I Shall Be Released (1967) - door Jochen

I Shall Be Released (1967)

“Laat me je dit zeggen, mijn vriend. Hoop is een gevaarlijk iets. Hoop kan een mens tot waanzin drijven.” Mismoedige woorden waarmee de goedbedoelende Red zijn vriend Andy Dufresne probeert te helpen, in een van de vele memorabele scènes uit de beste film ooit (volgens imdb.com), The Shawshank Redemption. Hoewel deze specifieke woorden door scriptschrijver Frank Darabont zijn bedacht, en niet in het verhaal van Stephen King staan (Rita Hayworth and the Shawshank Redemption, 1982), is hoop zowel in de film als in het boek het sleutelwoord voor de plot. Andy Dufresne blijft overeind in de gevangenis en bouwt aan een toekomst dankzij hoop, Red verzet zich lang daartegen, maar durft uiteindelijk, schoorvoetend en onzeker, toch ook toe te geven aan hoop en een droom te volgen. Terecht kopieert Darabont de laatste woorden letterlijk:

Ik hoop dat het me lukt om over de grens te komen. Ik hoop dat ik mijn vriend zal zien en zijn hand kan schudden. Ik hoop dat de Stille Oceaan net zo blauw is als in mijn dromen. 
Ik hoop.

Stephen King laat zich vaak door Dylan inspireren, citeert hem in interviews en kiest songfragmenten als motto, en ook dit literaire juweeltje lijkt bezield door een lied van de bard, door het ingetogen meesterwerk “I Shall Be Released”.
Oppervlakkig bezien sowieso, door dat vertelperspectief – een gevangene die overeind blijft door hoop. En ook Andy’s levensinstelling get busy living or get busy dying zal elke Dylanfan vertrouwd in de oren klinken. Maar het is de laag eronder, de verdieping die zowel de film, als het boek en het lied tot meesterwerken verheft.

De titel van het verhaal verklapt ook al dat dit geen klassiek, eendimensionaal gevangenisdrama is. Redemption, verlossing, belooft een geschiedenis van schuld, boete en zielsbevrijding – en dat is het uiteindelijk ook; het verhaal van de bevrijding van de mens Ellis Boyd ‘Red’ Redding. Die diepere laag deelt het boek met Dylans “I Shall Be Released”. Ook hier is het beeld van een gevangene die op een fysieke bevrijding wacht slechts de oppervlakte, nauwelijks meer dan een metafoor. Dylan strooit enig jargon om dat beeld op te roepen (released, natuurlijk, en framed, wall en put here), maar zegt nergens expliciet dat we hier een gedetineerde in een strafinrichting aan het woord horen. De keuze voor archaïsch, statig idioom als I shall en unto, en de gedragen gospelmelodie verlenen het lied een veel omvattender reikwijdte dan zoiets anekdotisch als een gevangenislied. De dichter verwoordt hier het universele verlangen naar zingeving, naar innerlijke vrijheid, naar een antwoord op de Mieke Telkampvraag waarheen waarvoor.

De gevangenismetafoor is sterk en bekend. Een van Dylans voorlopers, de Duitse schrijver-filosoof Friedrich Schiller (1759-1805), grijpt er ook al naar, als hij wil illustreren waarin ware bevrijding, ware verlossing ligt: in het loskomen van aardse, menselijke driften en hartstochten. Niet wezenlijk anders dan verre voorvaderen als Aristoteles en Epicurus, of navolgers als Hegel en Nietzsche, maar Schiller ‘bewijst’ het door zijn helden in tragedies in uiterste fysieke onvrijheid te plaatsen en hen daar innerlijke vrijheid, verlossing, te laten bereiken. Zijn Maria Stuart (1800), bijvoorbeeld, wordt innerlijk bevrijd, ervaart verlossing in haar dodencel, de nacht voor haar executie. Ze ziet het licht, is released, en laat zich glimlachend onthoofden.

Directe inspiratie lijkt Dylan wederom te krijgen van de ‘Minstreel van de Appalachen’, van de banjospelende advocaat en folklegende Bascom Lamar Lunsford (1882-1973). Diens invloed is al eerder gedocumenteerd met betrekking tot “Stuck Inside Of Mobile With The Memphis Blues Again”, het lied dat de regels She said that all the railroad men / Just drink up your blood like wine leent uit Lunsfords klassieker “I Wish I Was A Mole In The Ground” (daarin zingt Lunsford 'Cause a railroad man they'll kill you when he can / And drink up your blood like wine).
Dylan kent dat lied van de onschatbare Anthology of American Folk Music, de driedelige dubbelalbumcompilatie uit 1952 met vierentachtig folk-, country- en  bluessongs, die door de excentrieke muzikale amateurantropoloog Harry Smith zijn verzameld. “I Wish I Was A Mole” staat op Volume 3, Songs, maar Dylan draagt ook Volume 2, Social Music, met zich mee. “Rocky Road” van de Alabama Sacred Harp Singers, Elders McIntorsh’ “Since I Laid My Burden Down”, “John The Revelator” van Blind Willie Johnson… het is een schatkamer van songs die we meer en minder direct in Dylans songs terughoren. Én op kant 4 van dit dubbelalbum staat dat andere lied van Bascom Lamar Lunsford dat onder Dylans huid is gaan zitten: “Dry Bones” (niet te verwarren met “Dem Bones”, de hit van de Delta Rhythm Boys uit de jaren 40).
Lunsford neemt “Dry Bones” op in 1928, nadat hij het, volgens eigen zeggen, in North Carolina heeft geleerd van ene Romney, een rondtrekkende zwarte predikant. Het is een krachtig, eenvoudig lied met een kleurrijke, Bijbelse tekst. De vijf korte coupletten grasduinen tamelijk lukraak door de Heilige Schrift, zoals door Genesis in het eerste couplet:

Old Enoch he lived to be three-hundred and sixty-five
When the Lord came and took him back to heaven alive

De overige strofes plukken uit Handelingen, Exodus en Ezechiël, kriskras uit de Bijbel dus. Bij het derde couplet heeft de Dylanfan een tweede aha-erlebnis: The Lord said: “Moses, you’s treading holy ground.” – zowel inhoudelijk als stilistisch de blauwdruk voor “Highway 61 Revisited” (God said to Abraham: “Kill me a son.”).
Maar het eerste orenspitsmoment is het tweede couplet en het daaropvolgende refrein:

Paul bound in prison, them prison walls fell down
The prison keeper shouted, “Redeeming Love I’ve found.”

I saw, I saw the light from heaven
Shining all around.
I saw the light come shining.
I saw the light come down



Het couplet is een puntig resumé van Handelingen 16:25-31, dat verhaalt hoe Paulus in gevangenschap zichzelf bevrijdt middels gebed dat de gevangenismuren doet instorten. Vervolgens weerhoudt hij de gevangenbewaarder ervan zelfmoord te plegen, die dan het licht ziet en ook de Heere Christus zal dienen. Redeeming Love I’ve found – ik heb de verlossende liefde gevonden, en zo verbindt dit Bijbelboek, net als Shawshank Redemption, “Dry Bones”, Maria Stuart en “I Shall Be Released” fysieke, uiterlijke bevrijding met mentale, innerlijke verlossing.
De originele opname van Bascom Lamar Lunsford heeft overigens beslist een aangrijpende esprit, maar is ook wel erg schraal en roezig. De superieure versie van The Handsome Family laat het lied echt schitteren (op Singing Bones, 2003).

“I Shall Be Released” lijkt perfect toegesneden voor een plek op John Wesley Harding. Tussen de verlossing zoekende zwervers, verloren zielen en antieke archetypes, met dat archaïsche woordgebruik, die Bijbelse onderstroom en de overheersende John The Revelatorsfeer had het lied zelfs “All Along The Watchtower” overschaduwd. Maar ja, volgens Cameron Crowe in het boekje bij Biograph (1985) was het lied finished too late for inclusion on John Wesley Harding, was het niet op tijd af om op die plaat te komen, en werd het pas daarna, in de kelder van dat grote roze huis op Stoll Road in West Saugerties voltooid.
In zijn autobiografie (Testimony, 2016) erkent Robbie Robertson de uitzonderlijkheid van het lied ook:

Veel van de liedjes die in die kelder werden gemaakt waren behoorlijk humoristisch, maar “Tears Of Rage” en “I Shall Be Released” waren geen grapjes. Dat materiaal was niet bedoeld om onze levensstijl of de tijd waarin we leefden te weerspiegelen. Dat ging gewoon om het schrijven van een interessante song. 

