Het is inmiddels ongeveer een maand geleden dat Another Self Portrait van Bob Dylan uitkwam. Ondanks de aandacht die reeds gegeven is op deze weblog aan dit tiende deel van The Bootleg Series zijn er nog wat losse eindjes blijven liggen.
Dit is dus niet mijn recensie van Another Self Portrait. Die recensie heb ik hier al eerder geplaatst. Mijn oordeel over de muziek op Another Self Portrait is sinds het verschijnen van die recensie niet wezenlijk veranderd. Another Self Portrait maakte bij de eerste keer luisteren een overdonderende indruk op mij en nu, na tientallen malen luisteren, doet dit album dat nog steeds.
‘Waarom dat misprijzende over het tiende (!) album?’
‘Dylan is niet van de coca cola af en is ook niet van zijn brommer gevallen dus stijltechnisch is hier alles mogelijk. Er is een uitstekend “Days of 49” (voor de puristen waarschijnlijk een van de weinige stukken die ermee door kunnen) (…) en zeer verschillende vertolkingen van “In search of little Sadie” (beide even aardig). In de overgevoelige traditie “Belle Isle” (heus wel mooi).’
Van Self Portrait naar Another Self Portrait
Bovenstaand citaten komen niet uit een van de recent verschenen lovende recensies van Another Self Portrait, maar uit een in Aloha (24 juli 1970) gepubliceerde recensie van Self Portrait. Die recensie eindigt met: ‘Vergeet nu alle andere recensies en ga die plaat kopen.’
Die aanbeveling geldt zowel voor Self portrait als voor Another Self portrait.
Het tiende deel van The Bootleg Series, Another Self Portrait is onlosmakelijk verbonden met Bob Dylans tiende album: Self Portrait. De overeenkomsten zijn er: de titel, het (zelf?) portret op de voorzijde van de hoes, de Isle of Wight-opnamen. Maar ondanks de overeenkomsten is Another Self Portrait verre van Self Portrait Revisited.
Een verschil: Another Self Portrait krijgt lovende kritieken, Self Portrait werd door de recensenten de grond in geboord.
Toch?
Als ik de recensenten van Another Self Portrait mag geloven wel, ja. Een kleine bloemlezing:
‘”What is this shit?” Het is misschien wel de beroemdste openingsregel van een albumrecensie uit de popgeschiedenis. Greil Marcus begon er in juli 1970 zijn recensie mee van de dubbel-lp Self Portrait van Bob Dylan.’ (Gijsbert Kamer – ‘Bobby’s safebox’; de Volkskrant, 23 augustus 2013)
‘Klassieke openingszin van de 7000 woorden tellende recensie (zo ging dat toen) die Greil Marcus in 1970 schreef voor het in die tijd zeer gezaghebbende tijdschrift Rolling Stone: “What is this shit?” Andere critici drukten zich diplomatieker uit, maar enthousiast was niemand over de plaat.’ (Peter van Brummelen – ‘Een beter zelfportret’; Het Parool, 29 augustus 2013)
‘”What is this shit?” Met die woorden begon criticus Greil Marcus in juli 1970 zijn recensie in Rolling Stone van de dubbelelpee Self Portrait. Marcus vond de collectie van coverversies, concertopnamen en kliekjes uit Dylans songarchief routinematig en levenloos, hoewel hij in het vier pagina’s lange artikel ook goede woorden voor het album over had.’ (Jan Vollaard – ‘Opgefriste songs van Bob Dylan uit 1970; NRC Handelsblad, 28 augustus 2013)
‘What is this great shit? What briljant box set, Dylan reclaims his weirdest record’ (David Fricke – ‘Dylan repaints Self Portrait’; Rolling Stone issue 1190, August 29, 2013)
‘This is sooooo not shit.’ (Mat Snow – ‘Now you see me…’; Mojo 239, october 2013)
‘”What is this shit?”, lautete die Frage, die der Kritiker Greil Marcus über seine Besprechung des Albums (Self Portrait) im Magazin Rolling Stone setzte.’ (Wolfgang Höbbel – ‘Magische Jukebox’; Der Spiegel; 19 augustus 2013)
Er zijn nog tientallen voorbeelden te geven, maar ik denk dat mijn punt wel duidelijk is. Er kan niet over Self Portrait (en sinds kort over Another Self Portrait) geschreven worden – zo lijkt het – zonder dat die vier woorden – ‘What is this shit?’ – van Greil Marcus aangehaald worden.
Ergens kan ik het de hierboven geciteerde recensenten niet eens kwalijk nemen. De woorden ‘What is this shit?’ lijken vergroeid te zijn met Self Portrait. Sla de Dylan-literatuur er maar op na. Er zijn maar weinig boeken over Bob Dylan geschreven waarin, zodra het over Self Portrait gaat, niet ook die ene zin van Marcus aangehaald wordt.
De vergroeiing van Self Portrait met Marcus’ ‘What is this shit?’ roept bij mij twee vragen op:
1. Hoeveel van de Marcus citerende schrijvers heeft zijn hele recensie van Self Portrait gelezen?
2. Hoeveel van de Marcus citerende schrijvers heeft andere dan de door Marcus geschreven recensie van Self Portrait gelezen?
Een tweede bloemlezing:
‘”All the tired horses” is a gorgeous piece of music, perhaps the most memorable song on this album.’
‘How does it sound? It sounds all right.’
‘”Days of ‘49” is a fine ballad. Dylan’s beginning is utterly convincing, as he slips past the years of the song (listen to the vaguely bitter way he sings “But what cares I for praise?”)’
‘(…) the song (“In search of little Sadie”) is superb – it’s these kinds of songs that seem like the vague source of the music the Band makes – and what Dylan is doing with the tune, leading it on a switchback trail, has all sorts of possibilities.’
‘”Woogie boogie” is fun.’
‘”Copper kettle” is a masterpiece.’
‘”Living the blues” is a marvelous recording. (…) The singing is great – listen to the way Bob fades off “deep down insyyy-hide,” stepping back and slipping in that last syllable.’
‘”Mistrel boy” is the best of the Isle of Wight cuts; it rides easy.’
Al deze citaten komen uit de door Greil Marcus geschreven recensie van Self Portrait. Het probleem is dat al deze citaten na een keer lezen weer zijn vergeten. Wat blijft hangen is ‘What is this shit?’
Nogmaals: Self Portrait is vergroeid met Marcus’ ‘What is this shit?’ Er kan niet over Self Portrait geschreven worden, zo lijkt het, zonder dat ook deze vier woorden van Marcus aangehaald worden.
Die vergroeiing heeft bijgedragen aan de slechte reputatie van Self Portrait.
Het collectieve geheugen trekt de conclusie: Self Portrait is slecht, Greil Marcus noemde het niet voor niks ‘shit’. En Marcus schreef voor het gezaghebbende blad Rolling Stone dus moet het wel waar zijn.
Dat was het vertrekpunt bij de aankondiging van Another Self Portrait. Dat vertrekpunt is essentieel geweest voor de overwegend negatieve reacties op de aankondiging van Another Self Portrait. Vooral op het forum van Expecting rain verschenen kort na de aankondiging van Another Self Portrait de negatieve reacties sneller dan ik ze kon lezen. De ene schrijver op dat forum was nog verontwaardigder dan de andere. Hoe was het in godsnaam mogelijk dat Sony een aflevering van The Bootleg Series vulde met overblijfselen van Self Portrait?
Nu, nu Another Self Portrait daadwerkelijk verschenen is, buitelen diezelfde schrijvers op het forum van Expecting Rain over elkaar om de loftrompet te blazen over Another Self Portrait.
Dylan-liefhebbers zijn vreemde mensen.
De weg terug: van Another Self Portrait naar Self Portrait
Kort na de release van Another Self Portrait heb ik vele malen gehoord en gelezen dat dit tiende deel van The Bootleg Series een rehabilitatie van Self Portrait is.
