Farewell Angelina (1965) - door Jochen

Farewell Angelina (1965)

Van papegaaien houdt ze niet, Joan Baez, dat moge inmiddels wel duidelijk zijn. Als ze zich samen met zus Mimi en Judy Collins aan Donovans “Legend Of The Girl Child Linda” waagt (1967), husselt ze de coupletten door elkaar, meeuwen en duiven mogen blijven, maar de versregel met de papegaai, where parrots are talking their words with such ease, is verdwenen. Een paar jaar later is Baez de eerste artiest die een cover van “Simple Twist Of Fate” opneemt. In het vierde couplet schakelt ze eventjes over naar een geestige parodie op Dylans nasale zangstijl, waardoor in het vijfde couplet bijna niet opvalt dat ze de originele tekstregel and walks along with a parrot that talks listigjes verandert in small waves whisper to the rocks. In toeval hoeven we nu niet meer te geloven – de papegaaienallergie is met terugwerkende kracht al in 1965 zichtbaar, als Baez het grote geluk heeft dat Dylan haar “Farewell Angelina” toewerpt. Uiterlijk sedert 1991, sinds The Bootleg Series 1-3, weten we zeker dat Joan ook uit dat lied regels verworpen heeft: inderdaad, het couplet met the camouflaged parrot. Waar de aversie vandaan komt, is onduidelijk. In haar autobiografie And A Voice To Sing With wijdt Baez uitbundig uit over haar ziektes, neuroses en angsten, maar psittacose of ornithofobie vermeldt ze niet.  


Waarschijnlijk is “Farewell Angelina” een van de Big Sur songs, een van de werken die de bard schrijft als hij bij Baez in Carmel logeert. Zelf neemt hij het slechts één keer op, bij de eerste Bringing It All Back Home-sessie, 13 januari 1965 – de aantrekkelijke, maar nog onontgonnen versie die we kennen van The Bootleg Series (en recentelijk weer van The Cutting Edge). Eén take slechts. Kennelijk weet Dylan vrij vlot dat hij het lied zal verwerpen. In 1991 verbaast Elliot Mintz zich daarover en vraagt de meester naar zijn motieven.
Dylan draait er wat omheen: “Je kunt ze niet allemaal gebruiken, weet je, er is een limiet…”
“Je bedoelt dat er geen specifieke reden was, maar dat er simpelweg geen plaats meer was op de LP, dat de andere songs beter waren?” vraagt Mintz door.
Nu neemt de zanger plotseling een andere afslag: “Je vraagt het aan de verkeerde. Destijds had ik echt niet zoveel controle over mijn platen, over wat erop kwam en wat niet.”
Dat lijkt een halve waarheid. In 1965 is Dylan al Columbia’s golden boy, zijn arm is lang genoeg om zijn zin door te drukken. Maar we weten ook dat hij, zeker in die jaren, plaatopnames niet zo heel belangrijk vindt, dat zijn “slechts momentopnames”. Dat de trackselectie hem niet al te zeer interesseert, en dat hij dat taakje probleemloos bij de producer laat liggen, is dan een waarschijnlijker scenario. Dat verklaart echter nog niet dat Dylan het lied zo radicaal verschopt; live zal hij het óók nooit meer spelen.
Misschien heeft de dichter - en ook producer Tom Wilson - een zekere overbodigheid gevoeld; “It’s All Over Now, Baby Blue” heeft eenzelfde concept én ook diezelfde sky is folding-metafoor, de triangle tingles imiteert de jingle jangle van de Tambourine Man en het King Kong en elfjes-couplet is net iets over de top, wellicht.

De prachtige melodie is een amalgaam van oud en nieuw: in Baez’ platenkast vindt Dylan stapels LP’s met oude Schotse ballades, waaronder “Farewell To Tarwathie”, een prachtige whaling ballad. Judy Collins zal het lied later ook nog oppikken, op Whales & Nightingales (1970), waarbij ze zich laat begeleiden door het gezang van een paar bultruggen. De hieropvolgende track is haar cover van “Time Passes Slowly” (verschijnt daarmee dus eerder dan het origineel), en die is een stuk verdraaglijker.
Overigens is “Farewell To Tarwathie” nou net níet een oude ballade, maar feitelijk een falsificatie – de folkgigant A.L. Lloyd (1908-1983) “ontdekte” wel vaker oeroude folksongs die hij eigenlijk zelf had geknutseld. Ironisch genoeg in dit geval vermoedelijk over de basis van twee Amerikaanse Cowboy Songs uit de collectie van Lomax (1938), “The Railroad Corral” en “Rye Whiskey”. Dylan zal de versies van Pete Seeger wel gekend hebben, wiens “Wagoners Lad” ook in Angelina terug te horen is. Zelf gebruikt hij de melodie al eerder in het onvoltooide “I Rode Out One  Morning”, waarvan een huiskameropname bewaard is gebleven.

Hoe wonderschoon ook, de grootsheid van het lied zit niet in de melodie. Die zit in de poëtische rijkdom van de tekst. Literatuurhistorisch bevindt “Farewell Angelina” zich op of rond de oerknal van de surrealistische, caleidoscopische meesterwerken (It’s Alright Ma, Tambourine Man). In de voetsporen van Rimbaud bekwaamt Dylan zich in collage-achtige lyriek waarbij de afzonderlijke, vaak ongerelateerde verzen reeksen van beelden oproepen die tezamen één gemoedsgesteldheid, één beroering verwoorden. In dit vroege, kleine meesterwerk lukt dat al goed. Het thema zullen we nog vaker tegenkomen: de intimiteit van een doordeweekse liefdesbreuk afgezet tegen het decor van een krankzinnige, doordraaiende wereld. De dichter roept halfvergeten beelden uit ons aller geheugen en uit ieders culturele bagage op (de Rattenvanger van Hamelen, oorlogsbeelden, kaartspelmetaforen), schildert krachtige, intrigerende stillevens (“a table stands empty by the edge of the stream”) en giet het in een meesterlijke vorm. De variërende stokregel met de bizarre hemelverschijnselen en de droge afscheidswoorden is fenomenaal, in elk geval. “It’s so visual,“ zal de poëet later verzuchten, terugkijkend op “Visions Of Johanna”. Voor het één jaar oudere “Farewell Angelina” geldt die observatie in extremis.

Jarenlang hebben we het moeten doen met de interpretatie van Joan Baez. Goed genoeg om te onderkennen dat het lied een meesterwerk is, maar haar versie is tevens te braaf, te spanningsloos – je hoort vooral wat Baez niet uit het lied haalt. De bewerkingen door John Mellencamp, Nana Mouskouri en de Grateful Dead spin-off New Riders Of The Purple Sage leiden ook nog niet echt tot kippenvel. Dramatische kracht vinden we voor het eerst bij de betreurde Jeff Buckley, die in 1991 voor een radiostation live een intense, uitgesponnen Farewell speelt. Geëvenaard, of eigenlijk overtroffen wordt hij in 2010, door William Fitzsimmons op de tribuutdisc Subterranean Homesick Blues: A Tribute to Bob Dylan's Bringing It All Back Home. Multi-instrumentalist Fitzsimmons opent huiveringwekkend, bijna onaards en staat gaandeweg, mondjesmaat, enige verwarming toe – een droge banjo, een tweede stem, een enkele pianotoets – maar warm wordt het nooit. Het eenzame, besneeuwde, verlaten Overlook Hotel uit The Shining rijst op.

Farewell Angelina
Farewell Angelina
The bells of the crown
Are being stolen by bandits
I must follow the sound
The triangle tingles
the music play slow
But farewell Angelina
The night is on fire
And I must go.

There is no use in talkin'
and there's no need for blame
There is nothing to prove,
Ev'rything still is the same
A table stands empty
By the edge of the stream
But farewell Angelina
The sky's changing colours
And I must leave.

The jacks and the queens
they forsake the courtyard
Fifty-two gypsies
Now file past the guards
In the space where the deuce
And the ace once ran wild
Farewell Angelina
The sky is folding
I'll see you after a while.

See the cross-eyed pirates sit
Perched in the sun
Shooting tin cans
With a sawed-off shotgun
And the corporals and neighbors
clap and cheer with each blast
But farewell Angelina
The sky it is trembling
And I must leave fast.

King Kong, little elves
In the rooftoops they dance
Valentino-type tangos
While the hero's clean hands
Shut the eyes of the dead
Not to embarrass anyone
Farewell Angelina
The sky is flooding over
And I must be gone.

The camouflaged parrot
He flutters from fear
when something he doesn't know about
suddenly appears
What cannot be imitated
perfect must die
Farewell Angelina
The sky's flooding over
and I must go where it is dry.

Machine guns are roaring
Puppets heave rocks
At misunderstood visions
and at the faces of clocks
Call me any name you like
I will never deny it
But farewell Angelina
The sky is erupting
And I must go where it's quiet. 



Geen opmerkingen: