Stijgbeugelblues, 1978
In New Pony betreurzingt Dylan zijn oude pony. Ze brak een poot, werd afgemaakt. Liever had Dylan haar opnieuw bestegen. Hij huilebalkt verbitterd, klinkt alsof hij de pony alsnog tot bloedens toe de sporen wil geven. Dylan is woest dat zijn pony hem verliet. Hij sart haar postuum, zingt wraaklustig dat zijn gloednieuwe ponypaardje veel lekkerder beweegt. Aan het eind bindt Dylan in: “Well, you’re so bad and nasty. But I love you, yes I do.” De vaak seksistisch genoemde song past in een oude bluestraditie. De pony is een metafoor. Gelijk Bessie Smith in 1931 metafoorde: “I need a little sugar in my bowl, a little hotdog on my roll”.
Ubel Zuiderveld vervat onder de naam Dylanterieën korte observaties en gedachten omtrent Bob Dylan in 111 computergetelde woorden, zogenaamde honderdelfjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten