Tomorrow Is A Long Time (1962) - door Jochen

Tomorrow Is A Long Time (1962)

Als Dylan in 1997 het ziekenhuis verlaat na een infectie aan zijn hart, verklaart hij: “Ik ben alleen maar blij dat ik me weer beter voel. Ik dacht echt dat ik Elvis zou ontmoeten.” Dat zijn liefde voor Elvis echt en oprecht is, weten we inmiddels wel. In 1969 hebben we dat nog niet door. In een interview met Rolling Stone wordt Bob gevraagd of er artiesten zijn die hij graag covers van zijn songs hoort spelen. ‘Yeah, Elvis Presley. I liked Elvis Presley. Elvis Presley recorded a song of mine. That’s the one recording I treasure the most . . . it was called ‘‘Tomorrow Is a Long Time’’. I wrote it but never recorded it.’ Dat was een leuk grapje, werd destijds gedacht. De decadente entertainer Elvis stond zó mijlenver af van de coole kunstenaar Dylan, dat deze ontboezeming wel sarcastisch bedoeld moest zijn. Al te goed gedocumenteerd was het grapje ook al niet. Dylan beweert dat het op de plaat Kismet te vinden is. Die bestaat niet - de song ‘Kismet’ staat op Harum Scarum (1965), maar ‘Tomorrow Is A Long Time’ staat op Spinout (1966) - én hij vertelt interviewer Jann Wenner: “He did it with just guitar.” Klopt ook al niet; behalve twee gitaren horen we Bob Moore op de contrabas en een luie tamboerijn.

Dylan zelf heeft het lied maar langzaam echt leren waarderen, lijkt het. Een eerste huiskameropname dateert van augustus ’62, in december van dat jaar neemt hij een demo-versie voor Witmark op en na het nog vier keer te hebben gespeeld op het podium in 1963, kijkt hij er jaren niet meer naar om – sterker nog: in een interview in 1964 distantieert hij zich er zelfs van (“ik geloof er niet in, ik schaam me ervoor…het is pillow-soft, dat ben ik niet…”).
Odetta Holmes hoort de Witmark-opname en zingt dan een fraaie versie op Odetta Sings Dylan (1965). Dat is de versie waarmee Elvis kennismaakt, die de song opneemt als bonustoevoeging op het soundtrack album Spinout (1966). Tientallen anderen nemen het in de loop van de daaropvolgende jaren op, en kennelijk geïnspireerd door The King stoeit Dylan tijdens de opnames van New Morning (1970) met een bluesy interpretatie, maar op Bob Dylan’s Greatest Hits Vol. II (1971) kiest hij dan toch voor een live-opname uit 1963. Pas in 1978 verschijnt ‘Tomorrow Is A Long Time’ weer op de setlist van de meester zelf.
Over de correcte titel zijn we het inmiddels wel eens, overigens. In een radio-interview in februari 1963 noemt Dylan het nog ‘Tomorrow’s A Long, Long Time’, een jaar later ‘If Today Were Not A Crooked Highway’ en ook als ‘Tomorrow Is Such A Long Time’ komen we het regelmatig tegen.

Met ‘Don’t Think Twice’ en ‘Boots Of Spanish Leather’ behoort dit lied tot zijn mooiste liefdesliedjes, en ook dit keer bezingt hij Suze Rotolo, die nu voor een paar maanden in Italië zit – en daar ook nog ’s een leuke jongen ontmoet heeft (Enzo Bartoccioli, met wie ze in 1967 zal trouwen). Een kwijnende Dylan heeft het al geschreven als Suze hem telefonisch laat weten dat ze er nog een paar maandjes aan vastknoopt, daar in Perugia. Dylan kan het niet opbrengen om in het appartement te wachten en kruipt op het logeerbed van vriend Dave Van Ronk. Terri Van Ronk verklapt later dat hij daar dat lied speelt, “over and over again.” De eerste helft van 1963 zijn ze wel weer herenigd, maar in augustus verlaat Suze hun appartementje in West 4th Street. Misschien pakt Dylan het liedje de jaren daarna daarom niet meer op – te pijnlijk, wellicht.

De tekst is, zoals bij wel meer liedjes in die vroege jaren, deels ‘geleend’. Nu eens niet van een collega of van een Amerikaans folk-traditional, maar van een 16de-eeuws Engels gedicht, dat later de titel ‘Western Wind’ kreeg: ‘
“Western wind, when will thou blow / The small rain down can rain? / Christ, if my love were in my arms / And I in my bed again.” Volgens historici is de tekst zelfs nog enkele eeuwen ouder en is het ontleend aan een Middelengels gedicht ‘Westron Wynde’ (“Cryst, yf my lov wer in my armys / And I yn my bed agayne!”). Het diepe, ongelukkige verlangen, de Sehnsucht in het refrein maakt het Grote Leed klein en intiem, zeker na al die statige, marmeren metaforen in de voorafgaande coupletten, waarin de ontroostbare verteller zijn ellendige eenzaamheid verwoordt. Eindeloze autowegen en zilveren rivieren en ach, kon ik toch haar hart maar zachtjes horen kloppen, lag ze maar naast me.

Als Dylan de song dan in 1978 weer uit de kast haalt, gaat hij er niet al te zachtzinnig mee om. Blazers, achtergrondkoortje, steelgitaar, een knerpende gitaarsolo… The Ghost Of Electricity schiet weer eens mis. Daarna laat hij het weer een kleine tien jaar met rust. Vanaf 1987 speelt hij ‘Tomorrow Is A Long Time’ weer met enige regelmaat, maar nu gelukkig meestal weer in akoestische, ‘kleine’ arrangementen. Zoals het ook hoort, natuurlijk.

Van de vele, vele coverversies halen die van Nick Drake (1968) en Rod Stewart (1971) in ieder geval wel de Top 10 van versies-die-misschien-wel-net-zo-goed-zijn-als-Dylan. De obscure Andrew De Naray steekt daar nog bovenuit op de obscure verzamel-cd Positively Pikes Peak: The Pikes Peak Region Sings Bob Dylan (2007). Maar aangevoerd wordt dat lijstje natuurlijk door The King. Bob Dylan zal dat ook zonder valse bescheidenheid beamen.

Tomorrow Is A Long Time
If today was not an endless highway,
If tonight was not a crooked trail,
If tomorrow wasn't such a long time,
Then lonesome would mean nothing to you at all.
Yes, and only if my own true love was waitin',
Yes, and if I could hear her heart a-softly poundin',
Only if she was lyin' by me,
Then I'd lie in my bed once again.

I can't see my reflection in the waters,
I can't speak the sounds that show no pain,
I can't hear the echo of my footsteps,
Or can't remember the sound of my own name.
Yes, and only if my own true love was waitin',
Yes, and if I could hear her heart a-softly poundin',
Only if she was lyin' by me,
Then I'd lie in my bed once again.

There's beauty in the silver, singin' river,
There's beauty in the sunrise in the sky,
But none of these and nothing else can touch the beauty
That I remember in my true love's eyes.
Yes, and only if my own true love was waitin',
Yes, and if I could hear her heart a-softly poundin',
Only if she was lyin' by me,
Then I'd lie in my bed once again.

1 opmerking:

hans altena zei

niet zijn beste maar wel zijn mooiste samen met boots of spannish leather, en voor mij is de versie van 63 definitief (al is niets dat eigenlijk bij Dylan...)