Het is lastig om al te veel gewicht aan Robertsons woorden te hechten; zijn boek is nogal borstklopperig, bevat fouten en opmerkelijke omissies, vertelt regelmatig zelfreinigende versies van feiten die door reisgenoot Levon Helm (This Wheel’s On Fire, 1993) en betrouwbare Dylanbiografen anders worden herinnerd en lijkt dus al met al een weinig betrouwbare testimony, getuigenis. Over “I Shall Be Released” merkt Robertson ook nog op dat het one of the most beautiful tunes Bob had written during our time in the basement is, maar die rake vaststelling is een bijzin tussen twee gedachtestreepjes. De hoofdzin is weer een veer in eigen achterwerk: “Na I Shall Be Released stond Dylan op en zei, ‘Dat was zó goed. You did it, man, you did it.” Even daarvoor neemt Robbie ook al de eer voor een van de sterkhouders van de opname waarmee The Band het lied wereldkundig zal maken (op Music From The Big Pink, 1968).

Ik zei tegen Richard (Manuel) dat ik dacht dat hij het vast erg goed zou kunnen zingen. “Misschien met kopstem, zoals Curtis Mayfield het zou doen. In hetzelfde bereik als je die tweede stem deed.” Ik zong een paar regels van het refrein met kopstem en Richard moest glimlachen. “Ja, dat kan ik wel doen.”

Hoe dan ook: Robbie Robertson is jarenlang een direct betrokkene, is een actieve tafelgenoot en werkelijk aanwezig in Dylans datsja, dus historische waarde hebben zijn getuigenissen sowieso. De terloopse constatering dat “I Shall Be Released” een van Dylans allermooiste liedjes is, klopt natuurlijk en wordt ook bevestigd door de eindeloze reeks eerbetuigingen. Het staat ongetwijfeld in de top 3 van Dylans meest gecoverde songs, wordt gekaapt door burgerrechtbewegingen en politieke activisten en al vroeg, vooral dankzij Joan Baez, opgenomen in de canon.
Vrijwel alle covers zijn op z’n minst verdraaglijk en doorgaans gewoon mooi en ontroerend. Het is weer zo’n song die nauwelijks valt te verknallen, kennelijk. Een gepolijste aanpak zoals die van het drievrouwsprojectje Mama Cass, Mary Travers en Joni Mitchell is prachtig, maar de versie van Bette Midler, die landerig begint en naar een opwindende, soulvolle climax toewerkt  evenzeer. Maroon 5 blijft op Amnesty-album Chimes Of Freedom (2012) ongeveer in het spoor van The Band en is schitterend, net als Joe Cocker (Woodstock, 1969, inclusief Richard Manuelachtige tweede stem).
Terecht veelgeroemd is Jeff Buckley. Na zijn dood duiken een paar opnames van het lied op, waarvan de bloedstollende Live at Café Sin-e al een van de meest geslaagde covers van “I Shall Be Released” überhaupt is. Nóg meer ontroerende kracht heeft een bizarre, betoverende opname van een radio-uitzending, waarbij Buckley via de telefoon zingt terwijl muzikanten in de studio hem begeleiden (WFMU Radio, 1992).
De tweede take van Dylans eigen embryonale kelderopname, die in november 2014 dan eindelijk officieel wordt uitgebracht (op The Bootleg Series Vol. 11: The Basement Tapes Complete), blijft echter de meest kippenvelopwekkende. Tenzij er ooit nog een director’s cut van The Shawshank Redemption opduikt waarop Morgan Freeman, ‘s avonds in zijn duistere cel, slechts begeleid door de mondharmonica die hij van zijn vriend Andy heeft gekregen, een eenzame vertolking van “I Shall Be Released” laat horen. Onwaarschijnlijk, maar dromen mag.



I Shall Be Released
(Basement-versie)

They say ev’rything can be replaced
Yet ev’ry distance is not near
So I remember ev’ry face
Of ev’ry man who put me here
I see my light come shining
From the west unto the east
Any day now, any day now
I shall be released

They say ev’ry man needs protection
They say ev’ry man must fall
Yet I swear I see my reflection
Some place so high above this wall
I see my light come shining
From the west unto the east
Any day now, any day now
I shall be released

Now yonder stands with me in this lonely crowd 
A man who swears he's not to blame
All day long I hear his voice shouting so loud 
Crying out that he was framed
I see my light come shining
From the west unto the east
Any day now, any day now
I shall be released


Geen opmerkingen: