerderij in Putnam County – een uurtje rijden vanaf het centrum. “Hij kwam naar me toe gereden en we spendeerden een paar uur samen. Hij was meer op zichzelf dan bij onze eerste ontmoeting, maar hij stond open voor iedere suggestie.[…] Hij zette een oude hoed van mij op, dolde wat met mijn hond, ging op z’n knieën voor wat kippen en mijn kinderen, bezocht een stal in de buurt en wat achtergelaten auto’s in het bos en keek vol bewondering naar wat bomen -  heel gewone dingen, die ik alle dagen doe. Het leek wel of ik foto’s maakte van mezelf in mijn eigen leefwereld met Bob als stand-in voor mezelf.”

“Ik vroeg niet naar zijn bedoeling met deze beelden en was zeer verrast toen ik ze zag op de hoes van Self Portrait.”

Dylan neemt de negatieven mee en geeft ze nooit terug. Pas bij de voorbereidingen voor Another Self Portrait, zo’n veertig jaar later, krijgt Cohen ze terug te zien – vandaar de tentoonstelling en het boek Young Bob.


Schilder: Bob Dylan

De beide sessies met Cohen kunnen worden gezien als een oefening in aanwezig zijn, zonder zichtbaar te zijn. Op gaan in de massa en de leefwereld van een ander gebruiken alsof het zijn eigen leven in Woodstock betrof. “Je est un autre,” wist Arthur Rimbaud al.

Dylan kort #1216

setlist 26 oktober: Things Have Changed / It Ain't Me, Babe / Highway 61 Revisited / Simple Twist Of Fate / Cry A While / When I Paint My Masterpiece / Honest With Me / Tryin' To Get To Heaven / Scarlet Town / Make You Feel My Love / Pay In Blood / Like A Rolling Stone / Early Roman Kings / Don't Think Twice, It's All Right / Love Sick / Thunder On The Mountain / Soon After Midnight / Gotta Serve Somebody // [encores] // Blowin' In The Wind / Ballad Of A Thin Man
Het Charles M. Young interview (1985), zie hier. [met dank aan Harry]
Greil Marcus over Dylan, onder andere over More Blood, More Tracks. Marcus heeft het nieuwste deel van The Bootleg Series al gehoord, zie hier. [met dank aan Martin]
Coffee Trails: Op een nog onbekende datum een lezing in Amsterdam over Bob Dylan, zie hier.
Liesje Schreuders geeft 25 november in Den Helder een lezing over Bob Dylan, zie hier.
"Blood op het spoor": De door Jos Gerards geschreven recensie van Blood On The Tracks is afkomstig uit Limburger Koerier van 1 maart 1975.
Over de prijs van Clinton Heylins nieuwste boek No One Else Could Play That Tune heb ik in de afgelopen weken veel e-mails gekregen, en dan met name over de hoge verzendkosten. Ik snap de klacht, maar nu ik het boek gelezen heb moet ik zeggen dat ik het boek méér dan de prijs die ik er voor betaald heb (inclusief verzendkosten) waard vind. Het is een zéér informatief, goed gedocumenteerd boek. Wat Heylin in 128 pagina's (waarvan 'slechts' 93 de hoofdtekst bevatten) weet te vertellen is vele malen meer dan menig Dylanoloog in een dikke pil uit de doeken weet te doen. Het lezen van No One Else Could Play That Tune is de perfecte voorbereiding op More Blood, More Tracks.
De komende weken houd ik No One Else Could Play That Tune binnen handbereik.

More Blood, More Tracks (10 tracks, 2 video's)

Op de website van NPR kunnen tien (en niet twaalf zoals Dylans officiële website meldt) nummers van More Blood, More Tracks beluisterd worden. (Luister hier) Het gaat niet om alleen tracks van de standaard editie van More Blood, More Tracks, maar ook nummers van de luxe editie.
De volgende tracks zijn op NPR te beluisteren:

01. Tangled Up In Blue (Take 3, Remake 3)
02. If You See Her, Say Hello (take 1)
03. Up To Me (take 1)
04. You're Gonna Make Me Lonesome When You Go (take 5)
05. Lily, Rosemary And The Jack Of Hearts (take 2)
06. You're A Big Girl Now (take 2)
07. Shelter From The Storm (take 1)
08. Call Letter Blues (take 1)
09. Simple Twist Of Fate (take 3A)
10. Idiot Wind (take 6)

Van de bovenstaande tien tracks komen alleen "Tangled Up In Blue", "If You See Her, Say Hello", "Lily, Rosemary And The Jack Of Hearts" en "You're A Big Girl Now" van de standaard editie van More Blood, More Tracks.
De versies van "If you See Her, Say Hello" en "You're A Big Girl Now" werden eerder al vrijgegeven.
Deze tracks beluisteren is van de ene in de andere verbazing vallen. Luister bijvoorbeeld naar de langzame versie van "You're Gonna Make Me Lonesome When You Go" of de piano in "Shelter From The Storm".
Na het beluisteren van deze tracks krijg ik alleen nog maar meer zin in More Blood, More Tracks.


De editie van Uncut met Bob Dylan op de cover en de cd The Best Of The Bootleg Series is inmiddels ook in Nederland te verkrijgen. Op de cd The Best Of The Bootleg Series staat "You're A Big Girl Now" (take 2) van More Blood More Tracks.

Twee nieuwe video's [met dank aan Bert]:
John Hammond en Don DeVito bespreken Blood On The Tracks:



De video voor "You're A Big Girl Now" die eerder alleen op Facebook te zien was:

Dylan kort #1315

Waarom Bob Dylan van Blackface houdt (Bob Dylan en... jawel: Zwarte Piet), zie hier. [met dank aan Ference, Martin en Dirk]
Dylan in code: In De Wereld Draait Door (24/10/2018) gaat het over de bijna onkraakbare codes in het boek GCHQ (2de deel). In dit boek zit één Dylan-gerelateerde code. Zie hier. [met dank aan Hans]
Wintertijd met aandacht voor 30th Anniversary Concert Celebration, deel 1, deel 2.
4 november: 60's Dylan op het podium van VanSlag, zie hier.
Dichtersbankje / Bob Dylan, zie hier.
Setlist 24 oktober: Things Have Changed / It Ain't Me, Babe / Highway 61 Revisited / Simple Twist Of Fate / Cry A While / When I Paint My Masterpiece / Honest With Me / Tryin' To Get To Heaven / Scarlet Town / Make You Feel My Love / Pay In Blood / Like A Rolling Stone / Early Roman Kings / Don't Think Twice, It's All Right / Love Sick / Thunder On The Mountain / Soon After Midnight / Gotta Serve Somebody // [encores] // Blowin' In The Wind / Ballad Of A Thin Man

