Play Fucking Loud!

Net luisterde ik naar "It Takes A Lot To Laugh, It Takes A Train To Cry", de versie met het Wynton Marsalis Septet van het onlangs verschenen album United We Swing. Mooi gezongen, voortreffelijk harmonicaspel van mister D. Oké, het harmonicaspel is eenvoudig, maar soms doet eenvoud de truc.
Dit moet hard gespeeld worden. Ik denk vanavond aan Griet Op de Beeck (hoewel ik nog nooit iets van haar gelezen heb): Play Fucking Loud! (zie "Dylan kort #1292")
Dylan is uit zijn comfort zone in deze "It Takes A Lot To Laugh, It Takes A Train To Cry" en in plaats van dat het hem tegenwerkt, werkt het eens voor hem. Het klinkt alsof hij op zijn tenen moet staan om dit te kunnen doen. Dat maakt het misschien wel zo mooi.
Dylan uit zijn comfort zone werkt zeker niet altijd, maar er zijn gelegenheden geweest waarbij het juist wel werkte, waarbij het ongemak, het onbekende nou net even dat extraatje aan de muziek mee gaf. De eerste twee die in mij opkomen zijn "The Times" in het Witte Huis van een paar jaar geleden en The Great Music Experience - Bob Dylan met orkest - in 1994. Beide mooi, maar niet wat ik vanavond nodig heb.

Na nog even rammelen aan het geheugen schiet me nog een derde uit de comfort zone-song te binnen: "Do Re Mi" van het album The People Speak. Bob Dylan samen met Ry Cooder (gitaar) en Van Dyke Parks (piano). Naar deze "Do Re Mi" luisteren is al een aangename manier om even de tijd te vergeten, naar de video kijken is misschien nog aangenamer. Let vooral even op het begin, het moment waar Bob Dylan nog even aan Van Dyke Parks uitlegt hoe de pianopartij gespeeld moet worden. Het is een kleinigheid, maar wel mooi.
Enfin, aan het eind van de dag gaat het toch om de muziek. Luisteren dus.
De drie mannen maken er een ogenschijnlijk los-vast-rommeltje van, maar het werkt. Het valt allemaal op een vreemde, maar aangename manier prima samen: de ploink-ploink-piano van Van Dyke Parks en de twee gitaren van Cooder en Dylan. Logica dicteert dat de gitaarsolo's voor Ry Cooder zijn... Maar er is weinig solo en als er al iets is wat op een solo lijkt dan is het Dylan die het speelt. En dan is er nog die stem, die schitterende stem.
Die stem valt naar mate het nummer verder gaat steeds meer samen met de pianopartij die in eerste instantie rudimentair leek te zijn, maar voor de goede luisteraar het platform voor Dylans stem is.
Luisterend naar "Do R Mi" kan ik alleen maar concluderen dat het jammer is dat deze drie mannen niet meer samen hebben gedaan.
Maar dan, als ze meer samen hadden gedaan, was er dan nog sprake van het verlaten van de comfort zone om die schitterende botsingen van het onverwachte te krijgen?
Nee.
En daarom is het belangrijk, draai deze "Do Re Mi" en doe het Fucking Loud!


Geen opmerkingen: