Tell Me, Mama door Jochen Markhorst


Tell Me, Momma (1966)

John Henry’s legendarische, fatale en vermoedelijk fictieve wedstrijd met de stoomboor vindt plaats ergens in de vroege jaren 70 van de negentiende eeuw, tussen 1870 en 1872. Bij de aanleg van de Big Bend Tunnel in West Virginia wordt de voorloper van de drilboor ingezet, de stoomboor, en de trotse John Henry beweert dat hij en zijn voorhamer sneller zijn dan zo’n nieuwerwetse steam-powered rock drilling machine. De wedstrijd vindt plaats, Henry wint, maar put zichzelf dermate uit, dat hij een dag later bezwijkt en sterft.
Óf het vindt plaats vijfhonderd mijl zuidelijker en een jaar of tien later, in 1882, bij de tunnelaanleg door de Curzey Mountain, Alabama. Of in 1887, bij Oak Mountain. En Kentucky en Jamaica worden ook genoemd - zoals elke goede legende is ook dit verhaal verkrijgbaar in vele varianten.

Voor de impact van het verhaal maakt het waarheidsgehalte verder niets uit. Speelfilms, een musical, boeken, gedichten, een postzegel, tekenfilms, orkest- en kamermuziekwerken, video games… sinds het einde van negentiende eeuw is de figuur John Henry niet meer weg te denken uit de Amerikaanse cultuur. De vermoedelijk bekendste bewerking is de inmiddels antieke folksong, waarvoor ook Dylan bij herhaling zijn bewondering uitspreekt (in Chronicles, bijvoorbeeld) en waarvan hij expliciet erkent hoe invloedrijk de song is:

“If you sang "John Henry" as many times as me – John Henry was a steel-driving man / Died with a hammer in his hand / John Henry said a man ain't nothin' but a man / Before I let that steam drill drive me down / I'll die with that hammer in my hand. If you had sung that song as many times as I did, you'd have written How many roads must a man walk down? too.”
(uit de MusiCares speech, 2015)

Zonder "John Henry" had ik geen "Blowin’ In The Wind" kunnen schrijven... bepaald geen onbeduidend deuntje, dus.  

Hoe onuitwisbaar die invloed is, blijkt ook weer uit - ironisch genoeg - "Tell Me, Momma". Ironisch, want dat is de felle, bijtende, snoeiharde rocker waarmee Dylan in ’66 het elektrische deel van de set opent, de song waarmee hij de orthodoxe folkies in het publiek schoffeert, de song die het gefluit, boegeroep en gescheld bij dat deel van zijn fans ontketent.
Daardoor, en door de vaak bedenkelijke geluidskwaliteit, horen ze de respectvolle referentie naar een van de kroonjuwelen van de folkmuziek niet, meteen al in het openingscouplet:

Yes, you got your steam drill,
now you're lookin' for some kid
To get it to work for you
like your nine-pound hammer did

… waarin de dichter impliciet ook een afscheid van de traditionele folkmuziek verwoordt. Degene die de nine-pound hammer zwaaide (Henry’s voorhamer) is er niet meer en nu zoeken we iemand die de steam drill wil hanteren; de overdrachtelijke lading (de overgang van akoestische gitaar naar elektrische gitaar) is niet al te ondoorgrondelijk.

Net zoals steam drill een sleutelwoord voor dat folkmonument is, is nine-pound hammer dat overigens voor een andere folkklassieker die bij Dylan al zestig jaar op een voetstuk staat: "Nine Pound Hammer". Hij kent het vermoedelijk van The Stanley Brothers, en anders van The Greenbriar Boys, ook verspreid in de varianten "Take This Hammer" en "Roll On, Buddy"… en daarvan zingt Dylan in ’62 de variant "Roll On, John", dat hij vervolgens een halve eeuw later weer zal verbouwen tot zijn ode aan John Lennon op Tempest.

Kortom: "Tell Me, Momma" is niet de botte afwijzing van de folkmuziek die fans en critici vaak erin zien. Hoewel zelfs medeplichtige Robbie Robertson uitsluitend de assertieve kant van het lied lijkt te zien:

“We started using "Tell Me, Momma" as an opener, which meant not only were we going into hostile territory for our electric part of the show, but we were also starting the set with a funky, unfamiliar, aggressive, and not particularly melodic tune. Maybe it was a touch perverse, but I enjoyed coming out with a signpost song that said, I don’t need you to love me, I’m just going to play my damn music and maybe you’ll dig it.
(Testimony, 2016)

Het funky en aggressive gehalte van de uitvoering staat voor een belangrijk deel op Robertsons conto, die een geweldige gitaarpartij verzorgt. De korte, bijtende uithalen onder de coupletten zijn een gemene upgrade van Scotty Moore’s partij op Elvis’ "My Baby Left Me", de solo’s, vooral die in Australië echoën de funk van Curtis Mayfield en de soul van James Browns gitarist Billy Butler.

Maar inderdaad, de tekst is verder knap onduidelijk. Een studio-opname schijnt niet te bestaan, hoewel Robertson zich er wel eentje lijkt te herinneren:

“Bob had booked Columbia Studios in New York to do some recording in January. (…) After a couple of run-throughs, Bob was ready to record. We rambled though a song called "She’s Your Lover Now". Then another new tune, "Tell Me, Momma", with its salty punch line—“Baby, tell me, what’s wrong with you this time?”