een uur nieuwe dylan

Op vrijdag 25 oktober 1968, vandaag precies vijftig jaar geleden, zond VPRO "een uur nieuwe dylan" op Hilversum II uit (hulde) (hoera).
Het is de tweede keer in korte tijd dat er niet officieel uitgebrachte opnamen van Bob Dylan op de Nederlandse radio worden uitgezonden.
Een paar weken voor deze uitzending werd vanuit Engeland een pakje met daarin een geluidsband naar Nederland gestuurd. Op die geluidsband staat ruim drie uur muziek van Bob Dylan, muziek die dan nog niet officieel is uitgebracht.
Op dinsdag 22 oktober wordt in de VPRO-studio een selectie van grofweg een uur muziek van deze band op een nieuwe band gezet. Deze nieuwe band wordt gebruikt voor de uitzending van 25 oktober.
Hoewel er al zo'n twee weken plannen zijn voor die uitzending van "een uur nieuwe dylan" voor het daadwerkelijk zover is, moet er iets fout gegaan zijn bij de aankondiging van die uitzending. Wie op 25 oktober 1968 een krant opensloeg om te kijken wat de radio te bieden had, zag in het programma staan dat tussen 8 en 9 uur 's avonds op Hilversum II het hoorspel De grijze Eros te horen zal zijn, niet "een uur nieuwe dylan".
Op de dag van de uitzending verschijnt er een in kapitalen geschreven stuk in Hitweek om hip en jong Nederland er op te wijzen dat niet De grijze Eros, maar nog nooit eerder gehoorde opnamen van Bob Dylan die avond te horen zullen zijn op Hilversum II.
Tijdens deze uitzending zijn een groot aantal nummers van Bob Dylans optreden in Town Hall, New York op 12 april 1963 te horen. Daarnaast zijn er enkele concertopnamen uit 1966 te horen (waarschijnlijk Manchester, 17 mei) en een fragment van een interview met Bob Dylan, opgenomen tijdens de Broadside Show in 1962.
Niet lang na de uitzending van 25 oktober krijgen de Dylan-liefhebbers die de uitzending gemist hebben een herkansing om songs van de VPRO-tape te horen. Begin november worden nogmaals delen van de VPRO-tape op de Nederlandse radio gedraaid. Of het om een herhaling van de uitzending van 25 oktober gaat, of dat er in deze uitzending andere songs van de tape werden gedraaid, is niet duidelijk.

De band voor de uitzending van "een uur nieuwe dylan" wordt na 1968 nog een keer gebruikt. In 2006 wordt de band uit de VPRO-archieven opgedoken en delen er van worden afgespeeld in een aflevering van het door Marc Stakenburg gepresenteerde programma Zomerfestival. Daarna is de band met het opschrift "Bob Dylan sessie VPRO-studio 1968" - voor zover bekend - nooit meer uit het archief gehaald.

Dylan kort #1314

Vergeet niet "Dylan in Liverpool" - foto's van Bert - en "Tiny Montgomery" van Jochen hieronder te bekijken / lezen.

OVT had 21 oktober Jan Rot op bezoek. Rot zingt in deze uitzending zijn vertaling van "Blowin' In The Wind", terugluisteren kan hier, bewuste fragment vanaf 44 minuten. [met dank aan Hans]
Heaven, november / december 2018 ligt in de winkels met in dit tijdschrift recensies van A Tree With Roots van Fairport Convention en van mijn boek Dylan & de Beats (zie afbeelding).
4 november spelen Karel Bosman en Rifka Scheepens Bob Dylan in het Nederlands, zie hier.
Life Itself is een nieuwe film met muziek van Bob Dylan, zie hier. In de trailer van deze film is Bob Dylan niet te horen, wel wordt er een poster met de beeltenis van Dylan van de muur getrokken.
De soundtrack bevat behoorlijk wat Dylan, uitsluitend songs van Time Out Of Mind en een cover:
Bob Dylan - Love Sick
Bob Dylan - Standing In The Doorway
Bob Dylan - Not Dark Yet
Bob Dylan - Trying To Get To Heaven
Bob Dylan - Make You Feel My Love
Bob Dylan - Million Miles
Olivia Cooke & Diet Cig - Make You Feel My Love

Setlists 21 en 23 oktober: Things Have Changed / It Ain't Me, Babe / Highway 61 Revisited / Simple Twist Of Fate / Cry A While / When I Paint My Masterpiece / Honest With Me / Tryin' To Get To Heaven / Scarlet Town / Make You Feel My Love / Pay In Blood / Like A Rolling Stone / Early Roman Kings / Don't Think Twice, It's All Right / Love Sick / Thunder On The Mountain / Soon After Midnight / Gotta Serve Somebody // [encores] // Blowin' In The Wind / Ballad Of A Thin Man

Bob Dylan in Liverpool

Bert was afgelopen dagen in Liverpool en liep daar bij de galerie Castle Fine Art binnen waar op dit moment een tentoonstelling van werken van Bob Dylan aan de gang is.
Met dank aan Bert voor onderstaande foto's.







Tiny Montgomery (1967) - door Jochen Markhorst

Tiny Montgomery (1967)

Zijn eenvoudig Robyn Hitchcock getitelde, eenentwintigste studioalbum uit 2017 krijgt terecht goede tot enthousiaste kritieken. Het staat vol met prachtige liedjes, psychedelische pop en zelfs een countrysong (“I Pray When I’m Drunk”), en gerespecteerde namen als Grant Lee Phillips (van Grant Lee Buffalo), Pat Sansone (van Wilco) en de gelouterde countrygrootheid en Dylanvertolkster Gillian Welch doen mee. De eerste vraag van interviewer Tom Lanham (San Francisco Examiner, 23 juli 2017) gaat echter niet over de muziek, maar over de hoes, en dan meer specifiek over de kat die Robyn op zijn arm houdt.

Op de hoes van je nieuwe album heb je een pluizige Perzische kat op je arm. Dus je bent een kattenmens?
Ja, en zij is helaas overleden, mijn kat Tiny. Tiny Montgomery, en ze leefde maar zes maanden. Ze had een zeldzame maagaandoening en ze konden haar niet redden. En het was vreselijk - het is het sterfgeval dat me het meest heeft aangegrepen in mijn leven. Tiny’s dood raakte me dieper dan het overlijden van mijn vader.

De Britse excentriekeling maakt naam met de maffe, springerige en onweerstaanbare band The Soft Boys, die in ’76 hun eerste album opnemen in Hitchcocks woonkamer, Give It To The Soft Boys. De titel van de eerste single dekt de lading wel: “(I Want To Be An) Anglepoise Lamp”. Op hun leukste album, A Can Of Bees (1979), staan songtitels als “The Pigworker”, “Leppo And The Jooves”, “Ugly Nora” en “Wading Through A Ventilator”. Het beeld is dan wel duidelijk: songschrijver Robyn Hitchcock zweeft ergens tussen John Lennon, de Basement Tapes en Syd Barrett in. De band piekt iets te vroeg om echt door te breken, maar succesvolle bands als R.E.M. en The Replacements maken later geen geheim van hun schatplichtigheid aan en hun bewondering voor inspiratiebron Soft Boys.
Als solo-artiest blijft Hitchcock, op zijn beurt, zijn voorbeelden trouw. Naast zijn eigenzinnige, absurde en aanstekelijke eigen songs, bouwt hij ook een aardige reputatie op als coverartiest van Syd Barrett, Lennon en vooral Bob Dylan. Zijn dubbelalbum Robyn Sings (2002) bestaat zelfs uitsluitend uit Dylancovers – zestien meer en minder geslaagde covers van voornamelijk de usual suspects als “Tangled Up In Blue” en “Like A Rolling Stone”, en een enkele originelere keus (“Dignity”, “Tell Me, Momma”). Op het podium grijpt hij overigens net zo gemakkelijk naar de verstofte winkeldochters onder uit de kist: “The Ballad Of Frankie Lee And Judas Priest”, “Tryin’ To Get To Heaven”, songs die vrijwel niemand, inclusief Dylan zelf, op het repertoire heeft. Bovendien speelt hij uiteraard de nodige Basementpareltjes, zoals “Nothing Was Delivered” en “Open The Door, Homer”.
Het gaat dieper dan alleen maar bewondering, verklapt Robyn in een radio-interview in 2009, het is een raison d’être:

Ik wilde al op mijn vijftiende deze business in vanwege Dylan. Ik wilde songs schrijven, ik wilde “Million Dollar Bash” of “Desolation Row” of “Visions Of Johanna” schrijven.

En vijftig jaar na de awakening van de puber Robyn zitten de songs van The Basement Tapes nog steeds zo diep onder zijn huid dat hij zijn betreurde kat “Tiny Montgomery” noemt, dus.

De songvolgorde op The Basement Complete (2014) schijnt grotendeels chronologisch te zijn, ‘gebaseerd op het nummeringsysteem van Garth Hudson’. “Tiny Montgomery” zit vrij vooraan en lijkt daarmee het punt te markeren waarop Dylans creatieve ader weer de aansluiting vindt met de bron waaruit ook een “Farewell Angelina” of een “Memphis Blues Again” zijn ontsproten - de zes eigen songs hiervoor (“Edge Of The Ocean” bijvoorbeeld, en “Under Control”) zijn hiermee vergeleken nog zoekend en stuurloos.
Voor die aansluiting heeft de dichter kennelijk ook nog even in zijn eigen, officieel nog ongepubliceerde Tarantula zitten bladeren. Woordkeuze (incourant idioom als squeeze, scratch, suck, pick, drip, honk en legged) en de dwingende ritmiek van opgestapelde korte woorden (net als Tarantula kent “Tiny Montgomery” vooral eenlettergrepige en vrijwel geen woorden van meer dan twee lettergrepen) zijn in elk geval één op één terug te vinden in Tarantula en weer helemaal Dylanesk, sluiten helemaal aan bij het midjaren 60-werk van Dylan.

De inhoud is ondergeschikt. De insteek lijkt scatologisch, Tiny Montgomery een zelfverzonnen bijnaam voor ’s mans penis. Aanvankelijk drijft Dylans associatieve, en zo te horen licht benevelde geest hem dan ook daarheen, richting dubbelzinnige platvloersheid. Alle jongens en meisjes gonna get their bang, Tiny ‘zwaait met zijn ding’ en is coming. Maar al in het tweede couplet verlaat de bard dat spoor en dringt zich kennelijk een oude zwart-wit gangsterfilm op, en bezingt hij ene ‘Half-track Frank’ en zijn maatje ‘Skinny Moo’ die uit de gevangenis ontsnappen met behulp van een koevoet, een crowbar, nee dat wordt een crow en een buzzard, de twee jailbirds worden ornithologisch gedetermineerd – met behulp van het bird book, inderdaad.
Zo, van associatie naar inval hoppend, zou het kunnen gaan als bij een ontspannen Dylan de écriture automatique weer begint te stromen, The Band een prettig golvend tapijtje op twee akkoorden neerlegt en glazen zijn gevuld. Bij de publicatie van de teksten, onder andere in Writings & Drawings, verandert Dylan weliswaar nog een paar kleinigheidjes (Half-track Frank heet eigenlijk T-Bone Frank, bijvoorbeeld), maar dat doet weinig af aan de geïmproviseerde, surrealistische indruk die Tiny maakt.

Echte herkenning is er dan vanaf het derde couplet, als de dichter het ideaal van Alexander Pope in diens Peri Bathous (1728) benadert:

A master of this will say,
Mow the beard,
Shave the grass,
Pin the plank,
Nail my sleeve.

Een meester in de catachrese, bedoelt Pope in zijn essay, waarin hij overigens eigenlijk dichtende tijdgenoten belachelijk wil maken – maar dat zo meesterlijk doet dat hij en passent een soort handleiding voor komisch en/of effectief gebruik van stijlfiguren schrijft. Met zijn uitleg bij en de voorbeelden van de catachrese, het ‘verkeerd-gebruik’, legt Pope een theoretische basis voor stijlfouten die later voor surrealisten, dadaïsten, beat poets en Dylan stijlfiguren zullen worden.
Dylan opent dat luik in zijn brein grofweg vanaf “Subterranean Homesick Blues” (Maggie comes fleet foot / Face full of black soot / Talkin’ that the heat put / Plants in the bed), verkent het verder in “Farewell, Angelina” en vooral “It’s All Over Now, Baby Blue” (met ‘verkeerde’ maar volstrekt vertrouwd klinkende woordcombinaties als seasick sailors, empty-handed painter en the saints are coming through) en excelleert in “Sad-Eyed Lady Of The Lowlands”, waar in bijna elke regel wel zo’n abusio, zo’n associatieve metafoor is te vinden (matchbook songs, warehouse eyes, geranium kiss).
In “Tiny Montgomery” komt Dylan echter het dichtst bij de bron, bij die sjabloon uit de achttiende eeuw van Alexander Pope:

Scratch your dad
Do that bird
Suck that pig

of

Gas that dog
Trick on in
Honk that stink
 
… woordcombinaties die de omkeringen van Pope’s voorbeeld vermijden, maar verder, ritmisch en op (non-)semantisch niveau, bijna een kopie daarvan zijn.
De laatste woorden van het laatste couplet doen vermoeden dat Dylan toch wel even heeft nagedacht over structuur: met het nauwelijks dubbelzinnige three-legged man en hot-lipped hoe keert hij braaf terug naar de scabreuze openingsregels, en maakt hij het geheel aldus keurig rond – het lijkt bijna een echt gedicht.

More Blood, More Tracks

Ik heb een poging gedaan om de beschikbare informatie over de tracklist van de luxe editie van More Blood, More Tracks op een rijtje te zetten. Het is mijn manier om enigszins grip te krijgen op de hoeveelheid nieuwe muziek die we op 2 november gaan krijgen. Hoe meer ik naar die tracklist staar, hoe meer mijn lijf begint te tintelen. Ik kan niet wachten.
Ik verbaas me dan ook over de negatieve reacties op de aankondiging van More Blood, More Tracks die hier en daar te beluisteren zijn: alle composities zijn al bekend en het is te veel van hetzelfde zijn de meest gehoorde klachten. Daar snap ik werkelijk geen reet van. We krijgen alles, maar dan ook werkelijk alles wat van de opnamesessies voor Blood On The Tracks bewaard is gebleven. Dat geeft de kans om 44 jaar na dato alsnog op een krukje naast Bob Dylan te gaan zitten terwijl hij songs als "Tangled Up In Blue" en "Idiot Wind" voor het eerst in de studio speelt en verder ontwikkelt tot de songs zoals we die nu kennen.
Ik wil plaats nemen op dat krukje.

Een aantal aantekeningen over de tracklist:
- De tracks die op de enkele cd-versie van More Blood, More Tracks hebben in onderstaande lijst een *.
- Volgens het persbericht over More Blood, More Tracks zijn de opnamen van "Tangled Up In Blue" en "Idiot Wind" op The Bootleg Series vol. 1 - 3 identiek aan opnamen op de testpersing van Blood On The Tracks. Dit klopt niet. Zo is bijvoorbeeld op de testpersing tijdens "Idiot Wind" een orgel te horen. Dit orgel staat niet op de take op The Bootleg Series vol. 1 - 3.
- De tracks op More Blood, More Tracks zijn 'speed corrected'. Veel tracks die al eerder zijn uitgebracht, spelen op More Blood, More Tracks voor de eerste keer in de juiste snelheid.


Disc One
A & R Studios
New York
September 16, 1974
Bob Dylan – vocals, guitar, harmonica

1 If You See Her, Say Hello (Take 1) 3:58 youtube 20 september 2018
2 If You See Her, Say Hello (Take 2) 3:43 The Bootleg Series vol. 1 - 3
3 You're a Big Girl Now (Take 1) 5:38
4 You're a Big Girl Now (Take 2) 4:41 youtube 19 oktober 2018 / Uncut cd
5 Simple Twist of Fate (Take 1) 4:41
6 Simple Twist of Fate (Take 2) 5:04
7 You're a Big Girl Now (Take 3) 4:14
8 Up to Me (Rehearsal) 0:20
9 Up to Me (Take 1) 6:04
10 Lily, Rosemary and the Jack of Hearts (Take 1) 3:15
11 Lily, Rosemary and the Jack of Hearts (Take 2) 9:48 Blood On The Tracks testpressing


Disc Two

A & R Studios
New York
September 16, 1974
Bob Dylan: vocals, guitar, harmonica
Eric Weissberg, Charles Brown III, Barry Kornfeld: guitars
Thomas McFaul: keyboards
Tony Brown: bass
Richard Crooks: drums
Buddy Cage: steel guitar (5-6)

1 Simple Twist of Fate (Take 1A) with band 4:57
2 Simple Twist of Fate (Take 2A) with band 1:23
3 Simple Twist of Fate (Take 3A) with band  4:22
4 Call Letter Blues (Take 1) with band 4:42
5 Meet Me in the Morning (Take 1) with band 5:43 edit op Blood On The Tracks testpressing en Blood On The Tracks
6 Call Letter Blues (Take 2) with band  4:28 The Bootleg Series vol. 1 - 3
7 Idiot Wind (Take 1) with bass 3:47
8 Idiot Wind (Take 1, Remake) wit bass 5:28
9 Idiot Wind (Take 3 with insert) with bass 7:11
10 Idiot Wind (Take 5) with bass 0:29
11 Idiot Wind (Take 6) with bass 8:51
12 You're Gonna Make Me Lonesome When You Go (Rehearsal and Take 1) with band 1:24
13 You're Gonna Make Me Lonesome When You Go (Take 2) with band 0:46
14 You're Gonna Make Me Lonesome When You Go (Take 3) with band  1:12
15 You're Gonna Make Me Lonesome When You Go (Take 4) with band  3:11
16 You're Gonna Make Me Lonesome When You Go (Take 5) with band 5:16
17 You're Gonna Make Me Lonesome When You Go (Take 6) with band 1:03
18 You're Gonna Make Me Lonesome When You Go (Take 6, Remake) with band 0:56
19 You're Gonna Make Me Lonesome When You Go (Take 7) with band 0:58
20 You're Gonna Make Me Lonesome When You Go (Take 8) with band 3:33

Disc Three

A & R Studios
New York
September 16, 1974
Bob Dylan: vocals, guitar, harmonica
Eric Weissberg, Charles Brown III, Barry Kornfeld: guitars
Thomas McFaul: keyboards
Tony Brown: bass
Richard Crooks: drums

1 Tangled Up in Blue (Take 1) with bass 7:19

A & R Studios
New York
September 17, 1974
Bob Dylan: vocals, guitar, harmonica
Tony Brown: bass
Paul Griffin: keyboards (2-9)
Buddy Cage: steel guitar (3)

2 You're a Big Girl Now (Take 1, Remake) with bass and organ 4:55
3 You're a Big Girl Now (Take 2, Remake) 4:23 with bass organ and steel guitar; Blood On The Tracks testpressing en Biograph
4 Tangled Up in Blue (Rehearsal) with bass and organ 0:58
5 Tangled Up in Blue (Take 2, Remake) with bass and organ 6:38
6 Spanish Is the Loving Tongue (Take 1) with bass and piano 4:56
7 Call Letter Blues (Rehearsal) with bass and piano 2:03
8 You're Gonna Make Me Lonesome When You Go (Take 1, Remake) with bass and piano 3:11
9 Shelter from the Storm (Take 1) with bass an piano 6:03 Jerry McGuire original soundtrack & The Best of Bob Dylan
10 Buckets of Rain (Take 1) with bass 2:56
11 Tangled Up in Blue (Take 3, Remake) with bass 6:43
12 Buckets of Rain (Take 2) with bass 3:20
13 Shelter from the Storm (Take 2) with bass 4:38
14 Shelter from the Storm (Take 3) with bass 2:22
15 Shelter from the Storm (Take 4) with bass 5:02 Blood On The Tracks


Disc Four

A & R Studios
New York
September 17, 1974
Bob Dylan: vocals, guitar, harmonica
Tony Brown: bass

* 1 You're Gonna Make Me Lonesome When You Go (Take 1, Remake 2) with bass 3:42
2 You're Gonna Make Me Lonesome When You Go (Take 2, Remake 2) with bass 3:25 Blood On The Tracks

A & R Studios
New York
September 18, 1974
Bob Dylan: vocals, guitar, harmonica

3 Buckets of Rain (Take 1, Remake) 3:18
* 4 Buckets of Rain (Take 2, Remake) 3:02
5 Buckets of Rain (Take 3, Remake) 0:53
6 Buckets of Rain (Take 4, Remake) 2:36

A & R Studios
New York
September 19, 1974
Bob Dylan: vocals, guitar, harmonica
Tony Brown: bass

7 Up to Me (Take 1, Remake) with bass 1:16
* 8 Up to Me (Take 2, Remake) with bass 6:47
9 Buckets of Rain (Take 1, Remake 2) with bass 3:08
10 Buckets of Rain (Take 2, Remake 2) with bass 1:02
11 Buckets of Rain (Take 3, Remake 2) with bass 1:54
12 Buckets of Rain (Take 4, Remake 2) with bass 3:23 Blood On The Tracks
13 If You See Her, Say Hello (Take 1, Remake) with bass 3:25 Blood On The Tracks test pressing
14 Up to Me (Take 1, Remake 2) with bass 0:56
15 Up to Me (Take 2, Remake 2) with bass 6:47
16 Up to Me (Take 3, Remake 2) with bass 6:37
17 Buckets of Rain (Rehearsal) with bass 0:53
18 Meet Me in the Morning (Take 1, Remake) with bass 4:56 “Duquesne Whistle” single
19 Meet Me in the Morning (Take 2, Remake) with bass 4:14
20 Buckets of Rain (Take 5, Remake 2) with bass 3:27

Disc Five

A & R Studios
New York
September 19, 1974
Bob Dylan: vocals, guitar, harmonica
Tony Brown: bass

1 Tangled Up in Blue (Rehearsal and Take 1, Remake 2) with bass 3:08
2 Tangled Up in Blue (Take 2, Remake 2) with bass 1:31
3 Tangled Up in Blue (Take 3, Remake 2) with bass 6:50 Blood On The Tracks test pressing & The Bootleg Series vol. 1 - 3
4 Simple Twist of Fate (Take 2, Remake) with bass 4:51
5 Simple Twist of Fate (Take 3, Remake) with bass 4:22 Blood On The Tracks
6 Up to Me (Rehearsal and Take 1, Remake 3) with bass 2:25
7 Up to Me (Take 2, Remake 3) with bass 6:23 Biograph
8 Idiot Wind (Rehearsal and Takes 1-3, Remake) with bass 4:52
9 Idiot Wind (Take 4, Remake) with bass 9:14
10 Idiot Wind (Take 4, Remake) with organ overdub 8:52 Blood On The Tracks test pressing & The Bootleg Series vol. 1 - 3
11 You're a Big Girl Now (Take 1, Remake 2) with bass 3:06
12 Meet Me in the Morning (Take 1, Remake 2) with bass 3:51
13 Meet Me in the Morning (Takes 2-3, Remake 2) with bass 1:42


Disc Six

A & R Studios
New York
September 19, 1974
Bob Dylan: vocals, guitar, harmonica
Tony Brown: bass

1 You're a Big Girl Now (Takes 3-6, Remake 2) with bass 2:16
2 Tangled Up in Blue (Rehearsal and Takes 1-2, Remake 3) with bass 5:09
3 Tangled Up in Blue (Take 3, Remake 3) with bass 6:31

Sound 80 Studio
Minneapolis, MN
December 27, 1974
Bob Dylan: vocals, guitar, harmonica, organ (4-5)
Chris Weber: guitar
Gregg Inhofer: keyboards
Billy Peterson: bass (4)
Bill Berg: drums

4 Idiot Wind with band 7:53 Blood On The Tracks (2018 mix)
5 You're a Big Girl Now  with band 4:38 Blood On The Tracks (2018 mix)

Sound 80 Studio
Minneapolis, MN
December 30, 1974
Bob Dylan: vocals, guitar, harmonica, mandolin (8)
Chris Weber: guitar (6, 8)
Kevin Odegard: guitar (6)
Peter Ostroushko: mandolin (8)
Gregg Inhofer: keyboards
Billy Peterson: bass (6-7)
Bill Berg: drums

6 Tangled up in Blue with band 5:46 Blood On The Tracks (2018 mix)
7 Lily, Rosemary and the Jack of Hearts with band 8:58 Blood On The Tracks (2018 mix)
8 If You See Her, Say Hello with band 4:44 Blood On The Tracks (2018 mix)


All songs written by Bob Dylan except “Spanish is the Loving Tongue” (traditional, arranged by Bob Dylan)
New York sessions originally engineered by Phil Ramone
Minneapolis sessions originally engineered by Paul Martinson

Dylan kort #1313

Setlist 17, 19 en 20 oktober: Things Have Changed / It Ain't Me, Babe / Highway 61 Revisited / Simple Twist Of Fate / Cry A While / When I Paint My Masterpiece / Honest With Me / Tryin' To Get To Heaven / Scarlet Town / Make You Feel My Love / Pay In Blood / Like A Rolling Stone / Early Roman Kings / Don't Think Twice, It's All Right / Love Sick / Thunder On The Mountain / Soon After Midnight / Gotta Serve Somebody // [encores] // Blowin' In The Wind / Ballad Of A Thin Man
Typex maakte een strip van het leven van Andy Warhol. De afbeelding bij dit bericht is een voorpublicatie uit die strip zoals afgedrukt in NRC Handelsblad op 18 oktober 2018. [met dank aan Herman]
"You're A Big Girl Now": gisteren plaatste ik de video van "You're A Big Girl Now", de tweede track van More Blood, More Tracks die is vrijgegeven. Op Facebook staat een alternatieve (en veel betere) video van "You're a Big Girl Now". Helaas kan ik deze video niet op de blog zetten. Wat ik wel kan doen is hier de link plaatsen en iedereen aanraden te gaan kijken. Zie hier. [met dank aan Rob en Henk]
More Blood, More Tracks: De prijs van More Blood, More Tracks schommelt bij Amazon Frankrijk. Gisteren stond de prijs op €99,99, vanochtend op €102,49. [met dank aan Henk]
V katern van de Volkskrant kopte gisteren:


Dat roept verwachtingen op. De enige verwijzing naar Dylan in het twee pagina's tellende interview met Paul Scheffer is: "ik ben een kind van de jaren zestig met een levenslange verslaving aan Bob Dylan". [met dank aan Hans en Herman]
28 oktober: Bob Dylan in de kerk in Steenderen, zie hier.

The comic book and me #54

Well, the comic book and me, just us, we caught the bus
The poor little chauffeur, though, she was back in bed
On the very next day, with a nose full of pus
Yea! Heavy and a bottle of bread
Bob Dylan - "Yea! Heavy And A Bottle Of Bread"

Jack Cool is een miniserie van Jack Manini en Olivier Mangin bestaande uit twee strips. Het tweede deel, Jack Cool 1967; tot acid zult gij wederkeren is net verschenen.
Jack Cool vertelt een fictief verhaal, samengesmolten met historische gebeurtenissen en personen. Het verhaal van Jack Cool draait om Ken Kesey en The Merry Pranksters.
Jaren zestig, psychedelica.
Tom Wolfe schreef ooit het schitterende boek The Electric Cool-Aid Acid Test over Kesey & de Pranksters. Ik verwachtte in dat boek de (psychedelische) muziek van de tweede helft van de jaren zestig in het algemeen en van The Grateful Dead in het bijzonder tegen te komen. Niet Bob Dylan. Toch is ook Dylan in The Electric Cool-Aid Acid Test te vinden.
Datzelfde geldt voor Jack Cool: tegen het verwachtingspatroon in toch Dylan tegenkomen.
De heilige Dylan.


You're A Big Girl Now (take 2)


Dit is dezelfde opname als de opname op The Best Of The Bootleg Series, de cd die bij Uncut wordt weggegeven.
[met dank aan Bert voor de tip]

Dylan - de naam

Er zijn meerdere theorieën over waar de jonge Robert Zimmerman de naam Dylan vond. De bekendste theorie is dat hij de naam "stal" van dichter Dylan Thomas. Bob Dylan heeft in de loop der jaren iedere kans aangegrepen om dit te ontkennen.
Hoeveel Dylan Thomas is er te vinden in het werk van Bob Dylan?
Nul, noppes, nada. Ik geloof niet dat Bob Dylan zijn naam bij Dylan Thomas vond.

Een andere theorie is dat hij de naam vond bij het karakter Matt Dillon, een marshall in de serie Gunsmoke. Zou kunnen, al zie ik weinig Gunsmoke in Dylans werk.

Misschien is het tijd voor een nieuwe theorie.

~ * ~ * ~ * ~

De theorie die ik nog nooit tegen ben gekomen is deze: de jonge Robert Zimmerman vond de naam Dylan bij de Franse dichter Charles Baudelaire (1821 - 1867). Dat ik die theorie nog nooit ben tegen gekomen is niet vreemd. Ik heb 'm zelf bedacht.
Voor wie het niet weet (is het mogelijk?): Baudelaire's bekendste werk is de bundel Les Fleur du Mal, de bloemen van het kwaad.

Persconferentie, 3 maart 1965:

(...)
reporter: "Rimbaud?"
Bob Dylan: "I’ve read his tiny little book Evil Flowers."
reporter: "You’re thinking of Baudelaire."
Bob Dylan: "Yes, I’ve read his tiny little book, too."

Bob Dylan is bekend met het werk van Baudelaire, met Les Fleur du Mal, al zal hij het niet in het Frans, maar in een Engelse vertaling hebben gelezen.

Misschien wel de in 1936 bij Harper & Brothers verschenen vertaling met de titel Flowers of Evil. Die vertaling werd gemaakt door dichter Edna St. Vincent Millay en een van haar vele geliefden, de minder bekende dichter George Dillon.

~ * ~ * ~ * ~

Is de wereld wijzer geworden met een nieuwe theorie over waar de jonge Robert Zimmerman de naam Dylan vond? Waarschijnlijk niet. Er is meer twijfel ontstaan, dat wel. 
Zit ik op twijfel te wachten?
Ik denk het niet. Ik twijfel.

Goed, een nieuwe theorie. De muziek klinkt nog hetzelfde. Even mooi als gisteren. 
Daar gaat het uiteindelijk om, de muziek.
Niet de naam of de herkomst van die naam.
Ik laat mijn theorie maar voor wat het is: een luchtkasteel, een betekenis geven aan een toevalligheid.
Ik ga terug naar de muziek en laat de theorieën varen.

Ik ben beter in muziek luisteren dan in theorieën aanvaarden.

Uncut cd - de tracklist

In "Dylan kort #1312" schreef ik dat op de cd bij de Uncut die vanaf vandaag in Engeland in de winkels ligt "Idiot Wind" van More Blood, More Tracks staat. Ik heb begrepen dat dit niet klopt. "You're A Big Girl Now" is de track van More Blood, More Tracks op deze cd. Excuses voor de verwarring.
De tracklist van The Best Of The Bootleg Series met achter iedere track het nummer van The Bootleg Series waar de track op te vinden is:

01. Guess I'm Doing Fine (#9)
02. Dink's Song (#7)
03. To Ramona (#6)
04. It Takes A Lot To Laugh, It Takes A Train To Cry (take 8) (#12)
05. One Too Many Mornings (#4)
06. All You Have To Do Is Dream (take 2) (#11)
07. Pretty Saro (#10)
08. You're A Big Girl Now (take 2) (#14)
09. It Ain't Me, Babe (#5)
10. Slow Train (live, 29/06/1981) (#13)
11. Blind Willie McTell (#1-3)
12. Born In Time (#8)

[met dank aan Gerbrand]

Dylan kort #1312

Setlist 14 oktober: Things Have Changed / It Ain't Me, Babe / Highway 61 Revisited / Simple Twist Of Fate / Cry A While / When I Paint My Masterpiece / Honest With Me / Tryin' To Get To Heaven / Scarlet Town / Make You Feel My Love / Pay In Blood / Like A Rolling Stone / Early Roman Kings / Don't Think Twice, It's All Right / Love Sick / Thunder On The Mountain / Soon After Midnight / Gotta Serve Somebody // [encores] // Blowin' In The Wind / Ballad Of A Thin Man
Setlist 16 oktober: Things Have Changed / It Ain't Me, Babe / Highway 61 Revisited / Simple Twist Of Fate / Cry A While / When I Paint My Masterpiece / Honest With Me / Tryin' To Get To Heaven / Scarlet Town / Make You Feel My Love / Pay In Blood / Like A Rolling Stone / Early Roman Kings / Don't Think Twice, It's All Right / Love Sick / Thunder On The Mountain / Soon After Midnight / Gotta Serve Somebody // [encores] // Blowin' In The Wind / Ballad Of A Thin Man

Uncut komt met een tijdschrift vol Dylan. Uiteraard is er veel aandacht voor de aanstaande release van More Blood, More Tracks, het veertiende deel van The Bootleg Series, in deze Uncut. Daarnaast zit er bij het tijdschrift de cd The Best Of The Bootleg Series. deze cd bevat 12 tracks van verschillende delen van The Bootleg Series, waaronder een versie van "Idiot Wind" van More Blood, More Tracks. Deze Uncut ligt vanaf 18 oktober in Engeland in de winkels. In Nederland zal het tijdschrift waarschijnlijk een week later in de schappen liggen. [met dank aan Gerbrand]
Luca Guadagnino verfilmt Bob Dylans Blood On The Tracks, zie hier. [met dank aan Dirk]
25 november: de lezing "Bob Dylan als dichter" door drs. Liesje Scheuders in Den Helder, zie hier.

De hoezen #7 - door Patrick Roefflaer

10 – Nashville Skyline
Uitgebracht: 9 april 1969
Fotograaf Elliott Landy
Hoestekst Johnny Cash
Fotograaf achterzijde Al Clayton
Art-director ?


Van op de hoes van Nashville Skyline lacht Dylan ons vrolijk groetend toe. 

Opnieuw is de hoesfoto quasi toevallig tot stand gekomen. Het oorspronkelijke opzet was zelfs helemaal anders. Het was de bedoeling dat de foto die nu op de achterzijde staat,  op de voorzijde zou prijken.

Al Clayton

In 1956 is Al Clayton een derdejaars student geneeskunde bij de Navy, wanneer hem een fototoestel in handen wordt gestopt om een operatie in beeld te brengen. Hij blijkt er talent voor te hebben en zet zijn opleiding verder aan de U.S. Navy Medical Photography School om zo medisch fotograaf te worden. Na zijn ontslag uit het leger gaat hij verder studeren aan de kunstschool van Los Angeles en vestigt zich dan in 1963 als fotograaf in Nashville.

In het midden van de jaren zestig trekt hij door de Mississippi Delta, oostelijk Kentucky, Georgia en Alabama, waar hij de armoede documenteert. In juli ’67 worden zijn foto’s gebruikt  om senatoren aan te sporen een armoedebestrijdingsprogramma op te starten. Twee jaar later verschijnen de foto’s in boekvorm: Still Hungry In America.

Johnny Cash is onder de indruk van het boek en raakt bevriend met de fotograaf. Zo komt het dat Clayton er bij is wanneer Cash, midden februari 1969, een feestje geeft in zijn huis aan Cumberland River in Nashville. Onder de gasten: Kris Kristofferson, Mickey Newbury en Bob Dylan. Die is in de stad om er de songs voor zijn volgende elpee op te nemen. “Bob en Sara en de kinderen verbleven bij mij thuis terwijl hij die plaat aan het opnemen was,” verklapt Cash.

Clayton tracht Dylan te benaderen, maar dat is niet makkelijk: “Dylan was ongewoon. Mijn eerste indruk was dat hij extreem timide was. Op het randje van paranoïde, bevreesd zelfs.[…] Ik probeerde met hem te praten, maar telkens ik over iets begon, reageerde hij met: ‘Daar weet ik niets van.’ Hij was erg gesloten en op zich zelf.”

Toch kan Clayton hem enkel foto’s van de skyline van de stad bezorgen. Dylan kiest er een uit voor de hoes. Meteen heeft hij ook een titel voor de plaat: Nashville Skyline – soms kan het leven makkelijk zijn. 


Elliott Landy

Johnny Cash levert een gedicht aan, dat zal worden afgedrukt op de achterhoes. Er blijft nog wat plaats over en de platenfirma vraagt een portret van de zanger. Vooral ook omdat de voorzijde toch wel erg anoniem is.

De keuze valt op Elliot Landy, een man die sinds kort in de buurt van Dylan woont, in Woodstock. Hij bracht er onder andere het beroemde festival in beeld. Maar het zijn de foto’s die Landy voor de debuutelpee van The Band maakte, die de aandacht van Dylan trokken.

In zijn boek Woodstock Vision (1994) vertelt Elliott Landy hoe de foto tot stand kwam. “[Dylan] had de foto voor de voorzijde al gekozen  - een beeld van de horizon van Nashville, waar hij de plaat had opgenomen.
Vooraf hadden we geen idee wat we zouden doen – er was geen concept. Hij stelde voor om naar de lokale bakker te gaan, waar we foto’s maakten met zijn  zoon Jesse en twee toevallige passanten uit Woodstock. […]”
Dylan heeft zijn bril op, een pluizig baardje en draagt zijn lederen vest – dezelfde die hij ook droeg op de hoezen van Blonde on Blonde en John Wesley Harding.
“Hij had het nog steeds moeilijk om te poseren en daardoor voelde ik mij ook ongemakkelijk om hem te fotograferen. Maar we hielden vol. We maakten wat foto’s aan de bakkerij en trokken dan naar mijn huis. Daar maakten we nog wat foto’s.”

Maar Dylan bedenkt zich. Hij heeft liever niet dat zijn zoontje in beeld komt.
“Hij was erg gelukkig”, meent Landy. “Verliefd op zijn lieflijke en bevallige vrouw Sara en zijn familie. Hij verstopte zich voor de buitenwereld, om er te genieten van de magische ervaring jonge kinderen te hebben. Dat weerhield mij er jarenlang van om deze foto’s te publiceren. Hij is erg gehecht aan privacy.”

Dus wordt er een nieuwe afspraak geregeld. Dit keer mag de fotograaf Dylan thuis  gaan bezoeken, in Byrdcliff. (Een wist-je-datje: Dylans huis, Hi Lo Ha, is nu eigendom van Donald Fagen van Steely Dan.)

Die ochtend heeft het stevig gesneeuwd, maar na de middag is de zon doorgebroken. Daarom stelt de fotograaf voor om naar buiten te gaan. Omdat het nat is, trekt Dylan laarzen aan. Bij het naar buiten gaan grijpt hij een gitaar die hij van George Harrison cadeau heeft gekregen en een hoed. “Kunnen we deze gebruiken?”

Ze trekken naar het bos achter zijn huis op zoek naar een leuke locatie.
“Opeens bleef Dylan staan,” schrijft Landy in zijn boek. “Hij had blijkbaar een idee. ‘Probeer hier eens,’ zie hij en wees naar de grond. Terwijl ik wou gaan zitten, merkte ik dat het modderig was, maar ik zette door.
‘Denk je dat ik deze moet opzetten?’ vroeg hij, terwijl hij zijn hoed naar zijn hoofd bracht. Hij lachte omdat hij zich inbeeldde hoe hij er zou uitzien met die belachelijke ouderwetse hoed.
Geen idee, zei ik, terwijl ik afdrukte.
Het ging allemaal razendsnel. Had ik even geaarzeld, dan was ik de foto gemist die op de hoes zou komen.”

Wanneer Dylan het resultaat ziet, beslist hij dat dit de hoesfoto wordt. Hij vraagt uitdrukkelijk dat er niets bij geschreven zou worden – geen naam, geen titel, niets.
Desondanks zet CBS het logo in de linker bovenhoek. Landy is behoorlijk ontgoocheld: “Hoewel dit een kleine en onbelangrijke toevoeging lijkt, verknoeit het toch het drie dimensionele beeld. Probeer het eens uit: bedek het logo, neem je hand weg en bedek het opnieuw. Het beeld gaat van twee naar drie dimensies en terug.”


Eric von Schmidt

De pose van Dylan op de albumhoes doet denken aan die van Eric von Schmidt op The Folk Blues of Eric von Schmidt. Het feit dat die elpee uit 1963 te zien is als een van de voorwerpen op de hoes van Bringing It All Back Home, wijst erop dat Dylan vertrouwd was met het beeld. De keuze voor net deze foto kan dus geen toeval zijn. Vandaar misschien ook het lachje van Dylan op het moment dat hij  suggereerde de foto te maken.

simpelweg omdat ik het nogmaals wil horen

setlists

setlist 12 oktober: Things Have Changed / It Ain't Me, Babe / Highway 61 Revisited / Simple Twist Of Fate / Cry A While / When I Paint My Masterpiece / Honest With Me / Tryin' To Get To Heaven / Scarlet Town / Make You Feel My Love / Pay In Blood / Like A Rolling Stone / Early Roman Kings / Don't Think Twice, It's All Right / Love Sick / Thunder On The Mountain / Soon After Midnight / Gotta Serve Somebody // [encores] // Blowin' In The Wind / Ballad Of A Thin Man
setlist 13 oktober: Things Have Changed / It Ain't Me, Babe / Highway 61 Revisited / Simple Twist Of Fate / Cry A While / When I Paint My Masterpiece / Honest With Me / Tryin' To Get To Heaven / Scarlet Town / Make You Feel My Love / Pay In Blood / Like A Rolling Stone / Early Roman Kings / Don't Think Twice, It's All Right / Love Sick / Thunder On The Mountain / Soon After Midnight / Gotta Serve Somebody // [encores] // Blowin' In The Wind / Ballad Of A Thin Man

Summer Days (2001) - door Jochen Markhorst

Summer Days (2001)

De Zweedse computerwetenschapper en onderzoeker Olof Björner (1942) is een gevierd en gerespecteerd man in Dylankringen. Al sinds 1963 volgt hij de carrière van de bard en sinds 1989 (Words Fill My Head) publiceert hij de resultaten van zijn monnikenwerk: uitputtende, gedetailleerde en accurate overzichtslijsten van elke noot die Dylan in studio’s, op de bühne en in oefenruimtes speelt. De Dylanologen zijn er blij mee; zijn site, bjorner.com, is vrij toegankelijk, wordt regelmatig geüpdatet en is een onvergelijkbare bron van duizenden weetjes over Dylansongs.
Statistiekliefhebbers kunnen hun hart onder andere ophalen bij de song index. Daar houdt Björner bij hoe vaak en waar Dylan zijn (en andermans) songs speelt, en voor de cijferfetisjisten administreert hij ook nog eens op een apart lijstje de songs die Dylan inmiddels meer dan vijfhonderd keer heeft gespeeld. In het voorjaar van 2018 staan daarop 32 liedjes en de top wordt gevormd door de usual suspects:

1. All Along The Watchtower (2257 keer)
2. Like A Rolling Stone (2029)
3. Highway 61 Revisited (1919)
4. Tangled Up In Blue (1700)
5. Blowin’ In The Wind (1542)

Je zou dus zeggen dat dit de vijf songs zijn waarop de meester het meest trots is, die hij zelf het liefst speelt, die hem nooit vervelen. Helemaal zuiver is die gevolgtrekking echter niet. “Like A Rolling Stone”, bijvoorbeeld, is tien jaar ouder dan “Tangled Up In Blue” en heeft dus een ‘oneerlijke voorsprong’. Zuiverder wordt de ranglijst als je het aantal uitvoeringen deelt door het aantal jaren sinds het lied tot Dylans repertoire behoort; zo krijg je een gemiddeld aantal uitvoeringen per jaar.
Dan ziet de top vijf er opeens radicaal anders uit:

1. Summer Days (51,8 keer per jaar, sinds de eerste uitvoering in 2001)
2. Things Have Changed (51,6)
3. All Along The Watchtower (43,4)
4. High Water (For Charley Patton) (42,1)
5. Love Sick (41,0)

Helemáál zuiver wordt de ranglijst als je het aantal uitvoeringen deelt door het aantal concerten dat Dylan sinds het debuut van de betreffende song heeft gegeven, maar laten we niet overdrijven. Voor de ranglijst zal dat niet wezenlijk uitmaken, de verrassing “Summer Days” blijft het relatief meestgespeelde lied van Dylan.

Verrassend, want “Summer Days” behoort beslist niet tot de canon. Het wordt nooit genoemd in lijstjes van Favoriete Dylansongs, is niet op single verschenen, covers zijn er nauwelijks en het wordt zelden geselecteerd voor de compilatiealbums die maar blijven verschijnen. Twee keer slechts; “Summer Days” is het laatste nummer op de Amerikaanse uitgave van The Best Of Bob Dylan, 2005, en het is een van de 87 geselecteerde songs voor de Japanse uitgave van de 5cd-box Dylan Revisited – All Time Best, 2016. Overigens is dit niet al te veelzeggend; voor de acht officiële Best Of en Greatest Hits verzamelalbums en overzichtsboxen die sinds “Summer Days” zijn uitgebracht, zijn maar liefst 127 verschillende songs geselecteerd – het is eerder een prestatie om niet gekozen te worden voor zo’n melkkoe.

Dylans passie voor “Summer Days” is moeilijk te doorgronden. Het is een aanstekelijke, stuwende twaalfmatenblues, heerlijk om te spelen voor de band en het jaagt een prettige, opwindende Schwung door het publiek, maar ja: in die categorie heeft Dylans catalogus tientallen songs. “It Takes A Lot To Laugh”, “New Pony”, “Lonesome Day Blues”… die lijst is lang. Onderscheidend, vergeleken met al die andere opwindende, publieksvriendelijke bluessongs, is dan misschien de tekst – iets doet Dylan immers zo significant veel vaker naar “Summer Days” grijpen.

De tekst bij het lied is, zoals bij veel songs van “Love And Theft” (2001), liefdevol bijeengestolen uit nogal onsamenhangende bronnen. Het meest curieus is en blijft de inmiddels genoegzaam bekende greep naar dat obscure Japanse werk, naar Confessions Of A Yakuza van Junichi Saga. Dylan citeert daaruit in enkele songs op “Love And Theft” (in “Lonesome Day Blues” en in “Floater”, vooral) en hier kopieert hij de old businessman- en de break in the roof-passages. Minstens zo obscuur is de herkomst van de regel I got eight carburetors, boys, I’m using ’em all; dat parafraseert bijna letterlijk It's got eight carburetors and it uses them all (en is vijf coupletten later eveneens short on gas) uit de surfrocker “Hopped-Up Mustang” van Arlen Sanders, een geflopte single uit 1964 die zo af en toe nog wel eens op compilatiealbums is te vinden. Verderop op het album gunt Dylan dat verstofte singletje een letterlijke name-check, in “High Water (For Charley Patton)”:

I got a cravin’ love for blazing speed
Got a hopped up Mustang Ford

En verder dwarrelen dan nog de ‘gewonere’ knipoogjes naar Elvis (“I’m Counting On You”), Woody Guthrie en een enkele folksong langs (Where do you come from? Where do you go? is natuurlijk het refrein van “Cotton-Eyed Joe”).
Maar dan het zevende couplet, dat overvolle couplet met het leengoed uit The Great Gatsby (F. Scott Fitzgerald, 1925). Maar liefst tweeëntwintig lettergrepen propt de bard in die derde coupletregel (She says, “You can’t repeat the past.” I say, “You can’t? What do you mean, you can’t? Of course you can”) …kennelijk wil de dichter dit citaat héél erg graag erin hebben, waarvan de lengte zelfs voor een erkend Grootmeester van de Frasering als Dylan nogal een uitdaging is.
De inhoud van het citaat spoort met de verhalen die medewerkers en sessiemuzikanten over de opnames vertellen, illustreert Dylans expliciete bedoeling met “Love And Theft”: ‘to repeat the past’, om het verleden te reanimeren. Niet alleen hergebruikt Dylan oude melodieën en tekstfragmenten, hij neemt ook oude singletjes mee naar de studio om zijn band duidelijk te maken welke sound hij wil reproduceren, welke geschiedenis hij wil herhalen. Technicus Chris Shaw getuigt daarvan: “Bij “Love And Theft” en bij Modern Times kwam Bob soms aanzetten met referentienummers, met oude songs, en zei dan zo moet het nummer zijn.” En technicus Mark Howard vertelt dat die behoefte ontstaat in de aanloop naar Time Out Of Mind (1997):

Hij zocht dan een radiozender op die hij alleen tussen Point Dune en Oxnard kon ontvangen. Opeens was het er dan en daar draaiden ze allemaal van die ouwe bluesplaten, Little Walter en zo. En dan vroeg hij aan ons: ‘Waarom klinken die platen zo geweldig? Waarom heeft niemand meer zo’n sound? Kan ik dat niet krijgen?” Dus ik zeg, ja hoor die sound kun je nog steeds wel krijgen. “Nou,” zegt hij, “dat is de sound die ik voor deze plaat wil hebben.” 

Daniel Lanois, de producer van Time Out Of Mind, beaamt dat, beaamt die speurtocht naar restauratie van het verleden: “We refereerden aan een paar oude platen uit de jaren 50 waarop Bob nogal dol is”, en ook studiomuzikanten als Duke Robillard bevestigen die werkwijze.
Op zich rijmt dat slecht met eveneens betrouwbare, uiteenlopende getuigenissen die verklaren dat Dylan ‘really, really hates to repeat himself’, het rijmt slecht met het herkenbare gegeven dat Dylan zo’n hekel heeft aan herhaling. Die weerzin zien we al decennia gedemonstreerd op de podia; Dylan blíjft zijn songs veranderen, vernieuwen, herinterpreteren, tot in het onherkenbare toe, zelfs. Een weerzin die alleen zijn eigen werk betreft, kennelijk. Eigenlijk al sinds Oh Mercy (1989), maar onmiskenbaar, expliciet sinds “Love And Theft” lijkt de oude meester het zijn missie te hebben gemaakt to repeat the past.
In het zevende couplet van “Summer Days” verwoordt hij dat dan ook met zoveel woorden, en sedertdien blijft hij het, in zijn Never Ending Tour, over de hele wereld herhalen – sinds de première van de song, 5 oktober 2001 in Spokane, Washington, heeft de bard zijn provocerende natuurlijk kun je het verleden wel herhalen al vanaf een kleine negenhonderd podia het publiek ingeslingerd. Hij meent het echt.

Groene Amsterdammer #41 van 11 oktober 2018


[met dank Herman]

Leonard Cohen - Kanye West is not Picasso

In maart 2015 schreef Leonard Cohen het gedicht "Kanye West is not Picasso". Dat gedicht begint zo:

Kanye West is not Picasso
I am Picasso
Kanye West is not Edison
I am Edison
I am Tesla
Jay-Z is not the Dylan of Anything
I am the Dylan of anything
I am the Kanye West of Kanye West

De titel van het gedicht doet denken aan wat Cohen ooit over Dylan zei: "He's the Picasso of song".
Het hele gedicht is te vinden in het boek The Flame. Ook kan het gedicht hier gelezen worden.

Dylan kort #1311

Setlist 7 oktober: Things Have Changed / It Ain't Me, Babe / Highway 61 Revisited / Simple Twist Of Fate / High Water (For Charley Patton) / When I Paint My Masterpiece / Honest With Me / Tryin' To Get To Heaven / Scarlet Town / Make You Feel My Love / Pay In Blood / Like A Rolling Stone / Early Roman Kings / Don't Think Twice, It's All Right / Love Sick / Thunder On The Mountain / It Takes A Lot To Laugh, It Takes A Train To Cry / Gotta Serve Somebody // [encores] // Blowin' In The Wind / Ballad Of A Thin Man
Setlist 9 oktober: Things Have Changed / It Ain't Me, Babe / Highway 61 Revisited / Simple Twist Of Fate / High Water (For Charley Patton) / When I Paint My Masterpiece / Honest With Me / Tryin' To Get To Heaven / Scarlet Town / Make You Feel My Love / Pay In Blood / Like A Rolling Stone / Early Roman Kings / Don't Think Twice, It's All Right / Love Sick / Thunder On The Mountain / It Takes A Lot To Laugh, It Takes A Train To Cry / Gotta Serve Somebody // [encores] // Blowin' In The Wind / Ballad Of A Thin Man
Setlist 10 oktober: Things Have Changed / It Ain't Me, Babe / Highway 61 Revisited / Simple Twist Of Fate / Love Sick / Cry A While / When I Paint My Masterpiece / Honest With Me / Tryin' To Get To Heaven / Scarlet Town / Make You Feel My Love / Pay In Blood / Like A Rolling Stone / Early Roman Kings / Don't Think Twice, It's All Right / Thunder On The Mountain / Soon After Midnight / Gotta Serve Somebody // [encores] // Blowin' In The Wind / Ballad Of A Thin Man
Stu Kimball: Bob Dylans huidige tournee is inmiddels vijf concerten oud en gitarist Stu Kimball is nog steeds in geen velden of wegen te bekennen. Het lijkt er op dat Kimball definitief Dylans band verlaten heeft.
Traveling Wilburys vol. 1 is dertig jaar oud. Om dit te vieren wordt dit album op 2 november als picture disc uitgebracht, zie hier.
Een ontmoeting met fotograaf Jerry Schatzberg [met dank aan Jan en Rob]:

De reis van een toegangskaart - het vervolg

Anderhalve week geleden plaatste ik hier het verhaal van mijn toegangskaartje van Bob Dylans eerste concert in Nederland en hoe dat kaartje op allerlei plekken opduikt (zie hier). Het verhaal gaat nog verder.
Dylan-verzamelaar Luc de Vos kreeg een aantal jaar geleden een op bestelling gemaakte platenspeler cadeau. In het ontwerp van die platenspeler is een toegangskaartje van Bob Dylans eerste concert in Nederland gebruikt. Mijn toegangskaartje.


[met dank aan Luc voor de foto]