Talkin' World War III Blues - door Jochen Markhorst

Talkin' World War III Blues (1963)


Het is verwarrende lectuur, de autobiografie The Hurdy Gurdy Man van Donovan uit 2005. Vanaf de eerste bladzijden stapelen zich de zelfmystificaties, borstklopperijen en de overduidelijk opgepompte heldenverhalen op, waarbij de autobiograaf er steeds slechter in slaagt om bescheidenheid te acteren. Op ongeveer een kwart van het boek, als de gemiddelde lezer zo'n beetje op het punt staat om de kachel ermee aan te maken, vindt er echter een omslag plaats: het wordt kolderiek. We hebben dan al met de ene na de andere "kosmische connectie" en "eeuwenoude zielsverwantschap" kennis gemaakt en nu heeft Donovan een eerste, oppervlakkige ontmoeting van enkele seconden met Brian Jones van The Rolling Stones. Jones draait zich om en verlaat de ruimte, en "op de een of andere manier, al weet ik niet hoe, voelde ik dat ik zojuist een karmische verbinding had gelegd, met iets dat mijn leven zou ontwrichten, dat me op een pad naar zowel glorie als rampspoed zou leiden." 

Donovan zal later verliefd worden op de moeder van Brian Jones' zoon, en kort daarna die zoon ook adopteren. Vandaar die "karmische verbinding".  

 

Hierna gaat het rap; Donovan mythologiseert en romantiseert vrijwel al zijn belevenissen en ontmoetingen tot goddelijke interventies of tot aardschokkende meesterzetten van een geniale visionair. Het wordt steeds bespottelijker. Dylan schrijft goede teksten, maar "muzikaal gezien ben ik creatiever en invloedrijker." The Beatles mogen ook dankbaar zijn. "Twee jaar voor Flower Power en voordat The Beatles hetzelfde refrein gebruikten, zong ik al Love, Love, Love." En "I'm Looking Through You" hebben ze ook alleen maar kunnen schrijven omdat Donovan zijn ervaringen met LSD met de jongens had gedeeld. Hij voelt enige reserve om McCartney te laten horen waarmee hij zelf bezig is, omdat Donovan en zijn producer wel weten dat McCartney dan de beste ideeën naar The Beatles laat lekken.  

Zo gaat het door. Het ontwerp voor de hoes van de eerste LP van Velvet Underground (de hoes met die banaan) heeft Andy Warhol te danken aan… Donovan. Want die zong in zijn hit "Mellow Yellow" de woorden electrical banana, vandaar. Voorts houdt Donovan kennelijk consciëntieus bij wat andere artiesten over hem zeggen in interviews en citeert hij kinderlijk graag de vriendelijkste dingen daaruit ("Jimi Hendrix heeft gezegd dat ik de nicest person was die hij ooit had ontmoet").  

 

In het voorjaar van 1966 besluit Donovan om zijn nieuwste, spectaculaire songs wereldkundig te maken tijdens een serie optredens in Los Angeles. "Onnodig om te zeggen dat er een interessant en nieuwsgierig publiek van bekende en onbekende gezichten op afkwam." Behalve mensen als Phil Spector, The Byrds, Peter, Paul and Mary, Sonny and Cher en John Peel betrapt Donovan ook Bob Dylan in het publiek. Zijn vriend Gyp ziet "Dylan in vermomming en zei gedag. Bob zocht een donker hoekje op, waar hij niet zou worden opgemerkt." 

 

De lezer weet dan inmiddels wel dat Donovan nog steeds last heeft van de duizenden keren dat hij met Dylan is vergeleken, of "de Schotse Dylan" is genoemd. Aanvankelijk wijst hij erop dat ze gewoon allebei sterk door Woody Guthrie zijn beïnvloed (maar negeert dat zijn eerste hit "Catch The Wind" wel heel erg heeft geleend van Dylans "Chimes Of Freedom"). Enigszins meelijwekkend wordt Donovans herhaalde bezwering dat hij heus the real thing is en beslist geen fake, en ronduit ridicuul wordt het dus als hij probeert te impliceren dat Dylan hém zo bewondert. Donovans beschrijvingen van zijn roemruchte ontmoetingen met Dylan in het Londense Savoy Hotel (bekend uit Dont Look Now) zijn tenenkrommend, zeker voor de lezers die zich de fragmenten uit Pennebakers documentaire herinneren. En dan is de meest hilarische scene, of de meest genante, het is maar hoe je het bekijkt, niet eens gefilmd. Die scene overleeft dankzij de geestige pen van de scherpe observator Marianne Faithfull, in haar schitterende autobiografie: 

En toen zei Bob: "Nou, Donovan, speel je een song voor ons?" 

Donovan pakte zijn gitaar uit en begon te spelen. Ik zal het nooit vergeten. God, het was een van de meest tergend pijnlijke en grappige scènes die ik ooit heb uitgezeten, want Donovan begon "Mr. Tambourine Man" te spelen. Het was exact de melodie van "Mr. Tambourine Man". Maar Donovan had er een nieuwe tekst bij verzonnen! Het was zoiets als "Oh my darling tangerine eyes…" Dat is zo'n beetje alles wat ik me ervan kan herinneren. Het lied zal sedertdien, dat weet ik wel zeker, nooit meer zijn gespeeld. Toen hij ongeveer halverwege was, begon Dylan op zo'n scheve manier te grijnzen. In de hoek zat Neuwirth zich te bescheuren. Bijna iedereen in de kamer probeerde zijn gezicht in de plooi te houden, want, behalve Donovan en Gypsy Dave, kende iedereen het lied natuurlijk heel goed. "Mr. Tambourine Man" stond op Bringing It All Back Home. Donovan speelde maar door. "My darling tangerine eyes, girl, won't you ramble with me down my rainbow road . . ." Het was zó overduidelijk, dat je heel eventjes zou kunnen denken dat Donovan iedereen voor de gek probeerde te houden. Maar die mogelijkheid verdampte meteen weer. Donovan had het domweg niet in zich om ook maar één iemand voor de gek te houden. 

De spanning was zenuwslopend en uiteindelijk maakte Dylan er een eind aan. 

"Dit hoef je echt niet verder te zingen," zei hij. 

Donovan hield op met spelen, enigszins verbouwereerd. 

"Weet je," zei Dylan, na een perfecte aforistische pauze, "ik word er zelden van beschuldigd dat ik mijn eigen liedjes schrijf. Maar dit is er nou toevallig één die ik daadwerkelijk zelf heb geschreven." 

Donovan was verbijsterd, onthutst. God, wat een consternatie. De arme stakker kon wel door de grond gaan. 

Bij wijze van uitleg zei Donovan: "Dat wist ik niet, man. Ik heb het ergens… ergens op een festival of zo gehoord, geloof ik. Ik dacht dat het gewoon een oude folksong was." 

En Dylan: "Nee, nóg is het geen oude folksong." 


Aan dit komische intermezzo heeft Donovan zelf geen herinneringen, kennelijk. Wel herinnert hij zich hoe hij een grieperige Dylan behaagt door aan diens ziekbed "To Sing For You" te spelen. "Ik zong het zachtjes in de schemering van de zwaar verduisterde slaapkamer." In het Engels klinkt dat nog dromeriger: I sang it soft in the gloom of the heavily draped bedroom.  


Dylan, die in deze maanden, zeker in combinatie met Neuwirth, in de meest vileine fase van zijn leven is, heeft kennelijk toch wel een zwak voor Donovan. Hij spaart hem. Weliswaar zien we in de documentaire hoe hij zich samen met Neuwirth staat te verkneukelen boven een krantenartikel over de Schot en horen we hem vol valse voorpret our next target, ons volgende doelwit, zeggen, maar er volgt eigenlijk slechts één, niet al te dodelijk, prikje.  

 

In Manchester speelt Dylan "Talkin' World War III Blues", op dat moment eigenlijk al een oudje en reeds bijna van Dylans repertoire afgevoerd. Het cabareteske, anekdotische karakter van het lied leidt bij vrijwel elke uitvoering wel tot tekstafwijkingen, maar deze keer wijkt hij nogal radicaal af: "I looked in the closet and there was Donovan," propt hij er tot hilariteit van het publiek tussen. Het is meer een geestige knipoog naar de door de pers opgeklopte Dylan/Donovan-vergelijkingen dan een persoonlijke aanval. Dylan lijkt dat ook tegen Donovan te zeggen, daar in die hotelkamer in Dont Look Now. "Het was maar een gebbetje, hoor," zoiets.  

 

"Talkin' World War III Blues" verdwijnt na '65 van Dylans speellijst en überhaupt uit het muziekleven. Dat het lied op de muziekhistorische mijlpaal The Freewheelin' Bob Dylan staat, is eigenlijk de enige, blijvende verdienste. Begrijpelijk; het talkin' bluesformat heeft zijn beste tijd al wel gehad en is uitgemolken. Afgezien van een enkele oprisping ("Alice's Restaurant", "A Boy Named Sue"), lijkt deze mengvorm van conference en folksong in 1965 dood en begraven, tot er eind jaren 70 een mutatie opduikt in de zwarte slums: rap – een bijzonder resistente mutatie, die tot op de dag van vandaag uiterst succesvol is.  

Zo heel af en toe probeert een muzikant toch nog wat leven in "Talkin' World War III Blues" te blazen, maar dat leidt vrijwel nooit tot een vermeldenswaardige cover. De uitzondering is het Zwitserse krautrockcollectief Krokodil, dat de tekst in een "Subterranean Homesick Blues"-jasje steekt. Met een in ieder geval onderhoudend resultaat (op Sweat and Swim, 1973).  

 

Behalve de gekozen vorm zal ook de inhoud Dylan hebben bewogen om het lied af te voeren. De inhoud is topical, pint Dylan in een politieke hoek waarin hij zich absoluut niet senang voelt. Donovan verhaalt nog hoe hij getuige is van een driftbui van Joan Baez, woedend omdat Dylan weigert haar te vergezellen bij een protestmars op Trafalgar Square tegen de Vietnamoorlog. En dat hij dan maar met haar meegaat. En later nog met haar ligt te zoenen op een hotelbed. In Baez' memoires (And A Voice To Sing With, 1987) wordt overigens geen enkele van deze 'feiten' vermeld – de naam Donovan komt zelfs niet voor in het hele boek. Maar de strekking van Donovans al dan niet gefantaseerde observatie klopt wel: Dylan wil niet meer vereenzelvigd worden met protest, met anti-Vietnam, met politieke bevlogenheid.  

World War III laat zien dat dat toch ook wel een beetje jammer is. Het heeft dezelfde thematiek als het inmiddels afgedankte "Let Me Die In My Footsteps", maar dankzij de humor is het veel effectiever, het resoneert veel beter, met dank ook aan de bonus, de elegante, poëtische uitsmijter. 

De verteller meldt zich bij een arts omdat hij last heeft van een crazy dream, waarin hij na een atoombomaanval eenzaam door een stad loopt. Met de weinige overlevenden krijgt hij geen contact. De ene loopt er gillend vandoor omdat hij denkt dat de verteller een communist is, een ander, een dame, weigert Adam en Eva te spelen, "want je hebt gezien wat ervan komt." 

De arts onderbreekt hem. "Die droom heb ik ook. Alleen: dan ben ik de overlevende. Jou heb ik niet gezien, daar." In de tijd daarna, zegt de verteller, lijkt het wel of iedereen deze droom heeft. En iedereen loopt eenzaam en alleen rond. Dat is niet goed. "Ik nodig je uit in mijn dromen, als ik in die van jou mag komen." 


Die pointe is een zachtmoedig, smaakvol motto waarmee Dylan charmant een uitnodiging formuleert voor zij
n poëzie van de vijftig jaar hierna. 

 

Cover Krokodil (1973): https://www.youtube.com/watch?v=HvZCQcVW22c 

 

Talkin' World War III Blues 

Some time ago a crazy dream came to me

I dreamt I was walkin' into World War Three

I went to the doctor the very next day

To see what kinda words he could say

He said it was a bad dream

I wouldn't worry 'bout it none, though

They were my own dreams and they're only in my head


I said, "Hold it, Doc, a World War passed through my brain"

He said, "Nurse, get your pad, this boy's insane"

He grabbed my arm, I said, "Ouch!"

As I landed on the psychiatric couch

He said, "Tell me about it"


Well, the whole thing started at 3 o'clock fast

It was all over by quarter past

I was down in the sewer with some little lover

When I peeked out from a manhole cover

Wondering who turned the lights on


Well, I got up and walked around

And up and down the lonesome town

I stood a-wondering which way to go

I lit a cigarette on a parking meter and walked on down the road

It was a normal day


Well, I rung the fallout shelter bell

And I leaned my head and I gave a yell

"Give me a string bean, I'm a hungry man"

A shotgun fired and away I ran

I don't blame them too much though, I know I look funny


Down at the corner by a hot-dog stand

I seen a man

I said, "Howdy friend, I guess there's just us two"

He screamed a bit and away he flew

Thought I was a Communist


Well, I spied a girl and before she could leave

"Let's go and play Adam and Eve"

I took her by the hand and my heart it was thumpin'

When she said, "Hey man, you crazy or sumpin'

You see what happened last time they started"


Well, I seen a Cadillac window uptown

And there was nobody aroun'

I got into the driver's seat

And I drove down 42nd Street

In my Cadillac. Good car to drive after a war


Well, I remember seein' some ad

So I turned on my Conelrad

But I didn't pay my Con Ed bill

So the radio didn't work so well

Turned on my record player—

It was Rock-a-day Johnny singin', "Tell Your Ma, Tell Your Pa

Our Love's A-gonna Grow Ooh-wah, Ooh-wah"


I was feelin' kinda lonesome and blue

I needed somebody to talk to

So I called up the operator of time

Just to hear a voice of some kind

"When you hear the beep it will be three o'clock"

She said that for over an hour

And I hung up


Well, the doctor interrupted me just about then

Sayin', "Hey I've been havin' the same old dreams

But mine was a little different you see

I dreamt that the only person left after the war was me

I didn't see you around"


Well, now time passed and now it seems

Everybody's having them dreams

Everybody sees themselves

Walkin' around with no one else

Half of the people can be part right all of the time

Some of the people can be all right part of the time

But all of the people can't be all right all of the time

I think Abraham Lincoln said that

"I'll let you be in my dreams if I can be in yours"

I said that 

1 opmerking:

Patrick zei

Tsja, Donovan schreef Universal Soldier ook al niet zelf....