… dat zou dan de derde Blonde On Blonde-opnamesessie moeten zijn, 21 januari 1966 in New York. Áls die opname al bestaat, is hij nooit opgedoken. De officiële tekst, die vermoedelijk wordt opgetekend in 1971, wanneer het copyright wordt veiliggesteld, is op het hilarische af afwijkend van de tekst die we horen. Terecht bespot worden de openingsregels zoals die in Writings & Drawings, in Lyrics en op de site staan:

Ol’ black Bascom, don’t break no mirrors
Cold black water dog, make no tears

Of, nog krankzinniger, het derde couplet:

Ohh, we bone the editor, can’t get read
But his painted sled, instead it’s a bed

Nee, we zullen het moeten doen met de eigen oren en het nijvere puzzelwerk van de dappere analisten die hun bevindingen op de fanfora en de blogs publiceren.
Extra complicerend, behalve de tekortschietende audiokwaliteit, is daarbij het onhandige gegeven dat Dylan kennelijk nooit echt een tekst voor het lied heeft geschreven; hij zingt elke avond andere woorden, vooral in het tweede en derde couplet.

Over die openingsregels zijn de meeste ontcijferaars het wel eens. Niet “Ol’ black Bascom” en geen “Cold black water dog”, maar:

Cold black glass don't make no mirror 
Cold black water don't make no tears

… waarbij het iets waarschijnlijker lijkt dat het eerste woord “Old” is; “old black glass” is immers wel een begrip (in tegenstelling tot “cold black glass”) en de gedachtesprong naar mirror is klein - vroeg of laat zullen het zilvernitraat en het kopersulfaat in oude spiegels reageren met lucht- en vochtdeeltjes, oxideren en zwarte vlekken veroorzaken. Een metaforische kwaliteit heeft het ook, al wordt die vooral gesuggereerd; hoe het beeld is in te passen in deze relationele afrekening, is niet eenduidig. “Ik herken mezelf niet meer in onze relatie”?

Een relationele afrekening is het hoe dan ook, dat maken de goed verstaanbare stokregels en het refrein wel duidelijk:

But I know that you know that I know that you show
Something is tearing up your mind.

Tell me, momma,
Tell me, momma,
Tell me, momma, what is it?
What's wrong with you this time?

… de snerende, vileine Dylan van "She’s Your Lover Now" en "Positively Fourth Street", geen twijfel.

De midjaren 60-Dylan herkennen we daarnaast in de woeste, licht lugubere beeldspraak in het tweede couplet: zowel cemetery hips als graveyard lips hebben eenzelfde, ontregelende kwaliteit als bijvoorbeeld de guilty undertaker ("I Want You"), de graveyard woman ("From A Buick 6") en de genocide fools ("Can You Please Crawl Out Your Window?").

Een morbide fascinatie is al in het vroegste werk van Dylan aanwijsbaar, maar daar is het doorgaans “echt”; de songs gaan over échte graven, kerkhoven, sterfgevallen ("Ballad For A Friend", "Let Me Die In My Footsteps", "Only A Hobo").
In deze fase van zijn kunstenaarschap evolueert de voorliefde voor het macabere tot een Baudelaire-achtig stijlkenmerk; graven en kerkhoven zijn geen decor meer, maar metaforen. De ontvankelijkheid ervoor is bij Dylan ongetwijfeld via de Beat Poets, via Ginsberg, Corso en vooral Kerouac, binnengedrongen. Uit Kerouacs Desolation Angels leent Dylan soms letterlijk (her sin is her lifelessness en de perfect image of a priest voor "Desolation Row", bijvoorbeeld), en vaker geparafraseerd. Om maar een van de vele voorbeelden te noemen: de automobile graveyard uit Dylans lange “prosagedicht” Tarantula is bij Kerouac de automobile cemeteries.

En de invloed strekt zich uit tot die voorliefde voor sinistere beeldspraak. De voorsteden van New York vol forenzen heten bij Kerouac cemetery cities (On The Road), de stoofpot vol botjes die hij in een Mexicaanse gevangeniscel krijgt graveyard stew ("Orizaba 210 Blues", 41st Chorus).

"Tell Me, Momma" is, kortom, een lost classic uit een van de piekmomenten in Dylans lange carrière, uit de dunne wilde kwikzilverperiode. En ondanks enkele schitterende live-opnames nog iets obscuurder dan "She’s Your Lover Now" of "I’ll Keep It With Mine", bij gebrek aan een al dan niet voltooide studio-opname en een al dan niet voltooide tekst.

Die mysterieuze status wordt bevestigd door het ontbreken van covers. Ongebruikelijk, voor een Dylansong uit deze gouden fase, maar er zijn vrijwel geen covers. The Original Marauders produceren een vlotte, maar door tenenkrommend slechte zang verknalde versie op hun sympathieke, maar mislukte tribuutproject Now Your Mouth Cries Wolf uit 1975.

En usual suspect Robyn Hitchcock op zijn evenzeer sympathieke, en veel beter geslaagde tribuut Robyn Sings (2002), verdient bonuspunten voor zijn poging om deze goudklomp op te graven, maar vindt slechts fool’s gold, pyriet. Glanst wel, maar veel waard is het niet - ook Hitchcock zal het lied niet aan de duisternis kunnen onttrekken.
Arme oude zwarte Bascom, met zijn koude zwarte waterhond.


Geen opmerkingen: