Things Have Changed - door Jochen Markhorst

Things Have Changed (2000) 


Chronocentrisme, wordt het genoemd, het zeer menselijke fenomeen dat men meent in een uitzonderlijke tijd te leven. Bij politici is het een chronische kwaal; die verwijzen bij elke discussie naar 'deze zware tijden', of 'deze onzekere tijden', en varianten daarop. Maar ook belezen intellectuelen trappen in de val. Een gewaardeerd filosofe als Joke Hermsen vindt brede instemming met haar geschrift "Stil de tijd" waarin zij stelt dat we tegenwoordig zo druk, druk, druk zijn en steeds minder tijd hebben – ook een idée fixe dat we onszelf al eeuwen wijsmaken. In élk tijdsgewricht verzuchten opiniemakers en trendsetters dat we in rare tijden leven, in onrustige tijden, dat de tijd vliegt en dat het moeilijke tijden zijn.  


 In 63 v. Chr. beklaagt Cicero de corruptie en de slechtheid van de moderne tijden met de befaamde uitroep O tempora, o mores, maar ook in de eeuwen daarna blijken die mores weinig tijdgebonden te zijn. Goethe slaat de spijker op zijn kop in zijn Faust. De grote dichter-denker ergert zich aan zijn verder gewaardeerde collega en oud-leraar Johann Gottfried Herder, die zojuist het begrip Zeitgeist heeft gemunt, en repliceert bij monde van de oude geleerde. Faust beleert zijn assistent als die over tijdgeest begint te zemelen:  


 Was ihr den Geist der Zeiten heißt,

Das ist im Grund der Herren eigner Geist,

In dem die Zeiten sich bespiegeln. 


 "Waar gij den geest der tijden leest, staat inderdaad des schrijvers eigen geest, die hen weerspiegelt in zijn regels," vertaalt Adama van Scheltema stijf statig, aan het begin van de twintigste eeuw.  


 


Dylan volgt Goethe en deelt de kortzichtige visie dat we hulpeloos meedobberen op de golven van een autonome tijd niet. Wijzelf zullen de tijden veranderen, betoogt hij in '63, in "The Times They Are A-Changin'", het lied dat zo gelaten echoot in "Things Have Changed". In latere songs slikt de verteller commentaar op chronocentrale enggeestigheid in. De uitgebluste Ruby in "New Brownsvile Girl" mag dan verzuchten dat het harde tijden zijn, de verteller gaat er niet in mee. We leven in times where men commit crimes uit "Political World" is een moedeloze observatie van een cynische verteller die ziet dat de tijden noch de mensen wezenlijk veranderen, en bij "Floater" (2001) heeft de dichter de rijpheid bereikt om te concluderen:  


They say times are hard, if you don't believe it

You can just follow your nose

It don't bother me—times are hard everywhere. 


Het is een mooi, berustend aforisme uit een fraai, raadselachtig lied, maar het komt wel kort na die ene keer dat Dylan de "times" wél de schuld geeft van zijn onthechting, een jaar eerder in zijn Oscarwinnende meesterstuk "Things Have Changed". De zwalkende, verloren protagonist weet het ook niet meer, maar dat ligt niet aan hem: nee, de mensen zijn gek en het zijn rare tijden.  


Het is een zijnstoestand waarin Dylans hoofdpersonen vaak verkeren, de verloren, droomachtige en lijdzame staat van onthechting. Die kennen we al van Tom Thumb, van de jongeman die naar Johanna verlangt, de drifter die ontsnapt, de ik-personen in "Watching The River Flow", "Going Going Gone" en "Simple Twist Of Fate", de gesprekspartner van Señor - en dat spoor gaat via "Mississippi" en "Things Have Changed" door tot diep in de eenentwintigste eeuw. Net als "Just Like Tom Thumb's Blues" hebben de meeste van die songs nog een epische kwaliteit, ze vertellen (flarden van) een verhaal. Hier nauwelijks. "Things Have Changed" is vooral lyrisch, verwoordt in ongerelateerde, poëtische beelden het onbehagen van een ontheemde, verdoofde verteller en daardoorheen rijgt de dichter mysterieuze observaties en half-bekende verwijzingen.  


Het eerste couplet begint dan nog als een klassieke novelle, met de introductie van de hoofdpersoon, maar verwarrend is het meteen al. Hij is zorgelijk, heeft niets meer te winnen, noch te verliezen. Weliswaar hoeft hij slechts een vinger uit te steken voor zintuiglijk genot, maar kennelijk interesseert hem dat niet meer. Voor de beschrijving van zijn uiterlijk beperkt de verteller zich tot twee kenmerken: hij is blank en heeft assassin's eyes – de ogen van een sluipmoordenaar. Dat intrigeert ook al. Die metafoor wordt doorgaans gereserveerd voor sporthelden. De basketballegende Michael Jordan, bijvoorbeeld, heeft volgens zijn biograaf 'de blik van een sluipmoordenaar' en in de zomer van 2015 stelt voetbalcoach Steve McLaren van Newcastle United zijn nieuwe aankoop Aleksandar Mitrovic aan de pers voor: he's got assassin's eyes. Met slechts acht doelpunten van Mitrovic in dertig wedstrijden degradeert de club in mei 2016, dus dat viel wat tegen. 


Dylans hoofdpersoon zal wel geen sportheld zijn, maar een man met een mysterieuze uitstraling. Hij heeft geen open, eerlijke blik, in ieder geval, en lijkt op de man die Angelina zoekt ("his eyes were two slits that would make a snake proud") en ook wel op Satan uit "Man Of Peace" ("both eyes are looking like they're on a rabbit hunt, nobody can see through him") of juist op de God uit "Durango" ("with His serpent eyes of obsidian"), Maar wellicht heeft Dylan gewoon even in de spiegel gekeken.  