Hoe meer ik hier over nadenk, hoe meer ik tot de conclusie kom dat dit klinkklare onzin is. Nog even afgezien van het feit of Self Portrait een rehabilitatie nodig heeft, is Another Self Portrait niet het toverstafje dat recht buigt wat krom was.
Niet Self Portrait is krom. Dat is het album nooit geweest. De oren van de luisteraar moeten bijgebogen worden om te horen wat Self Portrait te bieden heeft. De eerste stap van een rehabilitatie van Self Portrait is dan ook het vergeten van Marcus’ ‘What is this shit?’ De luisteraar zal zich los moeten schudden van het oordeel van een ander, van de vooroordelen over Self Portrait voor hij dit album daadwerkelijk kan horen en op waarde schatten.
Wat de waarde van Self Portrait is, zal per luisteraar verschillen. Er zullen luisteraars zijn die het album alsnog zullen omarmen, er zullen luisteraars zijn die het album zullen vervloeken. Het ene oordeel is niet beter dan het andere oordeel zolang het oordeel maar op grond van eigen oren is genomen.
Another Self Portrait is niet de rehabilitatie van Self Portrait, daarmee doe je zowel Another Self Portrait als Self Portrait te kort.
Another Self Portrait is een op zichzelf staande verzameling songs uit de periode 1969 – 1971. Songs die werden opgenomen tijdens de sessies voor Self Portrait, maar niet alleen Self Portrait, ook Nashville Skyline, New Morning, Bob Dylan’s Greatest Hits vol. II, het concert op het Isle of Wight, enzovoort.
De context van Another Self Portrait is veel breder dan alleen het album uit 1970 waar de titel naar verwijst: Self Portrait.
Waar komen al die nummers vandaan?
Another Self Portrait bevat – net als Self Portrait – vele niet door Bob Dylan geschreven nummers. Volgens Al Kooper nam Bob Dylan een aantal oude aflevering van Sing out! mee naar de opnamesessies. Deze oude afleveringen van Sing out! zouden – aldus Kooper – de bron zijn geweest voor veel nummers op Self Portrait en Another Self Portrait.
David Bromberg, aanwezig bij dezelfde sessies, herinnert het zich anders.
Naast mij ligt Sing out! vol. 14 no. 6 van januari 1965. In deze aflevering van Sing out! staat niet alleen de bladmuziek van Dylans ‘All I really want to do’, maar ook van ‘Copper kettle’ en ‘Little Sadie’, twee nummers die op zowel Self Portrait als Another Self Portrait te vinden zijn.
Toeval? Misschien.
Sing out! vol. 13 no. 3, zomer 1963. In deze aflevering van Sing out! de bladmuziek van twee nummers van Bob Dylan: ‘Masters of war’ en ‘Boots of Spanish leather’. Naast deze twee, bevat deze Sing out! ook de bladmuziek van ‘Lily of the west’, een nummer dat Bob Dylan tijdens de sessies voor New Morning opnam, maar dat uiteindelijk op het album Dylan terecht kwam.
Van de vier afleveringen van Sing out! die ik bezit, bevatten er twee nummers die Bob Dylan tijdens de sessies voor Self Portrait of New Morning opnam.
Maar dan, het kan ook gewoon toeval zijn.
Is het ook toeval dat Joan Baez in concert part 2, een album waarvoor Bob Dylan de linernotes schreef, ‘Railroad Bill’ bevat? Waarschijnlijk wel. Misschien vond Bob Dylan dit nummer wel in het boek American songbag van Carl Sandburg.
In ditzelfde boek staat overigens ook ‘Dis mornin’, dis evenin’, so soon’ dat Dylan opnam onder de titel ‘This evening so soon’.
‘Days of ‘49’ kan Bob Dylan gevonden hebben in het boek Folksong U.S.A. van John & Alan Lomax, maar het kan ook zomaar net weer even anders liggen.
Bovenstaande zijn maar wat slagen in de wind. Dat neemt niet weg dat Al Koopers opmerking over de stapel afleveringen van Sing out! mij wel op een zoektocht heeft gestuurd.
Nog een slag in de wind: vlak voor de release van Nashville skyline bracht Eric Andersen een bezoek aan Bob Dylan in Woodstock. Zou Dylan tijdens dit bezoek ‘Thirsty boots’ van Andersen hebben opgepikt?
Andersen: ‘He (Bob Dylan) was trying to be nice, when I saw him, saying nice things about my records, being very positive and sweet, but you could tell that behind it a lot of things were going on. Just before I left he stood in front of his door with his guitar, blocking the door, and he sang that one about the old worker who worked and toiled all his life, with “these old hands.” It was touching.’ (Anthony Scaduto – Bob Dylan an intimate biography, blz. 264)
Wacht even, heeft Eric Andersen het hier over ‘These hands’? Ook dat nummer is te vinden op Another Self Portrait.
Dylan
The Bootleg Series vol. 10 – Another Self Portrait (1969 – 1971) bevat – zoals de titel al aangeeft – opnamen uit de periode 1969 – 1971. Eén uitzondering: ‘Minstrel boy’.
Another Self Portrait bevat outtakes van de albums Nashville skyline, Self portrait, New morning en Bob Dylan’s greatest hits vol. II. Het album dat ontbreekt in dit rijtje albums is Dylan.
In november 1973 bracht platenmaatschappij Columbia, nadat Bob Dylan was overgestapt naar Asylum, het album Dylan op de markt. Dylan bevat outtakes van de albums Self portrait en New morning. Voor het album Dylan zijn dus nooit opnamesessies geweest, er zijn van dit album geen outtakes die op Another Self Portrait gezet hadden kunnen worden.
Wacht even, niet te snel.
Aanvankelijk had Columbia het plan om Dylan met een andere tracklist dan de tracklist die we nu kennen uit te brengen. Zo zouden op Dylan ook de nummers ‘Alligator man’ en ‘Runnin’’ komen te staan.
Toch is er niet voor gekozen om ‘Alligator man’ en ‘Runnin’’ op Another Self Portrait te zetten. Ik kan alleen maar gissen naar het waarom achter het ontbreken van deze twee nummers op Another Self Portrait, maar iets in mij zegt dat dit te maken heeft met de ontstaansgeschiedenis van Dylan.
Wat je ook van de muziek van Dylan vindt, er hangt een vieze smaak aan dit album. Dylan werd door Columbia – zonder Dylans toestemming – uitgebracht. Het is niet voor niks dat dit album al jaren niet meer op cd te koop is (en in Amerika zelfs nooit op cd is uitgebracht).
Mijn inschatting is dat het dan ook een bewuste keuze is geweest – met de ontstaansgeschiedenis van dit album in het achterhoofd – om ‘Alligator man’ en ‘Runnin’’ niet op Another Self Portrait te zetten.
Met bovenstaande in het achterhoofd heb ik vol verbazing door het boekwerk bij Another Self Portrait zitten bladeren. In dit boek wordt - niet in de tekst, maar wel in de afbeeldingen – meerdere keren gerefereerd aan Dylan.
Het boek bij de luxe-editie: op bladzijde 9 staat de bladmuziek van ‘Ballad of Ira Hayes’ en ‘A fool such as I’ afgebeeld. Op bladzijde 24 staat het hoesje van de Italiaanse persing van de single ‘Lily of the west’ afgedrukt.
Zowel in het fotoboek bij de luxe-editie, als in het boekje bij de standaard-editie staan de hoezen van de Italiaanse en Japanse persingen van de single ‘Lily of the west’ / ‘A fool such as I’ afgebeeld.
Er is in de bladzijden van de boeken behorende bij Another Self Portrait dus wel degelijk ruimte voor het album Dylan. Die ruimte is er niet op de tracklist van dit tiende deel van The Bootleg Series.
Boek
Ik moet zeggen dat ik het boekwerk bij de standaard-editie en de luxe-editie werkelijk fantastisch vind. Het boekwerk bij de elpee-editie is wat minder geslaagd doordat de afgedrukte foto’s dusdanig zijn ‘opgerekt’ dat een aantal foto’s korrelig zijn geworden.
Ik focus me hier op de afbeeldingen in de boeken, de twee essays in het boekwerk – in alle drie de versies identiek – spreken voor zich.
Er zijn wat kleine verschillen in de afbeeldingen tussen de boekwerken bij de verschillende edities van Another Self portrait. Die verschillen zitten niet alleen in de vormgeving, maar ook in wat er afgebeeld is. Overigens zijn deze verschillen minimaal.
Met de uitgave van de verzamelaar DYLAN in 2007 begon Sony met het afdrukken van memorabilia in de boekwerken bij cd’s en elpees. In de boekwerken bij DYLAN waren dat singles (waarbij grote verschillen op te merken zijn tussen de verschillende versies van deze verzamelaar), bij de luxe-editie van Tell tale signs (2008) zit een boekwerk met daarin single-hoezen afgebeeld, bij de luxe-editie van Tempest (2012) zit een wat knullig notitieboekje met covers van tijdschriften en nu – in het boekwerk van Another Self Portrait – komen we singles-hoezen, jukebox-strips, bladmuziek, advertenties en artikelen uit kranten en tijdschriften tegen. Het afdrukken van memorabilia is een trend die ik kan toejuichen.
Verder valt aan het boekwerk van Another Self Portrait op dat er veel ruimte is gebruikt om tapes en tapeboxen af te beelden. Ook in boekwerken van eerdere afleveringen van The Bootleg Series zijn dit soort zaken afgebeeld, maar nog nooit eerder werd dit zo uitgebreid gedaan als in het boekwerk bij Another Self Portrait.
Ik hoop dat Sony ook deze trend zal doorzetten. Niet alleen is het een schitterend gezicht, ook bieden deze afbeeldingen een schat aan informatie.
De foto’s van Bob Dylan in het boekwerk bij Another Self Portrait zijn zeer goed gekozen. Ik heb in het verleden al heel wat foto’s van Dylan uit de periode 1969 – 1971 gezien, maar het aantal niet eerder geziene foto’s in dit boekwerk is erg hoog. Speciale vermelding verdient de foto die gemaakt is in de tijd dat Bob Dylan de zogenaamde Basement Tapes opnam, foto’s uit deze periode zijn tot op heden nauwelijks te zien geweest (de enige uitzondering die ik zo kan bedenken is de heruitgave van het boek van Greil Marcus over de Basement Tapes).
Dan is er natuurlijk het werkelijk fantastische fotoboek bij de luxe-editie van Another Self Portrait, opgedeeld in vier delen: drie met foto’s – waarvan twee met foto’s van John Cohen – en een deel met memorabilia. Nog afgezien van de twee extra cd’s bij de luxe-editie, is het dit fotoboek dat de luxe-editie waarlijk tot ‘luxe’ maakt.
Opvallend aan het boekwerk bij de luxe-editie is wel dat de gegeven informatie bij een aantal nummers niet klopt terwijl deze informatie in het boekwerk bij de standaard- en elpee-editie wel klopt.
Ook de opnamedatum voor het concert op het Isle of Wight – de derde cd – zoals gegeven in het boek bij de luxe-editie klopt niet, helaas.
Self Portrait remasterd
In de eerder op deze blog geplaatste stukken over Another Self Portrait heb ik al uitvoerig aandacht geschonken aan de eerste drie cd’s van de luxe-editie van dit album. Een paar regels schrijven over de geremasterde versie van Self Portrait was ik nog niet aan toe gekomen.
Van de vier cd’s in de luxe-editie van Another Self Portrait, heeft deze vierde cd van mij tot nog toe de minste (luister-) aandacht gekregen. Dat heeft niks te maken met de kwaliteit (of volgens sommigen: het gebrek daar aan) van Self portrait, maar simpelweg met het feit dat deze vierde cd als enige geen nieuwe muziek bevat, maar reeds gekende opnamen in een nieuw jasje.
Tijdens het luisteren naar deze geremasterde versie van Self Portrait word ik heen en weer geslingerd tussen een juichstemming en het gevoel met een tegenvaller te maken te hebben. Deze opgepoetste versie van Self portrait heeft zeker zijn momenten waarop de muziek beter klinkt dan ooit. Ik denk hierbij vooral aan de wat rustiger nummers. Maar er zijn ook momenten op deze cd die mij doen verlangen naar het horen van een eerdere mix van dit onderschatte album.
Deze remaster is zeker niet zo dramatisch – verre van zelfs – als de eerdere remasters van bijvoorbeeld John Wesley Harding en New Morning, maar het is ook niet alles waar ik op gehoopt had.
Tot slot moet ik nog even melding maken van de glitch – een korte, digitale storing – tijdens ‘Copper kettle’ op deze geremasterde versie van Self Portrait. Met name op Facebook en het forum van Expecting rain heeft dit nogal wat discussie opgeleverd.
Ja, er zit een foutje op de cd. En ja, die is storend. De grote vraag is waar die storing vandaan komt en of er – bij aankomende heruitgaven (bijvoorbeeld in de box The Complete Columbia Album Collection) – iets aan gedaan kan worden.
Ik heb, ter vergelijking, een aantal tot mijn beschikking staande persingen van Self Portrait beluisterd en ben tot de conclusie gekomen dat ze allemaal, op één na, een kleine storing hebben in ‘Copper kettle’ (die storing was alleen op eerdere persingen minder duidelijk hoorbaar dan op deze geremasterde versie van Self portrait). Conclusie: het probleem bestaat al veel langer en is niet ontstaan, maar wel versterkt, tijdens het maken van deze geremasterde versie van Self portrait.
De uitzondering: de Amerikaanse persing uit 1970.
Another Self Portrait op elpee
Het boekwerk van deze uitgave heb ik hierboven al kort besproken. De elpeehoezen zijn wekelijk schitterend gedaan. Maar daar draait het natuurlijk niet om, het draait om de muziek.
Tot mijn grote spijt moet ik zeggen dat de elpee-persing van Another Self portrait wisselvallig is. De platen zijn simpelweg niet goed genoeg geperst. Het geluid is op een deel van de platen wat onder de maat, terwijl op een ander deel van de platen het geluid juist weer fantastisch is, véél beter dan op cd. Deze uitgave zet mijn oren op een wipwap, balancerend tussen lof en matig enthousiast.
Tot slot
Om niet op een moppertoon (geremasterde Self portrait, de elpee-versie) te eindigen moet ik zeggen dat Another Self portrait bij eerste beluistering mijn stoutste verwachtingen ruimschoots overtrof. Na ongeveer een maand luisteren naar dit tiende deel van The Bootleg series is dit oordeel niet veranderd. Luisteren naar Another Self portrait is buitelen van de ene uitmuntende opname in de volgende. Het knappe is dat de samenstellers van een serie losse opnamen een geheel, een album hebben weten te maken.
De luxe-editie is – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de luxe-editie van Tempest – ook daadwerkelijk luxe. Niet alleen krijgt de koper van deze editie een schitterend fotoboek extra, maar ook nog eens een cd met het volledige optreden van Bob Dylan op het Isle of Wight en de geremasterde versie van Self portrait.
Op verschillende plekken op het internet heb ik gelezen dat de bonus-cd met daarop het Wight-concert het absolute hoogtepunt is van Another Self portrait. Ik kan me daar wel aardig in vinden, de Wight-cd is in ieder geval – naar mijn smaak – het meest opzienbarende deel van de luxe-editie van Another Self portrait.
Daarbij wil ik wel aantekenen dat de eerste twee cd’s, de muziek waar het eigenlijk op deze release om draait, tot het beste behoren dat The Bootleg series ons tot nog toe gebracht heeft.
Als Another Self portrait een voorbode is voor wat ons nog aan toekomstige afleveringen van The Bootleg series te wachten staat, dan mogen wij onze handjes dichtknijpen met de samenstellers van deze serie.
10 opmerkingen:
Toch één aanvulling op deze schitterende analyse, Tom: is het je ook opgevallen dat van de eerste sessies voor Self Portrait, uit april 1969, geen enkele song is geselecteerd voor deze uitgave? Nochtans had bijvoorbeeld best een van de covers van Johnny Cash songs een plaatsje kunnen krijgen.
Hoi Peerke, allereerst dank voor het compliment. Ja, dat was me zeker opgevallen. Ik denk dat wat dat betreft de titel Another Self Portrait voor wat verwarring kan zorgen. Ik heb de indruk dat de keuze is gemaakt om bij het samenstellen van deze release te focussen op de opnamen uit 1970, zowel van Self portrait als New morning. Daar omheen zijn wat tracks toegevoegd uit 1969 (Nashville skyline) en 1971.
Another Self portrait is natuurlijk een 'grijpende' titel, maar het kan de koper op het verkeerde been zetten als het gaat om wat deze release bevat: opnamen van de sessies uit 1970 (met een paar aanvullingen).
Dank voor weer rake recensie. Ja zaak blijft het bij je eigen hart te blijven, daar draait de muziek ten slotte om. En dat hart staat centraal bij ASP, reden misschien waarom de gevoeligste opnamen destijds niet of in camouflage op de plaat geraakten. ASP is hierdoor geworden wat Dylan aanvankelijk waarschijnlijk zonder bijbedoelingen, zoals het wegjagen van rabiate fans, voor ogen stond, vechtend met zijn geheugenverlies dat hem de inspiratie voor eigen songs leek te ontnemen. Wat hem in ieder geval lukte was de goudader van folksongs weer in hemzelf blootleggen en dat gebeuren tekent nu ASP en maakt het zoals je terecht opmerkt tot een eigen album. Self Portrait had het stempel van een country plaat met door Dylan geliefde nummers, ASP is een indringende blik achter het gordijn van de kwetsbare geest van een artiest opnieuw op zoek naar zijn bron. Ook de nummers die meer met New Morning te maken hebben, laten het experimentele van die plaat sterker naar voren treden. ASP is zo uitdagender dan beide albums uit 1970 maar wel laat het ons een licht daarop werpen dat ze achteraf nog meer tot hun recht laat komen misschien zonder de mist die de kritiek eromheen had opgetrokken...
Wat betreft je opmerkingen over het vinyl: De USA persing is een regelrechte ramp, al van te voren beschadigd en slecht geperst, met een dof niet ruimtelijk geluid. Ik heb deze na lang dubben en veel irritatie, vervangen met een persing uit Polen. Een wereld ging open die zelfs de cd niet openbaarde. Deze Europese vinyl box is vlekkeloos, maar ja dat is een cd ook, dus daar zit hem de kneep niet. Nee, ik wilde ASP in alle glorie horen, en ik voelde dat dit niet het geval was, ook niet bij de cd. En ja, wat de Polen nu geflikt hebben is het wonder waar ik op wachtte, vooral bij wat ik als het beste van ASP beschouw, de 'Bromberg'sessies : je zit in de klankkast van de gitaar en tegelijk in de nok van de studio, iedere nuance van de soms breekbare stem vloeit je oor binnen, alsof hij zich daarnaar over buigt... de piano dringt zich niet naar voren maar klinkt helder en breed uitwaaierend op de achtergrond. De nummers met band klinken niet overvol, zodat zelfs de mislukte experimenten met kamerorkest en blazers te beluisteren zijn, zonder tot brei te worden, en je zelfs waardering kunt opbrengen voor de best wel muzikale details die in de Kooper mix naar voren komen. House Carpenter heeft dat snijdende, ja demonische gekregen dat ik er al in vermoedde... Working for a Guru klinkt niet enkel meer als grap maar openbaart zijn groove en de licks van George bijten nu echt. Vooral bij Isle of Wight beukt de bas niet meer op je in maar geeft een heerlijk gevoel in je buik. En het repetitieve motiefje in het hogere register van de piano bij het meesterstuk When I Paint My Masterpiece dat eerst wat schril overkwam openbaart zich als een subtiel contrapunt. Niet langer lijkt de echo in Pretty Saro er bij aangeplakt, de stem scheert daadwerkelijk de hemel in, en het orgel in Copper Kettle verweeft zich nu met de magische zang daar. Ach ik kan wel doorgaan. Zingen moet het zoals hier.
@ peerke: We weten niet of Dylan al bezig was met Self Portrait toen hij in april 1969 studio opnamen maakte. Je komt dergelijke aannames wel vaker tegen: "in oktober 1965 begint Dylan met de opnamen voor Blonde on Blonde".
@hans altena: Bedankt voor je bevindingen over de vinyl ASP. Kennelijk is Sony in de VS opnieuw met de verkeerde vinyl perserij in zee gegaan, hoewel dezelfde klachten zich in de VS ook voordeden met de Beatles remasters op LP. Nooit gedacht dat we ons voortaan op Polen moet richten voor de beste persingen.
@ Cas: Van de acht nummers die van de sessies in april en mei 1969 officieel zijn uitgebracht, zijn er zes verschenen op Self Portrait en twee op Dylan. Het lijkt me dat we dan toch mogen stellen dat de sessies bij de opnamen van Self Portrait mogen worden gerekend.
Bovendien past de lente van 1969 toch mooi in het tijdsbestek van deze Bootleg Series uitgave.
Het is - als je geïnteresseerd bent in waar Dylan de muziek vandaan haalde in die tijd - interessant te luisteren naar de eerste platen van Doc Watson. Het zal me niets verbazen als Dylan die platen thuis had staan, en er inspiratie in vond. Niet alleen opvallend veel self portrait nummers: 'little sadie' 'alberta' 'Pretty Saro' (a cappella! prachtig!) ook andere dylan nummers 'sitting on top of the world' 'Froggie Went A-Courtin'. Ook de sfeer van die platen heeft volgens mij Dylan in die tijd gehouden.
Het is - als je geïnteresseerd bent in waar Dylan de muziek vandaan haalde in die tijd - interessant te luisteren naar de eerste platen van Doc Watson. Het zal me niets verbazen als Dylan die platen thuis had staan, en er inspiratie in vond. Niet alleen opvallend veel self portrait nummers: 'little sadie' 'alberta' 'Pretty Saro' (a cappella! prachtig!) ook andere dylan nummers 'sitting on top of the world' 'Froggie Went A-Courtin'. Ook de sfeer van die platen heeft volgens mij Dylan in die tijd gehouden.
Dank voor de tip over Dave van Ronk. Ik zal er t.z.t. eens induiken. ik heb 1 verzamelaar van Van Ronk: The Folkways years 1959-1961. Een schitterende cd, maar geen nummers die ook op (Another) Self Portrait staan. Wel andere nummers die Dylan ook gespeeld heeft.
Ook de autobiografie van Van Ronk is zeer de moeite waard.
Hoi Tom
Doc Watson is iemand anders dan dave van Ronk. Het was n blinde gitarist, de platen die ik bedoel zijn uit 1965 - 1967. Groetjes, jeroen
Hoi Jeroen,
Excuses! Ik was duidelijk in de bonen. Niet goed gelzen. Dom, dom, dom. Doc Watson moet ik ergens ook nog een cd van hebben. Op zolder. Ik zal eens op zoek gaan. Dank voor de tip / reactie.
Tom
Een reactie posten