De film waarvoor Dylan het lied schrijft, Wonder Boys van regisseur Curtis Hanson, komt zijdelings langs, in het tweede couplet, en dan nog alleen maar indirect. Zó indirect dat het ook over een ander (film)personage zou kunnen gaan: Blanche DuBois uit A Streetcar Named Desire (Elia Kazan, 1951) met name. De slotwoorden don't get up gentlemen, I'm only passing through komen uit haar slotmonoloog, als de mannen in de witte jassen de nu volledig wezenloze Blanche afvoeren naar de inrichting. 


Met enig duw- en trekwerk zijn er in de liedtekst nog wel wat analogieën met de doelfilm te vinden, maar meer dan een oppervlakkige inspiratiebron zullen de bekommernissen van de sappelende professor Grady Tripp (gespeeld door Michael Douglas) niet zijn geweest. Dat blijkt ook wel uit het dankwoord dat Dylan uitspreekt bij de Oscaruitreiking: "Dit lied draait er bepaald niet omheen en sluit zijn ogen niet voor de menselijke aard." Dylanesque nevelpraat, weer. De liedtekst staat juist bol van verhullend taalgebruik ("some things", "so much", "things have changed", "lot of other stuff" enzovoort) en duistere beeldspraak. "Ik loop al veertig mijl over een slechte weg" (schrijft Dylan in het veertigste jaar na zijn eerste plaatopname). Hem overvalt een gevoel alsof hij een aanbeden dame in een kruiwagen wil zetten (?). De "volgende zestig seconden zullen een eeuwigheid duren" (zingt de zanger exact zestig seconden voor het einde van het lied).  


En de ultiem raadselachtige versregels van de laatste middle-eight, over ene Mr. Jinx en Miss Lucy die in een meer zijn gesprongen. Mr. Jinks is de kat in de tekenfilmserie Pixie and Dixie, de beagle die Dylan tijdens de Rolling Thunder tour koopt, noemt hij Miss Lucy. Die weetjes helpen niet. Een jinx is een soort vloek die de vervloekte behept met een constante stroom van kleine ongelukjes en pech, of ook wel de naam voor een persoon die ongeluk brengt – dat past dan al beter.  


En Miss Lucy? Dylan kent Miss Lucy uit het lied "Miss Lucy Long", een lied uit de negentiende eeuw dat in de blackface minstrel shows wordt gezongen en Eric Lott ook in zijn "Love & Theft" analyseert, in het boek dus dat Dylan in deze periode op zijn nachtkastje heeft liggen. Deze Lucy springt weliswaar niet in het meer, maar ook met haar loopt het niet goed af. Ze heeft een grote mond en wordt daarom geruild voor een zak maïs.  


Duidbaar of niet, ook de ondoordringbare versregels dragen bij aan dat ene beeld dat oprijst uit het lied: de avondschemering van een uitgeblust mensenleven, dat Dylan op vergelijkbaar grootse wijze in dat andere monument, "Not Dark Yet", heeft geschilderd. Beeldspraak als 'wachten op de laatste trein' en 'het hoofd al in de strop' is dan niet per se overdonderend, maar wel effectief. Onderscheidend echter zijn de filosofische oneliners. "All the truth in the world adds up to one big lie" heeft eenzelfde duistere, sombere schoonheid als "my sense of humanity has gone down the drain" uit "Not Dark Yet", zoals ook de meesterlijke, melancholische stokregel "I used to care, but things have changed" een echo is van "I just don't see why I should even care" uit datzelfde lied.   


Begeleid wordt de lamento door een stuwende, bijna swingende muziekpartij met een hoog meehumgehalte. Degene die het meest vrolijk zal meehummen is Marty Stuart, die de song heeft geschreven waarvan Dylan de melodie, de shuffle en de kleur heeft gestolen: "Observations Of A Crow" van zijn album The Pilgrim.(1999). Gevoelig ligt dat niet, zoals blijkt uit Marty's woorden in een interview met Jim Beviglia van American Songwriter, september 2014. Stuart vertelt hoe hij in 1999, kort voor de opname van "Things Have Changed", een avondje optrekt met Dylan: 


"Ik nam hem mee naar de opslag waar ik al mijn country memorabilia bewaar," vertelt Stuart. "Bob zei: 'Hee, ik vind die Crow-song van jou leuk. Misschien ga ik er wat van gebruiken.' Ik zei, nou vermoedelijk heb ik het zelf toch al van jou gejat. Dus ga je gang." 


Ongebruikelijk voor Dylan zijn de vele middle-eights; de meester laat de brug maar liefst vier keer spelen. Dat verveelt niet – het is inderdaad een prachtige brug – zoals überhaupt het hele lied blijft boeien. Het staat inmiddels ook al in de top 20 van meest gespeelde songs – met een kleine zevenhonderd uitvoeringen heeft een trotse Dylan het inmiddels al vaker gespeeld dan "The Times They Are A-Changin'". 


Erg veel vermeldenswaardige covers zijn er niet, maar tussen die paar pogingen schitteren wel een paar parels. De meeste collega's extrapoleren de jazzy elementen van het origineel, met walking bass en brushes, en kiezen voor het slenterende tempo dat Dylan bij zijn live-uitvoeringen alweer heeft verlaten. Doorgaans kom je dan op het territorium van J.J. Cale terecht. Dat geldt in elk geval voor de prachtige versie van laatbloeier Grant Peeples, op Prior Convictions uit 2012. Pure swingjazz produceert het hobbyprojectje String Swing van de Zweedse jazz-zangeres Josefine Cronholm (Waiting for the Good Times, 2008, met een magistrale gitaarsolo á la Wes Montgomery), maar Cronholm haalt het niet bij haar superieure collega Barb Jungr. Jungr blijft tot op de dag van vandaag onvermoeibaar het Bob Dylan Songbook vertolken en wordt nog steeds elke dag beter. Haar al in 2002 opgenomen versie van "Things Have Changed" is ook boeiend, en onderscheidend bovendien: Jungr maakt er een tango van.  


De vooralsnog fraaiste cover komt van een andere jazzgrootheid, van Curtis Stigers. Zijn Don't Think Twice uit 2003 is ook al een van de mooiste vertolkingen van die evergreen, en met "Things Have Changed" (Let's Go Out Tonight, 2012) herbevestigt hij zijn klasse. Briljante, onderkoelde productie met tientallen kleine, liefdevolle verrassingen in het arrangement, en daaroverheen de voordrachtskunst van Stigers; het is een versie die zomaar naast het origineel mag staan.  


 


Marty Stuart - "Observations Of A Crow": https://youtu.be/Kr7rst4jEY0 

Curtis Stigers: https://youtu.be/8O0x-v2XoW4 


 



 


 


Dylan kort #3655


 Het is een goede dag om Highway 61 Revisited te draaien. Dat album verscheen in Amerika op 30 augustus 1965, vandaag 55 jaar geleden.

BOBCast aflevering 7 met Rob Mutsaerts staat online, luister hier.

Herman Sandman: In "Dylan kort #3654" plaatste ik een link naar de column "De vrouw van Bob Dylan" van Herman Sandman. Die column stond 21 augustus in Dagblad van het Noorden [met dank aan Hans]:



Voetbal: een artikel in de Volkskrant van Willem Vissers van 22 augustus over de Champions League finale begint met [met dank aan Simon en Hans]:


Nico Dijkshoorn in Het Parool van 21 augustus: "Als ik werd herkend, dicteerden wildvreemde figuren een tekst, die ik dan aan ­Matthijs van Nieuwkerk moest doorgeven. (...) Ik moest Matthijs vertellen dat ze met hun ­blote poten in een fabriek werkten, dat ze in een leuk bandje zaten, Ricky and the Crazy Lads, en dat ze in één minuut het hele oeuvre van Bob Dylan speelden, dat hij langzamer moest lullen, omdat Tante Riet hem niet kon volgen, en ze wilden allemaal weten hoe hij in het echt was." [met dank aan Hans]

"Ik herinner me dat ik de hele dag op blote voeten op de versleten parketvloer rondliep, en ik herinner me dat 'Do You Wanna Dance' werd gedraaid, en 'Visions of Johanna', en ook een nummer dat 'Midnight Confessions' heette." & "We zetten eersts 'Lay Lady Lay' op, en daarna 'Suzanne'." Uit De verhalen die we onszelf vertellen van Joan Didion. [met dank aan Alja]

VPRO Gids #35 (29 aug - 4 sept) de puzzel: 10 verticaal: "De achternaam van Bob Dylan". Wie de beschikbare hokjes gaat tellen komt tot de ontdekking dat het enige juiste antwoord - Dylan - niet past. De makers van de puzzel zoeken niet Dylans huidige achternaam, maar de achternaam die hij bij zijn geboorte kreeg. [met dank aan Hans]


Nogmaals VPRO Gids #35, een artikel over Prinses Margaret, een passage over Colin Tenant [met dank aan Herman]:


"Like A Rolling Stone" kwam op 28 augustus 1965 de Veronica Top 40 binnen, zie hier. De single "Like A Rolling Stone" verscheen in 2 versies in Nederland, een versie met "Gates Of Eden" op de flipside en een versie met "Like A Rolling Stone" verdeelt over de beide zijden van de single. Meer over de single in mijn binnenkort te verschijnen boek Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984.



Emma Swift - Blonde On The Tracks, zie hier.

Harry Prenger: Bob Dylan duiden, zie hier.

Neil Young covert "The Times They Are A-Changin'", zie hier.

De Volkskrant Magazine van 29 augustus bevat een uitvoerig artikel over Suzanne Vega, daarin o.a.: "Het café, de laatste jaren al uitgegroeid tot een fiks restaurant, moest in dat jaar zijn deuren sluiten. Daarmee is weer een stek die deel uitmaakte van het folknetwerk verdwenen. Het koffiehuiscircuit waar ooit Bob Dylan zijn eerste singer-songwriterschreden zette.", zie hier. [met dank aan Hans]



Dylan vinden waar hij niet of nauwelijks is #177

 


Opkijkend van een boek zag ik bovenstaande op de beeldbuis voorbij flitsen. La Trêve, geen idee welke aflevering (sorry).

Stadsnomaden

 


Stadsnomaden zijn dichter Leo Lotterman en fotograaf Aad Meijer. Zij vangen de stad Roosendaal in foto en gedicht.
Blue Moon is de enige platenzaak in Roosendaal, "een klein winkeltje boordevol muziek, waar niet kwaad gesproken mag worden over Dylan", aldus Leo Lotterman.

Dylan kort #3654

Rough And Rowdy: een groot deel van de 100 exemplaren van Rough And Rowdy zijn inmiddels verkocht. De reacties zijn enthousiast, zoals: "Mooi spul! Zou willen dat ieder boek zo’n heerlijk papier zou hebben." Mocht je een exemplaar van Rough And Rowdy willen bezitten of cadeau doen, wacht dan niet te lang met bestellen. De voorraad slinkt in een rap tempo. Zie hier.

Gerry Wolthof speelt zaterdag 22 augustus in Den Andel. Huis-aan-huisblad De Noorderkrant (19 augustus) schrijft over Wolthof: "voorzien van akoestische gitaar, mondharmonica en karakteristieke stem, werk zal spelen van Neil Young, Bob Dylan en andere grootheden". [met dank aan Hans]

Volkskrant 20 augustus, twee maal [met dank aan Herman, Hans en Peter]:


Gijsbert Kamer sprak met Robbie Robertson over Once Were Brothers. Dit interview staat in de Volkskrant van 21 augustus. Ook is dit interview online te lezen, zie hier. Bij het artikel online staat een foto van Bob Dylan en Robbie Robertson tijdens een concert in 1974. Het gaat om een foto van Barry Feinstein, helaas niet om een still uit een 1974-film. [met dank aan Hans en Herman]

André Waardenburg schrijft op de website van NRC Handelsblad over Once Were Brothers, zie hier. [met dank aan Herman en Hans]

Peter van Brummelen schrijft in Parool en op de website van de krant over Once Were Brothers, zie hier. [met dank aan Hans]

Ab Zagt in AD over Once Were Brothers: "Toen The Band op tour ging met Bob Dylan werden zij avond aan avond uitgefloten door de fans, die weinig heil zagen in de versterkte muziek en liever akoestische nummers hoorden." [met dank aan Hans]

Remke de Lange in Trouw over Once Were Brothers: "Begin jaren zestig begonnen vier Canadezen en een Amerikaan met elkaar samen te spelen. De musici vonden elkaar als begeleiders van rockabilly zanger Ronnie Hawkins, later stonden ze op het podium met folkheld Bob Dylan. Tegen de tijd dat ze eind jaren zestig als groep op zichzelf verder gingen, kende iedereen ze eigenlijk al als The Band." Zie hier.

Nogmaals AD (20/8) over Once Were Brothers: "Het is verleidelijk om de documentaire Once were brothers, die deze week in première gaat, als een verlengstuk van The Last Waltz te bestempelen. Deze film zoomt in op wat zich achter de schermen afspeelde tijdens het uiteenvallen van The Band, die ooit furore maakte als begeleidingsband van Bob Dylan. Maar de film is vooral een terugblik van het belangrijkste Band-lid Robbie Robertson, die uitgebreid stil staat bij het uiteenvallen van de groep."

Herman Sandman: "De vrouw van Bob Dylan", achter abonneeslot, zie hier.


Dylan vinden waar hij niet of nauwelijks is #176

 


Uit De Gitarist 353 augustus 2020 [met dank aan John]

Dylan vinden waar hij niet of nauwelijks is #175

 


Bovenstaande pagina is te vinden in het boek Morele Helderheid van Susan Neiman.
[met dank aan John]

Jochen Markhorst - Bob Dylan Greatest Hits; de eerste veertig jaar

Onder de titel Greatest Hits - of varianten als Best Of en Essential - zijn er in de loop der jaren heel wat compilatiealbums van Bob Dylan op de markt gekomen. Dat is opmerkelijk, er zijn immers maar weinig van zijn singles doorgedrongen tot de hogere regionen van de hitlijsten. Bob Dylan is geen hitmachine. 

Als componist doet Bob Dylan het beter op de hitlijsten. Denk bijvoorbeeld aan "Knockin' On Heaven's Door" door Guns 'n Roses, "Make You Feel My Love" door Adele of "All Along The Watchtower" door Jimi Hendrix.

Veertig songs krijgen de Markhorst-behandeling in het nieuwe boek Bob Dylan Greatest Hits; de eerste veertig jaar. Veertig songs waarmee Dylan-de-muzikant een hit scoorde, Dylan-de-componist of songs songs die nooit tot de hitlijsten wisten door te dringen, maar wel gerekend kunnen worden tot het grootste (greatest) wat de man ooit schreef en opnam. 

De Markhorst-behandeling is voor vaste lezers van deze blog bekend: aangenaam lezende, goed doorwrochte stukken vol verrassende inzichten die uitnodigen tot nadenken en (her-)beluisteren van de behandelde song.

In dit boek treft de lezer essays over onder andere: "Blowin' In The Wind", "Boots Of Spanish LeatheR", "Subterranean Homesick Blues", "Like A Rolling Stone", "Visions Of Johanna", "I'll Be Your Baby Tonight", "Lay Lady Lay", "Forever Young", "Isis", "Señor", "Every Grain Of Sand", "Make You Feel My Love" en "Things Have Changed".

Bob Dylan Greatest Hits; de eerste veertig jaar is een compilatie. Zevenentwintig van de veertig stukken werden eerder gepubliceerd in de boeken Joker, dief en eskimo (2015), Meneer de tambourijnman en de regenachtige vrouwen (2016), Blonde On Blonde (2016), Andere tijde, trage treinen (2017), Blood On The Tracks (2018) en The Basement Tapes (2019). De overige dertien stukken werden eerder op deze blog en / of in een Engelse vertaling op de website Untold Dylan gepubliceerd.

Het grootste deel van de in Bob Dylan Greatest Hits opgenomen stukken zijn voor deze uitgave echter bewerkt en uitgebreid. Dit maakt Markhorsts nieuwe boek tot een waardevolle aanvulling voor de Dylan-bibliotheek.

Bob Dylan Greatest Hits; de eerste veertig jaar is te koop via Amazon.

Dylan kort #3653

Drukwerk in de marge: Rough And Rowdy, zie hier.

BOBCast deel 6 met Tim Knol is sinds afgelopen zondag hier te beluisteren.

Copperplate Time aflevering 293: in deze podcast - helaas niet meer online te beluisteren voor niet-abonnees - zijn twee songs te beluisteren met een Dylan-referentie. "West 4th Street and Jones" van Ralph McTell refereert aan de hoesfoto van The Freewheelin' Bob Dylan en "The Answer Is Not Blowing In The Wind" van Tommy Sands refereert uiteraard aan "Blowin' In The Wind". De tracklist van de podcast staat hier. "West 4th Street and Jones" beluister je hier en "The Answer Is Not Blowing In The Wind" kan hier beluisterd worden (Facebook). [met dank aan Evert]

Once Were Brothers: in Nieuwsweekend van 15 augustus is Robert Haagsma te gast om over Once Were Brothers te praten, luister hier. [met dank aan Hans en Peter]

Zie ook hier.

Bob Dylan tachtig: een feestje op 20 april, zie hier en hier. [met dank als Dirk]

De Slimste Mens van 17 augustus: de laatste vraag gaat over "Voor altijd jong" door Huub van der Lubbe, zie hier. (vanaf 33.30) [met dank aan Hans]

OOR: verkoopt Dylan-shirts met een tekening van Typex, zie hier.

Bob Dylan weekend (Berg en Dal), zie hier.

Dylan 41 - 21: een tribute, zie hier.

Emma Swift - Blonde On The Tracks, zie hier.

Talkin' World War III Blues - door Jochen Markhorst

Talkin' World War III Blues (1963)


Het is verwarrende lectuur, de autobiografie The Hurdy Gurdy Man van Donovan uit 2005. Vanaf de eerste bladzijden stapelen zich de zelfmystificaties, borstklopperijen en de overduidelijk opgepompte heldenverhalen op, waarbij de autobiograaf er steeds slechter in slaagt om bescheidenheid te acteren. Op ongeveer een kwart van het boek, als de gemiddelde lezer zo'n beetje op het punt staat om de kachel ermee aan te maken, vindt er echter een omslag plaats: het wordt kolderiek. We hebben dan al met de ene na de andere "kosmische connectie" en "eeuwenoude zielsverwantschap" kennis gemaakt en nu heeft Donovan een eerste, oppervlakkige ontmoeting van enkele seconden met Brian Jones van The Rolling Stones. Jones draait zich om en verlaat de ruimte, en "op de een of andere manier, al weet ik niet hoe, voelde ik dat ik zojuist een karmische verbinding had gelegd, met iets dat mijn leven zou ontwrichten, dat me op een pad naar zowel glorie als rampspoed zou leiden." 

Donovan zal later verliefd worden op de moeder van Brian Jones' zoon, en kort daarna die zoon ook adopteren. Vandaar die "karmische verbinding".  

 

Hierna gaat het rap; Donovan mythologiseert en romantiseert vrijwel al zijn belevenissen en ontmoetingen tot goddelijke interventies of tot aardschokkende meesterzetten van een geniale visionair. Het wordt steeds bespottelijker. Dylan schrijft goede teksten, maar "muzikaal gezien ben ik creatiever en invloedrijker." The Beatles mogen ook dankbaar zijn. "Twee jaar voor Flower Power en voordat The Beatles hetzelfde refrein gebruikten, zong ik al Love, Love, Love." En "I'm Looking Through You" hebben ze ook alleen maar kunnen schrijven omdat Donovan zijn ervaringen met LSD met de jongens had gedeeld. Hij voelt enige reserve om McCartney te laten horen waarmee hij zelf bezig is, omdat Donovan en zijn producer wel weten dat McCartney dan de beste ideeën naar The Beatles laat lekken.  

Zo gaat het door. Het ontwerp voor de hoes van de eerste LP van Velvet Underground (de hoes met die banaan) heeft Andy Warhol te danken aan… Donovan. Want die zong in zijn hit "Mellow Yellow" de woorden electrical banana, vandaar. Voorts houdt Donovan kennelijk consciëntieus bij wat andere artiesten over hem zeggen in interviews en citeert hij kinderlijk graag de vriendelijkste dingen daaruit ("Jimi Hendrix heeft gezegd dat ik de nicest person was die hij ooit had ontmoet").  

 

In het voorjaar van 1966 besluit Donovan om zijn nieuwste, spectaculaire songs wereldkundig te maken tijdens een serie optredens in Los Angeles. "Onnodig om te zeggen dat er een interessant en nieuwsgierig publiek van bekende en onbekende gezichten op afkwam." Behalve mensen als Phil Spector, The Byrds, Peter, Paul and Mary, Sonny and Cher en John Peel betrapt Donovan ook Bob Dylan in het publiek. Zijn vriend Gyp ziet "Dylan in vermomming en zei gedag. Bob zocht een donker hoekje op, waar hij niet zou worden opgemerkt." 

 

De lezer weet dan inmiddels wel dat Donovan nog steeds last heeft van de duizenden keren dat hij met Dylan is vergeleken, of "de Schotse Dylan" is genoemd. Aanvankelijk wijst hij erop dat ze gewoon allebei sterk door Woody Guthrie zijn beïnvloed (maar negeert dat zijn eerste hit "Catch The Wind" wel heel erg heeft geleend van Dylans "Chimes Of Freedom"). Enigszins meelijwekkend wordt Donovans herhaalde bezwering dat hij heus the real thing is en beslist geen fake, en ronduit ridicuul wordt het dus als hij probeert te impliceren dat Dylan hém zo bewondert. Donovans beschrijvingen van zijn roemruchte ontmoetingen met Dylan in het Londense Savoy Hotel (bekend uit Dont Look Now) zijn tenenkrommend, zeker voor de lezers die zich de fragmenten uit Pennebakers documentaire herinneren. En dan is de meest hilarische scene, of de meest genante, het is maar hoe je het bekijkt, niet eens gefilmd. Die scene overleeft dankzij de geestige pen van de scherpe observator Marianne Faithfull, in haar schitterende autobiografie: 

En toen zei Bob: "Nou, Donovan, speel je een song voor ons?" 

Donovan pakte zijn gitaar uit en begon te spelen. Ik zal het nooit vergeten. God, het was een van de meest tergend pijnlijke en grappige scènes die ik ooit heb uitgezeten, want Donovan begon "Mr. Tambourine Man" te spelen. Het was exact de melodie van "Mr. Tambourine Man". Maar Donovan had er een nieuwe tekst bij verzonnen! Het was zoiets als "Oh my darling tangerine eyes…" Dat is zo'n beetje alles wat ik me ervan kan herinneren. Het lied zal sedertdien, dat weet ik wel zeker, nooit meer zijn gespeeld. Toen hij ongeveer halverwege was, begon Dylan op zo'n scheve manier te grijnzen. In de hoek zat Neuwirth zich te bescheuren. Bijna iedereen in de kamer probeerde zijn gezicht in de plooi te houden, want, behalve Donovan en Gypsy Dave, kende iedereen het lied natuurlijk heel goed. "Mr. Tambourine Man" stond op Bringing It All Back Home. Donovan speelde maar door. "My darling tangerine eyes, girl, won't you ramble with me down my rainbow road . . ." Het was zó overduidelijk, dat je heel eventjes zou kunnen denken dat Donovan iedereen voor de gek probeerde te houden. Maar die mogelijkheid verdampte meteen weer. Donovan had het domweg niet in zich om ook maar één iemand voor de gek te houden. 

De spanning was zenuwslopend en uiteindelijk maakte Dylan er een eind aan. 

"Dit hoef je echt niet verder te zingen," zei hij. 

Donovan hield op met spelen, enigszins verbouwereerd. 

"Weet je," zei Dylan, na een perfecte aforistische pauze, "ik word er zelden van beschuldigd dat ik mijn eigen liedjes schrijf. Maar dit is er nou toevallig één die ik daadwerkelijk zelf heb geschreven." 

Donovan was verbijsterd, onthutst. God, wat een consternatie. De arme stakker kon wel door de grond gaan. 

Bij wijze van uitleg zei Donovan: "Dat wist ik niet, man. Ik heb het ergens… ergens op een festival of zo gehoord, geloof ik. Ik dacht dat het gewoon een oude folksong was." 

En Dylan: "Nee, nóg is het geen oude folksong." 


Aan dit komische intermezzo heeft Donovan zelf geen herinneringen, kennelijk. Wel herinnert hij zich hoe hij een grieperige Dylan behaagt door aan diens ziekbed "To Sing For You" te spelen. "Ik zong het zachtjes in de schemering van de zwaar verduisterde slaapkamer." In het Engels klinkt dat nog dromeriger: I sang it soft in the gloom of the heavily draped bedroom.  


Dylan, die in deze maanden, zeker in combinatie met Neuwirth, in de meest vileine fase van zijn leven is, heeft kennelijk toch wel een zwak voor Donovan. Hij spaart hem. Weliswaar zien we in de documentaire hoe hij zich samen met Neuwirth staat te verkneukelen boven een krantenartikel over de Schot en horen we hem vol valse voorpret our next target, ons volgende doelwit, zeggen, maar er volgt eigenlijk slechts één, niet al te dodelijk, prikje.  

 

In Manchester speelt Dylan "Talkin' World War III Blues", op dat moment eigenlijk al een oudje en reeds bijna van Dylans repertoire afgevoerd. Het cabareteske, anekdotische karakter van het lied leidt bij vrijwel elke uitvoering wel tot tekstafwijkingen, maar deze keer wijkt hij nogal radicaal af: "I looked in the closet and there was Donovan," propt hij er tot hilariteit van het publiek tussen. Het is meer een geestige knipoog naar de door de pers opgeklopte Dylan/Donovan-vergelijkingen dan een persoonlijke aanval. Dylan lijkt dat ook tegen Donovan te zeggen, daar in die hotelkamer in Dont Look Now. "Het was maar een gebbetje, hoor," zoiets.  

 

"Talkin' World War III Blues" verdwijnt na '65 van Dylans speellijst en überhaupt uit het muziekleven. Dat het lied op de muziekhistorische mijlpaal The Freewheelin' Bob Dylan staat, is eigenlijk de enige, blijvende verdienste. Begrijpelijk; het talkin' bluesformat heeft zijn beste tijd al wel gehad en is uitgemolken. Afgezien van een enkele oprisping ("Alice's Restaurant", "A Boy Named Sue"), lijkt deze mengvorm van conference en folksong in 1965 dood en begraven, tot er eind jaren 70 een mutatie opduikt in de zwarte slums: rap – een bijzonder resistente mutatie, die tot op de dag van vandaag uiterst succesvol is.  

Zo heel af en toe probeert een muzikant toch nog wat leven in "Talkin' World War III Blues" te blazen, maar dat leidt vrijwel nooit tot een vermeldenswaardige cover. De uitzondering is het Zwitserse krautrockcollectief Krokodil, dat de tekst in een "Subterranean Homesick Blues"-jasje steekt. Met een in ieder geval onderhoudend resultaat (op Sweat and Swim, 1973).  

 

Behalve de gekozen vorm zal ook de inhoud Dylan hebben bewogen om het lied af te voeren. De inhoud is topical, pint Dylan in een politieke hoek waarin hij zich absoluut niet senang voelt. Donovan verhaalt nog hoe hij getuige is van een driftbui van Joan Baez, woedend omdat Dylan weigert haar te vergezellen bij een protestmars op Trafalgar Square tegen de Vietnamoorlog. En dat hij dan maar met haar meegaat. En later nog met haar ligt te zoenen op een hotelbed. In Baez' memoires (And A Voice To Sing With, 1987) wordt overigens geen enkele van deze 'feiten' vermeld – de naam Donovan komt zelfs niet voor in het hele boek. Maar de strekking van Donovans al dan niet gefantaseerde observatie klopt wel: Dylan wil niet meer vereenzelvigd worden met protest, met anti-Vietnam, met politieke bevlogenheid.  

World War III laat zien dat dat toch ook wel een beetje jammer is. Het heeft dezelfde thematiek als het inmiddels afgedankte "Let Me Die In My Footsteps", maar dankzij de humor is het veel effectiever, het resoneert veel beter, met dank ook aan de bonus, de elegante, poëtische uitsmijter. 

De verteller meldt zich bij een arts omdat hij last heeft van een crazy dream, waarin hij na een atoombomaanval eenzaam door een stad loopt. Met de weinige overlevenden krijgt hij geen contact. De ene loopt er gillend vandoor omdat hij denkt dat de verteller een communist is, een ander, een dame, weigert Adam en Eva te spelen, "want je hebt gezien wat ervan komt." 

De arts onderbreekt hem. "Die droom heb ik ook. Alleen: dan ben ik de overlevende. Jou heb ik niet gezien, daar." In de tijd daarna, zegt de verteller, lijkt het wel of iedereen deze droom heeft. En iedereen loopt eenzaam en alleen rond. Dat is niet goed. "Ik nodig je uit in mijn dromen, als ik in die van jou mag komen." 


Die pointe is een zachtmoedig, smaakvol motto waarmee Dylan charmant een uitnodiging formuleert voor zij
n poëzie van de vijftig jaar hierna. 

 

Cover Krokodil (1973): https://www.youtube.com/watch?v=HvZCQcVW22c 

 

Talkin' World War III Blues 

Some time ago a crazy dream came to me

I dreamt I was walkin' into World War Three

I went to the doctor the very next day

To see what kinda words he could say

He said it was a bad dream

I wouldn't worry 'bout it none, though

They were my own dreams and they're only in my head


I said, "Hold it, Doc, a World War passed through my brain"

He said, "Nurse, get your pad, this boy's insane"

He grabbed my arm, I said, "Ouch!"

As I landed on the psychiatric couch

He said, "Tell me about it"


Well, the whole thing started at 3 o'clock fast

It was all over by quarter past

I was down in the sewer with some little lover

When I peeked out from a manhole cover

Wondering who turned the lights on


Well, I got up and walked around

And up and down the lonesome town

I stood a-wondering which way to go

I lit a cigarette on a parking meter and walked on down the road

It was a normal day


Well, I rung the fallout shelter bell

And I leaned my head and I gave a yell

"Give me a string bean, I'm a hungry man"

A shotgun fired and away I ran

I don't blame them too much though, I know I look funny


Down at the corner by a hot-dog stand

I seen a man

I said, "Howdy friend, I guess there's just us two"

He screamed a bit and away he flew

Thought I was a Communist


Well, I spied a girl and before she could leave

"Let's go and play Adam and Eve"

I took her by the hand and my heart it was thumpin'

When she said, "Hey man, you crazy or sumpin'

You see what happened last time they started"


Well, I seen a Cadillac window uptown

And there was nobody aroun'

I got into the driver's seat

And I drove down 42nd Street

In my Cadillac. Good car to drive after a war


Well, I remember seein' some ad

So I turned on my Conelrad

But I didn't pay my Con Ed bill

So the radio didn't work so well

Turned on my record player—

It was Rock-a-day Johnny singin', "Tell Your Ma, Tell Your Pa

Our Love's A-gonna Grow Ooh-wah, Ooh-wah"


I was feelin' kinda lonesome and blue

I needed somebody to talk to

So I called up the operator of time

Just to hear a voice of some kind

"When you hear the beep it will be three o'clock"

She said that for over an hour

And I hung up


Well, the doctor interrupted me just about then

Sayin', "Hey I've been havin' the same old dreams

But mine was a little different you see

I dreamt that the only person left after the war was me

I didn't see you around"


Well, now time passed and now it seems

Everybody's having them dreams

Everybody sees themselves

Walkin' around with no one else

Half of the people can be part right all of the time

Some of the people can be all right part of the time

But all of the people can't be all right all of the time

I think Abraham Lincoln said that

"I'll let you be in my dreams if I can be in yours"

I said that 

Rough And Rowdy

In april 2019 kreeg ik het boekje Tangled Up In Blue van Maarten Giltay Veth voor het eerst onder ogen. Ik noemde dit boek op deze blog "een kunstwerk" en "veruit het meest oogstrelende boek in mijn toch aardig omvangrijke Dylan-bibliotheek". In november volgde het minstens even indrukwekkende Tangled Up In Blue 2 en ook in mijn bespreking van dit boek kwam ik superlatieven te kort om de schoonheid van dit boek te duiden.

Eind mei trok ik de stoute schoenen aan en vroeg ik Maarten of hij iets voelde voor een gezamenlijk project: ik de tekst, hij het omslag, zetwerk en bindwerk. Tot mijn grote vreugde reageerde Maarten enthousiast op mijn voorstel.

Op 28 juni schreef ik een open brief van zo'n 900 woorden aan Bob Dylan. Een brief over Rough And Rowdy Ways, over die ene regel in "Wiggle Wiggle" en nog een aantal zaken. Maarten Giltay Veth zette de tekst met de hand bij LetterpressAmsterdam onder begeleiding van (meester)drukker Thomas Gravemaker. 

Voor het omslag maakte Maarten een portret van Bob Dylan en een door de hoes van Rough And Rowdy Ways geïnspireerde afbeelding, beide in blauw en geel. Het zijn met name deze schitterende afbeeldingen in combinatie met de met de hand gezette tekst die Rough And Rowdy  - zoals het boekje heet - tot een feest voor het oog maken. De pagina's zijn met de hand in het omslag genaaid. 

Rough And Rowdy is in een zeer beperkte (100 stuks), met de hand genummerde oplage verschenen. 

Rough And Rowdy kost €10,- (exclusief verzendkosten). Belangstellenden kunnen contact opnemen met Maarten Giltay Veth (Vethgedrukt), voor contactgegevens zie: https://www.maartengiltayveth.nl/maartengiltayveth/Welkom.html



Dylan kort #3652

 Rolling Thunder Revue op dvd: volgens een bericht op Collectors Music Review komt de Scorsese-film over The Rolling Thunder Revue binnenkort uit op dvd. De site heeft het alleen over een release met regio-code 1 (Amerika). Of er ook een Europese release komt, is nog niet duidelijk. Zie hier.

Once Were Brothers: Distributeur Periscoop film heeft op haar website een lijst staan met locaties waar deze film draait, zie hier. (klik op de poster van de film en vervolgens op "waar te zien") [met dank aan Hans] Niet op de lijst: op 23 en 25 september draait de film ook in Zutphen. [met dank aan Rob] Mocht je andere locaties tegenkomen waar de film draait die niet op de lijst van Periscoop staan, dan hoor ik dat graag.

Gunter van Assche in De Morgen van 28 juli over de plaat Ploegsteert (2012) van Het Zesde Metaal: "Terwijl zijn [Frontman Wannes Cappelle] muzikale generatiegenoten in hun puberteit verslingerd raakten aan drum 'n bass, grunge, britpop liep de Wevelgemnaar een verslaving aan Willem Vermandere op. Die invloed is niet weg te denken op deze plaat, al knipoogt 'Ier bie oes' bijvoorbeeld net zo goed naar 'Blind Willie Mc Tell' van Bob Dylan." [met dank aan Hans]

Opheffer: "De laatste tijd stuurt ze me – omdat ze weet hoe ik over hem denk – de teksten van Akwasi’s raps op. Ik haal er mijn schouders over op. Ik antwoord met de nieuwe Bob Dylan. Toevallig vindt ze die ook goed.", zie hier.

"Murder Most Foul", een Nederlandse vertaling, zie hier.


aantekening #7527

Jerry Garcia werd geboren op 1 augustus 1942. Hij overleed op 9 augustus 1995. Onder liefhebbers is het gebruikelijk om ieder jaar tussen 1 augustus en 9 augustus nog wat meer dan anders de muziek van The Grateful Dead / Jerry Garcia te draaien. 

Ik denk daar ieder jaar te laat aan, ook dit jaar heb ik weer niks van The Grateful Dead of Jerry Garcia gehoord tussen 1 en 9 augustus, maar het toeval wil dat ik in de dagen tussen de eerste en de negende het boek over The Grateful Dead van Hank Harrison heb gelezen. Ergens in de eerste helft van dit boek kwam ik een zin tegen die ik - als de kans zich voordoet - op een tegeltje laat schilderen zodat het aan de muur boven mijn werkplek kan hangen. 

Ben je er klaar voor?

Komt 'ie:

Living between Dylan records can be catastrophic

Misschien schrijf ik de zin wel op een papiertje en stop dit in mijn broekzak zodat ik iedere keer als ik naar mijn sleutels grijp geconfronteerd wordt met deze woorden. Het geeft perspectief aan de gekte.


~ * ~ * ~


Het was vaste bezoekers van deze blog ongetwijfeld al opgevallen: ik was er even een weekje niet. Noem het vakantie. Ik was gewoon thuis, druk met 1001 en dingen en vooral met niks. Het bijhouden van de blog heb ik even links laten liggen. Soms is het (voor mij) goed om voor een korte tijd afstand te nemen. Wonen tussen Dylan-platen kan immers catastrofaal zijn.


~ *  ~ * ~


"Warm, hè?"

"Zeg dat wel. Ik zweet me de pleuris, man. Daar is niet tegenop te drinken."

"Je doet er niks tegen."

"Toch wel."

"Wat dan?"

"Als het zo warm is, draai ik New Morning. Iedere keer als 'Winterlude' voorbij komt, krijgt ik het koud."

"Dat werkt?"

"Heel goed zelfs. Alleen de regel 'Come on, sit by the logs in the fire' is effe doorbijten."

Dylan kort #3651

"7 geniale muziekdocumentaires op Netflix: van Bob Dylan tot Beyoncé", zie hier.
"Meindert Talma, zanger met ‘beperkte reikwijdte’: Bob Dylan zou ook geen cent gekregen hebben", zie hier. met dank aan Hans]
"Blij dat Bob Dylan nooit op de snijtafel van het Fonds Podiumkunsten is beland", zie hier (abonneeslot)
Jan Brokken - Mijn kleine waanzin [met dank aan John]:


"Bob Dylan in Haarlem?", zie hier. Een aardig stuk over een poging in 1966 om Bob Dylan in Nederland te laten optreden. Aan het eind van het artikel uit schrijver Martin Smit twijfels over wat wel en niet klopt van het verhaal over de poging om Bob Dylan in 1966 naar Nederland te halen.
Voor mijn boek Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984 heb ik uiteraard ook gezocht naar informatie over pogingen om Dylan te laten optreden in Nederland in 1966. Ik kan melden dat er meer dan één poging is gedaan om Dylan in 1966 naar Nederland te halen. Meer daar over in mijn boek Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984 dat binnenkort verschijnt.